Archive for Uncategorized

Paastoernooi 2022

André van der Kwartel

Op donderdag 14 april organiseerde LDG weer zijn traditionele paasdamwedstrijd. Een avondje sneldammen en aan het eind van de avond gaat iedereen met een prijsje naar huis. In het verre verleden waren deze prijzen dozen met eieren van verschillende omvang (de dozen, niet de eieren), maar tegenwoordig wordt er creatiever met de prijzenkeuze omgegaan. Deze keer werd gestreden om diverse flessen wijn en luxe broden.

Om acht uur bleken er 13 belangstellenden te zijn. Een ongeluksgetal voor een wedstrijdleider die door het ontbreken van een laptop geen toernooi kan organiseren op basis van het Zwitsers systeem. Een halve competitie van twaalf rondes is te veel voor één avond (iedere ronde kost in totaal al gauw een klein half uur) en spelen in twee groepen van zes en zeven spelers geeft een ongelijk aantal speelrondes. In goed overleg werd besloten dat uw verslaggever als non-playing wedstrijdleider zou fungeren, waardoor er twee groepen van zes spelers konden worden gevormd. Hieronder de samenstelling van de groepen en de volgorde van de eindstand per groep:

Groep A:

1. Joop Burgerhout 9 uit 5

2. Evert Dollekamp 8

3. Edwin van Hofwegen 6

4. Quirinius van Dorp 4

5. Harry Dekker 3

6. Eric van ’t Hof 2

Groep B:

1. Koos van Amerongen 9 uit 5

2. Hans Kreder 8

3. Hans Tangelder 7

4. Peter van den Berg 4

5. Robert Straver 2

6. Viggo van Hofwegen 0

De oplettende lezer zal het zijn opgevallen dat in beide groepen de naam “van Hofwegen” voorkomt. Inderdaad: Viggo is de achtjarige zoon van… Hij had aan zijn vader gevraagd of hij mee mocht. Hij haalde nul punten, maar speelde dapper alle vijf rondes mee. En verbaasde iedereen door tegen Hans Kreder een dam te offeren om een nieuwe dam te kunnen halen.

Maar na vijf rondes was het al over tienen en Vader van Hofwegen vond het welletjes. Bedtijd.

Na het vertrek van vader en zoon Van Hofwegen bestond de finaleronde uit de volgende partijen, waarin respectievelijk werd gespeeld om de eerste/tweede plaats, de derde/vierde, enz.

Joop Burgerhout – Koos van Amerongen 0-2

Evert Dollekamp – Hans Kreder 0-2

Quirinius van Dorp – Hans Tangelder 1-1

Harry Dekker – Peter van den Berg 0-2

Eric van ’t Hof – Robert Straver 0-2

Na de remisepartij werd een barrage gespeeld, die door Hans Tangelder werd gewonnen, waarmee hij de vijfde plaats bereikte.

Volgens goede traditie was het weer een geslaagde avond, die volgend jaar een ruimere deelname verdient. In ieder geval zal Viggo er dan weer bij zijn. Hij vond het heel leuk en heeft tegen zijn vader gezegd dat hij graag mee wil doen als er weer een toernooi is.

 

*****************************************************

Het was een gedenkwaardige avond

Evert Dollekamp

Ik dam nog maar bij twee gelegenheden. Als het regent en als het niet regent. Als het pasen is en als het kerst is, bedoel ik. Witte donderdag was het weer eens zover. Ik overzag het deelnemersveld. Dat zag er goed uit! Allemaal zwakke spelers. En Richard Meijer was er (dus) ook niet bij. Tegen Richard heb ik een dramatische score, dat komt nooit meer goed. Hij past naadloos in het rijtje ellendelingen van wie vaak verlies. Het rijtje noemt overigens als eerste Siep Buurke, met wie ik na een jarenlange controverse vriendjes ben op Facebook. Maar goed ook, want Siep vervangt binnenkort Johan Haijtink als hoofd-re-dacteur van bondsblaadje Het Damspel. Als vaste columnist krijg ik rechtstreeks met hem te maken.

Even tussendoor: na veertig jaar IT kan ik nog steeds slecht overweg met inter-net, epjes en technische foefjes. Mijn zoon Wouter had een tijdje geleden een leuk spelletje op zijn telefoon. Dat wilde ik ook wel. 196 landnamen en dan moest je zo snel mogelijk een land aantikken als een landnaam in tekst verscheen. Duidelijker kan ik het niet formuleren. Ik kreeg een linkje en ging aan de slag. Moest van alles invullen, waaronder telefoonnummer en emailadres. Ik doet dat braaf. En plotseling zat ik op Facebook! Ik kon het er niet meer af krijgen, zodat ik uit ballorigheid maar vriendjes gemaakt heb. Plotseling: pling! Berichtje van Siep. Ik heb toen een historisch besluit genomen en drukte op de vriendjes-akkoord knop. Sindsdien zijn Siep en ik dus vriendjes, zodat ik onze komende samenwerking met vertrouwen tegemoet zie.

Terug naar het strijdperk. Zwei Grupm van zes gevolgd door kruisfinales. Ik zat in een groep met in opkomende volgorde Eric, Q, Joop, Edwin en Vergeten (sorry old chap). Voorafgaand aan de Vergeten overwinning (!) drie moeizame remises. Eric liet me bijten in beton en liet daarmee zien dat dammen helemaal niet moeilijk is. Of juist wel, want ik kreeg geen schijn van kans op winst, als iemand begrijpt wat ik bedoel. Gelukkig beheers ik het volgende speltype als geen ander. Mijn Remise-aanbod werd in dank aanvaard in een stand waarin Eric nog volop kansen had.

Over naar Q. Heel anders dan de zich voorzichtig voortkabbelende partij met Eric was er al snel sprake van vuurwerk. Dat kwam met name omdat ik het nodig vond een Van Leeuwen Systeem op de mat te leggen. Hierbij het advies: doe dit nooit, je neemt het risico op de meeste verschrikkelijke manieren te verliezen, zoals Van Leeuwen zelf het ooit eens uitdrukte. Q was niet onder de indruk en nam een solide positie in. Toen hij mij dwong zelf de opsluiting te verbreken ging hij nog steeds aan de leiding. Deze keer stond ik praktisch verloren toen ik ook nu mijn Remise-aanbod lanceerde. Aangenomen. Eric en Q.: als je tegenstander remise aanbiedt is de kans dat hij (veel) minder staat zeker aanwezig. En zeker als hij drager is van de titel Maitre National (gnuif).

Toen ik voor de derde ronde Joop zag zitten, klaarde mijn humeur aanzienlijk op. ‘Eindelijk een zwakke!’ riep ik uit. Deze onvoorzichte uitspraak kwam mij bijna duur te staan. Weliswaar speelde ik een goede potje, maar na een combinatie naar dam voor een schijf, bleken de resten goed voor Joop te zijn. Na damafname sloeg hij zelfs mijn Remise-aanbod af! Wat zullen we nou krijgen! Gelukkig zag Joop van verdere winstpogingen af en bood even later zelf remise aan. Zodat hij in het rijtje Eric, Q en Joop past.

De vierde remise was tegen Edwin. Maar dat was een partij die eigenlijk al na een zet of twintig voorbij was. Remise overeengekomen. We hadden zoveel tijd over dat we in de resterende tijd nog een spelletje speelden. En dat werd, zonder de anderen tekort te doen, de mooiste partij van de avond. Partie Bonnard met vijandelijk aanval over 28. Mooie verrassende slagzet. Mijn prachtige (nogmaals gnuif) stand kwam niet tot winst omdat wedstrijdleider Andre uitriep: ‘Het is tijd voor de volgende ronde!’ Andre wist al dat onze toernooipartij al remise was geworden. Heb ik nota bene zelf laten weten. Ik heb ook altijd wat.

Van de laatste poulepartij tegen de Vergeten Tegenstander ben ik de partij ook Vergeten. Best wel zorgwekkend. Of was ik dummy …

Kruisfinales. Het is slordig dat ik niet weet wie het tornooi gewonnen heeft, wel dat in de finale Hans Tangelder tegen Koos speelde. Hans Kreder speelde tegen mij om de derde plek. Ik speel graag tegen Hans, maar voor het resultaat hoef ik het niet te doen. Hans speelt een degelijke partij en weet dat ook in het snel-dammen vol te houden. Deze keer liet hij zien een fijne strategie in huis te heb-ben in het voeren van een halve-hekstelling. Mij restte slechts een paar keer achterlopen. Toen Hans die laatste keer niet opving maar een hele andere deed, schrok ik. Dat moest wel een zetje zijn. En ja hoor. Een sierlijke vijfklapper ru-ineerde mijn stelling. Ik speelde nog wel even door maar zag in dat deze keer mijn tegenstander niet in een Remise-aanbod zou trappen. Bovendien stond Hans niet alleen een schijf voor, ook had hij een dijk van een stand.

Tot slot: vroeger had je bij de Asser Damclub voorzitter H.J. Borger (niemand heeft ooit zijn voornaam geweten). Een aspirant lid moest altijd tegen hem. Borger beet vervolgens met voorbedachte rade in het stof. Ik heb het niet gezien of gehoord, maar volgens mij heeft Vigo van Hofwegen geen enkel punt gehaald. Is er nu niemand op het idee gekomen hem een keertje te laten winnen?

Schakers kunnen dammen!

Verslag van de wedstrijd LDG 2 – DOS Delft 2, gespeeld 6 april 2022. 

Door Quirinius van Dorp  

Het tweede team van het Leids Damgenootschap heeft op 6 april 2022 in de zevende ronde van de derde klasse van de provinciale competitie de kampioenschapsdoelstelling behaald. De zevende ronde? Inderdaad, de 10-rondige competitie werd in het seizoen 2021-2022 chaotischer dan ooit. Vanwege door Coronabesmettingen genoodzaakte uitgestelde duels en het ondanks de door Naaldwijk overtuigend getroffen voorzorgsmaatregelen (zie mijn verslag van de wedstrijd van 27 september 2021, Naaldwijk 2 – LDG 2) vroegtijdig terugtrekken door hun 2e team, werd onze competitie onnavolgbaar spannend. Ons uitstekende resultaat tegen Naaldwijk, in de basisopstelling het op papier sterkste team van onze competitie, zou dus voor niets zijn geweest.  

Omdat we op 15 februari 2022 in ronde 9 nog met 8-0 hadden gewonnen van Alphen werden we op 10 maart 2022 in ronde 4 (kunt u het nog volgen?) pijnlijk verrast door een op revanche beluste tegenstander. Ik nam in die wedstrijd de honneurs als teamleider waar omdat onze captain voetbal belangrijker vond dan ons kampioenschap.  Ik grapte bij de introductie en verwelkoming van onze tegenstander nog dat de 8-0 afstraffing van 15 februari vast nog achter in het hoofd spookte. Letterlijk niets bleek minder waar. Het werd een verdiende nederlaag, waarmee Alphen de koppositie overnam (met 1 wedstrijd meer gespeeld). Het was dus aan ons om de resterende wedstrijden te winnen. Dan zouden we op bordpunten de titel pakken. Gezien het programma dat Alphen nog restte gingen we ervan uit dat zij een goede kans maakten om de rest namelijk zelf ook te winnen. 

6 april 2022, parkeren voor vergunninghouders. De barman, de heer Keultjes waar ik al twee keer eerder tegen had gespeeld, waarschuwde ons net op tijd dat er flink gecontroleerd wordt rondom het clubhuis. Nadat we toch de auto’s maar in de parkeergarage aan de overkant hadden geparkeerd konden we met de kampioenswedstrijd beginnen. Alphen had inderdaad eerder die week van een versterkt Scheveningen weten te winnen, dus slechts de volle winst was voor ons voldoende voor de titel. 

Als eerste was Wim Zwinkels op bord 4 klaar. Hij trof invaller Mees van den Bosch. Ik laat Wim zelf aan het woord: 

delft1

“Mijn sympathieke tegenstander had twee jaar niet gespeeld en was nog wat
roestig. In deze stelling was hij 16…4-10 van plan maar zag daar van
af door het zetje 17. 27-22 18×27 18. 38-33 27×29 19.47-41 23×32 20.
34×5 (een combinatie die ik zelf nog niet gespot had!) en speelde daarom
zonder verder zetcontrole snel 9-14. Na 17. 27-22 18×27 18. 34-30 25×34
19. 40×20 15×24 volgde ook nog de 1-om-2 met 20. 37-31. Voor het team
ging hij nog even door maar op zet 28 streek hij de vlag en stonden de
eerste twee bordpunten voor LDG op het scorebord.”  

Ondertussen ging het uitstekend bij Eric van ’t Hof tegen mijn naamgenote Quirine van der Salm. Quirine had op zet 9 al een gat op 47 laten vallen en dit zou haar uiteindelijk noodlottig worden. Eelco Kuipers had het aanzienlijk zwaarder tegen de Delftse kopman Cees van Atten. Eerder dit seizoen hadden de twee al remise gespeeld dus vandaag zou de beslissende partij zijn. Ik zag niet direct winst of verlieskansen, maar wel een moeilijke stelling waarin zwart de overhand leek te krijgen. Of Eelco genoeg had om remise te maken was mij niet duidelijk, maar we hadden nog wel ergens een punt nodig voor de titel. 

Ik speelde voor de derde keer in mijn damcarrière tegen onze barman van die avond, Amand Keultjes. Eerder dit seizoen verloor ik tegen Delft van Jan Eekhout, dus het beviel me met het oog op onze titelaspiraties wel dat ik niet weer tegen Jan werd opgesteld. Hoewel ik graag nog een keer revanche neem natuurlijk. 

Onze eerdere partijen waren leuk en avontuurlijk. Ditmaal speelde Amand wel erg opvallend op de ruil. Telkens als ik kracht in het centrum opbouwde werd dit weggeruild, maar omdat Amand ondertussen ook veel naar de rand schoof had ik wel vertrouwen in mijn kansen om minimaal een remise te verzekeren. Amand ontwikkelde alleen zijn korte vleugel. Het was duidelijk dat hij vanuit die hoek wilde spelen. Ik had onlangs nog een mooi artikel van Gantwarg gelezen over zijn Ice&Byte theorie. Of ik het helemaal begrijp weet ik niet, maar het inspireerde me wel tot een strijdplan dat uiteindelijk de winst opleverde. Mijn schijf 15 zou ik zsm ontwikkelen om daar ice achter te laten voor Amand en diens op mijn lange vleugel gerichte pijlen. Er was daar niets meer om aan te vallen maar toch bleven de schijven die kant op komen. Wit had nog wel een schijf op 36 waar ik dus Byte had, dus terwijl ik mijn centrum verstevigde vond ik ook nog wat tempi om op 26 te komen en het 36 moeilijk te maken. Toen het Amand was gelukt om op 26 een klaverblaadje tegen mijn lange vleugel te bouwen, werd daarachter dus niets meer vastgezet en had deze formatie eigenlijk geen functie. Geheel in lijn met wit’s speelstijl die avond werd de formatie weer achteruitruilend afgebroken en bleven er twee vastgezette randschijven over. Toen ik op zet 34 eindelijk mijn klaverblaadje tegen wit’s langevleugel completeerde speelde wit direct de verliezende blunder, 35 31-27?. 

delft2

Wit hoopte vermoedelijk op een blunder van zwart (13-18) waarna wit een dam haalt maar zwart met 3 schijven voor de dam waarschijnlijk nog voldoende compensatie heeft. 

Of misschien wilde wit een klassieke stelling innemen met 36. 33-28, maar de kracht van de zwarte formatie 26-21-16 blijkt ook uit de variant 35. 33-28 14-20 36. 25×14 9×20 37. 31-27 20-25 want zelfs dan kan wit niet naar voren ruilen vanwege 38. 37-31? 26×37 39. 42×31 21-26! En wit mist zijn verdediger op 47. 

Na de partijzet ging het nog een keer fout, waarschijnlijk door berusting … 24-29! 36. 33×24 19×30 37. 35×24 (hier zou 37. 25×34 23-28 38. 32×23 21×43 39. 34-29! 43×34 40. 29×40 de schade hebben beperkt (zie diagram 3). De stand is gelijk maar ik dacht hier veilig schijf 23 te kunnen winnen. Ik had alleen nog niet bedacht hoe ik dat ging doen.

delft3

 In de partij sloeg wit naar voren en hoopte nog een doorbraak te kunnen forceren. Dit liet ik toe omdat de dam uiteindelijk eenvoudig gewonnen kon worden waarna wit de strijd staakte. 

4 punten! Alleen nog een remise van Eric of Eelco nodig. 

Ik laat Eric aan het woord, daar hij als derde klaar was: 

“De stand in de competitie zorgde voor enige spanning bij mij en ik was matig uit de opening gekomen. Op twee momenten in de partij zag ik net op tijd dat ik een schijf dreigde te verliezen. Dit had ik nog wel kunnen afwenden, maar mijn positie was mij hierdoor toch niet geheel naar wens. Na de zet 36-31 echter ontstond de stelling in diagram 4 waaruit de geur van een damzet opsteeg. Ik speelde (20-24) en waar ik op hoopte gebeurde ook, namelijk 34-30?. Na de ruil vervolgde ik met (24-29), (13-18), (21,27), en (16×47) hetgeen voldoende was voor een gemakkelijke winst.” 

delft6

Hiermee was ons doel bereikt. Kampioen van de derde klasse! 

Eelco was nog aan het zwoegen om een punt want zoals gewoonlijk, ook bij het schaken, is het ragfijne veldenspel van onze captain geijkt op het behalen van een piepklein voordeeltje in het verre eindspel. Tegen de verwachting van menig toeschouwer in kwam dat voordeel pardoes op zet 47, typisch, toen zwart als eerste zijn kroonschijf speelde (3-9). 

delft4

Opeens heeft zwart problemen na 37-31! Cees had 17-21 moeten spelen om op tijd naar 26 te kunnen. In de diagramstand is 37-31 sterk vanwege de directe dreiging 33-28 en 17-21 is te laat. Zwart moet dus wel 27-32 spelen en kan dan niet verder komen aan die kant. Op zowel 16-21 als 17-21 volgt natuurlijk 31-27. Scan vindt het allemaal uiteindelijk wel meevallen, dus misschien hadden de heren gewoon meer gezien dan ik. 

De partijen zijn na te spelen op: https://toernooibase.kndb.nl/ 

Provinciale Clubcompetitie ZHDB 2021/2022, 3e klasse, ronde 7. 

delft5

Namens LDG 2 (Eelco Kuipers, Eric van ’t hof, Wim Zwinkels, Daan Binnendijk en Quirinius van Dorp) bedanken we het Leids Damgenootschap en de andere gastvrije damclubs die onze overstap naar de damwereld mogelijk maakten en dit jaar bijdroegen aan onze titel. 

De laatste ronde….

Namens André van der Kwartel!

… werd de spannendste van het seizoen. LDG moest spelen tegen kampioenskandidaat Haarlem. Velen van ons team hadden zich er al bij neergelegd dat LDG nog een promotie/degradatiewedstrijd zou moeten spelen. Teamleider Harry Dekker had met zijn vooruitziende blik al een extra versterkt team voor deze beslissende wedstrijd opgeroepen. Maar, zoals ik al eerder schreef, enkele LDG-ers beschikken over een grenzeloos optimisme en haalden herinneringen op aan die keer dat LDG als degradatiekandidaat verrassend won van kampioenskandidaat Den Haag. Dat wij allen intussen enkele tientallen jaren ouder zijn geworden en navenant minder sterk, werd in het perspectief van het grenzeloos optimisme even terzijde geschoven.

Hoe spannend het was en hoe geconcentreerd er gespeeld werd, bleek uit het feit dat na drieënhalf uur spelen nog geen enkele beslissing was gevallen. Best bijzonder in deze klasse. En de optimisten kregen gelijk. De Haarlemse Damclub werd met 9-7 verslagen, waardoor LDG als achtste eindigde. Een luxepositie die lange tijd onhaalbaar werd geacht.

Jack van der Plas opende de score met een gelijkwaardige remise. Er was één moment waar het zeer gewaardeerde analyseprogramma Kingsrow een kanttekening bij maakt.

laatste1

Jack van der Plas – Roberto Vesciano

Stand na de 27e zet van zwart.

Wit heeft licht voordeel. KR adviseert 38-33 en na (27-22×12), 33-28. In de partij speelde wit 39-33!? Dat gaf zwart de gelegenheid de bomzet uit te voeren met (24-30), enz. Toen de stofwolken waren opgetrokken, bleken er maar liefst 14 schijven van het bord verdwenen te zijn; van beide spelers zeven. Er bleef een gelijkwaardige en niet zo bijster interessante stand over.

Het einde van de partij is nog wel aardig om te laten zien.

laatste2

Jack van der Plas – Roberto Vesciano

Stand na de 48e zet van zwart.

De tempi zitten wit tegen. 36-31 (21-26). Nu zou direct 20-14 al remise geven, maar Jack doet het nog iets spannender: 33-28 (22×42), 20-14 (26×28), 14×3 en remise gegeven. Zwart gaat altijd een schijf verliezen.

De oplettende lezer zal hebben gezien dat wit in de diagramstand niet eerst 20-15 mag spelen wegens: (9-14), 36-31 (21-26) en nu verliest 15-10 wegens: (26×39), 10×17 (18-22), 17×28 (39-44).

Daarna kwam de eerste grote verrassing van de middag: Joop Burgerhout won van Mark Deurloo. Zonder ook maar iets aan de prestatie van Joop af te willen doen, kwam de partij op mij vooral over als een zelfmoordstrategie van Deurloo. Het leek wel alsof hij ten koste van alles een half open klassiek speltype op het bord wilde krijgen. Omdat Joop daar niet echt op in ging, kreeg Deurloo geen vat op de stelling en werd hij uiteindelijk kansloos weggespeeld.

Illustratief is het eerste moment waarbij KR een kanttekening plaatst.

laatste3

Mark Deurloo – Joop Burgerhout

Stand na de 24e zet van zwart.

Wit sloeg hier 43×34, waarna het verder ging met (13-19), 38-33 (18-23), 33-28 (8-13). Tot op dit moment heeft wit een behoorlijk nadelige stand, en na het gespeelde 30-25 (2-8), 34-30 taxeert KR de stand alsof zwart bijna een schijf voor staat. Vanaf dit punt ging het snel van kwaad tot erger.

Voor de diagramstand adviseert KR om 30×19 (13×24), 43×34. Wit kan dan nog binnen de remisegrenzen blijven.

Ik mocht zelf de stand op 5-1 brengen. Het was zo’n partij waarin je langzamerhand steeds beter en uiteindelijk gewonnen komt te staan en dan in het afspel geen foutje meer maakt. (Dit in tegenstelling tot wat mij helaas maar al te vaak is overkomen.) Geen spectaculair fragment uit deze partij, maar wel één plaatje, dat mij esthetisch zeer aanspreekt.

laatste4

André van der Kwartel – Paul Smit

Stand na de 41e zet van wit.

KR adviseert (13-18), 28-23 (11-17) en zwart heeft nog tegenspel. Zwart speelde echter (21-26?) dat niet alleen zijn stand verzwakt, maar mij bovendien de gelegenheid gaf om 32-27! Te spelen. Mijn tegenstander kon er ook wel om lachen. (“Let op kinders: geen gaten in je stand maken.”)

Vervolgens overkwam ons het drama van Harry Dekker. Voor de zoveelste keer verloor hij door tijdsoverschrijding. Toch een vreemd fenomeen in het Fischer-systeem, waarin je na iedere zet weer minstens één minuut denktijd hebt. Het lijkt alsof Harry zó geconcentreerd is op het spel, dat hij de klok eenvoudigweg vergeet. In dit geval was het extra dramatisch, want Harry ging in gewonnen positie door zijn klok.

laatste5

Marcel Kosters – Harry Dekker

Stand na de 45e zet van wit.

In deze stelling bereikte de klok de fatale stand 0.00.

KR geeft de volgende plausibele spelgang die rechtstreeks naar winst leidt: (11-16), 31-26 (4-10), 34-29 (23×34), 30×39 (10-15), 39-34 (24-29), 34×23 (18×38), 32×43 (12-18).

Dit alles slechts ter illustratie van het grote voordeel voor zwart. Maar in enorme tijdnood zou ik ook (23-29) acceptabel vinden. Je geeft dan wel al je voordeel weg, maar hebt zo maar twee minuten tegoed op de klok verdiend.

Rudi van Velzen bracht de stand op 6-4 door een knappe remise tegen Roel Janssen in een partij waarin op zijn zachtst gezegd sprake was van wisselende kansen. We beginnen op de 27e zet.

laatste6

Roel Janssen – Rudi van Velzen

39-34? (9-14?). Zwart had hier groot voordeel kunnen krijgen door: (8-12!). Bij wijze van voorbeeld twee varianten:

A) 28-22 (24-29), 33×24 (23-28), 32×14 (9×40), 45×34 (21×43), 49×38 (18×27) +1

B) 41-36 (12-17), 47-42 (17-22), 28×17 (11×31), 36×27 (24-29), 33×24 (6-11), 38-33 (23-28)

In de loop van de partij verkreeg de witspeler groot, zo niet winnend voordeel tot aan het volgende fragment.

laatste7

Roel Janssen – Rudi van Velzen

Stand na de 47e zet van zwart.

Grappig is dat de witspeler hier dezelfde zwakke zet speelt als in het eerdere diagram: 39-34? 30-25 zou ongetwijfeld tot winst hebben geleid. Alweer twee variantjes als onderbouwing:

A) (23-29), 28-23 (19×28), 32×34 (12-17), 39-33 (14-19), 27-21 (16×27), 34-29

B) (12-17), 48-42 (24-29), 39-33

Na 39-34 reageerde zwart niet goed. Hij had namelijk direct remise kunnen maken door: (24-29). Wat wit ook speelt, altijd kan zwart daarna (23-29) spelen met remise. Het aardigste voorbeeld is: 30-25 (29×40), 35×44 (23-29) en nu is 28-23 verhinderd wegens een dam op 49.

Het partijverloop vanuit de diagramstand was: 39-34 (23-29), 34×23 (18×29), 48-42?? De laatste fout van wit in de partij. Hij had 38-33 moeten ruilen en nog steeds gewonnen gestaan. Nu volgde: (14-20!), 30-25 (29-33), 25×23 (33×31). Tien zetten later werd remise overeen gekomen.

Na deze fraaie remise volgde de tweede tegenvaller van de middag: Hans Tangelder verloor, waardoor de stand op 6-6 kwam. Ook in dit geval was er sprake van een partij met wisselende kansen. Hans had in het middenspel groot voordeel kunnen krijgen, maar miste dat moment. Liep in een zetje en miste de mogelijkheid om direct daarna naar remise af te wikkelen. Vervolgens miste hij een winnende (!) voortzetting en overzag hij voor de tweede keer een remisewending. Genoeg te beleven dus. We beginnen met het zetje.

laatste8

Hans Tangelder – Dick Siegers

Stand na de 40e zet van zwart.

Wit speelde hier 39-34? Waarna volgde: (13-19), 24×13 (3-9), 13×4 (27-31), 4×27 (21×43), 40-35?? Hier miste wit een directe weerlegging van de doorbraak: 42-38 (43×32), 23-18. De finesse is dat (31-37) wordt weerlegd door 47-42! (36×38), 33×31.

Het verhaal gaat verder….

laatste9

Hans Tangelder – Dick Siegers

Stand na de 53e zet van wit.

Wit dreigt met 32-27 en zwart speelt daarom (18-12???). Wit is ongetwijfeld zó gericht op het bereiken van remise, dat hij de aangeboden winst niet ziet: 47-41!! (36×47), 32-27 (47x), 34-29 (x21), 16×8. Het doet mij denken aan het eindspelfragment tussen Koos van Amerongen en Jan van der Star uit de provinciale competitie. Ook daar werd een totaal onverwachte winstkans over het hoofd gezien. (Zie een van mijn eerdere bijdragen op deze website.)

Hoe dan ook, na (18-12) speelde wit 32-28 (12-3), 28-23? En met deze zet vergooit wit zijn laatste kans op remise, maar die is dan ook wel heel verrassend: 47-42!! Wat is er nu allemaal aan de hand:

· (16-21), 26×17 (3×30), 35×24 =

· (36-41), 42-37 (41×23), 29×18 =

· (14-20), 25×14 (3×23), 29×18 = of (3×19), 29-24 (19×30), 35×24 = Coup Turc!

· (3-9), 29-23 (36-41), 42-37 (41×32), 28×37 en dit houdt wit wel remise dank zij de vangstelling op zijn korte vleugel na bijvoorbeeld 34-30-24.

Ik sprak eerder over het grenzeloze optimisme van een aantal LDG-ers. Iemand die daar niet bij hoort is Hans Kreder. Hij is bij uitstek de realist die dan ook meestal gelijk krijgt. En laat nou juist Hans de doorslaggevende winstpartij op zijn naam schrijven!

Hans won in een aardig eindspel, maar had al twee keer eerder in de partij winnend voordeel kunnen behalen. Het eerste moment deed zich voor na de 38e zet van zwart.

laatste10

Hans Kreder – Peter Schipper

29-24 (21-26), 38-33? Een gemiste kans. Wit had hier winnend voordeel verkregen met 32-27! De zwarte stelling wordt als het ware ingesnoerd en de halve hekstelling op zwarts lange vleugel verzorgt virtueel een schijf voorsprong voor wit.

Het tweede moment is nog overtuigender

laatste11

Hans Kreder – Peter Schipper

Stand na de 50e zet van zwart.

Wit speelde hier 28-23×24, maar daarna houdt zwart een nog steeds verdedigbare stand over. Krachtiger zou zijn geweest het voor de hand liggende: 25-20 (14×25), 15-10. KR verklaart de stand gewonnen voor wit. (25-30) is verhinderd en op (13-19) speelt wit 28-23 (19×28), 10-5 en zwart kan de schijfjes wel in de doos gaan doen.

Het beslissende moment kwam op de 58e zet van zwart.

laatste12

Hans Kreder – Peter Schipper

Spelverloop: (31-37), 14-10 (25-30), 24×35 [Dit offer is gedwongen, want op (37-41) volgt 10-5 en de zwarte dam wordt opgepeuzeld.] (37-41), 10-4! [Zwart verliest nog twee schijven, want op (17-22) volgt 33-28 (22×42), 4×15.] (18-23), 4-10 (41-47), 10×6 en de rest was niet moeilijk meer.

Waarom noemde ik dit het beslissende moment in de partij? Omdat zwart na (31-36!!) nog steeds remise in handen heeft: 14-10 (18-23!), 10-5 [Wat anders?] (23-29) en remise.

De enige dissonant van de middag klonk in de partij van Hein van Winkel. Zijn tegenstander bleef doorspelen in een remisestand. Hein is een ervaren speler die de reglementen goed kent. Hij zorgde als minderheidspartij dat er een stand op het bord kwam van één dam met twee schijven tegen één dam. Vanaf dat moment speelde hij met die ene dam zorgvuldig om niet in valletjes te trappen en telde ondertussen de gespeelde zetten. Nadat hij zestien zetten gespeeld had claimde hij de remise. Precies zoals de reglementen dat bepalen. De beide teamleiders controleerden het aantal zetten en bepaalden daarna de uitslag op remise. Voor LDG het winnende punt, maar wel met een bijsmaak.

De reden dat de tegenstander van Hein in een remisestand bleef doorspelen, was waarschijnlijk te vinden in het bizarre partijverloop. Op de 39e zet gaf Hein zo maar een schijf weg. Het is mij onduidelijk welke vorm van damblindheid hier speelde. Hoe dan ook: op de 45e zet was de volgende stand ontstaan:

laatste13

Frans Elzenga – Hein van Winkel

Zwart staat totaal verloren, maar wit kwam op het rampzalige idee om 22-17??? te spelen. Natuurlijk volgde toen: (24-30), 35×24 (14-20), 25×14 (18-23), 28×8 (3×41). Vanaf dit moment duurde het nog dertig zetten voordat de remise werd vastgesteld.

Tot slot

De competitie 2021-2022 was een merkwaardig seizoen. De coronaperikelen verhinderden een normaal verloop. Misschien verklaart dat voor een deel de tegenstrijdige uitslagen die LDG als team heeft bereikt: winnen van de nummer twee, Haarlem, en met opvallend grote cijfers van 020 (11-5), maar dik verliezen van de nummer elf, Wageningen. Het heeft ons in sommige wedstrijden mee gezeten. In andere hadden we wellicht wat pech. Het was dus alles bij elkaar eigenlijk ook een heel gewoon seizoen.

De individuele scores kende enige verrassingen, zowel positief als negatief. Positief waren mijn positie als topscorer van het team met 15 uit 10 en de score van 10 uit 8 van Joop Burgerhout die deze score realiseerde met de hoogste tegenrating (1177). Negatief waren de onverwacht lage scores van Hans Tangelder (6 uit 10) en Harry Dekker (4 uit 11).

Zorgelijk was dat LDG tot twee keer toe met slechts zeven spelers uitkwam. Ik hoop dat in het volgende seizoen meer spelers bereid zijn als invaller aan de competitie mee te doen.

Paasdamtoernooi

Paastoernooi

Op donderdag 14 april organiseert het Leids Damgenootschap weer haar traditionele Paasdamtoernooi.

Op die avond worden meerdere korte dampartijen gespeeld. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat iedere deelnemer zo veel mogelijk speelt tegen spelers van ongeveer gelijke sterkte. Dus ook mensen die alleen maar thuis zo af en toe een potje dammen, kunnen gerust meedoen. Graag zelfs!

De deelname is gratis. Van tevoren aanmelden is niet nodig.

U wordt gevraagd om uiterlijk 19.45 uur aanwezig te zijn, zodat de dampartijen om 20.00 uur kunnen beginnen. Rond 22:30 wordt de eindstand opgemaakt. De wedstrijden worden gehouden in ons clublokaal in het Leids Denksportcentrum, Robijnstraat 4, Leiden

De zevende ronde…..

Uit de koker van André van der Kwartel

… was ten gevolge van de coronamaatregelen uitgesteld en werd verspeeld op 19 maart. LDG mocht aantreden tegen het tweede team van Damlust uit Gouda. Zoals verwacht kwamen wij met een ruime nederlaag terug naar Leiden. Extra zuur was, dat het achttal voor de tweede keer dit seizoen met maar zeven spelers aan de wedstrijd kon beginnen. Twee afzeggingen konden door teamleider Harry Dekker helaas met maar één invaller worden gecompenseerd. Het eerste bord werd vrij gelaten in de halfslachtige verwachting dat we dan misschien nog een kleine kans op één wedstrijdpunt zouden kunnen behalen. De uitslag 12-4 voor Damlust illustreert het grenzeloze optimisme dat LDG-ers gewoonlijk in huis hebben.

Heel even leek dat optimisme terecht. Hans Tangelder won zijn wedstrijd, waarmee de stand op 2-2 kwam en omdat dat al relatief vroeg in de wedstrijd gebeurde, leek nog van alles mogelijk.

damlust1

Hans Tangelder – Alex Bitter

Stand na de 31e zet van wit.

Als zwart hier (2×11) slaat kan hij de stand nog gelijk houden met na 32-27 (19-23×24). Zwart sloeg echter (12×1??). Wit miste (of negeerde??) nu het dammetje met 31-27 (22×31), 28-22 en speelde 32-27?? Het lijkt alsof zwart al zo ongeveer verloren staat, maar de definitieve fout van zwart kwam pas op de 36e zet

damlust2

Hans Tangelder – Alex Bitter

Zwart speelde hier (7-12) en ging na 32-28 snel van het bord af. KR geeft aan dat zwart de schade nog aanzienlijk had kunnen beperken door: (8-13), 32-28 (13-19). De actie met 37-32 enz. stelt nu niet zo veel voor, omdat zwart ook doorbreekt naar dam.

Ook deze keer roemde Kingsrow het degelijke spel van Hans Kreder door geen enkele kanttekening bij zijn partij te plaatsen, waarmee de stand op 3-3 kwam. Vanaf dat moment werd duidelijk dat het optimisme van sommige LDG-ers onterecht was. Drie opeenvolgende nederlagen brachten de stand op 9-3 voor Damlust, waarmee de nederlaag van het team als geheel een feit werd.

De eerste nederlaag kwam op naam van Jack van der Plas. Henk van Klaveren bleek een maatje te groot, maar toch had Jack tot laat in de partij nog remise in handen. Eerst laat ik echter een fragment vroeger in de partij zien, dat niet zo veel om het lijf heeft, maar te aardig is om niet mee te nemen.

dammlust3

Jack van der Plas – Henk van Klaveren

Stand na de 22e zet van zwart.

Jack speelde hier 41-36, maar KR tovert een verrassend zetje tevoorschijn: 27-22 (11×31), 25-20 (14×25), 33-29 (24×22), 32-27 (21×32), 38×7 (1×12), 35-30 (25×34), 40×7. De dam zal voor min of meer gelijk spel worden afgenomen. Tegen een (veel) sterker tegenstander toch altijd een optie om zo’n zetje mee te nemen.

Jack hield de partij langdurig binnen de remisemarges, maar ging op de 52e zet in de fout.

damlust4

Jack van der Plas – Henk van Klaveren

Wit speelde 21-16, waarna de partij volgens KR in alle varianten verloren is. Een meer actieve verdediging had nog remise kunnen brengen. KR geeft de volgende hoofdvariant: 31-27 (30-35), 28-22 (18-23), 22-17 (3-8), 21-16 (34-40), 27-21 (40-45), 16-11 (45-50), 21-16 (50×39), 11-6 (39×11), 16×7 (1×12), 6-1 met remise.

Vervolgens verloor invaller Dick den Ouden. Hij wilde zijn partij zo snel mogelijk vergeten en dat was terecht. Hij werd min of meer kansloos weggespeeld. Ik laat er dan ook geen fragment uit zien.

De derde nederlaag kwam op naam van Peter van den Berg. In zekere zin een dramatische nederlaag: niet alleen had hij heel lang uitzicht op remise, maar in het middenspel heeft Peter waarschijnlijk een winnende voortzetting gemist.

damlust5

Peter van den Berg – Henk Meester

Stand na de 19e zet van wit.

De zwartspeler begaat hier een positionele blunder van jewelste: (3-8??). Maar wit profiteert niet: 37-32?? Wit had hier schijfwinst kunnen bereiken door: 29-24 (19×30), 35×24. Zwart heeft vier aanvallers voor de voorpost, maar wit heeft vier verdedigers. Na (15-20) speelt wit 33-29 en daarna eventueel nog 37-32. De zwarte stand komt nergens meer. Na 29-24×24 speelt KR dan ook direct (22-28×28) met schijfwinst voor wit.

Peter hield de partij nog heel lang remise, hoewel hij het zichzelf wel steeds moeilijker maakte. De definitieve fout kwam op de 59e zet.

damlust6

Peter van den Berg – Henk Meester

In de partij speelde wit 33-29?? (50×36), 15-10?? (18-23) en wit gaf op.

In de diagramstelling heeft wit nog steeds remise in handen met: 27-21 (17×26), 33-29 (50x), 15-10. Het is niet duidelijk hoe zwart het verlies van een schijf kan voorkomen.

Zelf mocht ik de reeks nederlagen onderbreken met een remise, maar eigenlijk had ik moeten winnen. Op de 14e zet deed zich een bijzonder fragment voor:

damlust7

Peter van Eck – André van der Kwartel

In de partij werd gespeeld: 27×18 (17-21), enz. Na afloop van de partij gaf Hans Kreder aan dat er een dam voor wit in zit als wit 29×18 slaat. Peter van Eck en ik ontkenden dat, maar Hans had wel degelijk gelijk: 29×18 (22×13), 26-21 (17×37), 27-21 (16×27), 38-32 (27×29), 34×5. Tot mijn gemoedsrust blijkt de dam voor gelijk spel te kunnen worden afgepakt: (37-41), 46×37 (11-17), 5-32 (13-18) en de dam wordt altijd gevangen.

De ontwikkelingen in het middenspel verliepen bevredigend voor mij en ik kwam gewonnen te staan, maar de klok begon een woordje mee te spelen.

damlust8

Peter van Eck – André van der Kwartel

Stand na de 53e zet van wit.

Volgens KR is dit het eerste moment dat ik de winst mis: KR adviseert (28-32), 41-37 enz. Maar ik wilde de zwarte formatie juist in stand houden, omdat daarmee een doorbraak van wit wordt verhinderd. Bijvoorbeeld: (9-13), 41-37 (13-19), 36-31 (27×36), 26-21 (22-27), 21×32 (36-41). Maar ik overschat de kracht op mijn lange vleugel en mis een remise-actie van wit. Spelverloop vanuit de diagramstand: (9-13?), 34-30? [ Volgens KR had hier 41-37 gemoeten.] (13-19?) [Alweer was (28-32) beter geweest, hoewel nu minder overtuigend dan een zet geleden.] 30-25? [Weer had 41-37 gemoeten.] (23-29?) [ Alweer had (28-32) gemoeten voor de winst.] 41-37! De nu komende remise-actie heb ik totaal gemist: (29-33), 26-21! (27×16), 37-32! (28×37), 39×17. Even dacht ik nog dat ik na het offer (16-21) en dam halen een standaard gewonnen eindspel op het bord kon krijgen, maar de extra schijven op mijn lange vleugel voorkomen dat.

In het oude systeem met een uur bedenktijd na de vijftigste zet, zou ik dit eindspel vermoedelijk wel hebben gewonnen, maar we moeten het doen met wat we nu hebben.

De wedstrijd werd afgesloten met verlies van Harry Dekker. Pas heel laat komt KR met zijn eerste suggestie voor verbetering, maar het betreft een niet zo voor de hand liggende zet. En er van uitgaande dat de tijdnood op dat moment al heerste, is het niet zo verrassend, dat Harry de beste verdediging miste.

damlust9

Arie van der Knaap – Harry Dekker

Stand na de 53e zet van wit.

(12-17). Zeker in tijdnood een voor de hand liggende zet, maar hij maakt de remise wel moeilijker. 14-10 (16-21) en na dit offer is de stand verloren voor zwart. (18-22) en (28-32) hadden meer verdediging gegeven, maar ik denk dat zwart het toch wel heel moeilijk zou hebben gekregen.

Terug naar het diagram. De veiligste weg naar remise was hier directe actie: (16-21), 27×16 (28-32), 37×28 (26×37). Geen tijdverlies om naar dam te gaan. De witte schijven staan zo kwetsbaar dat een actieve dam er zeker wel twee kan oppeuzelen.

DE ELFDE RONDE: WSDV 3 – LDG

André van der Kwartel  

In de elfde ronde van de landelijke competitie moest het achttal aantreden tegen het derde team van WSDV uit Wageningen. De wedstrijd verliep teleurstellend voor LDG. Met een 10-6 nederlaag konden wij terugkeren naar Leiden.  

De score werd geopend door het verlies van Peter van den Berg. In een wat mindere stand liet hij een kettingstelling toe, waarna er geen redden meer aan was. WSDV kwam op 4-0 door de nederlaag van  Hans Kreder. Bij deze partij valt wel een aantal kanttekeningen te plaatsen. Om te beginnen: Hans vertelde mij dat hij al na een kwartier verloren stond. Ongetwijfeld enigszins overdreven, want het omslagpunt in de partij deed zich pas op de 27e zet van wit voor. Tot die tijd ziet KR geen problemen.

wsdv1

Hans Kreder – Jozef Linssen  

Stand na de 26e zet van zwart. 

De halve hekstelling was al vroeg op het bord gekomen en wit was ook al een aantal keren op schijf 24 gelopen. Om onduidelijke redenen zag wit hier ineens van die strategie af en speelde: 31-27? (22×31), 36×27. Toen volgde een zetje: (24-30), 34×14 (18-22), 27×9 (15-20), 14×25 (8-13), 9×18 (12×41). Hans gaf op. De volgende stand is ontstaan: 

wsdv2

Hans Kreder – Jozef Linssen  

Mét KR vraag ik mij af of Hans niet te vroeg op gaf. Als we na de afwikkeling de houtjes tellen, blijkt dat wit een schijf vóór staat. Een plausibele voortzetting is dus: 42-37 (41×32), 25-20. [Aanvankelijk dacht ik dat wit misschien ook nog 33-28 moest offeren, maar dat wordt door KR snel weerlegd.] KR taxeert het voordeel voor zwart op ongeveer een halve schijf en komt met de volgende variant: (2-8), 20-14 (8-13), 33-29 (32-37), 29-23 (37-41), 23-19 (13×24), 14-9. Zwart heeft nu al een probleem. Als hij met een tweede schijf wil oversteken (26-31), kan bijvoorbeeld volgen 9-4 (31-36), 4-15. Voor alle duidelijkheid: ik ga niet schrijven dat wit dit eindspel remise houdt, maar wel dat er nog heel wat gevochten had kunnen worden.  

Dit fragment riep bij mij herinneringen op aan een partij van Hans Kreder uit 2005. 

wsdv3

Hans Kreder – Alfons Ottink 

(Nationale Competitie, 1-10-2005)  

Stand na de 41e zet van wit. 

(18-22!?) Eigenlijk niet de sterkste, maar… Hans gaf op. Ik neem aan vanwege de dreiging (22-27-31) met doorbraak naar dam. Ik heb mij daar destijds erg over verbaasd, want de actie 33-28 (22×33), 43-39 geeft wit nog een heleboel defensieve mogelijkheden. Meer dan zestien jaar later geeft KR mij gelijk.  

Ik mocht zelf de eerste – en naar later zou blijken: enige – winstpartij voor LDG scoren. Het was mijn meest bizarre overwinning ooit. 

wsdv4

André van der Kwartel – Anton van Drumpt  

Stand na de 32e zet van zwart. 

Ik kan hier kiezen uit 27-21 en 27-22. Ik koos voor 27-21 (16×27), 32×12 en mijn tegenstander gaf op. Achteraf vermoed ik dat hij rekende op 27-22 en na 27-21 in een flits dacht dat hij in de Bomzet was gelopen. Maar de Bomzet zit er natuurlijk helemaal niet in. Zwart kan rustig gaan nadenken of hij met schijf 8 dan wel 18 zal slaan. Het was een bizarre ervaring. Nadat het tot mijn tegenstander was doorgedrongen wat hij had gedaan, greep hij zijn notatieformulier en stampte de zaal uit. Ik heb hem niet meer teruggezien en dat kan ik mij goed voorstellen. 

Ik heb zelf ooit eens in een totaal gewonnen stand remise aangeboden. Mijn tegenstander keek mij verbaasd aan, maar accepteerde gretig mijn aanbod. Dat soort dingen gebeuren. Ik ben destijds overigens niet de zaal uitgelopen.  

Vervolgens speelden Harry Dekker, Dick den Ouden en Joop Burgerhout remise. Drie partijen waarin KR geen gemiste kansen of belangrijke verbeteringen signaleert. Bij de partij van Jack van der Plas deed KR dat wel. 

wsdv5

Jack van der Plas – Henk Kleinrensink  

Stand na de 49e zet van wit. 

Na (26-31) is wit vrijwel verplicht tot 28-22 (27×18), 36×27 met een gelijkwaardige stand. Zwart speelde echter (20-25??). Wit reageerde met 28-23?? En miste daarmee de gewonnen stand die na 29-24! zou zijn ontstaan. KR geeft als plausibel verloop: (26-31), 28-22 (27×18), 36×27 (21-26), 38-33 (16-21), 27×16 (18-22), 16-11. Het terugwinnen van de geofferde schijf leidt nog sneller tot verlies dan het doorlopen met schijf 26.  

Ook Hans Tangelder verloor ten slotte zijn partij. Dat was bepaald niet nodig geweest, maar een zetje overzien kan de beste overkomen. 

wsdv6

Akosh Kardos – Hans Tangelder  

Stand na de 44e zet van wit. 

Zwart had hier de remise moeten pakken met (27-32), 30×17 (32×32). Hij speelde echter: (3-8??), 30×19 (13×24) en toen volgde het zetje van Weiss: 28-22 (27×18), 36-31 (26×37), 38-32 (37×28), 33×2 (24×44), 40×49.  

Alles bij elkaar: minstens twee punten onnodig weggegeven en waarschijnlijk één punt cadeau gekregen. Op de overwinning van WSDV valt niets af te dingen.  

Toegift 

Nog een toegift uit de onderlinge competitie. 

Harry Dekker leverde mij het volgende fragment aan uit een recente partij tegen Peter van den Berg. 

wsdv7

Harry Dekker – Peter van den Berg  

Zwart heeft zojuist als laatste zet (9-14) gespeeld. Wit speelde 32-28 en na 21×23 liep de partij remise. Harry hoopte op: (21×43?), 28-23 (19×17), 10×8!! met winst. (Wel op de goede manier slaan, natuurlijk.) 

De tiende en zesde ronde…..

André van der Kwartel

Alweer twee verslagen in één. Het achttal speelde zijn tiende ronde in de nationale competitie (Eerste klasse) en het zestal zijn zesde en laatste ronde in de provinciale hoofdklasse. De resultaten waren een ietwat gelukkige overwinning van het achttal en een verdienstelijk gelijk spel van het zestal. Het kon slechter.

Achttal

Nominaal speelde het achttal zijn achtste ronde, maar door de coronapauze zijn de ronden acht en negen uitgesteld, waardoor nu formeel de tiende ronde werd verspeeld. Kunt u het nog volgen? Hoe dan ook, het achttal moest aantreden tegen het derde team van de damvereniging Van Stigt Thans uit Schiedam. Tijdens het klaar zetten van de borden ving ik op dat dit team met vier invallers naar Leiden was gekomen. Dat gaf mij wat hoop, want in de basisopstelling is VST-3 duidelijk sterker dan wij. Daar stond dan wel weer tegenover dat LDG ook met twee invallers moest spelen, te weten Rudi van Velzen en Dick den Ouden.

Uiteindelijk won LDG met 9-7. Daarbij moet eerlijk worden toegegeven dat vrouwe Fortuna LDG deze ronde wel zeer goed gezind was.

LDG kwam op achterstand door een verliespartij van invaller Dick den Ouden. Dick ‘zag’ een mooie afwikkeling die er helaas niet in bleek te zitten.

acht1

Theo van Wissen – Dick den Ouden

Stand na de 35e zet van zwart.

Zwart staat prima en de uitval naar veld 28 is dan ook geheel gerechtvaardigd. 38-33. Nu zou het nog steeds goed zijn gegaan voor zwart als hij had voortgezet met (6-11) en (12-17). Maar Dick ‘zag’ iets veel mooiers: (16-21!??), 27×16 (28-32), 37×28 (26×37), 42×31 en hier realiseerde Dick zich pas dat de schijf op 42 verdwenen is, waardoor de gewenste afwikkeling met (14-20) en (13-19) geen dam oplevert, maar wel twee schijven verlies.

VST-3 kwam op een 4-0 voorsprong door verlies van Hans Tangelder. In een lastige stand beging hij op de 46e zet een fout die hem eigenlijk de partij had moeten kosten. Maar onderweg naar de winst beging zijn tegenstander een slordigheid, die helaas niet door Hans werd opgemerkt.

acht2

Hans Tangelder – Gerrit van Mastrigt

Stand na de 49e zet van wit.

Na (24-30) verklaart KR de zwarte stelling voor gewonnen. Zwart denkt echter de zaken te kunnen forceren: (23-29?), 34×23 (17-22), 28×17 (19×37), 17-11 (12-17), 11×22 (8-12). Na deze actie speelde wit 44-40? en verloor snel. Wit had op dit moment echter remise in handen met 39-34! (37-42), 46-41! Als zwart nu dam haalt op 47 volgt de plakker 25-20. De enige manier om er nog spel in te houden is (14-19), maar dan maakt wit met 41-37, 34-30 en 25-20 snel remise.

Het eerste punt voor LDG kwam op naam van Joop Burgerhout. In een fraaie partij had hij lang het idee dat hij veel sterker stond, maar in werkelijkheid mocht hij blij zijn dat hij ongeschonden uit het middenspel kwam.

acht3

Tiny Mous – Joop Burgerhout

Stand na de 28e zet van wit.

Zwart lijkt een schijf te gaan verliezen, maar Joop dacht een briljante weerlegging te hebben: (27-32!?), 29×20 (32×23). Beide partijen hadden echter iets scherper moeten rekenen. Na (27-32) had wit moeten spelen: 38×27 (22×31), 29×20 (31-36 of?), 28-22!! (36×29), 22×33 met een schijf winst voor wit.

Een interessante vraag is wat de zwart stand op dit moment waard is. Een actie als (4-10-15) bijvoorbeeld wordt weerlegd door 37-32. Zwart gaat dus hoe dan ook een schijf verliezen. Toch geeft KR maar een klein voordeel aan wit na: (11-16), 29×20 (9-13), 20×9 (3×14). Zwart dreigt met (27-32) en (14-20). Dus wit moet wel 37-32 (16-21). Nu dreigt weer (14-20), dus; 41-36. Nu

heeft (14-20) geen nut, maar zwart speelt (19-24) en wit staat ondanks zijn schijf voorsprong nog steeds onder druk.

Ik mocht zelf de achterstand terug brengen naar 3-5. Ik speelde geen erg goede partij. Mijn korte vleugel stond slecht opgesteld en mijn tegenstander probeerde door consequent afbraakspel op de andere vleugel daarvan te profiteren. Bij goed spel was hem dat ook gelukt, maar hij maakte een foutje waarna de volgende stand op het bord kwam

acht4

André van der Kwartel – Peter Lansbergen

Stand na de 42e zet van zwart.

De tijdnood begon ons allebei al wat dwars te zitten. Ik zag hier een mogelijkheid om daarvan gebruik te maken: 23-18! (22-27??), 18×9 (4×13), 29-23! (20×18), 38-32 (27×29), 34×3. Wit dreigt nu met 37-31. Dus (21-27) en wit kan 40-35 spelen, waarna ik snel won.

Zwart had het natuurlijk niet zo ver hoeven te laten komen. Na 23-18 had hij kunnen plakken met (13-19), 18×16 (19×28). Van tevoren had ik gedacht dat ik dan met 16-11 nog kansen zou gaan krijgen, maar het is verstandiger om met 38-32 de verloren schijf terug te winnen.

Hans Kreder bracht met een degelijke remise de stand op 4-6, waarna teamleider Harry Dekker de stand gelijktrok. Hij had daarbij wel de onwaarschijnlijke medewerking van zijn tegenstander nodig.

acht5

Harry Dekker – Matthijs Broek

Stand na de 53e zet van wit.

Dit eindspel is op alle mogelijke manieren remise. Maar kennelijk vertrouwde de zwartspeler het allemaal niet en hij kwam dan ook met de onwaarschijnlijke zet (18-22???), 17×28 en na dit offer is het eindspel in alle varianten verloren.

Peter van den Berg stond al op de 38e zet totaal verloren, maar bleef doorknokken onder het gezonde motto “Opgeven kan altijd nog.” Zijn vechtlust werd beloond. Op de 54e zet maakte zijn tegenstander een serieuze fout.

acht6

Peter van den Berg – Wim Heuvelman

Stand na de 53e zet van wit.

Ondanks een schijf achterstand heeft wit zijn stand kansrijk opgebouwd. Wit dreigt met 27-21 onmiddellijk remise te maken. Zwart heeft maar één mogelijkheid: (16-21), 27×16 maar gaat nu in de fout: (18-22??), 26-21! (22×42), 21×12. Zwart kon niet meer verhinderen dat wit met twee schijven doorbrak naar dam. De partij werd vijf zetten later remise gegeven.

Ook dat was een gelukje voor LDG, want als zwart in plaats van (18-22) (34-40) had gespeeld, had hij nog steeds de winst in handen gehad.

Invaller Rudi van Velzen mocht met een overwinning de eindstand op 9-7 voor LDG brengen. Maar ook voor deze overwinning geldt dat Rudi zijn beide handen stijf mocht dichtknijpen. In het middenspel stond hij heel slecht, zo niet verloren en in het eindspel bleef het heel lang remise. Tot zijn tegenstander een foutje maakte.

acht7

Ron Bolderheij – Rudi van Velzen

Stand na de 64e zet van zwart.

30-24 verzekert wit van de remise, maar hij speelde: 32-28?? (40-44!), 28-22 (44-35) en wit gaf op.

 

Zestal

Het zestal speelde tegen RDC uit Rijnsburg zijn laatste wedstrijd van het seizoen in de provinciale hoofdklasse. Het werd een verrassend 6-6 gelijkspel. Er stond voor beide partijen niets meer op het spel. Er werd dan ook vrijuit gespeeld, hetgeen resulteerde in een aantal zeer interessante partijen.

Joop Burgerhout nam de mogelijkheid om vrijuit te spelen misschien iets te gemakkelijk op met als gevolg dat hij een groot deel van de partij duidelijk nadeel had en op de 39e zet in een negen-om-negen kon opgeven.

Ook Hans Tangelder ging erg frivool te werk en kwam rond de dertigste zet zo ongeveer verloren te staan. Op de 49e zet verklaarde KR de stand van Hans zelfs totaal verloren. Maar toen maakte zijn tegenstander een foutje

acht8

Hans Tangelder – Thomas Wielaard

Stand na de 49e zet van wit.

Een ingewikkeld eindspel dat door KR verloren wordt verklaard voor wit. KR suggereert (26-48) met nog steeds een gewonnen stelling. Ik laat het aan de eindspelliefhebbers over om te ontdekken hoe die winst in dit geval kan worden gerealiseerd. In de partij speelde zwart (21-27?) en daarmee maakte hij de fout een schijf die veilig naar de rand had kunnen worden gespeeld op een meer kwetsbare plek op het bord te plaatsen. Uiteindelijk blijkt dat ook de basis van de remise te worden. Ik geef het slot van de partij: (21-27), 41-28 (26-48), 28-50 (48-34), 50-44 (34-23), 44-17 Hier wordt de kwetsbaarheid van de schijf op 27 zichtbaar. (35-40), 45×34 (23×40), 46-41 (40-35), 41-37 (35-2), 17-26.

Ik mocht zelf de stand op 3-3 brengen. Met enige medewerking van mijn tegenstander kreeg ik een winnende doorbraak op het bord. Het einde van de partij was wel geestig.

acht9

André van der Kwartel – Arie Schoneveld

Stand na de 46e zet van wit.

Met (4-9) had zwart de witte dreiging geneutraliseerd en zou de partij ongetwijfeld remise zijn gelopen. Zwart speelde echter: (3-8??), 26-21 (17×26), 32-28 (23×32), 17×37. [Met 4 op 9 had nu (18-23) kunnen volgen.] (26-31), 33-28 (18-22), 17-11 (22×33), 29×38. [Het aardige van deze actie is dat een eventueel gevaar van (31-36) is geneutraliseerd door 34-29.] (8-12), 11-6 (12-18), [Deze zet vergemakkelijkt de witte winst.] 6-1! (31-36), 1×23 [Hier riep mijn tegenstander: “Oh, je slaat naar 23.”] (36×47), 23-29 zwart gaf op.

Vervolgens speelde Rudi van Velzen remise. Een zeer goede prestatie daar zijn tegenstander maar liefst ruim 360 ratingpunten meer had. Misschien had er in het eindspel zelfs nog wat meer voor Rudi in gezeten.

acht10

Rudi van Velzen – Richard Kromhout

Stand na de 58e zet van wit.

Zwart was met 1-7-12 nog binnen de remisegrenzen gebleven, maar hij speelde (24-29?), 34×23 (35-40), 23-19 (40-45), 19-13?? Hier geeft wit een mogelijke winst uit handen. Zoals Steven den Hollander aangaf had wit kansen gekregen met 19-14! Zwart mag nu geen dam halen wegens 15-10 (50×46), 10-5. Zwart moet dus wachten met (1-6), 14-10 (45-50), 39-34 met een kansrijk eindspel voor wit.

Harry speelde met enige moeite remise, maar had eigenlijk eenvoudig moeten winnen. Misschien was er sprake van tijdnood, maar dan nog… Het was zó eenvoudig.

acht11

Daniël Boom – Harry Dekker

Stand na de 56e zet van zwart.

Harry heeft zojuist dam gehaald en de witspeler besluit door te breken: 24-19???? En zwart reageert met (13×24????) Zwart had ook (50×17!) kunnen slaan: 24×13 (17×47) met winst.

Ik moet bij dit fragment één voorbehoud maken: Harry vertelde mij dat hij nogal wat moeite had om zijn notatie te reconstrueren. Het kan dus zijn dat het in werkelijkheid iets anders is verlopen. Alleen Harry kan dat ophelderen.

Iets soortgelijks overkwam Koos van Amerongen in het eindspel. Met dat verschil dat zijn gemiste winst wel héél verrassend was.

acht12

Jan van der Star – Koos van Amerongen

Stand na de 75e (!) zet van zwart.

Dit eindspel is echt remise, hoewel Koos er veel energie in heeft gestoken om er alsnog een winst uit te halen. Misschien onderschat ik de problemen van wit, maar technisch is het remise. Wit speelde precies de enige zet die tot verlies had moeten leiden: 7-34?? Zwart had nu kunnen spelen: (16-43!!) [Wie kijkt daar nu naar?] 34×48 (24-30). De witte dam wordt afgepakt en de vierdelijnsregel verzekert zwart van de winst. In de partij werd (16-32) gespeeld en duurde het nog 16 zetten voordat remise werd overeengekomen.

De volgende ronde……

Een nieuwe analyse van André van der Kwartel  

… vond plaats na een pauze van twee maanden. Bij enkele spelers leek het rekenvermogen wat roestig te zijn geworden, gezien het aantal eenvoudige zetjes en gemiste kansen. Maar het overheersende gevoel was toch: “We mogen weer!”. Het tonen van coronatoegangsbewijzen en het verplicht dragen van een mondkapje zodra men zich van het bord verwijderde werd daarbij zonder morren op de koop toe genomen.  

Het achttal 

Het achttal speelde de zevende competitieronde tegen VAD en toog daartoe niet naar Amsterdam, maar naar het pittoreske lintdorp Den Ilp. De term ‘lintdorp’ moet daarbij tamelijk letterlijk worden genomen: vanaf het bord “Den Ilp” leek er aan de enige doorgaande weg geen eind te komen. Maar uiteindelijk kon iedereen De Wije Ilp vinden. Een prachtig buurthuis met een evenzeer prachtige speelzaal die moeiteloos aan alle coronavereisten voldeed. Helaas inspireerde de speelzaal niet tot een gelijkwaardige wedstrijd. Pas bij een 10-0 achterstand scoorde LDG een eerste bordpunt. Einduitslag: 12-4. Als verzachtende omstandigheid kan worden aangevoerd dat het achttal nogal verzwakt was. Basisspelers Maurits Meijer en Jack van der Plas waren verhinderd en een dag voor de wedstrijd meldde ook Joop Burgerhout zich af. Gelukkig was Dick den Ouden bereid om op zo’n korte termijn in te vallen, waardoor LDG in ieder geval met een achttal kon aantreden.  

Het eerste verlies kwam op naam van teamleider Harry Dekker. Het was zuur voor hem dat hij al binnen het uur klaar was met zijn partij. Maar evenzeer zal hij het zuur hebben gevonden door de manier waarop. 

vad1

Harry Dekker – Kees Binnenkade  

Stand na de zestiende zet van zwart. 

37-31?? En wit nam niet de moeite het vervolg te noteren: (24-30), 35×24 (13-19), 24×22 (17×46).  

Daarna duurde het geruime tijd voor de volgende nul voor LDG op het bord prijkte. Het overkwam invaller Dick den Ouden. Ook nu ging het om een eenvoudig zetje. 

vad2

Hans Vermeulen – Dick den Ouden 

 

Stand na de 31e zet van wit. 

Zwart staat minder, maar heeft nog veel tegenspel. Daar hoefde wit echter na (23-28??) niet meer over te piekeren. 24-19 (13×24), 29×20 (25×14), 31-26 (22×13), 33×4. 

 

De derde nul kwam op naam van Peter van den Berg. Verliezen van Herman van Westerloo is zeker geen schande, maar Peter miste in een nadelige stand een remisevariant en verloor daarna door een type-zetje. 

vad3

Peter van den Berg – Herman van Westerloo  

Stand na de 38e zet van wit. 

Na (18-22×22) zou zwart moeiteloos hebben gewonnen. Des te opvallender dat zwart hier kiest voor (18-23?) en daarmee wit de gelegenheid geeft tot 27-22! (17-21*), 26×17 (12×21), 34-29 (23×34), 30×39 (21-26), 32-27 (7-11*), 38-32 en de dreiging 22-18 en 32-27 is voldoende voor remise. Maar deze mogelijkheid was niet aan wit besteed. Partijverloop vanuit de diagramstand: (18-23?), 34-29?? (23×34), 30×39 (24-29!), 33×24 (19×30), 35×24 (17-21), 26×17 (12×21), 27×16 (7-11), 16×7 (8-12), 7×18 (13×44) en wit gaf op.  

Hans Tangelder scoorde de vierde nul. Zoals we van Hans kunnen verwachten, koos hij voor een spectaculaire partij-opzet met een tijdelijk Drost-offer. Op de 33e zet maakte hij echter de verkeerde keuze. 

vad4

Rob van Westerloo – Hans Tangelder  

Stand na de 33e zet van wit. 

Zwart koos hier voor (15-20), (25-30) en (23×45). Daarna staat zwart volgens KR virtueel een volle schijf achter.  

In de diagramstand adviseert KR (13-19×19) en komt dan met de volgende spectaculaire afwikkeling: 32-28 (21×41), 46×37 (23×41), 47×36 (26×37), 29-23 (18×38), 39-33 (38×29), 34×5 (2-8), 5×46 (22-28), 46×2 (1-7), 2×11 (6×17) met gelijk spel.  

Rudi van Velzen liet zijn korte vleugel in een klaverbladopsluiting nemen, waarmee drie schijven van zijn tegenstander vijf schijven van Rudi vast hielden. Rudi benutte de eerste de beste gelegenheid om uit die opsluiting te ruilen, maar die uitval had hij beter moeten voorbereiden. Hij verloor een schijf en later de partij. 10-0 voor VAD.  

Hans Kreder behaalde met een degelijke partij het eerste punt voor LDG. Ik mocht zelf met een aardige partij de eer redden voor het team.  

vad5

Jos Eggen – André van der Kwartel  

Stand na de 26e zet van wit. 

Wit had in de voorafgaande paar zetten de mogelijkheid niet benut om met 32-27×37  de aanval op schijf 24 te kunnen beantwoorden met 29-23. Zelfs op dit moment nog kan wit 32-27 spelen, waarna kan volgen: (19×30), 29-23 (18×29), 27×16 (17-22), 33×35 (22×44). Misschien vertrouwde wit dit niet, want hij speelde: 36-31 (19×30), 32-27. Ik moet toegeven dat deze actie mij totaal verraste, waardoor ik zelfs in een lichte paniek geraakte. Als dat niet was gebeurd, was mijn oog ongetwijfeld gevallen op: (20-24), 29×20 (25×14), 34×25 (18-23!!), 27×20 (23×45!). Voor de tweede keer in deze competitie mis ik een aardig zetje. Gelukkig vond ik na 32-27 wel de enige weerlegging: (2-7!). Als het zetje er niet had ingezeten zou het cliché “Gedwongen maar sterk” van toepassing zijn geweest. In ieder geval zag wit zijn schijf niet meer terug en won ik vrij gemakkelijk.  

Ook Hein van Winkel had een overwinning binnen handbereik, maar greep in het eindspel mis.

vad6

Henk Twijnstra – Hein van Winkel  

Stand na de 60e zet van zwart. 

“Kingsrow maakt alles remise.” luidt de klacht van sommige dammers. En inderdaad: deze stand lijkt toch op het eerste gezicht gewonnen voor zwart. Maar KR speelt doodleuk 37-31 en verklaart de stand voor remise. Een paar snelle variantjes geeft hem natuurlijk gelijk. Gelukkig kijken mensen niet naar dat soort rare zetten en dus speelde wit: 30-24 (29×20), 38-33. Waarop Hein de voor de hand liggende winst met (10-14!) overzag. In plaats daarvan speelde hij (20-25) en werd na 33-28 de vrede gesloten. 

 

Het zestal 

Het zestal moest voor de vijfde competitieronde aantreden tegen ADC uit Alphen a/d Rijn. Een wedstrijd tussen de nummer 7 (ADC) met 0 punten en de nummer 6 (LDG) met 2 punten. In een gewone competitie zou het een degradatieduel zijn geweest, maar in dit geval stond uitsluitend de eer op het spel. Joop Burgerhout had zich afgemeld. Voor hem viel Edwin van Hofwegen in. Verrassend was dat Koos van Amerongen verloor. Desalniettemin werd met 7-5 gewonnen.  

De score werd geopend door Steven, natuurlijk door een slagzet. Maar ik heb wel eens spectaculairdere slagzetten van hem gezien: 

vad7

Steven den Hollander – Kenny Kroon  

Stand na de 25e zet van wit. 

Na (11-16??) volgde: 24-19 (23×14), 33-28 (22×24), 37-31 (26×37), 42×2. Zwart gaf op. Op (14-19) volgt 34-29 en op (25-30), 34×25 (14-19) volgt 25-20.  

Ik mocht de stand op 4-0 brengen. Eenvoudige fouten van mijn tegenstander zorgden voor een gemakkelijke overwinning. 

Verlies van Hans Tangelder bracht ADC weer terug in de wedstrijd. Een verlies dat met enkele raadsels wordt omgeven. 

vad8

Hans Tangelder – Wouter Morssink  

Stand na de 27e zet van zwart. 

Wit ging hier over tot de actie: 27-22 (18×27), 33-29 (24×33), 38×9 (27×47), 9-4 (20-25). Het resultaat voor wit: een schijf achter en een dam die binnen de kortste keren van het bord verdwijnt. Het is een raadsel waarom wit deze actie onderneemt. KR geeft aan dat de stelling na 33-28 in evenwicht is. Het ligt voor de hand dat zwart daarna (20-25) speelt. Misschien heeft wit gedacht dat 38-33 nu verhinderd is wegens de ‘damzet’ (23-29) en (13-19), maar dit plan faalt omdat zwart na (23-29) zelf als laatste slaat. 

Vanuit de diagramstand komt KR tot de volgende variant: 33-28 (20-25), 38-33 (12-17), 43-38 (15-20), 34-29 (25×34), 27-22 (18×27), 29×9 (3×14), 40×29 met gelijkwaardig spel.  

ADC kwam op gelijke hoogte doordat Koos van Amerongen verrassend verloor van Martijn van der Klis. Voor het commentaar bij deze partij baseer ik mij op een drietal kritische kanttekeningen van Koos zelf. 

vad9

Martijn van der Klis – Koos van Amerongen  

Stand na de 19e zet van wit. 

In de partij werd hier (25-30), 35×24 (14×25) gespeeld. Koos miste daarmee de mogelijkheid om na het standaardplan (14-19), 20-15* (19-24), 40-34* de wachtzet (2-7!) te spelen, met grote praktische kansen voor zwart. Wit kan daarna nog maar het beste 33-29 spelen. 

vad10

Martijn van der Klis – Koos van Amerongen  

Stand na de 24e zet van wit. 

Koos werd niet blij van het in de partij gespeelde (18-23), maar (11-16) zou kunnen worden beantwoord met het vervlakkende 38-32×32. Overigens kiest KR na (11-16) voor de (dure) dam met: 34-30 (25×34), 39×30 (28×48), 40-35 (48×25), 35-30 (25×32), 37×28 (22×33), 31×2. Ook die afwikkeling is tamelijk vervlakkend. 

vad11

Martijn van der Klis – Koos van Amerongen  

Stand na de 26e zet van zwart. 

39-33. Koos had de combinatie uit de partij wel gezien en als goed voor zwart (!) getaxeerd, met de gedachte dat zwart de witte schijf op 24 terug gaat winnen en vervolgens doorbraakkansen heeft. Dat bleek tegen te vallen, zoals we zien uit het spelverloop: (28x48A), 38-33 (48×30), 35×24 (23×34), 33-28B (22×33), 31×22 (12-17), 22×11 (6x17C), 36-31 (33-39), 24-19 (14×23), 31-27 (21×32), 37×19. Deze winnende twee-om-twee had Koos gemist. 

  1. C) Volgens KR geeft (16×7), 26×17 (33-39) nog wat meer verdediging.
  2. B) Een degelijker winst is: 24-19, 15-10 en nu pas 33-28.
  3. A) Alweer volgens KR geeft (28×30) meer verdediging: 35×24 (23×34), 43-39 (34×32), 37×28 (22×33), 31×22 (12-17), 22×11 en nu ook weer: (16×7), 26×17 (33-39).

Rudi van Velzen zette het zestal op voorsprong met een fraaie overwinning na een spannende en complexe partij. Beide spelers kwamen in tijdnood. Rudi maakte daarbij dermate precies gebruik van zijn increment dat de toeschouwers meerdere malen bijna onder de spanning leken te bezwijken. Rudi niet. Die behaalde een keurige overwinning. Het doorslaggevende moment in deze hectische fase was op de 44e zet van zwart. 

vad12

Rudi van Velzen – Martijn de Vries  

Niets aan de hand na bijvoorbeeld (9-13). Maar zwart speelde in tijdnood (2-7??), 22-17! (9-13), 17-11 (7-12), 11-6 (15-20), 6-1 (26-31), 1×4 (31×33), 4-10! En na de afwikkeling gaf zwart op. 

Het winnende punt werd binnen gehaald door invaller Edwin van Hofwegen die tegen Hein van Winkel speelde. Onze clubgenoot is ook lid van ADC. Edwin had de overwinning nog wat meer kleur kunnen geven door zijn partij in een laat stadium alsnog te winnen.  

vad13

Hein van Winkel – Edwin van Hofwegen  

Stand na de 49e zet van zwart. 

Tot dusver was er in de partij niet veel spannends gebeurd. Dan bestaat het gevaar dat spelers onbewust uitgaan van een remise. Maar ook in kleine standen kan nog venijn zitten. 

Het partijverloop was: 21-16 (11-17) en de partij liep later inderdaad remise. Maar wit heeft een zwakte in zijn stand: de achtergebleven schijf op 45. Zwart had daar gebruik van kunnen maken door na 21-16 (14-20) te spelen. Na 16×7 (12×1) zit wit in grote problemen. Zó groot zelfs dat KR de stand al min of meer verloren verklaart voor wit. Pogingen van wit om schijf 45 in het spel te betrekken werken niet. 34-30 is verhinderd door (20-25) en op 38-33 volgt (19-23), waarna 34-30 weer verhinderd is. Wit doet dus niets tegen de bezetting van veld 25 door zwart, waarmee hij eigenlijk gewoon een schijf achter staat. 

In de diagramstand had wit de stand nog gelijk kunnen houden met 34-29×29. 

LDG 2 wint met maximale cijfers van de koploper!

Een verslag van Wim Zwinkels

Dinsdag was het dan zover, eindelijk mochten we weer los op het dambord van minister E. Kuipers. Onze teamleider E. Kuipers moest dit keer een opstelling maken zonder Daan, die door een schuiver met zijn fiets in de lappenmand terecht was gekomen. Snel herstel gewenst, Daan! Daarom moest Eric al zijn principes opzij zetten en noodgedwongen deelnemen aan dit experiment van de opengestelde samenleving, iets waarvan hij de risico’s in 281 berichten in onze appgroep heeft geprobeerd duidelijk te maken. Dat deelnemen ging hem overigens prima af. Als er iemand te dicht in zijn buurt kwam, vroeg hij vriendelijk doch resoluut om wat afstand te houden. Sowieso klasse dat je erbij was, Eric!

Alphen was niet in de allersterkste opstelling op komen dagen. Vader Van Diggele ontbrak en zoon Van Diggele speelde voor de interne tegen de bekende LDG-er Hein van Winkel (een verdienstelijke remise overigens!). Een andere bekende, Jaap Vermeer, speelde aan bord 2 en verwachtte een partij tegen Samen Sterk-clubgenoot Eelco. Onze captain had tegen de koploper echter geen enkel risico genomen en zichzelf aan het topbord geplaatst.

De wedstrijd begon uitstekend voor ons. Aan bord 3 ging mijn tegenstander Pim Broeren al snel in de fout.

Alphen1

Pim schoof gedachteloos aan met 15. 41-37 en dat leverde mij een fijn dammetje op met 19-23 16. 28×19 14×34 17. 39×30 22-27. Pim besloot de dam onmiddellijk te vangen tegen 2 schijven waarna ik er 3 voorstond en de partij rustig kon uittikken.

Mooi 1-0 voor dus, wat zeg ik 2-0, het is dammen. Een rondje langs de borden gaf mij weinig duidelijkheid over de einduitslag. Eelco had een voorpostje ingenomen met een ingewikkelde stand. Quirinius leek mij positioneel minder te staan met een slecht ontwikkelde korte vleugel. Van de stand bij Eric begreep ik niets. Het was een soort *** al weet ik niet of deze term zal blijven staan in dit verslag nu onze trainer Steven ook de eindredactie van de website op zich genomen heeft.

Als eerste kwam er bij Q. wat tekening in de strijd. Tegenstander Vermeer speelde al op zijn increment en vergat toen even iets.

Alphen2

Stelling na 9-14. Q. besloot hier voor de ruil 29. 26-21 17×26 30. 27-22 18×27 31. 29×7 te gaan en zag tot zijn verbazing 13-18 op het bord verschijnen. Na 6-11 moet wit slaan en sla je 11×2 terug. Ook deze dam meer werd vakkundig uitgetikt.

Alphen3

Eelco had eerder een mooie stelling maar het volgens trainer Steven lelijke 11-17 gespeeld. Continu hamert onze trainer erop dat we naar het centrum moeten spelen maar hier was dat natuurlijk weer eens niet goed. Tegenstander Tom van Noort was bang voor de damcombinatie 27-32 en 15-20. Om dit te voorkomen offerde Tom een schijf met 33-28. Onze captain kon met een schijf meer uiteindelijk veilig doorbreken naar dam.

Echter de dam na 42-37 is minder sterk. Een mooie variant van de beesten Scan en Den Hollander is: 32. 42-37 17-21 33. 26×28 27-32 34. 38×27 15-20 35. 25×23 18×49 36. 37-32 49-43 37. 39-33 43-25 38. 35-30 25×34 39. 28-23 34×18 40. 31-26 18×31 41. 36×27 volstaan.

Bij Eric bleef de stand in schijven lang gelijk. Wel had Eric onderweg best een 2 om 4 met ook nog eens een dam erbij mee mogen nemen waar Q. zijn blik uiteraard in een nanoseconde op viel. In de onderstaande stand is Eric net ertussen gegaan met 46. 28-23

Alphen4

Tegenstander Maarten van der Nagel forceerde zelf nu ook een doorbraak met 17-21 47. 23×12 22-28 48. 33×31 24×44. Maar 27-32 47. 23×21 22-28 48.33×22 24×44, waar Q. en ik tijdens de partij naar zaten te kijken blijkt inderdaad veel sterker en remise te zijn.

Nog steeds was het niet helemaal duidelijk maar Eric koos voor het juiste plan om een tweede dam te gaan halen, indachtig de gevleugelde uitspraak in de stream van Hakvoort/Den Hollander: tegen twee dammen valt niet te spelen!

Het slot was grappig, vooral ook omdat Eric uitgebreid de tijd nam om nog even van de stelling te genieten en de overige teamleden zich afvroegen: gaat ie hem nu nog doen of niet?

Alphen5

En zo haalden we het maximale resultaat van een 8-0 overwinning. In de competitie staan we nu tweede op een punt van Alphen, maar wel met een wedstrijd minder gespeeld. Alles nog in eigen hand dus. Alphen komt nog op bezoek bij ons en Robert van Diggele kondigde al aan dat hij dan zeker in de basis zal staan. We zijn gewaarschuwd!

Alleen Maar Reglementaire Zetten

Bijdrage namens Evert Dollekamp

De actieve wedstrijdsport heb ik al weer twee jaar achter mij gelaten. Hoewel ik nog wel actief Darts en Snooker volg. Hoewel Darts sinds kort achter de betaalmuur is verdwenen. Gelukkig is dammen nog gratis on-line te volgen. Dat doe ik dan ook. De match Boomstra – Schwartzman heb ik zoveel als zijnde mogelijk gevolgd. Schwartzman? Ja, Schwartzman. Om de week verschijnt een andere spellingswijze, maar ik houd vast aan de spelling die het best uit te spreken is. Zo noem ik Tsjegolev nog steeds Tsjegolev en niet Stjsjogoljolalev of zoiets. Dat begrijpt zo’n man toch zelf ook allemaal niet meer? ‘Who this is!! Nou dan.

De on-line weergave van het WK in Eindhoven was niet super geweldig, maar dat kan natuurlijk aan mij(n computer) liggen. Het commentaar was wel weg te klikken, dat lukte mij zelfs ondanks 40 jaar ervaring in de IT. Maar het beeld met commentatoren niet. Doe mij maar een schermpje met alleen de stand op het bord en verder niets. Als het toch mogelijk was dan was ik mijn handen in IT-onschuld. Waarom het beeld ook weg Dollekamp mien jong.

Welnu: over Ester van Muijen niets dan lof. Hoewel zij er ook niet aan ontkwam mee te lachen met de commentatoren. Al dat domme gehinnik. Met name Jan Groenendijk en Martin Ijzendoorn deden mij de tenen krommen, zodat ik blij was met de volumeknop. Een geintje is leuk, maar het moet geen gewoonte worden. Neem een voorbeeld aan mij! Altijd serieus met soms een kwinkslag.

Wat zullen we eens zeggen over de match. Laten we beginnen met het feit dat Boomstra dik verdiend gewonnen heeft. 3-0! Zo’n uitslag zie je Feyenoord niet snel boeken in De Kuip. Toch vind ik het minder afgetekend dan het lijkt. Schwartzman verloor een trage partij door een vreselijke blunder. Nota bene een hekstellingpartij waarin hij was opgesloten. Echte kenners weten dat hij in die partij daarom de wind in de zeilen had en praktisch gewonnen stond. Vergeet daarnaast de derde partij niet. Dat zou ik binnen de kortste keren van Schwartzman hebben verloren. Maar ja, ik ben dan ook maar een eenvoudige Maitre National.

En Boomstra won twee keer een potje sneldammen. Dat is natuurlijk geweldig knap, maar ik vind dat er een andere oplossing moet worden gevonden om de remisereeks te doorbreken. Zo’n barrage is leuk om naar te kijken, vooral als je zoals ik de beslissende tiebreak door omstandigheden niet kon volgen, bah. Maar het blijft toch een beetje een loterij. Een WK onwaardig.

Schwartzman heeft dus zeker niet afgetekend verloren. En als die derde partij in zijn voordeel was gekanteld, had ik het nog wel eens willen zien allemaal. Twee spelers in topvorm, dat kan natuurlijk alle kanten op. Bovendien is onze Russische knuffelbeer geen koekenbakker. Vijf maal wereldkampioen, ik bedoel maar. Misschien had hij eerder een pak moeten aantrekken. Want voor de prijsuitreiking was ik wel op tijd. Zelf heb ik overigens geen pak, maar qua representatief was Roel (ook) niet te kloppen.

Waar ik mij een beetje(?) aan gestoord heb, is het beeld wat van Schwartzman is geschetst in de loop van de match. Jan en alleman, ook Boomstra zelf, beklaagde zich over het terughoudende spel van Schwartzman in de eerste partijen. Waarom? Het is zijn goed recht optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden van het damspel. En ik heb hem geen onreglementaire zetten zien doen. Zijn tactiek begreep ik goed. Misschien was Boomstra irriteren wel zijn beste kans.

Bovendien stond Schwartzman er alleen voor. Hij concludeerde dat heel Nederland tegen hem was en ik denk dat dat wel zo was. Hij had geen uitgebreid team om zich heen. Alleen zijn vrouw. Ook dat nog. Ik wil niet veel zeggen, maar als ik een WK-match zou moeten spelen, is wel de laatste die ik mee zou nemen mijn echtgenote. Zodat ik die ook niet (meer) heb overigens, dit even terzijde.

Roel Boomstra had zijn zaakjes perfect voor elkaar. Met als voornaamste medewerkers Rob Clerc en Wouter Sipma. Zonder Wouter tekort te doen, sluiten we dit stukje af met een loflied op Rob Clerc. Roel kon veel mensen bellen voor support, maar kwam uit bij deze legendarische dampensionada. Dat zegt genoeg.

‘Der Rob Clerc zum Beispiel kan tenken zwantzig Setzen befor’

Iser Koeperman riep dat soort dingen vaker. Maar qua Clerc sloeg hij natuurlijk de spijker op de kop. Rob Clerc. Acht maal Nationaal Kampioen. Vijf maal bijna Wereldkampioen. Hij hoort in het rijtje Sijbrands, Wiersma, Roozenburg, Van der Wal en Boomstra natuurlijk gewoon thuis. Twee maal was hij wel heel dicht bij de wereldtitel. In 1982 verloor de sleutelpartij van Jannes. In 1996 (zelf even opzoeken) eindigde hij samen met Tzjizjov op een gedeelde eerste plaats. Dit nadat hij in de laatste ronde bijna als eerste over de meet ging.

Herkamp.

Menigeen dacht: eitje voor Tzjizjov. Niets was minder waar. In de match over zes partijen was Clerc minstens gelijkwaardig en kreeg hij zelfs mooie winstkansen. In de barrage was Tzjizjov echter net iets behendiger.

Clerc heeft behalve NK en WK vele (internationale) toernooien gespeeld. Ik pik er eentje uit, toen hij in het KSH van 1977 (zelf even opzoeken, kan een ander jaar zijn) winnaar werd en Harm Wiersma versloeg en voorbleef.

Clerc was niet alleen speler. Hij was ook trainer van Top en Subtop. Ik heb zelfs nog een paar keer bij hem in de klas gezeten in de tijd dat ik nog niet wist dat je door de week moe werd van trainen zodat je tijdens het weekend geen schijf meer voor de andere kon krijgen. Verder: nog afgelopen jaar was Clerc bondscoach van Team-NL. Reken maar dat de boys met hem wegliepen. Je zult maar zo’n gigant in je rug hebben. Bijvoorbeeld Roel Boomstra kan er over meepraten. Ik zie Rob nog zo meejuichen na Roels overwinning op de grote Schwartzman in 2019 (ook weer even nazoeken beste kijkers).

Weet je wat ik vind? Dat Rob Clerc meer voor de damsport heeft betekend dan al die genoemde wereldkampioenen bij elkaar!

Evert P. Bronstring

De enige echte Evert vond zijn huldiging tot GMN door Rob Clerc een geweldig idee. ‘Rob is mij altijd Grootmeester blijven noemen.’ Zoals bekend blies Evert den Eerste het uiteindelijk allemaal af. ‘Te laat’, wat het na 35 jaar ook wel zo was natuurlijk. Rob was daar, net als ik trouwens, teleurgesteld over. Achteraf hadden we Evert zijn zin niet moeten geven. Dat was nu eens een echte verrassing geweest als we op die ene donderdag toch met zijn allen waren komen opdraven. Wel met het risico dat Evert niet zou komen opdagen cq onmiddellijk het speellokaal zou hebben verlaten. Maar ja: leven zonder risico’s is ook een beetje saai. En: weet alles maar eens achteraf (Herman Finkers).

Iets anders: Een tijdje terug ontving ik van mijn LDG-penvriend onderstaand mailtje.

Dag Evert,

In jouw vorige bijdrage aan de website van LDG heb jij Rob Clerc geciteerd die zich ergerde aan Kingsrow. Uit jouw stukje blijkt dat (vooral sterke?) dammers erover klagen dat Kingsrow aan zou tonen “dat geen enkele stand nog gewonnen is”. Ik wil daar toch een paar kanttekeningen bij maken:

Je kunt ook zeggen dat dergelijke programma’s regelmatig onbarmhartig aantonen hoeveel kansen ook goede dammers soms onbenut laten. Het gaat dan niet zozeer om overduidelijk gemiste kansen. Al dan niet wederzijdse damblindheid kan iedereen overkomen. Maar Kingsrow (of welk programma je ook gebruikt) toont ook regelmatig momenten aan waarop spelers de kans op (groter) voordeel voorbij laten gaan. Het gaat dan vaak om subtiele keuzen die niet direct hard zijn te maken in termen van winst, maar in de partij de druk op de tegenstander – en dus de kans op fouten – wel kunnen vergroten.

En daarmee kom ik op een tweede kanttekening: de damsport heeft naar mijn mening twee gezichten. Als je achter het bord gaat zitten tegenover een mens van vlees en bloed, dan is dammen een vechtsport. Daarbij spelen veel meer factoren dan uitsluitend kennis van het spel. Als je vervolgens thuis achter het bord de partij naspeelt, gaat het om de analyse van het gespeelde. Ik heb de indruk dat sommige goede dammers de neiging hebben om die twee aspecten emotioneel door elkaar te halen. Als een partij “in hogere zin” gewonnen zou moeten zijn, dan komt er zo’n stom computerprogramma dat laat zien dat er nog remisegaatjes zijn. Dat is niet eerlijk! Om nog maar te zwijgen over koppige, zwakkere spelers die niet bekend zijn met “de hogere zin” en al vechtend alsnog een remise uit het vuur slepen. Het moest verboden worden.”

Groet, André

Beste André,

Dit is natuurlijk vragen om moeilijkheden. Clerc gaf terecht het pijnpunt aan. Waarom beperken dammers zich niet tot analyse achteraf. Zonder KR of andere dissonanten. Een analyse uit het hoofd. Wat is daar nu eigenlijk verkeerd aan. Het scherpt de denkspieren en vermijdt lui gedrag.

Hoe vaak heb ik KR niet voorbij zien komen. Leuke partij, maar volgens KR is het na een 43 zetten lange variant remise! Daar ligt toch niemand wakker van? Sterker nog, een enkeling (?) speelt het nog na ook. De damsport wordt bedorven door dit soort flauwekul.

In het mobiele tijdperk kan elke sufferd opzoeken hoe het beter kan. Mobieltje mee naar de WC om te kijken of KR wat goede adviezen geeft. Je zou ze de kost moeten geven die dat soort fratsen uithalen. Hoewel het ook weer zo is dat KR-adviezen door de gemiddelde dammert niet begrepen worden. Dat zal ze leren.

Toen ik nog jong en ambitieus was speelde ik begin jaren tachtig een paar keer mee in het toernooi van Brunssum. Leuk toernooi, echt waar. Heb het zelfs per ongeluk nog een keer gewonnen ook. Toen waren er nog geen mobieltjes. Zelfs Internet bestond geloof ik nog niet. Of stond hooguit in de kinderschoenen. Gelukkig hadden we dan altijd Ludwig Pietershove nog. Tijdens Brunssum 1982 was opgevallen dat Ludwig wel erg vaak naar het toilet ging.

Dat was natuurlijk om vals te spelen. Met in de binnenzak zijn zakdambordje probeerde hij op de bril diverse mogelijkheden uit om vervolgens toch nog de partij op vreselijke wijze te verliezen. Want het bleef natuurlijk gewoon een knoeier. Destijds (een keer of vier, vijf in die jaren) gaf ik na het toernooi een vrolijke slottoespraak met olijke wetenswaardigheden.

Die ene keer in 1982 (ook even opzoeken trouwens) was het natuurlijk een kolfje naar mijn hand. Ik weet nog goed hoe organisator Henk Stoop onbedaarlijk begon te lachen toen hij de gevatheidsprijs voor Ludwig uit mijn AH-tas zag verschijnen:

twee rollen toiletpapier.

Groet, Evert

Roel: ik doe het je niet na. Van harte!! Voor je volgende WK-titel staat een (herbruikbaar) mailtje al klaar.