Archive for Uncategorized

De vijfde en zesde ronde……

Namens André van der Kwartel

… worden in deze bijdrage gezamenlijk gepresenteerd. Deze bijdrage gaat alleen over de prestaties van het achttal. Door de coronacrisis werden de vijfde en zesde ronde van het zestal uitgesteld. We wachten af hoe het verder zal gaan met de provinciale competitie.

Het achttal speelde achtereenvolgens uit tegen De Hofstad Dammers en thuis tegen de damclub Den Haag. Beide wedstrijden eindigden in 7-9. Twee punten gewonnen, zo twee punten geronnen.

Vijfde ronde

Het achttal moest tegen de Hofstad Dammers helaas aantreden met een zevental. Uw verslaggever was de schuldige. Ik had mij wegens ziekte afgemeld en het bleek teamleider Harry Dekker niet mogelijk op tijd een invaller te vinden. Desalniettemin behaalde het zevental een fraaie overwinning.

Na één uur en twintig minuten stond LDG met 2-0 achter. Harry Dekker verdubbelde de achterstand doordat een onschuldig ogend zetje verliezend bleek te zijn.

vijf1

Nizaam Muradin – Harry Dekker

Stand na de 38e zet van wit.

(9-14??) Ziet er toch uit als een gewoon verdedigend zetje, maar zwart onderschat de kwetsbaarheid van zijn voorpost op 27: 37-31! (17-22), 48-42 en zwart kan niet verhinderen dat wit schijf 27 verovert. In de diagramstand was (13-18) de aangewezen zet.

Maar gelukkig is daar dan altijd weer Joop Burgerhout. Hij verraste zijn tegenstander met een niet al te moeilijk zetje.

vijf2

Joop Burgerhout – Frans van de Velde

Stand na de 36e zet van wit.

(14-19), 25×14 (9×20??), 27-21! (16×27), 37-31 (26×48), 30-25 (48×30), 35×11. Enkele zetten later gaf zwart op.

Maurits Meijer komt de eer toe om de stand in de wedstrijd in evenwicht te brengen. Dat ging met een nog eenvoudiger zetje dan de vorige.

vijf3

Maurits Meijer – Dion van Bommel

Stand na de 39e zet van wit.

(22-27????). Hier eindigt de notatie, maar de combinatie 24-19, 37-31 is niet moeilijk te vinden.

Overigens was ook (21-27) verboden, al is de afwikkeling dan iets ingewikkelder: 24-19, 33-28, 43-39, 38×20, 37-31, 42×4 met winst voor wit.

Hans Kreder speelde een remise zonder opvallende momenten, waarna Hans Tangelder LDG na een spectaculaire partij op voorsprong zette. Hans had een groot deel van de partij aanzienlijk voordeel, maar op één moment gaf hij de winst uit handen.

vijf4

Jetse Veenstra – Hans Tangelder

Stand na de 52e zet van wit.

Zwart staat een schijf voor en na (30-34) zou de winst veilig worden gesteld vanwege de dreiging (34-40) en (19×17). Als wit die dreiging wil weerleggen met 32-28, volgt (34-39) enz.

In de partij speelde zwart (29-34??) en gaf daarmee wit de mogelijkheid aan verlies te ontkomen: 27-21! Zwart doet nu niets tegen 22-17-11. De enige zet die daarvoor normaal gesproken in aanmerking zou komen is (12-18), maar die wordt weerlegd door 45-40. Gelukkig voor LDG zag de witspeler deze mogelijkheid niet. Hij speelde 26-21, waarna (12-18) wél mogelijk was, al vond KR (34-39) veel sterker. Nu wel, omdat de remisevariant van zo net nu niet werkt: 22-17 (39-44), 17-11 (44-50), 11×2 (13-18), 2×22 (50×6).

Vanuit mijn ziekbed leefde ik via de groepsapp volop mee: zouden de overige twee partijen nog voor de benodigde twee punten zorgen? Als ik bij de partij van Peter van den Berg had staan kijken, zou ik er niet gerust op zijn geweest.

vijf5

Peter van den Berg – Jack Mondt

Stand na de 34e zet van zwart.

De stand is nog gelijkwaardig en een mooie voortzetting zou hier zijn geweest: 28-22 (18×27), 37-31, maar de witspeler gaat het zichzelf moeilijk maken. Spelverloop: 37-31!? (21-26), 42-37!? [Beter was 31-27, maar zwart profiteert niet.] (11-17??). Wit krijgt nu alsnog de kans om 31-27 te spelen, waarna de partij moeiteloos remise liep. Zwart had echter groot voordeel kunnen verkrijgen als hij in plaats van (11-17) (18-22×22) had gespeeld. Wit staat nu wel erg gedrukt en zal een zware verdediging tegemoet gaan.

Nog één punt te gaan. Die druk kwam op Jack van der Plas te liggen. Ik had niet ongerust hoeven te zijn. Jack speelde remise, maar had een groot deel van de partij duidelijk voordeel. Zó veel zelfs dat hij lange tijd gewonnen heeft gestaan. Drie fragmenten uit deze partij. Ik begin met een bekend mechanisme, waarbij je altijd even goed moet kijken hoe je moet slaan.

vijf6

Bonne Douma – Jack van der Plas

Stand na de 30e zet van wit.

Zwart speelde (11-16?) maar had eenvoudig een schijf kunnen winnen door: (14-20), 25×14 (19×10), 28×19 (13×24), 34×23 (17×19).

Drie zetten later miste zwart weer een winnend zetje.

vijf7

Bonne Douma – Jack van der Plas

Stand na de 33e zet van wit.

Zwart speelde hier 1-7? Maar had een schijf kunnen winnen door het verrassende (19-24!). Als wit 28×30 slaat volgt (13-19), 34×23 (19×17). Slaat wit 28×10, dan volgt: (5×14), 34×23 (13-18), 23×12 (8×28).

Zwart bleef zijn voordeel houden, maar de partij kenmerkte zich toch door over en weer vele gemiste kansen. De belangrijkste gemiste kans deed zich aan het einde voor.

vijf8

Bonne Douma – Jack van der Plas

Stand na de 57e zet van wit.

Zwart staat gewonnen. Maar, zoals zo vaak in dit type eindspel, vraagt het nog wel enige precisie. Zwart speelde (32-38??). Misschien om te voorkomen dat wit dam haalt, maar wit speelt 25-20! met remise. Winst zou zijn geweest: (49-38), 9-4 (32-37), 10-4 (37-42), enz.

Zesde ronde

De zesde ronde betrof een thuiswedstrijd tegen de damclub Den Haag. De wedstrijd werd onder ongebruikelijke omstandigheden verspeeld. Het achttal speelde in een grote zaal van het Denksportcentrum, waar ook nog eens zo’n 100 schakers hun wedstrijden speelden.

In de commentaren na afloop van de wedstrijd las ik niets over mijn partij. En dat is terecht. Het was ongetwijfeld een van mijn slechtste partijen van het afgelopen jaar. (En dat wil wat zeggen!) Toch was er iets vreemds mee aan de hand.

vijf9

André van der Kwartel – Hans den Engelsman

Stand na de 8e zet van wit.

Hier werd ik geconfronteerd met (18-22) en ik raakte min of meer in paniek. In mijn bekerfinale tegen Casper Remeijer was ik in dezelfde soort opening terecht gekomen en voor mijn gevoel werd ik vervolgens weggespeeld, hoewel Casper dat beeld achteraf nog behoorlijk nuanceerde. In ieder geval wilde ik een gelijksoortig verloop voorkomen en ik koos hier voor 24-20×20. {Voor

de oplettende lezertjes: op (10-15) volgt 28-23, 23-18 en 33-28.) Zwart speelde (13-18), 20-15 en ik werd weggespeeld. Volgens mijn tegenstander was dit een slechte opening voor wit.

Wat is nu het vreemde? In de diagramstand keurt Kingsrow (18-22) af ten faveure van (14-20). En na (18-22) kiest KR voor: 24-20×20. Kennelijk toch de beste. In de partij werd het evenwicht eigenlijk pas na 17 zetten verbroken. Neemt niet weg dat het voor wit geen aantrekkelijke opening is.

Vervolgens speelde Maurits Meier remise en dat was jammer, want gedurende een groot deel van de partij had hij de winst in handen. Maar toen hij die wilde verzilveren, werd hij verrast door een zetje.

vijf10

Herman Vroom – Maurits Meier

Stand na de 43e zet van wit.

Partijverloop: (24-30??), 33-29! (30×39), 42-38 (23×34), 38-33 (39×28), 32×3. Een bittere tegenvaller. Des te meer omdat zwart in de diagramstand had kunnen winnen door eerst een schijf te offeren: (26-31!), 37×26 (24-30) en wit is reddeloos verloren.

Daarna verloor Hans Tangelder. Het had niet gehoeven.

vijf11

Hans Tangelder – Edwin de Jager

Stand na de 45e zet van zwart.

27-22?? (25-30!), 22×11 (16×7) en wit kwam er niet meer aan te pas.

In de diagramstand kan wit gemakkelijk remise maken met 31-26. Op (25-30) volgt dan 27-22 en zwart heeft eigenlijk alleen nog (13-18), 22×13 (19×8), 28-23 met remise. Op direct (13-18) volgt 40-34 (18-23), 26-21 (17×26), 28-22 met remise.

Joop Burgerhout en Hans Kreder speelden beide remises waarover weinig valt op te merken. Harry Dekker verloor in een gelijkwaardige stand door tijdsoverschrijding.

De lichtpuntjes in deze wedstrijd kwamen van de borden zeven en acht. Rudi van Velzen en Peter van den Berg wonnen beide hun partij. Rudi won na een positionele blunder van zijn tegenstander.

vijf12

Rudi van Velzen – Hans van Woerkom

Stand na de 38e zet van wit.

Als zwart hier (17-22×12) speelt is er geen vuiltje aan de lucht, maar: (20-25??), 30-24 (19×30), 35×24. Zwart staat ineens verloren. Er dreigt 24-19 en 28-22 en op (17-22) volgt 24-19 en 37-31. Zwart koos voor (18-22×22), maar kwam er niet meer aan te pas.

Peter van den Berg had de hele partij het beste van het spel en zette met een aardig offer de kroon op zijn werk.

vijf13

Bas Baksoellah – Peter van den Berg

Stand na de 41e zet van zwart.

Wit kan op zijn lange vleugel het beste passief blijven, want zodra zwart veld 31 bezet volgt 42-37×47 en wit heeft weer enige verdediging. Een zet als 45-40 zou dus prima zijn. Wit speelde echter 42-37!? En werd verrast door: (24-29!), 33×24 (27-31). Plakkers helpen wit niet en na 37-32 won zwart moeiteloos.

De vierde ronde….

Bijdrage namens André van der Kwartel

… van de competitie leverde een gemengd resultaat op. Het achttal speelde gelijk tegen het tweede team van De Waarddammers (en had kunnen winnen) maar het zestal verloor met grote cijfers van Van Stigt Thans. Desondanks heeft ook deze ronde weer een groot aantal interessante en/of amusante fragmenten opgeleverd. Hieronder mijn selectie daaruit.

Achttal

Maurits Meijer opende de score met een snelle, degelijke remise. Vervolgens zette Hein van Winkel LDG verrassend op voorsprong. Verrassend, omdat zijn winst uit een nadelige positie voort kwam.

vier1

Marijke Koers_van Genderen – Hein van Winkel

Stand na de 24e zet van zwart.

Wit heeft duidelijk groot voordeel en dacht de winst hier te kunnen forceren: 28-23!? (19×28), 33×22 (17×28), 30×19 (13×24). Hier had de witspeelster de stand nog gelijk kunnen houden met bijvoorbeeld 41-36, maar het verlangen een schijf te gaan winnen is te sterk: 34-30 (24-29), 30-24?? (16-21), 24×22 (21-27), 22×31 (26×46). Tien zetten later had Hein de buit binnen. In de diagramstand had wit met rustige 41-36 haar voordeel moeiteloos kunnen behouden.

Helaas verloor Hans Tangelder kort daarna zijn partij. Hij kreeg op geen enkel moment serieuze kansen en werd vanaf de veertigste zet positioneel weggespeeld. Voor Peter van den Berg gold min of meer hetzelfde met dat verschil, dat hij al vanaf de 27e zet positioneel werd weggespeeld. Tot overmaat van ramp verloor Harry Dekker in een vrijwel gelijkwaardige stelling door tijdsoverschrijding en zo werd een 1-3 voorsprong in korte tijd omgezet in een 7-3 achterstand.

Maar Joop Burgerhout bracht de achterstand terug naar 7-5 via een prachtige centrum aanvalspartij. Als ik de analyse van Kingsrow doorkijk, zijn over deze partij veel opmerkingen te maken, maar ik laat hier alleen het beslissende fragment in de partij zien met daarbij de opmerkingen van Kingsrow.

vier2

Joop Burgerhout – Marienes van Genderen

Stand na de 42e zet van wit.

(2-8?) [Na (10-15), 34-29 (14-19) houdt zwart de stand nog gelijk.] 36-31 [Sterker was 34-29 (10-15), 40-34] (7-11?) [Nodig was (10-15). Nu staat zwart verloren.] 38-32 [Volgens KR zou 23-18 krachtiger zijn geweest, maar dit is ook voldoende.] (10-15), 23-18 en wit won achter elkaar.

Helaas kon Hans Kreder de verlokking van een damzet niet weerstaan, waarmee hij een zekere winst vergooide.

vier3

Hans Kreder – Ernst de Heer

Stand na de 50e zet van zwart.

Wit heeft te maken met de (remise)dreiging (18-22), 17×30, (8-13), 34×23 (25×43). Wit kiest daarom voor een ogenschijnlijk kansrijke damzet: 17-11 (6×17), 16-11 (17×6), 32-28 (23×21), 34×3. De overblijvende stand is echter gemakkelijk remise te houden voor zwart.

In de diagramstand had wit kunnen winnen door: 40-35 (29×40), 35×44. Zwart doet nu niets meer tegen het eenvoudige 16-11-7 met gemakkelijke winst voor wit.

Bij de stand 8-6 lag op mij de zware druk om de score gelijk te maken. Gelukkig was dat op dat moment in de wedstrijd niet zo moeilijk meer. Vanuit een Keller-opening was na een spelverloop met wisselende kansen de volgende stand op het bord gekomen:

vier4

Dirk-Jan Dekker – André van der Kwartel

Stand na de 45e zet van wit.

(27-32). Na een zet met schijf 49 zou wit op tempo verliezen, dus: 31-27 (22×42), 33×11 (16×7), 41-37? [Deze zet ligt voor de hand, maar wit had hier nog remise in handen met 34-30!] (42×31!), 36×38 (23-28). [Achter het bord dacht ik, dat zwart hier al gewonnen stond en na het gespeelde 46-41 was dat ook zo. KR geeft echter nog de volgende variant voor wit: 49-43 (26-31), 38-33 (13-18), 34-30 (25×23), 24-20 en wit heeft nog hele goede remisekansen. Wie zou hiervoor achter het bord en in tijdnood hebben gekozen?]

Zestal

Een kleine week na De Waarddammers moest het zestal aantreden tegen Van Stigt Thans. Geen ploeg waartegen ik ons zestal vooraf veel kans gaf, maar een 11-1 nederlaag viel mij toch wel erg tegen. Het eerste slachtoffer was Hans Tangelder. Een dam nemen tegen Ron Heusdens is misschien wel verleidelijk, maar moet toch met de nodige achterdocht worden bekeken.

vier5

Hans Tangelder – Ron Heusdens

Stand na de 15e zet van zwart.

Kingsrow waarschuwt nog dat 50-45 hier een goede zet is, maar Hans kon de verleiding niet weerstaan: 42-37 (25×45), 32-27 (23×21), 38-32 (17×28), 32×5. Een aardige dam, maar ook een aardig dure dam. Zwart opende een interessante jacht op de witte dam en na twaalf zetten kon de dam met schijfwinst worden veroverd. Hans gaf op.

Ook Harry Dekker verloor snel. Hij overzag een lichte combinatie, maar gaf daarna misschien te vroeg op.

vier6

Guido van den Berg – Harry Dekker

Stand na de 30e zet van wit.

Na (8-12) staat zwart prima, maar zwart speelde: (23-29??), 33-28 (17×28), 40-34. Hier stopt de notatie, maar het is de vraag of zwart niet te snel heeft opgegeven: na (29×40), 38×9 (3×14), 35×44 (17-22) lijkt zwart nog voldoende compensatie te hebben om, in ieder geval nog even door te knokken.

Het enige punt voor LDG werd binnengehaald door Koos van Amerongen. Hij speelde remise tegen Frits Luteijn in een partij waarbij KR geen opvallende kanttekeningen plaatst, maar die er voor de oppervlakkige toeschouwer tegen het einde toch wel erg spannend uitzag.

Na dit erepunt gingen de overige teamgenoten onvervaard verder met het inleveren van hun partijen. Als eerste Rudi van Velzen.

vier7

Rudi van Velzen – Tiny Mous

Stand na de 33e zet van zwart.

Wit staat onder druk, maar 38-32 is hier nog speelbaar. Rudi koos voor 41-37!? (21-27), 37-31 (17-21), 28×26 (10-14), 31×13 (8×19) en wit ging kansloos ten onder.

Ook uw verslaggever ontkwam niet aan de algehele malaise, maar ik heb nog een extra frustratie: ik heb een waarschijnlijk winnende afwikkeling gemist.

vier8

André van der Kwartel – Ton Burgerhout

Stand na de 39e zet van wit.

(8-12??), 31-26?? Ik mis hier de verrassende actie: 34-30 (25×34), 28-23 (18×29), 22-17!! Uitermate verrassend. Als zwart (12×21) slaat volgt vernietigend 38-33 (29×38), 32×43 (21×32), 43-38 (32×43), 48×8. Zwart moet dus wel: (11×22), 27×7 met als plausibel verloop: (34-39), 7-1 (29-34), 1×40 (24-29) enz.

Joop Burgerhout hield het het langst vol, maar ook hij ontkwam niet aan verlies. Na het ophalen van enkele gemeenschappelijke herinneringen met zijn tegenstander, Peter van der Stap, volgde een boeiend gevecht, waarin Joop langdurig de onderliggende partij was. Hij werd dan ook langzaam weggespeeld. In het eindspel beging Van der Stap echter één misgreep die helaas door Joop werd gemist.

vier9

Peter van der Stap – Joop Burgerhout

Stand na de 53e zet van zwart.

Volgens KR is de stand in alle varianten verloren voor zwart. Spelverloop: 10-5? [Nodig was 19-14] (31-36), 38-33 (21-27?), 32×21 (16×27), 48-42 (11-17), 33-29 (17-22), 42-37 en zwart gaf op.

Een mooie overwinning van wit, maar zwart heeft een kans laten liggen. In plaats van (21-27) had hij moeten spelen: (21-26). KR geeft nu de volgende spelgang: 32-27 (18-22), 27×18 (36-41), 18-13 (41-47), 33-28 (26-31) Zwart gaat een tweede dam halen en het lijkt daarna vrijwel onmogelijk voor wit om de winst binnen te halen.

Toegift

Ten slotte als toegift twee fragmenten uit een oude partij van mij tegen Fred Ong. Ik kwam die partij tegen tussen allerlei vergeten papieren, voerde hem in Turbo Dambase in, liet Kingsrow er op los en prompt werd ik gewezen op maar liefst twee gemiste kansen. Ik geef ze hieronder als kleine opgaven ter ontspanning rond de kerstdagen. Voor beide diagrammen geldt: wit speelt en verkrijgt voordeel.

vier10

André van der Kwartel – Fred Ong

vier11

André van der Kwartel – Fred Ong

En Hielke zorgde voor de kokerij

Een bijdrage van Evert Dollekamp

Ik begon vijftig jaar geleden met dammen (als je dit in 2023 leest klopt het precies!). Aangejaagd door mijn broerste broer Bert speelden we lange tijd in de hoek van een verantwoord bankstel in huiselijke kring regelmatig een potje dam. Bert is een jaar of vijf ouder dan ik en zodoende destijds ook qua school een aantal jaren vooruit.

Op de middelbare school (de HBS, oudere leden weten nog wel dat dit Hogere Burger School betekent; voor kinderen van gegoede ouders. De HBS bestaat niet meer, vergelijk het maar met HAVO / Atheneum / Gymnasium nu) was Bert niet echt een volgzaam type, is hij nog steeds niet trouwens.

Regelmatig de klas uitgestuurd en melden bij de concierge. Deze man had als hobby dammen. Al snel leerde Bert de eerste trucjes. En natuurlijk de boel forceren om maar weer weggestuurd te worden. Twee keer blijven zitten, want ook huiswerk kwam er door al dat gedam niet van. Uiteindelijk toch een diploma, naar de Universiteit en kijk eens aan: Drs. in de onderwijskunde. Zodat hij nog maar kort geleden (nu met pensioen) aan de RUG les gaf aan Roel Boomstra en Wouter Sipma.

In de beginjaren van zijn damloopbaan leerde Bert Hielke Hylkema kennen. Hielke was een jaartje of vijf ouder en leerde Bert de fijne kneepjes. Vooral ook hoe je het damspel op anderen moest overbrengen. Hielke was een geboren onderwijzer. Wie zijn meesterwerken ‘De Flankaanval’ en de twee deeltjes ‘Combineren op een randschijf’ nog niet in huis heeft, moet snel even naar de site van Henk Stoop (damboeken.nl).

Ik geloof tenmiste dat ze daar nog steeds te koop zijn. En dat zegt dan iemand die vindt dat wie door de week traint ‘s zondags moe is. Dan moeten het toch wel echt juweeltjes zijn! Vooral ‘De Flankaanval’ staat me nog het meest bij. Hielke weet op zijn karakteristieke manier de lezer te kietelen. ‘Niet gelijk naar de oplossingen. Eerst zelf proberen. Laat ik het niet merken!’ Dat soort werk.

Mijn eigen mooiste ervaring met Hielke Hylkema is onze samenwerking tijdens het NK 1982. Tijdens het toernooi, dat in een soort elfstedentocht door Drenthe trok, verzamelden we van alles voor een heus toernooiboek. Interviews, (ronde)verslagen, quotes en analyses. We hadden qua dat laatste behalve spelers ook randfiguren zoals Wim Los en Klaas Postema aangetrokken om een analyse te maken van een partij.

Hielke was daarin heel stellig: niet al te moeilijk, iedereen moet het kunnen begrijpen! Dat het na het toernooi toch nog maar liefst twee weken duurde voor we het boekje (iets van 120 pagina’s A5) gereed hadden lag vooral aan enkele NK-deelnemers. Soms moesten we een paar keer bellen voordat we de gevraagde analyse binnen hadden.

In Hielke’s woning in destijds Beijum (Een Groninger buitenwijk) werden de werkzaamheden verricht. Computer hadden we niet, moest bij wijze van spreken nog worden uitgevonden. Op een tekstverwerker met klein beeldscherm rammelden wij op het toetsenbord van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat.

Tegen vijf uur in de middag deed ik veertien dagen lang de boodschappen voor het avondeten, waarbij Hielke mij op het hart drukte vooral aan zijn portemonnee te denken. Van Hielke leerde ik dan ook hoe je van de wind moest leven.

Als ik terugkwam van de supermarkt zorgde Hielke voor de kokerij. Voor het drukken van het boekje vond Hielke natuurlijk de voordeligste aanbieder in het Noordelijk Halfrond!

Kenmerkend: ik woonde al een aantal jaren in het westen toen mijn relatie naar de dinges ging. Ik was toen regelmatig

in Groningen te vinden en ging voor mijn werk even regelmatig op en neer naar Amsterdam. Toen ik tijdelijk woonruimte nodig had stond Hielke vooraan in de rij:

‘Je mag wel zolang in mijn huis hoor. Ik red me wel!’

Of het nu voor even een verblijf in zijn tuinhuisje in het Groninger Stadspark was of dat hij destijds de benenwagen heeft genomen richting Frankrijk dat weet ik niet meer. Maar het geeft wel aan dat Hielke vooral ook aan een ander dacht. Mooi!

Tot slot: Hielke was behalve (auto)didact ook een meer dan behoorlijke dammer, qua stijl een beetje Paul Oudshoorn en Martin Dolfing (maar dan veel agressiever; hij ruilde bijvoorbeeld nooit binnen een luttel aantal zetten naar 21 en 24!). Hij behoorde tot de vier gebroeders (Gert en Hielke Hylkema, Bert en ik) dat jarenlang in de NC het gros van de punten binnenbracht voor de Asser Damclub (later bleef het Drents Tiental over).

Onvergetelijke uitspraak van destijds (rond jaren tachtig) voorzitter H.J. Borger (niemand van ADC heeft ooit zijn voornaam geweten … ): ‘Als we de Dollekamp’m en de Ielkema’s niet hadden, kunnen we net zo goed thuisblijven!’

Ander slot: de crematieplechtigheid heb ik on-line gevolgd. Mooie toespraken, heel divers ook. Alles afgekeken, ook toen het beperkte (want Corona) publiek de kist voorbijkwam. ‘Statler en Waldorf!’ dacht ik plotseling. Het waren Herm Jan Brascamp en Hans van der Nap.

Gerespecteerde mannen op leeftijd. Maar ook zeer gewaardeerde dammers en goede onderwijzers. Samen met Hielke en Bert vormden zij jarenlang als pioniers de Werkgroep Jeugddammen. Een werkgroep dat onder andere het draaiboek voor een scholendamtoernooi in elkaar knutselde. Ik heb het zelf in mijn jonge jaren veel gebruikt!

Gewoon Hielke

Artikel afkomstig uit Dagblad Van Het Noorden, geschreven door Bert Dollekamp!

Tijd van Leven beschrijft het gepasseerde bestaan van mensen met een bijzonder verhaal. Vandaag wandelen we een stukje mee op het levenspad van Hielke Hylkema (1950-2021). ‘Een goede reiziger weet niet waar hij heen gaat’

Hielke0

,,Mmmét Hielke!”

Wie Hielke Hylkema belde, werd steevast onthaald op diens in vrolijke klanken verpakte voornaam, waarmee hij alvast de gewenste toon voor het gesprek zette. Het was een van de simpele maar o zo effectieve methoden, 2 waarmee Hielke zijn leven lang probeerde te handelen in harmonie met zijn omgeving. En wie dat doet ontmoet zelden weerstand, zegt de oude Chinese wijsheid op de kennisgeving van zijn overlijden,12 augustus jongstleden.

Eenvoudig, scherpzinnig, gevoelig, wars van gedoe en door en door betrouwbaar. Geliefd bij degenen die het voorrecht hadden hem van nabij mee te maken. Zijn beroep? Ja, wat zullen we daar eens van maken. Misschien handiger om een stukje op zijn levenspad mee te wandelen, dan kan ieder er zijn eigen etiket op plakken. Want zelf hield Hielke daar niet zo van.

Hielke1

We wandelen een stukje mee op het levenspad van Hielke Hylkema

Ontdekking

Hielke groeit op in Assen als zoon van een Groningse moeder en een Friese vader. Na zeven onbezorgde jaren, waarin hij gezelschap krijgt van zijn vijf jaar jongere broer Gert, overlijdt plotseling hun vader. Alles wordt anders en als vanzelf groeit Hielke in de rol van volwassene, met eigen ideeën en vragen over opvoeding en geloof.

De middelbare school voert de vroegwijze en zoekende Hielke langs de christelijke mulo en hbs naar het openbare Nassaucollege in Assen. Zijn mooiste aha-ervaring heeft hij echter als 16-jarige in Groningen. In de pauzes van een cursus wiskunde raakt hij via dammende studenten in de ban van het oude bordspel. En struinend door de stad vindt hij in een tweedehands boekwinkeltje de Tao Te Ching, de beroemde verzameling 3 levenslessen ‘van weg en deugd’ van de Chinese filosoof Lao Zi. Beide ontdekkingen passen hem als een jas.

Dat geldt ook zijn studie biologie, waarvoor hij definitief naar Groningen verkast. Zijn kamer aan de Visserstraat wordt een ontmoetingsplek voor oude en nieuwe vrienden, die de bedachtzame, gastvrije en behulpzame Hielke op handen dragen. Hij studeert als eerste af in de milieukunde en neemt en passant studiemaat Franciscus op sleeptouw. Zijn lesbevoegdheid loopt hij echter mis, nadat hij de docent aanspreekt op diens vreemde visie op didactiek. Dan maar geen leraar biologie.

Sleutel

Binnen de damsport heeft hij zijn sporen dan al verdiend. Ook daar weet hij het beter dan wie ook en levert er een complete leergang bij. Resultaat van een jarenlang proces van oefenen, onderzoeken, doorgronden en opschrijven. Hielke begrijpt dat wie de essentie van het spel snapt, ook de sleutel voor de juiste uitleg in handen heeft.

Die sleutel vindt hij door niet de kennis maar het denken zelf als startpunt te nemen. Het simpele principe komt in diverse producties terug, van de spectaculaire AVRO damcursus uit 1983 rond de match Van der Wal – Wiersma tot zijn ingetogen meesterwerkje ‘De Flankaanval’. Alleen wie een doel heeft kan plannen maken, houdt hij de lezers in navolging van Confucius voor, presenteert een serie winnende posities (het doel) en zet hen vervolgens op het spoor van de zettenreeks er naar toe (het plan).

Alles in heldere taal en luchtige vermaningen. Zoals: ,,Probeer zelf maar een paar varianten uit. Meteen naspelen van de uitwerking is zinloos. Laat ik het niet merken!”

Hielke2

Hielke Hylkema in 1983

Het dammen is echter geen vetpot. Hij zoekt een nieuwe uitdaging, vaart mee met een bevriende binnenschipper en volgt een stoomcursus ICT. Zo vindt hij eindelijk een baan bij landbouwhogeschool Van Hall en levert vakwerk met uitgekiende programma’s. Toch gaat het mis. Perfectionisme, hekel aan formaliteiten en behoefte aan eigen regie leiden tot grote stress. Voorjaar 1995 kapt hij ermee, neemt ontslag en wandelt in zuidelijke richting de stad uit.

Kostbare bagage

Het dagboekje dat hij onderweg bijhoudt en later uitwerkt in een kostelijk reisverslag begint zo: ‘ – Waar ga je heen? Dit was de meest gestelde vraag de afgelopen weken. – Naar het zuiden … – Ja, maar waar ga je naar toe in het zuiden? – Eerst naar Zuidlaren en daarna zie ik wel verder.’ Een goede reiziger weet immers niet waar hij heen gaat, haalt Hielke de wijsgeer Lin Yutan aan. De wijsheid heeft ook nog een tweede deel. ‘… een uitstekende reiziger weet bovendien niet waar hij vandaan komt. Dat is hogeschool reizen – zover ben ik nog lang niet.’

Hielke3

‘Een goede reiziger weet niet waar hij heen gaat’.

Uiteindelijk loopt hij naar de Middellandse Zee, vergezeld van zijn gedachten, zijn rugzak en zijn meest kostbare bagage: Tai Ji. Een goede fee heeft het me geleerd, schrijft hij, doelend op de lerares die hem een jaar tevoren de eerste beginselen van de Chinese bewegingskunst heeft 5 bijgebracht. Elke dag doet hij op een rustig plekje onverstoorbaar zijn oefeningen, soms verbaasd gadegeslagen door passanten. Zijn verslag bevat boeiende passages over de invloed van de Romeinen en het christendom, voorzien van een subtiele relativering. Zoals ook in zijn met milde zelfspot beschreven verlegenheid in het contact met vrouwen

Keerpunt

De wandeling is een keerpunt in zijn leven, met zijn Tao-boekje als gids en Tai Ji als vaste routine. Net als bij dammen volgen jaren van oefening en studie, waarbij zijn kennis van de Chinese taal en geneeskunst van pas komt. Als hij eenmaal snapt hoe het werkt, is het ordenen, herschikken en beschrijven van de bewegingen Hielke wel toevertrouwd.

Tien jaar na de eerste kennismaking gaat hij zelf lesgeven. Heel praktisch, geduldig en met humor demonstreert en begeleidt hij de bewegingen, alles met eigen lesmateriaal. Jarenlang oefenen Tai Ji adepten onder zijn leiding op de heuvel in het Noorderplantsoen en ook voorbijgangers kunnen gratis een lesje krijgen. Hielke wordt veel gevraagd voor workshops en demonstraties, die hij onder het motto ‘eerlijk delen’ samen met zijn collega-docenten verzorgt. Het samenwerken en verbinden is simpelweg deel van zijn systeem.

Sociale antenne

Die sociale antenne staat ook de 40 jaar in zijn huurwoning aan de Jacob Catsstraat steeds op ‘stand-by’. Maar het liefst vertoeft Hielke op de Piccardthof. Wie daar zijn van elke luxe gespeende tuinhuisje binnenstapt, waant zich in het boek ‘Walden’ van Henry Thoreau. Tegelijk leeft hij zich uit als vrijwilliger, variërend van bestuurlijke bemoeienis tot het maken van een website en een bomenroute. Daar ontmoet hij ook vriendin Ilkje, met wie hij vanaf 2011 een ‘droomhuisje’ aan het water deelt.

Het stekje wordt een ontmoetingsplek voor familie en vrienden. En als weer eens iemand vraagt welk deel van zijn tocht hij nou het mooist vond, dan antwoordt hij: ,,De Hoornse Dijk bij Groningen vond ik wel mooi; mooi is namelijk een kwestie van hoe je kijkt.”

,,Mmmét Hielke.”

De begroeting was het afgelopen jaar hetzelfde als altijd. Maar het duurde wel steeds langer voor Hielke opnam. Wie hem kende wist dat hij zich dan vanuit zijn stoel naar zijn telefoon sleepte, zich concentrerend op de gevleugelde woorden, die ook nu opgewekt moesten klinken. Alsof er niets aan de hand was. Maar er was wel wat aan de hand. Hielke had ALS.

Het was afzien die laatste maanden, maar hij hield met hulp van familie en vrienden zelf de regie, zoals hij dat zijn leven lang gedaan had.

Wat blijft is de herinnering aan een man, die anderen veel gegeven heeft door in bijna alle omstandigheden zichzelf te zijn.

Misschien kwam de typering van studievriend Franciscus nog wel het dichtste in de buurt: „Hij wandelde door Groningen als een Chinese wijsgeer”. Hielke zelf zou dat overdreven vinden. Hij was immers: gewoon Hielke.

BOEK

In 2019 heeft Corien Bennink van het reisverslag van de wandeling uit 1995 een eboek en een papieren boek gemaakt, inclusief een Engelse vertaling. Het boek van 550 pagina’s is verkrijgbaar in een aantal boekhandels en via internet. Titel Groningen-Montpellier. Een wandeling langs kanalen en rivieren. Auteur Hielke Hylkema ISBN Paperback 9789 4641 86 000 E-book 9789 4641 86 017 Prijs Paperback € 37,50; E-book € 10,–

Hielke4

De derde ronde….

… van de competitie verliep iets beter dan de tweede ronde. Het achttal verloor met grote cijfers van het derde team van DES Lunteren (5-11), maar het zestal speelde verrassend gelijk tegen Den Haag. Een impressie van de interessantste momenten uit deze ronde.

Achttal

Jack van der Plas leverde als eerste twee punten in. Ondanks mijn eerdere waarschuwingen in deze rubriek, beging Jack een belangrijke positionele blunder:

derde1

Jack van der Plas – Jaap Heij  

Stand na de 21e zet van zwart. 

49-44??? (17-22), 28×17 (11×31), 36×27 (23-29!). Natuurlijk. De witte korte vleugel wordt lamgelegd. Jack kwam er niet meer aan te pas.  

Vervolgens speelde Hans Kreder remise. Voor de oppervlakkige toeschouwer stond Hans huizenhoog gewonnen, maar in werkelijkheid mocht hij blij zijn met een punt weg te komen.

derde2

Michel Hendriksen jr. – Hans Kreder  

Stand na de 30e zet van wit. 

Zwart staat slecht. (6-11) en (12-17) zijn verhinderd. Hij doet er het beste aan om een schijf achterstand te accepteren met (14-19), 33-29 (19×30), 29-23, enz. Zwart heeft dan nog enige compensatie. In de partij werd gespeeld: (14-20??), 32-28? (20×29), 33×24 (22×33), 38×29. Hiermee mist wit de winst. Na (14-20) had wit moeten spelen: 33-29! Met het volgende plausibele verloop: (3-9), 49-43 (9-14), 44-40 (6-11), 39-33 en hier moet zwart wel (25-30) offeren, want anders loopt het snel mis voor hem.  

Vervolgens ontdekte Peter van den Berg de kracht van enkele eenvoudige omsingelingszetten. 

  derde3

Henk Timmer – Peter van den Berg  

Stand na de 36e zet van wit. 

Om de stand min of meer gelijk te houden was (6-11) aangewezen met als plausibel verloop: 48-43 (11-17), 27-21×21 (17-22), 21-16 (12-17). Het ziet er een beetje eng uit, maar zwart hoeft zich geen zorgen te maken. De doorbraakactie met 26-21 en 16-11 bijvoorbeeld strandt op (23-29). 

Het partijverloop was: (14-20?), 33-29 (20-24×24) [Beter was (12-17), maar daarna is 30-24 vrijwel dodelijk.] 39-33 (12-17), 34-29 (23×25), 27-21 (16×27), 32×14 en opgegeven. Zie de kracht van de witte formaties!  

In de partij van invaller Dick den Ouden werd het evenwicht nooit serieus verbroken, met remise als logisch resultaat. Vervolgens verloor Maurits Meijer die in een wel heel eenvoudig zetje liep. 

derde4

Maurits Meijer – Robbert Westerink  

Stand na de 30e zet van zwart. 

30-24?? (22-28), 31×33 (13-19), 24×13 (12-18), 13×22 (17×48). Wit haalde deze dam nog wel van het bord met 37-31, 38-32 en 26-21, maar het is daarna nooit meer wat geworden.   

Joop Burgerhout bezorgde met een remise de tegenstander het negende en dus winnende punt. De laatste verliespartij van LDG kwam op naam van Harry Dekker. Hij beging een positionele fout, die eigenlijk afgestraft had moeten worden, maar zijn tegenstander beging op zijn beurt een slordigheid. Helaas miste Harry de hem geboden ontsnapping. Die eeuwige tijdnood ook…. 

derde5

Jaap van Hierden Sr. – Harry Dekker  

Stand na de 40e zet van wit. 

(18-23?), 34-30! (15-20), 30-24!? [Dit wint een schijf, maar geeft zwart de kans om te ontsnappen. Beter was daarom: 27-22!] (20×29), 33×24 (19×30), 35×24 (11-17?) Dit is het moment waarop zwart nog een redding achter de hand heeft: (12-18!), 28×19 (16-21), 27×17 (18-23), 19×28 (26-31), 37×26 (8-12), 7×18 (13×42). Dit zou voldoende moeten zijn voor remise. Overigens verloor zwart kort na (11-17) door tijdsoverschrijding.  

Ik mocht de spreekwoordelijke eer redden na een partij waar ik niet erg tevreden over was, maar die verrassend soepel won. Al had tot op het laatst remise nog de uitslag kunnen zijn. 

derde6

Chris Versteegen – André van der Kwartel  

Stand na de 54e zet van wit. 

De gemakkelijkste manier om hier te winnen is (24-29), gevolgd door (23-28). In een vlaag van verstandsverbijstering vergreep ik mij echter aan (11-16??). In een eindspel is het prettig om schijven aan de randen te hebben, maar niet als die een potentiële vangstelling vormen. Volgens KR is de stand plotsklaps remise na 39-34! Er dreigt 34-30, 49-44 en 31-27. Dat volgt ook na (24-19), maar dan voorafgegaan door 14-9. Haalt zwart zijn dam terug naar 47 dan volgt 34-30 en de remise komt snel in zicht voor wit. Gelukkig overzag mijn tegenstander deze mogelijkheid. Hij speelde 31-27?? En daarmee was alles weer in orde: (24-47), 49-43 (23-28) en winst. 

Zestal 

Vijf dagen na de wedstrijd van het achttal speelde het provinciale zestal tegen de damclub Den Haag. Tegen deze sterke ploeg werd met 6-6 gelijk gespeeld. Heel verrassend, daar de drie sterkste spelers van LDG niet meespeelden.  

Jack van der Plas opende de score met een niet moeilijke, maar wel spectaculaire afwikkeling.

derde7

Bas Baksoellah – Jack van der Plas  

Stand na de 25e zet van zwart. 

Niets aan de hand na 41-36, maar wel na het gespeelde 43-39?? (29-33), 38×29 (26-21), 37×17 (16-21), 27×7 (18×36), 29×18 (13×2). Enkele zetten later gaf wit op.  

LDG kwam op 4-0 door een prachtige overwinning van Rudi van Velzen. 

derde8

Rudi van Velzen – Frans van Eenennaam  

Stand na de 31e zet van wit. 

Spelverloop: (9-14!?), 24-19!! (13×24), 32-28!! Zwart heeft geen enkel weerwoord. Hij speelde nog (24-30), maar gaf na 35×24 op.  

Uit de overige vier partijen hoefden nog maar drie punten te komen, maar dat streven werd door een misser van mij al direct een stuk moeilijker gemaakt. 

derde9

André van der Kwartel – Pertap Malahé  

Stand na de 39e zet van zwart. 

Een leerzaam moment. Na 27-22 vindt KR de stand gelijkwaardig. Na de – voor mij – meer voor de hand liggende (en gespeelde) zet 42-37?? is de stand voor wit vrijwel verloren. Zwart moet daarvoor dan wel (8-13!) spelen. Hij speelde echter (17-21) en daarmee was de stand weer gelijkwaardig. Het is leerzaam om na (8-13) wat variantjes te spelen. Wit komt heel snel steeds slechter te staan. 

Vanuit de diagramstand was het spelverloop: 42-37? (17-21?), 40-34 (4-10), 39-33 (8-12). Deze zet verraste mij totaal. Ik hield alleen rekening met (13-18) of (10-15), waarbij ik voor deze laatste zet de punten al telde. Maar na de tekstzet zag ik in tijdnood de afwikkeling 27-22 (24-30), 35×13 (12-18), 28×19 (18×40) schitteren. Ik was bang dat die afwikkeling tot een slecht eindspel zou leiden en speelde min of meer in paniek: 35-30?? (24×35), 33-29 en kon na (12-17) enz. opgeven. De afwikkeling die ik ontweek, had snel tot remise geleid.  

Vervolgens speelde Harry Dekker knap remise tegen Jan Kok. Maar hij miste onderweg wel een mogelijke winstkans. 

derde10

Jan Kok – Harry Dekker  

Stand na de 41e zet van wit. 

In de partij speelde zwart (13-18) en het liep soepel remise. Zwart had zichzelf winstkansen kunnen scheppen met (21-26!). Het vervelende van dit zetje is dat het voor de hand liggende 32-28 is verhinderd door: (26×37), 42×31 (14-19) met schijfwinst. Wit heeft dus niet veel beter dan 42-37 en zit na (12-18) met een lastige stelling opgescheept. Een redelijk plausibel verloop is dan: 38-33 (18-23), 27-22 (14-19), 24-20 (23-29×30). Wit krijgt het moeilijk.  

Joop Burgerhout speelde knap remise tegen Jeroen Kos, waardoor het bereiken van dat ene gewenste zevende punt geheel op de schouders van Maurits Meijer kwam te liggen. Maurits kwam in een nadelig eindspel terecht en verdedigde zich bekwaam. Helaas miste hij het moment waarop hij de kroon op zijn verdedigende werk kon zetten. 

derde11

Gerard de Groot – Maurits Meijer  

Stand na de 61e zet van wit. 

Het is een complex eindspel dat voor iedere dammer een stevige uitdaging zal vormen. 

Ik laat eerst het partijverloop zien, want de manier waarop wit wint is toch wel erg mooi. 

(36-4?), 33-28 (4-31), 7-2 (31-48), 2×35 (48-43), 35-19 (43×21), 19×5. Nu blijkt dat beide witte schijven beschermd zijn: op (21-17) volgt 28-22 en op (21-12) volgt 23-18 en 25-20. 

De diagramstand geeft het moment weer waarop zwart nog remise kan maken en er zit een zekere logica achter de gewenste zet: (36-22!). Wit heeft niet veel anders dan 32-28 (22-31). De witte schijven staan nu midden op het bord ongelukkiger opgesteld. De zwarte schijven aanvallen wordt voor wit vrijwel onmogelijk zonder dat ook witte schijven van het bord gaan. 

DEZ Reeuwijk tegen Leids Damgenootschap 2

Een verslag van Eric van ’t Hof

Reeuwijk, vrijdagavond 29 oktober 2021

Al weer de derde ronde van ons schaakvriendendamteam in de derde klasse van de ZHDB-competitie. Tegen het jeugdteam uit Reeuwijk behaalden we de maximale score van 8 punten uit 4 partijen.

Ik neem de partijen even door in omgekeerde bordvolgorde.

Op bord 4 speelde Daan Binnendijk met de witte stukken tegen Indy Schouten. In mijn ooghoek zag ik hier al vrij vlot een witte schijf op het derde veld belanden.

Deze dam kon nog wel ten koste van vijf schijven worden afgenomen, maar een hele zware partij werd dit niet voor onze wethouder.

Zelf mocht ik een bord hoger met zwart aantreden tegen Willem Slappendel die, voor een jongen van zijn leeftijd, mij goed partij gaf.

In onderstaande stelling crëerde hij echter met 46-41? een zwakte die hem later zou opbreken.

reeuwijk1

Gaan we verder met de partij Eelco Kuipers tegen Jesse Schouten. Onze witspeler hoefde in deze partij slechts een afwachtende houding aan te nemen, welke rol hem op het lijf is geschreven.

In onderstaande stelling werd besloten tot (21-27?) die na de dubbele ruil voor wit een 1-om-2 in de stelling bracht die door Eelco niet werd gemist.

Even later in de partij gebeurde nogmaals iets soortgelijks zodat de door sommigen als MF (in een andere denksport) aangeduide speler de winst vlot kon noteren.

reeuwijk2

Blijft over de kraker op bord 1. Onderstaande grafiek van Kingsrow laat zien dat er hier zich een drama heeft afgespeeld.

reeuwijk3

Quirinius van Dorp bond voor de derde maal in zijn damcarrièrre de strijd aan met Maaike de Bruin. Bij de eerste twee confrontaties had Q in het stof moeten bijten.

Maar hij was er op gebrand ook voor de derde maal op het hoogste bord plaats te nemen. Wij hebben getracht hem hiervan te weerhouden, doch hij was onvermurwbaar.

Ook nu dreigde voor hem wederom de bittere nederlaag, nadat hij het onzalige (17-22?) uit zijn vingers had gekregen. Zie onderstaande stelling.

reeuwijk4

Maaike de Bruin liet zich deze opgelegde schijfwinst natuurlijk niet ontgaan, waardoor Q verder voor een verloren zaak leek te strijden.

Hij rechtte echter de rug en bleef doorschuiven, wanhopig opzoek naar complicaties.

reeuwijk5

In bovenstaande stelling kan wit de meerderheid aan de linkerzijde van het bord benutten door bijvoorbeeld de zet 32-27 etc. waarna het voor zwart een zéér hachelijke zaak wordt.

De witspeler besloot echter met 33-28 de stelling klassiek te maken, een onverstandige keuze naar het oordeel van Kingsrow.

Q kreeg hierdoor weer kleine rommelkansen en rommelde zich zelfs naar een gelijkwaardige stelling waarin het de witspeelster was die de remise moest zien te vinden.

Het keerpunt van de partij is hieronder te zien.

reeuwijk6

Met 22-18 behoort wit hier door te lopen naar dam, maar de Reeuwijkse speelde onder druk van grote tijdnood per ongeluk 22-17? waarna Q met 50-45 opeens een winststelling in handen had.

reeuwijk7

De tweede ronde….

Geschreven door André van der Kwartel!

… van de competitie is teleurstellend verlopen voor LDG. Het achttal verloor in de landelijke competitie met grote cijfers (12-4) van Damcombinatie Zaanstreek. Het zestal verloor in de provinciale competitie met 7-5 van het eerste team van Damlust uit Gouda. Dat laatste mag overigens worden gezien als een goede prestatie, gegeven het gemiddelde ratingverschil tussen beide teams. 

 

Het achttal 

Er valt niets af te dingen op de overwinning van Damcombinatie Zaanstreek. LDG kwam op een 6-0 achterstand, waarna door LDG niet meer dan een viertal remises bijeen konden

ldg1

Joop Burgerhout – Losseni Savané  

Stand na de 23e zet van zwart. 

Joop had hier een zetje uit kunnen halen middels: 37-32 (31-36), 35-30 (25×34), 43-39 (34×43), 26-21 (16×27), 32×21 (43×32), 21-17 (12×21), 23×3 (14×34), 3×26. Het is de vraag of dit gewonnen is voor wit. Kingsrow (KR) geeft na (31-36) de voorkeur aan 40-34. Hoe dan ook, in de partij werd 40-34 gespeeld, waarna een prachtige slagzet had kunnen volgen: (25-30!!), 34x25A (14-20), 25×14 (16-21), 26×28 (11-16), 37×26 (18-22), 28×17 (12×21), 26×17 (8-12), 17×8 (3×24), 29×20 (10×46!!). 

A): Als wit anders slaat is de slagzet iets eenvoudiger: 35×24 (22-28), 33×13 (16-21), 26×17 (11×22), 37×26 (22-28), 23×32 (14×23), 29×18 (8×46). 

In de partij had Joop nog geruime tijd het beste van het spel, maar raakte in een complexe stand het spoor bijster en verloor.  

Ik was zelf verantwoordelijk voor de 4-0 achterstand. In een tot dat moment spannende partij werd ik volledig verrast door een damzet. 

worden geschraapt. Joop Burgerhout moest als eerste zijn tegenstander feliciteren. In zijn partij deed zich een inmiddels wereldberoemd fragment voor. 

 

ldg2

André van der Kwartel – Ruud Holkamp  

Stand na de 21e zet van zwart. 

De witte stand is hier al dubieus geworden, maar ik had nog niets in de gaten: 44-40?? (13-19!), 24×13 (17-21!!), 26×19 (12-17!), 13×22 (17×46). Ik was totaal verrast, heb nog een tijdje tegen zitten stribbelen, maar uiteindelijk won mijn tegenstander met een fraaie zesklapper. 

Dat de diagramstand voor wit al niet meer klopt blijkt wel uit het  feit dat KR adviseert om 41-36 te spelen en daarmee dezelfde damzet (maar nu naar 48) toe te laten. De dam kan dan met gelijk spel worden afgenomen.  

Nadat Peter van den Berg had verloren door een eenvoudige drie-om-drie naar dam toe te laten, bracht Maurits Meijer het eerste punt voor LDG binnen. Van deze partij zijn geen bijzondere momenten te vermelden. Dat geldt niet voor de partij van Hans Tangelder die het tweede punt voor LDG wist te scoren. Hij heeft aantoonbaar verloren gestaan, maar greep wel zijn kans toen zijn tegenstander een onnauwkeurigheid beging. 

ldg3

Paul Teer – Hans Tangelder  

Stand na de 42e zet van zwart. 

Zwart staat hier al een schijf achter en wit had zijn voordeel moeten consolideren met 29-23! De zwarte druk op de lange vleugel ziet er misschien gevaarlijk uit, maar zwart komt er niet doorheen. Misschien overschatte de witspeler zwarts kansen, want hij speelde: 32-28!? En ontdekte dat hij na (22-27) met een probleem zat. Op iedere ‘passieve’ zet volgt (27-31), 37-32 met na bezetting van veld 23 (9-14) en wit komt nergens meer. Dus werd in de partij gespeeld: 38-32 (27×38), 33×42 (15-20), 24×4 (13×44). Hier komt een tweede nadeel van zet 32-28 naar voren: in veel varianten na 29-23 kan wit op dit moment 4×50 slaan, maar in de partijvariant staat schijf 28 in de weg. Wit slaat 4×16 en na (44-50) wint zwart een schijf terug en liep de partij remise. 

Hans Kreder bracht na een degelijke partij een punt voor LDG binnen. Zo ook deed Jack van der Plas, maar hij had niet over geluk te klagen. 

ldg4

Jack van der Plas – Joop Wind  

Stand na de 39e zet van zwart. 

Na 31-26 zou de stand in evenwicht zijn. Wit speelde echter 44-40?? en geeft daarmee zwart de mogelijkheid om winnend voordeel te bereiken. Zwart speelde (8-13??) en overzag daarmee (17-21!) Dreigt met (21-26) en 31-26 is verhinderd wegens (24-29) en (29-34). KR kiest in arren moede maar voor 28-22 (8-13), 22-17 maar het is duidelijk dat wit geen enkele compensatie heeft voor de schijf achterstand.  

Ten slotte verloor ook onze onvolprezen teamleider Harry Dekker. In een complex remise-eindspel maakte hij een fout die hem twee schijven kostte en uiteindelijk de partij. Dat moment laat ik aan de geïnteresseerde lezer over. (Zie op toernooibase, de 59e zet van zwart.) Leerzamer is een eerder moment in de partij, waarin Harry remise had kunnen afdwingen. 

ldg5

 

Ruud Groot – Harry Dekker 

 

Stand na de 45e zet van wit. 

Harry speelde hier (6-11), maar het is duidelijk dat de witspeler toespeelt naar de afwikkeling met 37-31 enz. Zwart had daarop kunnen anticiperen met: (9-13!). Als wit nu afwikkelt, volgt: 37-31 (26×37), 32×41 (23×32), 38×27 (14-20), 25×23 (13-18), 30×19 (18×49) en de remise is verzekerd. Ook als wit van deze afwikkeling afziet met 43-39 houdt zwart gemakkelijk remise. Zelfs als zwart alsnog (6-11) speelt, want ook na 33-29 (24×31), 30-24 (19×30), 28×6 is het remise. 

 

Het zestal 

Twee dagen na deze nederlaag mocht het zestal in de provinciale competitie aantreden tegen het eerste team van Damlust uit Gouda. Gezien het verschil in niveau werd rekening gehouden met een grote nederlaag, maar aan het eind van de avond stond de stand 7-5 in het voordeel van Damlust op het scorebord, hetgeen voor de Leidenaren mocht worden gezien als een eervolle nederlaag, al hadden we over geluk niet te klagen.  

Dat begon al met de overwinning van Steven den Hollander die een reglementaire overwinning boekte. Zijn tegenstander verloor door tijdsoverschrijding. Een groot deel van de (zeer complexe) partij had hij groot voordeel gehad en ook op het moment dat hij door zijn vlag ging, stond hij nog veel beter. Maar de klok is onverbiddelijk.  

Erno Prosman bracht de partijen op gelijke hoogte. Deze keer was Maurits Meijer zijn slachtoffer. Er valt niets spectaculairs uit deze partij te melden. Het is fraai om te zien hoe de waardering van KR voor de stand van Prosman geleidelijk toeneemt naar het definitieve 9.99: in alle varianten verloren.  

Ook bij Hans Tangelder kon je in de analyse van KR zo’n continue trend naar verlies waarnemen, maar voordat die trend definitief inzette, overzag Hans een aardige remise-afwikkeling. 

ldg6

Hans Tangelder – André Venema  

Stand na de 34e zet van zwart. 

Hans koos hier voor 38-33 en 37-32, maar had spectaculair remise kunnen maken door: 21-17!! (12×34), 26-21 (16×27), 31×33 (29×38), 40×29. Wit staat een schijf voor, maar na (19-24×24) heeft zwart voldoende compensatie.  

Jack van der Plas speelde na een gedurfde partij-opzet verdienstelijk remise tegen Arie de Bruijn. Op één moment miste deze laatste een waarschijnlijk winnende voortzetting. 

 

ldg7

Jack van der Plas – Arie de Brijn  

Stand na de 17e zet van wit. 

Na het slappe (11-17×7) werd het voor zwart nooit meer wat in de partij. KR geeft aan dat zwart bijna zekere winstkansen krijgt na: (24-30), 35×24 (20×40), 45×34 (12-17!). 39-33 en 38-33 zijn nu verhinderd. Wit gaat een zware strijd tegemoet.  

Zoals zo vaak dit seizoen speelde ik een goede partij, maar ging het in een laat stadium van de partij in tijdnood mis. 

ldg8

Henk van Klaveren – André van der Kwartel  

Stand na de 40e zet van wit. 

(8-13!?) nog niet de verliezende zet, maar (18-23) is degelijker. Ik dacht echter dat ik met de partijzet 34-29 verhinderde… 34-29! Toch. (18-23), 29×18! (13×31), 32-27 (31×22), 28×6. In tijdnood heb ik dit naslagje totaal gemist. Ik probeerde nog (19-23) en ook Erno Prosman zag niet direct wat het probleem was: 25-20? (23-28!), 33×22 (16-21), 20×29 (21-27), 22×31 (26×48) = . 

Overigens was de stand na 34-29 volgens KR nog steeds remise wegens: (26-31), 27×36 (16-21), 29×20 (15×24) en ondanks een schijf voorsprong wint wit dit niet meer.  

Het was aan Joop Burgerhout te danken dat een eervolle eindstand op het scorebord kwam. Hij dwong zijn tegenstander met een bord vol schijven een schijf te offeren en gaf dat voordeel niet meer uit handen. 

ldg9

Joop Burgerhout – Erik Hoogendoorn  

Stand na de 19e zet van wit. 

Hier besloot zwart een schijf te offeren met (25-30). Het is duidelijk dat zwart in grote problemen zit. Ik zou liever (12-17) hebben gespeeld met bijvoorbeeld 44-39 (18-22), 29×18 (20-24). Ook dat lijkt uiteindelijk niet goed te gaan, maar er staat in ieder geval een aardige knokpartij op het bord waar ook wit de nodige energie in moet steken. 

Leids Damgenootschap – Damlust 2

Geschreven door André van der Kwartel

Het Leids Damgenootschap speelt met een zestal in de provinciale hoofdklasse van de ZHDB. In de eerste competitieronde werd gespeeld tegen het tweede team van Damlust uit Gouda. Het werd een verrassend gelijkspel: 6-6. Van tevoren zou ik als teamleider voor deze uitslag getekend hebben. Maar achteraf houd ik er een dubbel gevoel aan over. Gezien het spelverloop had een kleine overwinning voor LDG zonder meer tot de mogelijkheden behoord, maar als ik kijk hoeveel geluk LDG heeft gehad, mogen we absoluut niet klagen.

We beginnen met de partij van Steven den Hollander. Naar eigen zeggen gaf hij zijn tegenstander maar liefst drie keer de mogelijkheid een winnende combinatie uit te voeren. Kingsrow signaleert er maar twee, maar toch….. De partij eindigde in remise.

Het eerste moment deed zich voor op de 22e zet van wit.

Damlust1

Alex Bitter – Steven den Hollander 

Wit speelde hier 37-31 en miste daarmee de volgende afwikkeling: 34-30 (25×34), 39×19 (13×24), 27-22 (18×27), 35-30 (24×35), 29-24 (20×18), 37-31 (26×37), 42×4. 

Kort na dit moment miste wit een tweede winst. Het spelverloop vanuit de diagramstand was: 37-31 (26×37), 42×31 (11-17), 48-42 (6-11), 42-37 (17-22), 27-21 (11-17), 21-16?? Hiermee mist wit zijn tweede winstkans. Hij had moeten spelen: 38-32 (17×26), 34-30 (25×34), 39×19 (13×24), 32-28! Het beste voor zwart lijkt nu nog: (7-11), 28×6 (20-25), 29×20 (18×49), maar na 6-1 (15×24), 1×29 lijkt zwart kansloos. 

 Het tweede gelukje kwam op naam van Koos van Amerongen. Na afloop gaf hij aan dat zijn tegenstander kennelijk niet veel zin had om op winst te spelen. Ik interpreteerde die uitspraak als een commentaar op een weinig inspirerende partij, tot ik de stand zag waarin remise overeen was gekomen….  

Damlust2

Koos van Amerongen – Arie de Bruijn 

 Stand na de 36e zet van zwart. 

Met 33-28 had wit de stand nog gelijk gehouden, maar na het gespeelde 41-37? Taxeert Kingsrow de witte stand alsof wit een volle schijf achter staat. En dat klopt ook wel. Na (15-20!) heeft wit geen goede zet meer. Twee kleine variantjes als voorbeeld: 

  1. A)30-25 (24-30), 25×12 (30×28), 32×23 (21×41), 12×21 (16×27).
  2. B) 34-29 (18-23), 29×18 (13×31), 37×26 (20-25).

De beste zet van wit is het lelijke 37-31, maar gespeeld werd: 33-28? (18-22), 27×18 (13×33), 38×29 (24×33), 43-38 en hier werd remise overeengekomen?? Zwart is inderdaad niet geïnteresseerd in winst, want hoe zou wit zich nog moeten redden na: (17-22), 38×29 (22-27)?   

Een derde gelukje deed zich voor in de partij van Rudi van Velzen. Op de 21e zet beging hij een ernstige positionele blunder:

Damlust3

Henk Meester – Rudi van Velzen 

Zwart kwam hier op het onzalige idee om (2-7??) te spelen. Wit had zwarts korte vleugel nu met 28-22 volledig lam kunnen leggen. Op (12-17) volgt immers altijd 32-28 met dam. En wit heeft op zijn korte vleugel genoeg tempi om die (12-17) af te dwingen. Er moet natuurlijk nog wel zorgvuldig worden gespeeld! Overigens miste wit deze zet. Hij speelde 41-36. 

Een paar zetten later liep wit zelfs nog in een niet al te moeilijk slagzetje. 

  Damlust4

Henk Meester – Rudi van Velzen 

 Stand na de 24e zet van zwart. 

43-39? (19-24), 30×28 (26-31), 37×17 (11×44), 34×23 (44-50) en zwart won later de partij. 

 Voor deze rubrieken laat ik Kingsrow zoeken naar momenten waarop de waardering van de stand sterk verandert. Maar mogelijkheden in de partij die wel zijn gezien, maar zich niet daadwerkelijk hebben voorgedaan worden natuurlijk niet door Kingsrow gesignaleerd. Daarom ben ik heel blij als spelers zelf die mogelijkheden bij mij aangeven. Dat heeft Hans Tangelder deze keer gedaan. Ik laat zijn waarneming graag zien. 

Damlust5

Hans Tangelder – Bouke Bruinsma 

 Stand na de 26e zet van zwart. 

Hans overwoog om 48-42 te spelen, maar zag op tijd dat die zet verhinderd is door (9-14!). Zwart brengt met deze zet een dubbele dreiging in het spel: 

  1. A) (24-29) of (14-20) en (16×47).
  2. B) (17-22), 28×17 (24-29),34×12 (13-18), 12×23 (19×46)

Hans besloot 31-26 te spelen. 

Later in de partij wist Hans alsnog winnend voordeel te bereiken. 

Damlust6

Hans Tangelder – Bouke Bruinsma  

Stand na de 43e zet van wit. 

Wit heeft met zijn laatste zet, 28-22, zwart in ernstige problemen gebracht. De reactie van zwart ligt voor de hand: (27-31), 37×26 (18×27) maar nu volgde 40-34! En omdat (24-30) verhinderd is wegens 25-20 gaat zwart een schijf verliezen en later de partij. 

In de diagramstelling had zwart nog remise in handen met de verrassende zet (12-17!). Wit wil natuurlijk niet naar 11 slaan, dus: 22×31 (17-22!), 31-26 (22-28), 33×22 (18×27). Zwart heeft nu meer dan voldoende compensatie voor zijn schijf achterstand.  

Daarmee was de stand op 6-2 gekomen en met nog twee partijen te gaan was er nog maar één punt nodig voor de overwinning, maar helaas: beide partijen gingen verloren. De eerste nederlaag kwam op mijn naam. Ik maak wel vaker de fout om een gekozen partijopzet te ver door te voeren en dat overkwam mij nu ook. Het gevolg was dat ik in de onderstaande diagramstand totaal verloren sta. 

Damlust7

André van der Kwartel – Jeroen de Bruijn 

 Stand na de 36e zet van wit. 

Na (20-25) kan ik waarschijnlijk de schijfjes in de doos stoppen, maar mijn tegenstander speelde (11-17??). Dat zijn die kleine kansjes waar je in een slechte stand nog op hoopt: 36-31! (27×36), 47-41 (36×47), 43-38 (47×33), 29×38 (20×29), 34×21.  

 Die stand had ik natuurlijk remise moeten houden. Na enige voorbereidende zetten op de korte vleugel en doorbraak naar dam was de volgende stand ontstaan: 

Damlust8

André van der Kwartel – Jeroen de Bruijn 

 Stand na de 49e zet van zwart. 

Ik zat al geruime tijd in tijdnood en wilde hier 2-7??? spelen. Ik zag net op tijd dat die zet was weerlegd door (23-29!). In paniek speelde ik hier 35-30? Zes zetten later had ik verloren. In vroeger tijden, toen je na de vijftigste zet weer een uur bedenktijd had, had ik deze stand natuurlijk remise gehouden, maar met steeds één minuutje bedenktijd redde ik het niet. 

In de diagramstand had ik overigens het beste 38-33 kunnen spelen. 

 Ten slotte wist ook Joop Burgerhout zijn partij niet te redden. Een partij die op zichzelf een analyse waard is, alleen al vanwege de vele wisselende kansen. Maar over de gehele linie zat Joop steeds aan de verkeerde kant van de score en verloor hij terecht.

Wie ie wie?

Van Joop Burgerhout ontving ik onderstaande foto, en bijbehorende krantenknipsels. Zijn er leden die deze oud-leden herkennen? Een persoon is al getraceerd, namelijk voorzitter Laterveer.

DCL 1952
Bram vd Putte, Piet Olivier, Fer Laterveer (de broer van de voorzitter) en nog wat mensen zijn voor mij bekende namen.

Enige herinneringen aan deze mensen:

HET KNAAPJE

Bram van der Putten was een aardige man, hij was jeugdwedstrijdleider van de LDDB (de Leidse Districtsdambond). In 1969/1970 was ik een knaapje van 14, 15 jaar, en ik kon een beetje dammen. Ik was behoorlijk gepikeerd dat een jongen van de HBS geselecteerd was voor het LDDB-jeugdteam. Waarom was niet aan mij gedacht? Een aangetekende brief naar Van der Putte, handgeschreven met volzinnen dat ik voornemens zou zijn een rechtszaak te beginnen, de pers te benaderen – wat denken ze wel? Het talent van Katwijk en Rijnsburg – en eindigend met de fraaie woorden: Hopend dat een minnelijke schikking tot de mogelijkheden behoort, tekent met gevoelens van de meeste hoogachting, in de hoop dat een rechtszaak vermeden kan worden …
De dag erna werd ik gebeld door Van der Putten, en die deelde me mee dat ik aan het eerste bord mag zitten, en dat hij blij was met mijn brief, omdat ook wat reserves bedankt hadden.
Een buitengewoon aardige man! Ik zat naast hem toen we naar Monster reden voor de jeugdwedstrijden. “Jij wil graag dammen, Joop. Dat zit je bij mij aan het goede adres!”
Een geweldige pedagoog.

DE NATTE HAND
Gert van Zuijlen jr., ooit Rijnsburgs kampioen, won van Van der Putten die erg netjes was. Van Zuijlen zag hem naar het toilet gaan, ging achter hem aan, deed zijn broek open en waste daarna zijn handen. Toen Van der Putten uit het toilet kwam, gaf Gert hem een net gewassen hand. “Sorry, soms plas ik ernaast” om in de partij met deze hand langdurig boven een schijf te hangen.
Gert won, en Van der Putten was blij verlost te zijn van zoveel smerigheid.

EEN KUNST APART

Piet Olivier heb ik meegemaakt bij een algemene ledenvergadering van de LDDB. Ik zat erbij, omdat daarna wat gedamd zou worden. Naast mij zat Jan Schoneveld, de geweldige voorzitter van de Katwijksche Damclub, en achter mij Piet Olivier.
De kunst om in weinig woorden iets te verduidelijken is genade. Het tegenovergestelde om in heel veel woorden niets te zeggen is een kunst apart. Ik zat tussen deze twee heren ingeklemd.
“We zullen moeten trachten. En proberen. Alsmede een poging te ondernemen. De jeugd. En de jongeren. En dan doel ik niet alleen op hen. Die de leeftijd van 12 nog bereikt hebben. Maar ook op hen die de leeftijd wel bereikt hebben. Te bewegen. Althans gelet op hun leeftijd. Ook de ouders. En de scholen. En dan doel ik op de leerkrachten. Tevens op de Onderwijzers. Ook van het Vrouwelijk geslacht …”
Dat was Jan Schoneveld.
Piet Olivier gebruikte vooral woorden die alleen in kruiswoordraadsels voorkwamen.
Van dammen kwam niets terecht.
Hoofdpijn hield ik over aan deze bijeenkomst.

Laterveer werd in 1970 lid van de Rijnsburgse Damclub. Ook al weer zo’n aardige man. Hij won van Arie Vletter, meermalen Rijnsburgs kampioen. Ik bemoeide me met de partijanalyse. Laterveer was aardig en complimenteerde me met mijn vier zetten diepe inzicht. En Vletter was niet zo aardig. Hij had verloren. “Houd jij je snuit nu maar dicht, jochie”.

Waarom ik dit onthouden heb?
Aardige mensen maken indruk.
Veel woorden kennelijk ook.

NLC 24-9-1952 Leidse Courant 24-9-1952 LD 23-9-52

LEIDS DAMGENOOTSCHAP – 020_2

Door André van der Kwartel (voor zijn computer crashte)

Het Leids Damgenootschap komt met een achttal uit in de Eerste Klasse B van de landelijke competitie. LDG won zijn eerste ronde wedstrijd verrassend van het tweede team van 020 uit Amstelveen. Weinig mensen zouden de uitslag 11-5 van te voren hebben durven voorspellen.

Hans Tangelder opende aan bord 1 de score met een snelle remise tegen Wiebo Drost. Bij het naspelen van deze partij kreeg ik de indruk dat beide spelers groot ontzag voor elkaar hadden en complicaties uit de weg wilden gaan.

Hans Kreder zette met een eenvoudige damzet LDG op een 3-1 voorsprong.

0201

Hans Kreder – Thijmen Stobbe 

 Stand na de 37e zet van wit. 

Zwart staat al slecht, maar de poging om de witte schijf op 23 weg te krijgen is direct verliezend: (2-7??), 28-22 (19×17), 37-31 (26×37), 38-32 (37×28), 33×2. Zwart liet zich de rest niet meer bewijzen. 

 Ik mocht zelf de stand op 5-1 brengen. Dat ging gepaard met een enorme psychische druk. Ik speelde namelijk de onvoltooide van Bronstring. Ik kon het gevoel maar niet van mij af zetten dat de grootmeester met opgetrokken wenkbrauwen over mijn schouder mee keek. Ter onderbouwing van mijn gevoelens een citaat uit de bijlage van Evert Bronstring bij het boek “Damsport in Leiden”: 

“(…) zie ik ook clubgenoten bezig met mijn specialiteiten. Vooral het laatste spoedt mij tot het schrijven van deze artikelen, want het hanteren van specialistische principes vereist wel enige zorgvuldigheid. Te dikwijls nog springen mij de tranen van ellende in de ogen, wanneer ik de clubgenoten bezig zie met abominabele omsingelingen.” 

Hoe dan ook, mijn aanpak van de onvoltooide hekstelling had geleid tot de volgende stelling: 

0202

Huub Kroes – André van der Kwartel 

Stand na de 14e zet van zwart. 

In de partij keek ik naar twee varianten: 42-37 (10-15), 48-42 (21-26) en naar 29-23. Ik was blij dat ik die beslissing niet hoefde te nemen. [Overigens geeft Kingsrow na lang rekenen de voorkeur aan: 29-23 (11-17), 42-37 (13-18), enz. met licht voordeel voor zwart.] Ook mijn tegenstander vond het een moeilijke beslissing, want hij besteedde misschien wel dertig minuten aan zijn volgende zet. En die luidde: 31-26??? Na (12-18), 26×17 (11×31), 36×27 (18-23), 29×18 (13×31) stond ik een schijf voor.  

020 verkleinde de achterstand tot twee punten doordat Maurits verloor van Jan Pieter Drost. In het middenspel overzag de voorzitter van LDG een kleine, maar toch wel verrassende combinatie. 

0203

Maurits Meijer – Jan Pieter Drost 

 

Stand na de 21e zet van zwart. 

Na 40-34 zou wit niet veel te vrezen hebben, maar hij speelde: 41-37? (24-29!), 33×24 (22×33). Het verrassingselement zit erin dat hoe wit ook slaat, er altijd een slagje na volgt. In de partij koos wit voor: 38×29 (27-31), 36×27 (18-22), 27×18 (12×45). Heel even leek wit zich nog te redden: 44-40 (45×34), 39×30 (35×24), 49-44. Wit lijkt zijn schijf terug te winnen, want op (34-40) volgt de plakker 26-21. Maar zwart vindt nog een verdediging: (4-10!), 44-39. Wit heeft niet veel anders. (10-15), 39×30 (14-20), 24-19 (20-25), 30-24 (25-30) en met de onweerlegbare dreiging (9-13) kwam zwart definitief op schijfwinst. 

Teamleider Harry Dekker bracht met een remise de stand op 6-4 in het voordeel van de Leidenaren. Ondanks een door zijn tegenstander zwak gespeelde opening, geeft Kingsrow nergens een mogelijke verbetering in de partij aan. 

Quirinius van Dorp bracht de stand op 7-5. Een opmerkelijke prestatie omdat Quirinius pas twee dagen eerder was gevraagd om mee te spelen in plaats van Joop Burgerhout. Het werd een degelijke remise waarin zich één verrassend moment voordeed waarop Quirinius in grote, zo niet onoverkomelijke, problemen had kunnen komen. 

0204

Pauk Lohuis – Quirinius van Dorp 

Stand na de 36e zet van wit. 

Het spelverloop was (20-25), 43-39 (12-17), enz. Ik vraag mij af wie zou zien dat wit in dit zetverloop een winstkans mist. Na (20-25) had wit 27-21!! moeten spelen. Zwart zit in grote problemen. Op (11-17) volgt 42-37, 28-22, 32×21, 34-30. Op (11-16) volgt 28-22! (16×27), 32×21 (18×16), 34-30. (15-20) is positioneel zelfmoord. Dus blijft over: (12-17), 21×12 (18×7), 28-22 en zwart gaat een schijf verliezen. 

Jack van der Plas bracht de stand op 9-5 en stelde daarmee de overwinning veilig. Op de 47e zet liet zijn tegenstander de laatste kans op remise liggen. Maar het ging dan ook om een verrassend offer. 

0205

Jack van der Plas – Frank Zwerver 

Stand na de 47e zet van wit. 

Na het gespeelde (3-8?) is de stand verloren voor zwart. In de partij ging het heel snel: 30-24 (10-14), 24-19! (14-20), 21-16 (23×14), 16-11 en de rest was niet moeilijk meer. 

In de diagramstand had zwart nog remise kunnen maken met (15-20!). Als zwart (20-25) kan spelen, is het voordeel van wit eigenlijk verdwenen, dus lijkt de sterkste zet van wit: 30-25, maar dan volgt verrassend: (20-24), 29×20 (10-14), 20×9 (3×14). Zwart staat een schijf achter, maar heeft meer dan genoeg compensatie om de partij bij goed spel remise te houden. 

Rudi van Velzen bracht de einstand op 11-5, maar bij die overwinning vallen nog wel enkele kanttekeningen te plaatsen. 

0206

Herman Hebbink – Rudi van Velzen 

Stand na de 41e zet van zwart. 

45-40?? (11-17??) [Beide spelers overzien (18-23!), 27×20 (15×44) met winst voor zwart. Maar het kan nog fraaier.] 30-24 (17-21???), 48-42??? [Beide spelers overzien: 38-33 (21×32), 24-20 (15×24), 33-29 (24×33), 43-38 (32×43), 48×10!] Vier missers in twee zetten! 

Maar het geluk van Rudi was in deze partij nog niet op: 

0207

Herman Hebbink – Rudi van Velzen 

Stand na de 59e zet van zwart. 

27-21??? Wit mocht geen dam halen op veld 4 vanwege (17-21), maar er is geen enkel bezwaar tegen damhalen op veld 5. (17-21) werkt nu niet, omdat zwart na 26×17 zelf moet slaan en wit daarna met bijvoorbeeld 32-28 remise maakt. Ook helpt het zwart niet om eerst (16-21), 27×16 (17-21) te spelen, omdat wit ook dan 26×17 slaat. Na de partijzet ging het eindspel snel verloren.