Tiental mist laatste kans

André van der Kwartel

Het tiental van LDG zal na afloop van dit seizoen een beslissingswedstrijd moeten spelen om degradatie uit de Eerste Klasse van de landelijke competitie te voorkomen. Om die beslissingswedstrijd te ontlopen, had het tiental zijn laatste twee competitiewedstrijden moeten winnen. Maar de eerste van die twee wedstrijden ging al ruim verloren. Het derde team van het Wageningse WSDV was met 7-13 te sterk voor de Leidenaren, die collectief leken te falen en nergens aanspraak konden maken op een beter resultaat.

Een opvallend beeld bij WSDV: er speelden maar liefst vier jeugdspelers van veertien jaar of jonger mee, waaronder drie meisjes. Die vier jeugdspelers zorgden met elkaar voor zes bordpunten. Niet alleen speelden ze sterk, ze toonden ook een voorbeeldige discipline in de zin van het urenlang geconcentreerd achter het dambord blijven zitten.

Joop Burgerhout speelde een riskante experimentele opening die al na zes zetten nog niet eerder was voorgekomen. Na de twaalfde zet van zwart was de volgende stand ontstaan:

Tiental_WSDV_1

Joop Burgerhout – Ivar Smijers

Wit staat hier al heel slecht. Met 33-28 had hij de partij nog gaande kunnen houden, hoewel de perspectieven erg slecht zijn. Het zou mij niet verbazen als de witte stelling hier al aantoonbaar verloren is, maar dat vergt een analyse van Sijbrands-achtige omvang.

Het partijverloop was: 42-38 (23-28), 32×23?A (14-19), 23×14 (18-23), 29×18 (13×42), 48×37 (20×29), 33×24 (9×29), 34×23 (25×32), 37×28. Wit gaf op.

A) Iets beter is 33×22 enz. Dan komt wit maar één schijf achter, maar of dat veel had gescheeld voor de uitslag valt te betwijfelen.

Harry Dekker speelde een snelle remise. Na veertig zetten werd in een gelijkwaardige stand de vrede getekend.

Een volgende tegenvaller was het verlies van Edwin van Hofwegen. Hij werd verrast door een actie van zijn tegenstander waardoor hij een verre voorpost kreeg. Het lukte hem niet om de juiste verdediging te vinden.

Tiental_WSDV_2

Anton van Drumpt – Edwin van Hofwegen

Stand na de 20e zet van wit.

Zwart zal de reactie van wit overzien hebben: (8-13!?), 34-29 (23×34), 40×20 (15×24), 28-23 (19×39), 30×17 (21×12). Aan zwart is een verre voorpost opgedrongen. De vraag is of zwart die nog kan verdedigen. Tijd voor een nieuw diagram.

Tiental_WSDV_3

Anton van Drumpt – Edwin van Hofwegen

32-28 Wit begint de aanval op schijf 39. (3-8), 38-32. Nog even niet. (7-11?) Maar nu is zwart te traag. Hij had hier (4-10) moeten spelen. De mogelijke actie (18-22) of (18-23) zou de schijf op 39 in veiligheid kunnen brengen. Het spelverloop was: 42-38 en nu kan (4-10) niet meer wegens: 48-43 (39×48), 28-22 (48×31), 22×15 (31×4), 25-20 (14×25), 32-27 (4×31), 36×27. Zwart verliest dus nog een tempo: (8-13), 47-42 (13-19??). De definitieve fout. (2-8) had nog enige verdediging gegeven. Nu volgde 35-30. Zwart ging een schijf verliezen en later de partij.

Maurits Meijer zal zich zijn verjaardag anders hebben voorgesteld. Hij verloor nadat hij tot de 28e zet het betere van het spel had gehad. Het omslagpunt deed zich in onderstaande stand voor.

Tiental_WSDV_4

Maurits Meijer – Bas van Berkel

Hier is de stand nog min of meer gelijkwaardig en met 31-27 had wit het evenwicht kunnen bewaren. Hij speelde echter 40-34!? (21-26), 34-30? En dit is de definitieve fout. Alsnog 31-27 had nog houdbaar spel gegeven. Nu ging wit snel een schijf verliezen: (26×37), 42×31 (22-28), 33×22 (24×42), 48×37 (18×27), 31×22 (12-17) en wit verloor een schijf en de partij.

Daarmee was de stand gekomen op 1-7 in het voordeel van WSDV.

Evert Bronstring kwam niet verder dan remise, maar Hans Kreder leek met een overwinning de spanning weer wat terug te brengen. Die overwinning had hij wel grotendeels te danken aan zijn tegenstander die in een betere stelling een onbegrijpelijk slechte zet speelde.

Tiental_WSDV_5

Hans Kreder – Gerard Zijlema

Stand na de 34e zet van wit.

Na (13-18) en (8-12) staat zwart voortreffelijk. Hij speelde echter (15-20??). waarna hij eigenlijk direct verloren stond: 38-33 (13-18), 34-29 (23×34), 40×29 en wit brak na de nodige voorbereidende zetten door naar dam en won gemakkelijk.

Niet voor de eerste keer dit seizoen overkwam mij vervolgens een klein drama. Of eigenlijk een groot drama, maar alles is relatief.

Ik had een moeizame partij tegen een taaie tegenstander gespeeld en dacht met een verrassende actie eindelijk winstkansen te verkrijgen.

Tiental_WSDV_6

Henk Hoksbergen – André van der Kwartel

Stand na de 41e zet van zwart.

38-32!? [45-40-34 is een beter plan.] (14-20!), 30-25? (23-29!), 25×21 (29×47). Ik dacht dat ik het hier wel voor elkaar had, maar 21-17! leverde al de eerste teleurstelling op. Het meestal sterke achterlopen met 47-41 of 47-36 levert hier niets op wegens de plakker 35-30. En hier wordt volgens mij de kiem gelegd voor de enorme blunder die ik straks zal begaan. (47-33), 27-22 (33-29), Hier zag ik dat wit remise kan maken door 32-28! Het geplande (29-18) faalt dan op 17-11. Groot was dan ook mijn opluchting toen wit 26-21?? speelde. De stand is nu gewonnen voor zwart. Ik speelde de winnende zet (29-18) ….. en bood remise aan. In mijn hoofd speelde nog steeds de gedachte dat wit naar remise kon plakken met 35-30 en ik zag over het hoofd dat zwart dan (18×25) moet slaan. Mijn tegenstander reageerde verbaasd, maar pakte dit cadeautje graag aan. Ik had daarna enige tijd nodig om weer wat bij te komen. De vraag bleef hangen, waarom ik remise aanbood en niet gewoon mijn tegenstander een zet had laten spelen…..

De verliespartij van Peter van den Berg bracht de stand op 5-11 voor WSDV. Maar Peter miste in het middenspel wel een belangrijke kans om groot, zo niet winnend voordeel te verkrijgen.

Tiental_WSDV_7

Luise Gabbert – Peter van den Berg

Stand na de 31e zet van zwart. Wit speelde hier het zwakke 43-38, waarna zwart de kans miste om met (13-19) tot een sterke kettingstelling te komen. Merk eerst op dat 29-23 (19×28), 32×23 (18×29), 34×23 verhinderd is door (12-17) en daarna moet zwart een paar wachtzetten spelen. Dus wit moet ander tegenspel zoeken. Bijvoorbeeld: 32-28 (9-13), 28×19 (11×22), 38-32 (19-23). Zwart heeft nu verreweg het beste van het spel.

In de diagramstand had wit beter voort kunnen zetten met 40-35 met vervolgens de mogelijkheid van 34-30. Later in de partij negeerde zwart nog een verrassende remise en verloor uiteindelijk kansloos.

Jack van der Plas speelde remise en daar mocht hij uiteindelijk nog blij om zijn. In een complex eindspel overleefde hij een misgreep.

Tiental_WSDV_8

Jack van der Plas – Fernande de Graaf

Stand na de 60e zet van zwart.

Wit kan hier op een verrassende wijze remise maken: 27-22! (50×17), 43-38 (47×33), 6-1!! In plaats daarvan speelde wit 16-11?? Zwart speelde nu (29-34??), 30×39 (50×31) en na 6-1 remise overeengekomen. Zwart had echter een gewonnen eindspel kunnen krijgen door in plaats van (29-34) (50-45) te spelen. En nu bijvoorbeeld: 27-21 (29-33), 30-25 (33-38), 43×32 (47-41), 32-27 (41-36), enz.

Hans Tangelder sloot de wedstrijd af met een remise. Hij kreeg een van zijn favoriete openingsvarianten op het bord, maar kon er deze keer geen winnend voordeel uit halen. In de partij werden de remisemarges nergens overschreden. Eén grappig fragment uit het eindspel:

Tiental_WSDV_9

Marie Gabbert – Hans Tangelder

Stand na de 60e zet van wit.

Zwart speelde hier (13-18), maar Hans ontdekte na afloop een aardige verrassing: (44-49). Wit mag nu geen dam halen. Bijvoorbeeld: 10-5 (11-17), 5×2 (49-35) met winst. Helaas is het niet sluitend. Wit kan eerst 32-27 en daarna 10-4 spelen, met remise.

…en het zit wel eens tegen

André van der Kwartel

Op 3 februari speelde het zestal in de Provinciale Hoofdklasse tegen het eerste team van Damlust uit Gouda. Het werd een stevige 9-3 nederlaag. Een paar impressies.

Casper Remeijer speelde een moeizame remise en zal daar ongetwijfeld teleurgesteld over zijn. In het middenspel ondernam hij een ogenschijnlijk kansrijke actie, die echter nogal bleek tegen te vallen.

Tiental_VST_8

Erik Hoogendoorn – Casper Remeijer

Stand na de 27e zet van wit.

(19-23), 28×19 (18-23), 19×28 (27-32), 38×18 (12×41). Wit heeft nog een verdediging: 26-21 (17×26), 36-31 (26×37), 47×36. Het ziet er goed uit, maar wit dreigt met 33-28 en 43-38-32. Dus volgde als spelverloop: (9-13), 33-28 (13-18), 43-38 (18-22), 28×17 (2-8). Nu volgde 48-42 (37×48), 40-35 (48×30), 35×24 en dit gaf wit voldoende compensatie om tot een probleemloze remise te komen.

Koos van Amerongen verloor van Erno Prosman. Hij stuurde mij de volgende toelichting op zijn 19e zet:

Tiental_VST_9

Koos van Amerongen – Erno Prosman

Stand na de 18e zet van zwart.

Toen ik 19..33-28 speelde, had ik voornamelijk de volgende leuke variant, die op het eerste gezicht heel goed voor zwart lijkt maar dat helemaal niet is, voor ogen: 19..22×33 20.39×28 21-27 (partij 9-14) 21.32×21 16×27 22.28-23 18-22 (met idee 12-18 xx en oplopen) en nu de toch wel fraaie zet 23.23-18! 12×23 24.29×18 20×29 25.34×23 en ondanks dat wit twee schijven helemaal alleen voorin heeft gepositioneerd, staat hij niet minder. Na het logische 25..10-14 26.42-38 dreigt wit met 38-32, terwijl op 26..13-19 het neutraliserende 44-39 & 38-33 volgt. Blijft over 26..8-12 27.18×7 2×11 maar dan volgt weer 28..23-18! en wit staat inmiddels zelfs goed.

In de partij ging het dus anders. [(9-14), 28-23 (12-17), 23×12 (14-19), 44-39 (19×30) AK] Ik had ‘gewoon’ vast moeten houden aan mijn plan en nu 24.32-27 21×32 25.12×21 16×27 26.40-35 moeten spelen. Wit staat daarna ietsje ongemakkelijk, maar in de analyse raak ik niet meer in de problemen. Ik vond het wel een leuke stand, maar Erno manoeuvreerde handig om mijn trucjes heen en at ogenschijnlijk simpel mijn schijfje op, waarna hij het gedecideerd afmaakte. Een terechte overwinning.”

Steven den Hollander redde de spreekwoordelijke eer voor het zestal. Dat had overigens niet zo veel met zijn partij te maken, want daarin had hij langdurig groot, zo niet verliezend nadeel. Een cruciaal moment uit deze partij:

Tiental_VST_10

Henk van Klaveren – Steven den Hollander

Stand na de 42e zet van zwart.

Wit heeft een kansrijke omsingeling en had deze moeten volhouden met: 34-30 en nu bijvoorbeeld: (13-18), 48-42 (16-21), 30-24 (19×30), 25×34 (14-19), 42-37 met groot voordeel voor wit.

In de partij speelde wit 41-37×47, verloor de grip op het blok zwarte schijven en verloor.

Hans Tangelder verloor in een partij waarin hij langzamerhand steeds slechter kwam te staan en uiteindelijk in een kansloos overmachtseindspel terecht kwam.

Hans Kreder hield lang stand tegen een duidelijk sterker tegenstander, maar in een al sterk uitgedunde stand ging het toch nog fout.

Tiental_VST_11

André Venema – Hans Kreder

Stand na de 57e zet van wit.

(18-23) moet gemakkelijk tot remise leiden, maar Hans gaat voor een meer complexe poging: het behalen van twee dammen: (18-22), 21×12 (24-29), 33×13 (22×33). Het lijkt alsof zwart met twee schijven kan doorbreken, maar dat kan wit verhinderen: 13-9! en wit houdt altijd een van beide schijven tegen.

Ten slotte verloor ook Harry Dekker. Hij maakte het zijn tegenstander ineens wel erg gemakkelijk.

Tiental_VST_12

Harry Dekker – Erik Maijenburg

Stand na de 40e zet van zwart.

De stand is vrijwel gelijkwaardig, maar niet meer na het gespeelde 31-26?? (12-17!). Ineens gaat wit ten minste een schijf verliezen door de dreiging (19-24) en (17-21). Wit speelde 39-34 maar liet zich het vervolg niet meer bewijzen: (17-21), 26×17 (11×22), 28×17 (24-29), 34×12 (13-18), 12×23 (19×46), 17-12 (46-19) en zwart wint.

Het zit wel eens mee ….

André van der Kwartel

In de negende competitieronde heeft het Tiental van LDG een verrassende overwinning behaald op het derde team van Van Stigt Thans uit Schiedam. Dit team is in de breedte duidelijk sterker dan het Tiental van LDG, maar in deze wedstrijd vielen diverse uitslagen net de goede kant op. Zoals het in sommige eerdere wedstrijden nog wel eens tegen zat, zat het deze keer op meerdere borden mee.

Alvorens een aantal fragmenten uit deze wedstrijd te tonen, wil ik eerst terugkomen op mijn vorige verslag over de wedstrijd van het Tiental tegen VAD. Ik gaf daarin over het onderstaande fragment aan dat wit na (23-29), 34×23 (19×39) naar 8 zou moeten slaan, omdat zwart anders (17-22), 27×9 (3×5) zou kunnen spelen.

Tiental_VST_1

Edwin van Hofwegen – Henk Twijnstra

Op toernooibase geeft Casper Remeijer aan dat die opmerking niet correct is. Na 30×10 wint wit juist wel. Na (3×5) volgt namelijk: 38-33 (39×28), 26-21 (16×27), 31×33 en de overblijvende stand wint gemakkelijk. Als zwart niet de twee-om-twee met (17-22) neemt, heeft wit een eindspel dat gemakkelijk lijkt te winnen. Bijvoorbeeld: (39-44), 10-5 en zwart kan nu geen dam halen (opgave voor thuis), terwijl wit met van alles dreigt.

Overigens raad ik iedereen die deze verslagen leest aan om ook op www.toernooibase.kndb.nl

te kijken. Daar kunnen de partijen worden nagespeeld, terwijl ze in sommige gevallen ook nog eens vergezeld gaan van allerlei – soms leerzame – commentaren.

De wedstrijd werd geopend door Harry Dekker. Over zijn remisepartij vallen geen bijzonderheden te melden. Vervolgens zette Joop Burgerhout LDG op voorsprong. In een duidelijk betere stand overzag zijn tegenstander iets dat leek op een verschoven Coup Royal.

Tiental_VST_2

Joop Burgerhout –Gerrit van Mastrigt

Stand na de 37e zet van wit.

Na (13-19×9) staat zwart uitstekend, maar hij speelde (4-9??). Natuurlijk volgde toen: 26-21 (27×16), 31-27 (22×33), 39×6 en zwart gaf op.

De volgende verrassing was de remise van Peter van den Berg. Het ratingverschil met zijn tegenstander, Piet Bastiaanse, bedroeg meer dan 200 punten, maar dat kwam er in de partij niet uit. Wel moet eerlijk worden toegegeven dat Peter niet over geluk te klagen heeft gehad.

Tiental_VST_3

Peter van den Berg – Piet Bastiaanse

Stand na de 27e zet van zwart.

42-38 is hier een degelijke zet voor wit, maar misschien wilde hij (18-23) voorkomen. Hij speelde 28-23!? Nu levert de actie (24-30), (25-30), (20-24) enz. zwart niets op. Misschien viel hem dat zó tegen dat hij (17-22) speelde. Maar daarmee overzag hij een niet zo moeilijke schijfwinst: (25-30!). Er dreigt (20-25) en 23-19 is verhinderd door (24×13), 35×24 (18-23), 29×9 (20×40), 45×34 (4×13) met twee schijven winst. Wit zal dus veld 38 moeten sluiten, bijvoorbeeld met 42-38, maar dan volgt: (20-25), 29×20 (25×14), 35×24 (18×20) met schijfwinst voor zwart.

Edwin van Hofwegen speelde een gelijkwaardige remise tegen Henk de Witt, waarna Hans Tangelder LDG op een voorsprong van vier punten zette. Volgens Hans blunderde zijn tegenstander omdat hij werd afgeleid door de blunder van zijn buurman, Gerrit van Mastrigt, hetgeen Hans tot de uitspraak bracht: “(Ton) Burgerhout verloor, omdat (Joop) Burgerhout won.”

Het gaat om het volgende fragment:

Tiental_VST_4

Ton Burgerhout – Hans Tangelder

Stand na de 40e zet van zwart.

In deze gelijkwaardige stelling speelde wit 25-20?? Er volgde: (10-14), 20-15. Zwart kan nu een schijf winnen door (14-20), maar dat wordt beantwoord met 38-32. Dus offerde zwart eerst een schijf met (27-32), 38×27. Maar als zwart nu (14-20) speelt, kan wit reageren met 27-21 en ook doorbreken naar dam. Dus schrikt Hans er niet voor terug nog een schijf te offeren: (26-31), 27×36 en nu pas: (14-20), 15×24 (19×39). Wit gaf op.

Van Stigt Thans kwam nog terug in de wedstrijd doordat Jack van der Plas kansloos werd weggespeeld na de volgende opening: 34-30 (18-23), 30-25 (19-24), 32-28 (23×32), 37×28. Zijn tegenstander, Hans Lansbergen, constateert op Toernooibase dat na twee zetten deze opening al uniek is en hij vraagt zich af of het ooit een vervolg zal krijgen. Ook in de Mega2015 database van TurboDambase komt deze opening niet voor.

Hoe moeten we deze openingszetten beoordelen? Om te beginnen: niemand maakt mij wijs dat zwart na deze zetten verloren staat. Dat betekent dat er nog een heleboel te vechten valt en waar er wordt gevochten komen kansen. Ik zou deze opening wel eens willen uitproberen…..

Vervolgens speelde Maurits Meijer remise, maar ook hij mocht daarover niet klagen.

Tiental_VST_5

Jelle Groeneveld – Maurits Meijer

Stand na de 32e zet van wit.

Met (13-19?) zette zwart een slagzet open die door wit werd gemist of genegeerd. Het is onzeker of wit na het uitvoeren van de slagzet gewonnen staat: 25-20 (14×25), 29-24 (19×39), 38-33 (39×28), 27-21 (16×38), 42×15. Wit speelde 38-33 (10-15??), maar nu werd de afwikkeling wel genomen: 29-24 (19×28), 27-21 (16×38), 42×4. Deze stand had voor wit tot winst moeten leiden, maar het spelverloop was: (7-12), 48-43 (12-17), 43-39 (2-7!?), 39-34?? (7-12) en de witte dam wordt altijd gevangen.

Hans Kreder bracht de stand op 6-10 in het voordeel van LDG. In deze partij miste Hans een aardige forcing.

Tiental_VST_6

Hans Kreder – Wim Heuvelman

Stand na de 37e zet van zwart.

Wit speelde hier 48-42!? en won later soepel na een doorbraak naar dam op zwarts lange vleugel. Dwingender zou zijn geweest: 29-23! (22-27), 32×21 (16×27), 37-32 (17-21), 26×17 (12×21), 48-42 en zwart zit in onoverkomelijke problemen. Bijvoorbeeld: (21-26), 32×21 (26×17), 38-32.

Ik mocht zelf met een remise het winnende elfde punt binnenbrengen. Mijn tegenstander had het mij echter aanzienlijk moeilijker kunnen maken, dan het in de partij ging.

Tiental_VST_7

André van der Kwartel – Kees Romijn

Stand na de 55e zet van wit.

Ik geef eerst het spelverloop: (9-13A), 34-30 (13-19), 24×13 (18×9), 30-24B (9-13C), 41-37 (13-18), 36-31! (27×36), 26-21 en de partij liep gemakkelijk remise.

A) Veel sterker leek (18-23), 29×18 (22×13), 41-37 (13-18), maar dat lijkt na 37-31 (18-22), 26-21 (27×16), 31-27 (22×31), 36×27 toch wel weer mee te vallen.

B) Slordig. Hier had eerst 41-37 gemoeten om nog binnen veilige marges te blijven.

C) Maar zwart grijpt zijn laatste kans niet. Met (27-32) had hij het wit moeilijk kunnen maken. Het verleidelijke 41-37×47 verliest. Dus wit moet het gaan zoeken in 26-21 (32-38), 21-16, enz., maar dat kan nog een zwaar eindspel opleveren, zeker met nog maar één minuut per zet.

Ten slotte speelde Arjan Varkevisser verdienstelijk remise tegen een duidelijk sterker tegenstander. Arjan was vroeg in de partij door een blunder een schijf achter geraakt, maar bleef knokken voor een goed resultaat. Dat lukte hem wonderwel en uiteindelijk kwam er een één-om-drie op het bord waarin zijn teleurgestelde tegenstander nog even bleef doorspelen, maar uiteindelijk in remise berustte.

Leimundo schooldamkampioen van Leiden

Maurits Meijer

DSC02606

Op woensdag 5 februari werd in de aula van het Leonardo College aan de Noachstraat het jaarlijkse damkampioenschap voor basisscholen verspeeld. Dit toernooi werd zoals gebruikelijk georganiseerd door de Leidse Schoolsportcommissie in samenwerking met het Leids Damgenootschap.

DSC02610

Er werd door de deelnemers met veel inzet en enthousiasme gespeeld.

Het eerste team van Leimundo en het tweede team van Lucas van Leyden begonnen de strijd beide met een 8-0 overwinning. Na 3 rondes ging Lucas van Leyden 2 allen aan de leiding maar in ronde 4 ging het mis met een 8-0 nederlaag tegen het eerste van Leimundo. Het eerste van Lucas van Leyden kwam in dezelfde ronde ook langszij met een 8-0 overwinning op het tweede van Leimundo.

DSC02607

Het team van de Singel kende een slecht start maar wist zich goed te herstellen en eindigde met 20 punten op de 4de plaats. Het tweede team van Leimundo had aan het einde van de strijd 12 punten en claimde de 5de plek. Lucas van Leyden had zelfs een derde team en dat team haalde met 5 punten de 6de plek. Het tweede van de Lucas van Leyden bleef met 24 punten net achter het eerste team dat met 27 punten de 2de plek bemachtigde. Voor 2020 mag het eerste team van Leimundo met 32 punten zich kampioen van Leiden noemen.

De top 2 Leimundo 1 en Lucas van Leyden 1 mogen op 14 maart in Gouda de Leidse eer gaan verdedigen in het provinciale schooldamkampioenschap.

De eindstand:

eindstand 2020

 

Wederom spannende wedstrijd tegen Scheveningse dames

Wim Zwinkels

Afgelopen donderdag stond de return thuis tegen Scheveningen op het programma. De eerste ontmoeting was in een 4-4 geëindigd en nu, een klein half jaartje verder, zouden onze vorderingen met het spel zich moeten gaan uitbetalen. De loterij op de ongetwijfeld door Chinezen gehackte computer van Eelco gaf de opstelling aan: 1. Quirinius 2. Wim 3. Eelco 4. Eric. In de week voorafgaand werden diverse oefenopgaven rondgestuurd via de groepsapp door met name Eric en Q, die beiden een baan in een sector in het bedrijfsleven hebben waarbij overdag alle tijd voor dammen is. Captain Eelco herinnerde er ons de ochtend van de wedstrijd nog even aan dat wij tegen een damesteam zouden spelen en voegde daarbij de laatste instructies om fris gewassen achter het bord te verschijnen.

Fris en vol goede moed plaatsten wij ons achter het bord. Eric haalde nog zijn speciale dambril even uit de auto, wat de dames de gelegenheid gaf sterke verhalen te vertellen over hun nachtelijke slemppartijen tijdens het damtoernooi van Salou. Even voor achten konden de partijen aanvangen.

Eric had wellicht beter zijn niet-dambril op kunnen houden want in de eerste zetten liep hij in een simpele 1 om 2, waarbij ook nog eens een witte schijf op 6 verscheen. Aan de overige borden volgde eenieder de gouden regels van coach Steven. Met uitzondering van het correct noteren. Iedere notatiefout kost 5 euro en na afloop van deze match zou het totaal op 485 euro uitkomen.

Als eerste was het aan de Q-minator om zijn gezonde spel in twee punten om te zetten.

Q1

Na 30. (18-23?) zette Q. een formatie op waartegen weinig te beginnen was met 31. 34-30! (13-19) 32. 39-34 (20-25) 33. 33-29 24×33 34. 38×18 (19-24?) [beter dan deze 3 om 3 is direct de 2 om 2 met 26-31] 35. 30×19 (26-31) 36. 37×17.

Q2

In deze stand volgde nog even nauwkeurig 41. 35-30! En enkele zetten later staakte Hanny de Vaal-Kokshoorn de strijd.

Hierna leek Wim aan de beurt om te gaan oogsten. Tegenstander net als in de heenwedstrijd was Nel Lindhout, die ook deze partij een “Nelletje Lindhout” op het bord zette (een ingeburgerde term bij ons waarbij een klavertje van drie schijven aan de rand opgebouwd wordt gevolgd door terugruilen). Terwijl Nel wederom de rand in ging, bouwde Wim een mooi centrum op.

Wim1

Hier zag ik een mooie mogelijkheid om twee plannen te combineren: flankaanval opzetten en dreigen met 17-21 en schijf 12 weghalen om de dreiging 23-29 erin te brengen waarna meerslag met schijf 34 moet en terugslaan met 24 geen optie is. 31. (22-27) 32. 47-41 (17-21) 33. 26×17 (12×21) 34. 41-37? [38-33 was echt noodzakelijk] (23-29) 35. 34×12 (25×41) [lekker zo’n vierklapper in een teamwedstrijd!] 36. 36×47 (8×17).

Met op beide vleugels 4 tegen 3 leek mij de winst een kwestie van tijd. Terwijl ik bezig was met het tempospelletje vergat ik even de tactiek, zowel in aanvallend als in verdedigend opzicht.

Wim3

Geef dit diagram met de opdracht ZAZ dan zou iedereen uit het team toch snel komen met 32-38 en 22-28 met dam op 46. In plaats daarvan leek 44. 19-24 mij de handigste. Maar ik viel net niet van mijn stoel na 45. 34-29! (24×33) 46. 42-38 (32×43) 47. 48×17. Wit haalt dam en ook meteen schijf 14 via de lange diagonaal op. Goed gezien van Nel, die achteraf verklaarde op de club op te geven met 2 schijven achter maar hier doorspeelde omdat het een teamwedstrijd betrof. Volkomen terecht!

Dat was dus een tegenvaller. Maar niet getreurd, een blik naar links leerde dat Eelco een mooi schijfje meer had tegen Gerda van der Meijden. Eelco: ”In een sterk opgezette partij waarbij de druk vol op de tegenstandster stond won ik een schijf. Door taai verdedigen van haar zat ik me blind te staren hoe ik erdoorheen zou komen, waardoor ik een blunder van het niveau voor het Van der Wal diploma uit mijn vingers liet komen: een 1 om 2 met doorloop naar dam. Door te blijven bikkelen haalde ik er toch nog een puntje uit met leuk slotstuk.”

Eelco1

Het eenvoudigst lijkt hier dam op 47 en na 33-29 (13-19) of 34-29 (17-22). Zwart speelde echter eerst 53. (17-22) 54. 30-25! (41-47) [dam halen had op 46 gemoeten 55. 24-20 (14-19) 56. 20-15 (19-24) en wit komt niet verder.] En omdat ie zo leuk is de stand nu:

Eelco2

Uiteraard had Eelco hierop gehoopt en speelde 55. 25-20! en de twee schijven houden tamelijk eenvoudig remise tegen de dam. Dat was na die bok dus een meevaller.

Stand dus 4-2 voor ons en ondertussen stond er op het bord van Eric aan weerszijden een dam met bij Eric wel wat schijven minder. Zou de wedstrijd dan toch onze kant op vallen? Uiteindelijk bleek het schijventekort en de witte schijf op 6 Eric toch definitief op te breken. Liefhebbers van leedvermaak die toch de partij willen zien, verwijs ik door naar Toernooibase. Eric: “Bij mij was de schok zo groot dat ik nog steeds niet naar de partij heb gekeken. Al na een paar zetten maakte ik een afschuwelijke fout. Ik probeerde er nog een partij van te maken. Op enig moment meende ik dat ik een combinatie kon uitvoeren. Dit bleek echter wederom een blunder. Ik zag werkelijk helemaal niets. Maar ook gezegd moet worden dat mijn tegenstander Joke van der Meijden handig en vlot profiteerde van mijn gestuntel.”

En zo was het. De geroutineerde en vlot spelende dames zijn gewoon dammers tegen wie je weinig foutjes kunt permitteren. Dit hoort bij onze ontwikkeling. Het zal over een half jaar niet meer gebeuren. Hoewel, die eerste wedstrijd van ons een half jaar geleden was ook 4-4. Toch vind ik dat we goed vooruit zijn gegaan. En ik heb Nel bij het vertrek van de gasten gezegd dat ik de stijgende lijn ga doorzetten in een volgende partij tegen haar: nederlaag, remise, overwinning!

Hans wint van Hans in de beker dankzij Afrikaanse dam

Hans Tangelder

In de tweede ronde van de bekercompetitie op 30-1-2020 stond de partij Hans Kolfoort – Hans Tangelder op het programma, die een ongewoon verloop had:

1. 32-28 19-23 2. 28×19 14×23 3. 37-32 10-14 4. 34-30 14-19 5. 30-25

Dia1

9-14?

Na de partij gaf Casper Remeijer aan dat het moderne 17-21, 25×14, 9×20 hier de voorkeur verdient, omdat schijf 5 achterblijft na 9-14. 17-21, 25×14, 9×20 speelde ik dan ook twee dagen later in de wedstrijd Van Stigt Thans 3 – LDG tegen Ton Burgerhout, en ik won die partij ook nog. Dat lag niet aan deze zet, maar waarschijnlijk aan het feit dat Joop Burgerhout naast ons een blunder van zijn tegenstander afstrafte, waardoor Ton Burgerhout even afgeleid was en even later een andere zet speelde dan de zet die hij eigenlijk wilde spelen. Helaas voor hem, maar niet voor LDG, was die andere zet ook een blunder. Kort gezegd: Burgerhout verloor omdat Burgerhout won. Ongetwijfeld worden deze blunders besproken in het verslag over die competitiewedstrijd van André van der Kwartel, dat binnenkort op deze website zal verschijnen. Ook mooie stof voor een nieuw miniboekje van Evert Dollekamp. Terug naar de partij.

6. 41-37 4-9 7. 33-28 16-21 8. 31-27 21-26 9. 39-33 11-16 10. 44-39 17-21 11. 40-34 12-17 12. 34-30 17-22 13. 28×17 21×12 14. 33-28 20-24 15. 49-44 6-11 16. 39-33 11-17 17. 37-31 26×37 18. 42×31 17-21 19. 31-26 12-17 20. 44-39 1-6 21. 47-42 7-11 22. 46-41 24-29 23. 33×24 14-20 24. 25×14 9×29

Dia2

Zwart heeft de knuppel in het hoenderhok gegooid. De computer geeft nu 30-25 als beste zet aan met als mogelijk vervolg: 30-25, 3-9, 50-44 (niet 39-33 vanwege 19-24, 9-14, 13-19), 18-22, 27×18, 13×33, 39×28, 8-12, 41-37, 12-18, 35-30 met een betere stelling voor wit.

De partij ging echter verder met 25. 39-33. Het dammetje 29-34, 23-29, 19×30, 35×24, 15-20, 5-10, 13-19, 19-23, 17×46, 25×17, 11×31, 36×27, 46×14 leidt na de damafname 42-37, 38-32 tot remise.

In de partij vond Hans Tangelder alleen de Afrikaanse dam 19-24 26. 28×19 8-12 27. 19×8 2×13 28. 30×8 18-23 29. 33×24 15-20 30. 24×15 5-10 31. 15×4 12-18 32. 4×22 17×46 33. 26×17 3×32 34. 38×27 11-17

Dia3

Wit staat nu beter.

35. 43-39 23-28 36. 36-31?

Na 39-34! moet zwart vechten voor remise. Op 17-21, volgt de damafname 27-22, 42-37. Op 28-33 damafname 27-21 42-37. En na 6-11 27-22 moet zwart een schijf offeren, omdat op 28-32 22-18 volgt en op 28-33 volgt damafname met 42-37.

28-33 37. 39×28 46×19

Zwart staat nu beter, maar wit staat nog niet verloren.

38. 31-26 19-2 39. 42-37 2-7 40. 37-31 7-11 41. 45-40 11-7 42. 35-30 7×45 43. 30-24 45-7 44. 27-22 17×28 45. 24-19 7-11 46. 19-14 28-32

Dia4

Beide spelers overzien de remise 50-44!, 11×50, 37-41.

47. 26-21?

Nu is verlies onvermijdelijk voor wit.

16×36 48. 14-10 36-41 49. 10-4 41-46 50. 4-15 46-37 51. 50-45 11-28 52. 45-40 37-26 53. 40-35 32-37 54. 15-47 26-31 55. 35-30 31-36 56. 30-25 37-41 57. 25-20 41-46 58. 20-15 46-32 59. 47-24

Dia5

28-10 60. 15×4

Hans Kolfoort gaf op, omdat op de volgende zet 19-24 volgt. Ook 59. 47-42 was verhinderd vanwege 15-4!

Tiental en zestal verliezen

André van der Kwartel

Het tiental

Het tiental heeft de overwinning op het tweede team van Rijnsburg geen positief vervolg kunnen geven. Met 7-13 werd op 18 januari verloren van het Verenigd Amsterdams Damgenootschap. Aan deze nederlaag lagen drie blunders ten grondslag van respectievelijk Evert Bronstring, Peter van den Berg en uw verslaggever. Dat resulteerde vroeg in de wedstrijd in een achterstand van 0-6 die door de overige spelers niet meer kon worden goedgemaakt.

Evert Bronstring kent dit seizoen geen gelukkige invalsbeurten. Eerder blunderde hij een gewonnen stand weg, in deze wedstrijd liep hij in een gelijkwaardige stand op de 36e zet in een eenvoudig zetje.

Tiental_VAD_1

Chris van Westerloo – Evert Bronstring

(12-17??), 42-37 (17×28) en zwart liet zich de rest niet meer bewijzen: 27-21 (16×27), 38-32 (27×38), 43×3.

In deze competitie valt op hoe gemakkelijk Peter van den Berg al in een vroeg stadium in de partij zetjes over het hoofd ziet. In dit geval een kaatsingszetje op de 18e zet. Gezegd moet worden dat Peter na zo’n fout meestal wel blijft knokken voor een positief resultaat, maar deze keer kreeg hij zelfs daar geen gelegenheid voor.

Tiental_VAD_2

Peter van den Berg – Hanco Elenbaas

De fout die wit hier maakt is bij oppervlakkige beschouwing niet eens erg zichtbaar: 39-33?? (2-8!) en wit gaat – in ieder geval voor de korte termijn – altijd een schijf verliezen:

A) De partijvariant: 37-31 (24-29), 33×24 (17-21), 26×17 (11×33), 38×29 (23×25). Het kaatsingszetje.

B) 44-39 (24-29), 33×24 (17-21), 26×17 (11×44)

C) 43-39 (17-21), 26×17 (12×21) en de dreiging (21-27) is niet te weerleggen.

D) Het beste is nog: 30-25 (18-22), [Nu niet 37-31 wegens (22-27) met dam op 50.] 33-29 (23×34), 40×20 (22×33), 38×29 (15×33). Zwart staat nu een wankele schijf voor. Wit kan hem niet meteen aanvallen met 43-38 wegens (14-20), (4-10), (12-18) en (16×47). De computer geeft nog wel ruim voordeel aan zwart, maar het is niet meer overtuigend.
Opmerking van Hanco Elenbaas: na 30-25 speelt zwart 17-21×21 en dat wint via 21-27 simpel een schijf. Dan heb je het moeilijke gedoe van de schijfwinst in de verre voorpost op 33 verdedigen niet.

Ik speelde een complexe partij die in de groepsapp de nodige reacties opriep. Helaas verknoeide ik de partij weer door een afzichtelijke blunder. Wel gingen bij enkele spelers van VAD spontaan stemmen op om mij te nomineren voor de meest strijdlustige speler van deze wedstrijd. Toch een kleine troost.

Tiental_VAD_3

André van der Kwartel – Kees Binnenkade

Stand na de 31e zet van zwart.

Dit diagram illustreert een gevaarlijk moment in een dampartij. De complexiteit van enkele zetten eerder is (even) weg. Daarmee dreigt ook de noodzakelijke wedstrijdspanning even weg te vallen en wordt de zetcontrole verwaarloosd: 39-33?? (24-30), 35×15 (4-10), 15×4 (12-18), 4×22 (17×50) en opgegeven. In de diagramstand is 27-22, eventueel gevolgd door 31-27 een goed speelbare voortzetting.

Joop Burgerhout kwam terecht in een openingsvariant waaraan de naam van zijn tegenstander is verbonden: Herman van Westerloo. Verrassend genoeg won Joop zijn partij overtuigend. Ook deze partij leidde tot veel reacties in de groepsapp die met elkaar een leerzame minicursus vormden over de Van Westerloovariant in de Kelleropening.

Wat mij bij het naspelen van deze partij vooral trof, was de harde wijze waarop Van Westerloo na een belangrijke fout in de opening kansloos wordt weggespeeld. Ik laat daarom het moment in de opening zien, waarin beide partijen een fout maken, die wit vervolgens niet meer te boven komt. Ik maak daarbij graag gebruik van de commentaren in de groepsapp.

Tiental_VAD_4

Herman van Westerloo – Joop Burgerhout

Stand na de 14e zet van wit. We herkennen het resultaat van de Van Westerloo variant in de Kelleropening. Toch?

Zwart speelde hier (3-9?). Deze zet wordt zowel door de computer als door Koos van Amerongen en Casper Remeijer afgewezen. Volgens Casper zou zwart zelfs een schijf moeten gaan verliezen als wit het goed speelt. Aangewezen is (20-25). Maar na het gespeelde (3-9) speelt wit het ook niet goed en dat is toch opmerkelijk voor de naamgever van deze variant. Wit speelde 47-42 en werd weggespeeld. Aangewezen is 31-27 waarbij Koos van Amerongen de volgende variant aangeeft: (7-11), 36-31 (20-25), 40-35 (14-19), 35-30 (10-14), 41-36.

Maurits bracht met een remise waarover niets bijzonders te melden valt de stand op 3-7.

Vervolgens verloor Hans Kreder. In een wat mindere stand reageerde hij verkeerd op een aanval van zijn tegenstander.

Tiental_VAD_5

Hans Kreder – Huib van der Vossen

Stand na de 43e zet van wit.

Zwart zet de aanval in: (16-21), 27×16 (26-31), 34-29? Maar dit is een te passieve reactie. Wit moet proberen zo snel mogelijk zelf door te breken. Dus: 38-32 met als mogelijk vervolg: (31-36), 32-27 en wit dreigt ook door te breken. Het beste voor zwart lijkt nog: (17-21), 16-11 (21×23), 11-7. Wit gaat een nadelig eindspel tegemoet, maar het is zeker nog niet verloren.

Hans Tangelder speelde remise, maar heeft daarbij misschien niet over geluk te klagen gehad. We komen erin op de 57e zet van zwart.

Tiental_VAD_6

Hans Tangelder – Paul de Heus

Zwart speelde (27-32), 38×27 (37-42), maar lijkt daarmee te ongeduldig. Mijn aanvankelijke inschatting dat wit zal gaan verliezen als zwart eerst (3-8-12) speelt, blijkt echter overdreven. Bijvoorbeeld: (3-8), 39-33 (8-12), 24-19 (27-32), 38×27 (37-42), 27-21 (42-48), 21-16 (12-17), 33-28 (48-34), 36-31 en er is geen winst meer. Maar onderweg in deze variant kan wit nog verschillende foute beslissingen nemen die wel tot verlies zouden leiden.

Harry Dekker speelde remise en dat was terecht, maar toch had zijn tegenstander het hem heel wat moeilijker kunnen maken.

Tiental_VAD_7

Arie Storm – Harry Dekker

Stand na de 51e zet van zwart.

Wit speelde hier 19-14×14 en na (27-32), 38×18 (26-31), 36×27 (21×12) liep de partij snel remise.

Wit had het zwart moeilijk kunnen maken door in de diagramstand 28-23! Te spelen. (9-14) of (4-10) zijn geen goede opties dus zwart moet wel een noodsprong nemen: (27-31), 36×18 (17-22), 18×27 (21×43), 48×39 (26-31). Het zal wel remise zijn, maar het is nog hard werken voor zwart.

Ook Jack van der Plas haalde een remise binnen, maar hij heeft in ieder geval aantoonbaar verloren gestaan.

Tiental_VAD_8

Michel Horn – Jack van der Plas

Stand na de 57e zet van wit.

Wit had al eerder in de partij winnend voordeel laten weglopen, maar op dit moment geeft hij zelfs de winst helemaal uit handen: (17-22), 34-29??? (22×31), 26×37 (18-22) en de stand liep remise. In plaats van 34-29 had wit 35-30! Moeten spelen, waarna de stand gewonnen is voor wit: (22×31), 26×37 (16-21), 30-24 (18-22), 34-29.

Ten slotte speelde ook Edwin van Hofwegen remise. Maar dat is een wonderlijk verhaal.

Tiental_VAD_9

Edwin van Hofwegen – Henk Twijnstra

Stand na de 40e zet van wit.

Edwin forceert schijfwinst. Zwart heeft weinig anders dan: (23-29), 34×23 (19×39), 30×8? [Dit wint een schijf, maar is remise. Op 30×10 kan volgen (17-22), 27×9 (3×5) 38-33 (39×28) 26-21 (16×27) 31×33 en nu heeft wit ook een schijf gewonnen. In tegenstelling tot de partij wint dit echter wel en gemakkelijk ook; zwart komt niet meer op dam.] (3×12), 27-22 (17×28), 26-21 (16×27), 31×44 en wit staat een schijf voor. Je verwacht dan een computerscore van ongeveer 1.00, maar de computer waardeert de stand op slechts 0.25! Dat betekent dat de stand ondanks de schijf voorsprong voor wit op remise wordt getaxeerd. Eén verklaring hiervoor is dat wit met zijn schijf méér sterk teruggedrongen staat.

Uiteindelijk lukte het Edwin nog wel een vier-om-twee eindspel op het bord te krijgen, maar dat bleek, ondanks langdurige inspanningen, niet te winnen.

Het zestal

Op 23 januari speelde het zestal in Provinciale Hoofdklasse tegen de Rijnsburgse Damclub. Ook die wedstrijd werd verloren. De 5-7 nederlaag had nog groter kunnen zijn.

De score werd geopend door Steven den Hollander met een remise. Zijn partij tegen Arjen de Mooij gaf de computer geen aanleiding al dan niet kritische kanttekeningen te plaatsen.

Daarna verloor Hans Tangelder op een voor hem ongewone manier: hij werd het slachtoffer van een zetje, overigens in een situatie waarin hij al behoorlijk onder druk stond.

Zestal_RDC_1

Hans Tangelder – Richard Kromhout

Stand na de 33e zet van zwart.

Spelverloop: 31-26? (11-17?), 36-31?? (32-37), 31×42 (18-23), 29×27 (14-20), 25×23 (13-19), 23×14 (9×47). Een paar zetten later gaf wit op.

In de diagramstand kan wit zich nog goed verdedigen met 24-20×20. Na 31-26 kan zwart sterk (32-37!) spelen. 36-31 is dan verhinderd door hetzelfde zetje als in de partij is uitgevoerd. En dan krijgt zwart onaantastbare voorposten op 37 en 27. De zet (11-17) gaf wit alsnog de gelegenheid met 24-20 in de verdediging te gaan.

Ook Hans Kreder bereikte een remise waarover geen bijzonderheden vallen te melden. Dat geldt niet voor de partij van invaller Evert Bronstring. Hij speelde remise, maar had moeten verliezen en daar zit nog een aardige anekdote aan vast.

Thomas Wielaard – Evert Bronstring

Zestal_RDC_2

Stand na de 60e zet van zwart.

Evert speelde een moeizame partij, waarin hij steeds groter nadeel kreeg en uiteindelijk zelfs verloren kwam te staan. Hij kwam ermee weg omdat zijn tegenstander in het eindspel de winnende sleutelpositie niet kon vinden. Het diagram geeft het cruciale moment weer.

Wit speelde 44-39 en de partij liep remise na: (24-30), 8-3 (30-35), 3-14 (29-33).

In de diagramstand had wit kunnen winnen door 8-3!!. Er zijn vele varianten na te spelen, maar het gaat mij vooral om één verrassende: (23-28), 3-21!! Zwart mag nu een willekeurige zet spelen, altijd volgt 21-49!! En daarna mag zwart bedenken welke zet hij dan gaat doen.

Als Thomas Wielaard de partij Roel Janssen – Hans Kreder uit 2008 had bestudeerd, had hij ongetwijfeld de winst gevonden. In die partij ontstond vrijwel dezelfde stand met verwisselde kleuren.

Zestal_RDC_3

Roel Janssen – Hans Kreder

Competitiewedstrijd HDC – LDG, Eerste Klasse B, 27-09-2008

Stand na de 59e zet van wit.

Ook Hans kon in deze stand de winst niet vinden, al besteedde hij er veel bedenktijd aan. (Het was nog in de periode vóór de Fischerklokken.) Hij maakte opvallend genoeg dezelfde fout als Thomas Wielaard: hij speelde (7-12), waar 48-30 de winnende zet was geweest.

Casper Remeijer bracht met een overwinning de beide partijen op gelijke hoogte. Een overmoedige zet van zijn tegenstander zorgde voor een omslagmoment in de partij.

Zestal_RDC_4

Casper Remeijer – Richard Meijer

Stand na de 47e zet van wit.

Met (12-18) had zwart zijn stand nog gelijkwaardig kunnen houden, maar het spelverloop was: (22-28!?), 29-23 (28-32). 23-18 (32×34), 18×16 en nu valt tegen dat (34-39) verhinderd is door 30-24. Zwart koos voor (27-32), 30×39 (32-37) maar had onvoldoende compensatie voor de verloren schijf en verloor.

Helaas was de overwinning van Casper niet genoeg voor een punt. Ik verloor na een aardige partij, waarin ik weer eens een fout maakte die vooral te wijten was aan het onvoldoende lang vasthouden van de concentratie in combinatie van een al langdurig aandringende klok. Hieronder de cruciale fase van de partij.

Zestal_RDC_5

André van der Kwartel – Jan van der Star

Stand na de 45e zet van wit.

Zwart kan hier het beste voortzetten (14-20) en ik moet eerlijk toegeven dat ik mij daarop heb verkeken: (14-20), 30-25 (19×39), 25×14. Tijdens de partij dacht ik dat dit goed voor wit was, omdat ook nog 40-34×24 zou volgen. Dat laatste is echter niet waar. Zwart speelt (39-43), 38×49 (13-19) en houdt een betere stand over. Omdat zwart dezelfde misrekening maakte speelde hij in de diagramstand (7-11?). Ik had gezien dat 31-26 niet goed was, maar in een soort black-out speelde ik hem toch. Er volgde (22-27!) en ik stond zo ongeveer verloren. In plaats van 31-26 had 37-32 nog goed houdbaar spel gegeven. Bijvoorbeeld: (22-28), 24-20 (28×26), 20×29 (26-31), 29-24 enz.

Casper Remeijer goed van start in halve finales

Hans Tangelder

Afgelopen zaterdag heeft Casper Remeijer door zijn beide partijen te winnen een grote stap gezet voor plaatsing voor de finale van het NK dammen. Hij leidt nu de dans in groep A met 7 punten uit 4 wedstrijden. Daarmee heeft hij goede vooruitzichten om uiteindelijk te eindigen op de eerste of tweede plaats, die recht geven op deelname aan het NK dammen. Tweede staat Jitse Slump met 6 punten uit 4 wedstrijden en gedeeld derde Steven den Hollander met 5 punten uit 4 wedstrijden. Steven zal zeker nog een partij moeten winnen om ook kans te maken op een van beide finale plaatsen die in groep A zijn te verdienen.

Hieronder volgt de onderhoudende analyse van de partij van Casper tegen Waldo Aliar, die Casper op Toernooibase heeft geplaatst. Casper speelt met wit.

De analyse van Casper:

Na 20 á 25 zetten is de structuur van de zwarte korte vleugel niet goed, o.a. door zetten als 17. … 2-7 en 19. … 8-13.
Ik weet niet of 28. 30-25 de beste zet is. Ik heb 49-43 daar ook sterk overwogen.

Diag12

Ik zat bijv. aan de volgende variant te denken: 28. 49-43 08-13 29. 37-31 21-27 30. 32×21 16×27 31. 43-39 12-18 32. 50-44 (17-21 18-23 verliest gewoon een schijf) maar zwart kan hier storen met 14-20! en nu volgt op 33. 30-25 de remisecombinatie 17-21 34. 25×12 24-29 35. 26×28 29×49 36. 31×22 49x32x23x7 37. 33-29 07×43 38. 48×39 =

Diag12
28. 49-43 08-13 mijn computer vertelt me dat 29. 32-28 hier een goede zet is met als logisch vervolg 12-18 30. 37-32 18-23. Dit ziet er ook interessant uit met nu 33-29 of 36-31, maar ik heb 32-28 eigenlijk helemaal niet overwogen.

Toen ik 28. 30-25 speelde dacht ik dat 22-28 praktisch gedwongen was en een schijf ging verliezen, maar misschien kan zwart nog 12-18 spelen.

Diag34

28. … 12-18 op 29. 34-29 kan de vreemde zet 22-27 “gewoon” 30. 29×20 15×24

Diag34

28. … 08-13 kan niet door 29. 34-29 22-27 30. 29×20 15×24 31. 33-28 w+

Diag5

30. … 11×22? 31. 32×23 19×28 32. 34-30 14-19 33. 25-20 28-33 34. 38×29 24×33 35. 42-38 33×31 36. 36×07 15×24 w+

Op het einde ging het even mis. Ik had niet heel veel tijd meer, maar gelukkig gold dat ook voor Waldo en hij verdedigde zich niet optimaal. Na 32 zetten staat zwart op 28 en 29, maar een schijf winnen was allemaal wat ingewikkelder dan ik in gedachten had.

Diag6

De opbouw van de poot 50-44-39 met 33. 49-44 21-26 34. 48-43 11-17 35. 43-39 heeft last van de vervelende zet 28-32 36. 38×27 29-34 en ik wist niet wat dit waard was. Dit werkt echter niet voor zwart wegens 37. 39-33 34-40 en nu de verrassing 38. 27-22! 17×39 39. 44×33 40-45* 40. 33-29 met groot voordeel voor wit.

Diag78

35. 43-39 33×44 36. 50×39 Dit wint ook geen schijf dankzij de combinatie die Waldo erin heeft gebracht: 29-34 37. 39-33? 21-26 38. 30×39 14-20 39. 25×03 11-17 40. 03×21 16×47 z+

Diag78

35. 43-39 33×44 36. 50×39 29-34 en op 37. 48-43 kan zwart als volgt schijfwinst voorkomen: 15-20 38. 42-38 13-19 39. 39-33 34-40 40. 35×44 20-24 Dit had ik echter toch moeten spelen. Het wint dan wel geen schijf, maar wel de partij! 41. 32-28 24×35 42. 33-29 en zwart staat gekraakt.

Diag910

Ik dacht eerst eigenlijk zo een schijf te gaan winnen: 38. 40-34 29×40 39. 35×44 maar ik was even vergeten dat het dammetje er op deze manier ook gewoon in zit: 21-26 40. 38×29 14-20 41. 25×03 18-22 42. 03×21 16×47.

Diag910Corr

Hier mis ik de winst met 37. 37-31! gebaseerd op 21-26? 38. 30-24 26×28 39. 42-37 33×31 40. 24×04 w+

37. … 6-11? is een duidelijk foutzet. Na 38. 37-31 zijn 21-26, 17-22, 18-22 en 18-23 verhinderd en dus kan ik na 9-13 de zwarte korte vleugel dodelijk vastzetten met 31-26. Na 37. … 21-26 heeft zwart nog net een moeizame verdediging.

Dammen als Cultureel Erfgoed hoort in elke boekenkast!

Evert Dollekamp

Medio 2018 verscheen het dikste damboek dat ooit is geschreven. Hans van der Nap voltooide na 25 jaar een monnikenwerk over de geschiedenis van het dammen in Groningen en Drenthe. Mooi vormgegeven en gelardeerd met prachtige foto’s, interviews, karakteristieken, verhalen, techniek enz. enz. Historie van vele jaren geleden worden over het voetlicht gelegd.

Als oud-kampioen van Drenthe en Groningen ga je uiteraard snel op zoek naar de index. En vind tot mijn grote vreugde ook een verhaaltje over mezelf. Helaas ook de partij die ik in de anti-Scouppe verloor van Bauke Bies. Gelukkig werd hetzelfde eindspel al eens door Siep Buurke verloren.

Siep Buurke, mijn angstgegner. Zeven keer heb ik van hem verloren, meldt het boek. Ik dacht slechts vijf nullen, wat verdringing al niet met je kan doen.

Ik roep iedereen op dit meesterwerk te kopen. Om maar een indruk te geven: ik koop/lees zelden damboeken. Maar deze heb ik in meerdere adems uitgelezen. Bestellen van dit zeven kilo zware boekwerk in twee delen in cassette kan bij Hans van der Nap.

De prijs bedraagt €45,- (Via via?! Graag dan even bellen.) Of een aangetekende verzending, dat kost samen met het boekwerk €60,- Er is een speciale stevige doos op maat gemaakt om beschadigingen van het zeer zware boek, tegen te gaan.  

Bestelinformatie: hvdnap@home.nl Of telefonisch: 0592-291346.

NB: Nu U toch bezig bent: bezoek eens https://webshop.slagzet.com/

Miniboekjes te koop!

Evert Dollekamp

Maurits Meijer heeft een webwinkel. Van allerlei damdingen staan er in, zo ook een aantal van mijn eigen brouwsels. Waaronder de wereldberoemde miniboekjes. Neem eens een kijkje op https://webshop.slagzet.com/ zou ik zeggen.

In de bestseller ‘Krajenbrink Verliest’ een verhandeling over de ouderwetse tijdnood. Waarover Francisco Manuel De Melo Sousa Jarnac de Freitas weet te melden: ‘Vijftig zetten in twee uur, dat waren nog eens tijden!’. Het (eerste) miniboekje is overigens wel even uitverkocht, dus houd te berichtgeving in de gaten.

‘Met analyses van Evert Dollekamp? Het moet toch niet gekker worden!’ lezen wij in ‘Hildering Blundert En Damt Door’. Een fascinerende inkijk in het speltype van de opgesloten dam.

Natuurlijk mag ‘De Grootmeester’ niet ontbreken. Hierin wordt de Grondlegger van het Pyramidale Spel Otto Drenth onder een vergrootglas gelegd. Met Pyramidale verhalen, Pyramidale partijen, Pyramidale interviews enz.enz.

Het vierde miniboekje is een waar eerbetoon aan Evert Bronstring. ‘Verroest’ ontlokte aan recensent Ellenianora de Grande Familia de Paquete el Baño de Papel Higiénico de volgende ontboezeming : ‘De partijen van Evert Bronstring liggen bij mij uitnodigend op het toilet met dambordje en al. Het is vaak een lange zit. Gelukkig heb ik altijd een groot familiepak toiletpapier bij de hand!’ En Emerson Aparecida Leite de Souza Junior weet te melden : ‘Evert Bronstring Grand Maître National !!’

Het vijfde en tot nu laatste miniboekje verhaalt over ‘Gedenkwaardig Spel Zwart Wit.’ Hierin wordt onder andere de partij tussen de heren Zwart en Wit geanalyseerd. Zwart speelt met wit en Wit speelt met zwart. Een sfeerimpressie: ‘…. ooit heb ik hetzelfde thema behandeld voor het blad ‘Hoofdlijn’. Dagenlang heb ik er aan geknutseld maar kwam er niet uit. De analyse zelf bleek te ingewikkeld om te combineren met Zwart – Wit. Dat komt natuurlijk omdat ik dat helemaal niet kan, analyseren. Het stukje is er dan ook nooit gekomen en dientengevolge niet in genoemd tijdschrift geplaatst. Kort daarop werd ik opgenomen in een psychiatrische inrichting (dit is geen grapje!).’

En denk eens na over het prachtige T-shirt met de tekst ‘Wie door de week traint is ’s zondags moe’. Ook verkrijgbaar in de webshop.