De tiende en zesde ronde…..

André van der Kwartel

Alweer twee verslagen in één. Het achttal speelde zijn tiende ronde in de nationale competitie (Eerste klasse) en het zestal zijn zesde en laatste ronde in de provinciale hoofdklasse. De resultaten waren een ietwat gelukkige overwinning van het achttal en een verdienstelijk gelijk spel van het zestal. Het kon slechter.

Achttal

Nominaal speelde het achttal zijn achtste ronde, maar door de coronapauze zijn de ronden acht en negen uitgesteld, waardoor nu formeel de tiende ronde werd verspeeld. Kunt u het nog volgen? Hoe dan ook, het achttal moest aantreden tegen het derde team van de damvereniging Van Stigt Thans uit Schiedam. Tijdens het klaar zetten van de borden ving ik op dat dit team met vier invallers naar Leiden was gekomen. Dat gaf mij wat hoop, want in de basisopstelling is VST-3 duidelijk sterker dan wij. Daar stond dan wel weer tegenover dat LDG ook met twee invallers moest spelen, te weten Rudi van Velzen en Dick den Ouden.

Uiteindelijk won LDG met 9-7. Daarbij moet eerlijk worden toegegeven dat vrouwe Fortuna LDG deze ronde wel zeer goed gezind was.

LDG kwam op achterstand door een verliespartij van invaller Dick den Ouden. Dick ‘zag’ een mooie afwikkeling die er helaas niet in bleek te zitten.

acht1

Theo van Wissen – Dick den Ouden

Stand na de 35e zet van zwart.

Zwart staat prima en de uitval naar veld 28 is dan ook geheel gerechtvaardigd. 38-33. Nu zou het nog steeds goed zijn gegaan voor zwart als hij had voortgezet met (6-11) en (12-17). Maar Dick ‘zag’ iets veel mooiers: (16-21!??), 27×16 (28-32), 37×28 (26×37), 42×31 en hier realiseerde Dick zich pas dat de schijf op 42 verdwenen is, waardoor de gewenste afwikkeling met (14-20) en (13-19) geen dam oplevert, maar wel twee schijven verlies.

VST-3 kwam op een 4-0 voorsprong door verlies van Hans Tangelder. In een lastige stand beging hij op de 46e zet een fout die hem eigenlijk de partij had moeten kosten. Maar onderweg naar de winst beging zijn tegenstander een slordigheid, die helaas niet door Hans werd opgemerkt.

acht2

Hans Tangelder – Gerrit van Mastrigt

Stand na de 49e zet van wit.

Na (24-30) verklaart KR de zwarte stelling voor gewonnen. Zwart denkt echter de zaken te kunnen forceren: (23-29?), 34×23 (17-22), 28×17 (19×37), 17-11 (12-17), 11×22 (8-12). Na deze actie speelde wit 44-40? en verloor snel. Wit had op dit moment echter remise in handen met 39-34! (37-42), 46-41! Als zwart nu dam haalt op 47 volgt de plakker 25-20. De enige manier om er nog spel in te houden is (14-19), maar dan maakt wit met 41-37, 34-30 en 25-20 snel remise.

Het eerste punt voor LDG kwam op naam van Joop Burgerhout. In een fraaie partij had hij lang het idee dat hij veel sterker stond, maar in werkelijkheid mocht hij blij zijn dat hij ongeschonden uit het middenspel kwam.

acht3

Tiny Mous – Joop Burgerhout

Stand na de 28e zet van wit.

Zwart lijkt een schijf te gaan verliezen, maar Joop dacht een briljante weerlegging te hebben: (27-32!?), 29×20 (32×23). Beide partijen hadden echter iets scherper moeten rekenen. Na (27-32) had wit moeten spelen: 38×27 (22×31), 29×20 (31-36 of?), 28-22!! (36×29), 22×33 met een schijf winst voor wit.

Een interessante vraag is wat de zwart stand op dit moment waard is. Een actie als (4-10-15) bijvoorbeeld wordt weerlegd door 37-32. Zwart gaat dus hoe dan ook een schijf verliezen. Toch geeft KR maar een klein voordeel aan wit na: (11-16), 29×20 (9-13), 20×9 (3×14). Zwart dreigt met (27-32) en (14-20). Dus wit moet wel 37-32 (16-21). Nu dreigt weer (14-20), dus; 41-36. Nu

heeft (14-20) geen nut, maar zwart speelt (19-24) en wit staat ondanks zijn schijf voorsprong nog steeds onder druk.

Ik mocht zelf de achterstand terug brengen naar 3-5. Ik speelde geen erg goede partij. Mijn korte vleugel stond slecht opgesteld en mijn tegenstander probeerde door consequent afbraakspel op de andere vleugel daarvan te profiteren. Bij goed spel was hem dat ook gelukt, maar hij maakte een foutje waarna de volgende stand op het bord kwam

acht4

André van der Kwartel – Peter Lansbergen

Stand na de 42e zet van zwart.

De tijdnood begon ons allebei al wat dwars te zitten. Ik zag hier een mogelijkheid om daarvan gebruik te maken: 23-18! (22-27??), 18×9 (4×13), 29-23! (20×18), 38-32 (27×29), 34×3. Wit dreigt nu met 37-31. Dus (21-27) en wit kan 40-35 spelen, waarna ik snel won.

Zwart had het natuurlijk niet zo ver hoeven te laten komen. Na 23-18 had hij kunnen plakken met (13-19), 18×16 (19×28). Van tevoren had ik gedacht dat ik dan met 16-11 nog kansen zou gaan krijgen, maar het is verstandiger om met 38-32 de verloren schijf terug te winnen.

Hans Kreder bracht met een degelijke remise de stand op 4-6, waarna teamleider Harry Dekker de stand gelijktrok. Hij had daarbij wel de onwaarschijnlijke medewerking van zijn tegenstander nodig.

acht5

Harry Dekker – Matthijs Broek

Stand na de 53e zet van wit.

Dit eindspel is op alle mogelijke manieren remise. Maar kennelijk vertrouwde de zwartspeler het allemaal niet en hij kwam dan ook met de onwaarschijnlijke zet (18-22???), 17×28 en na dit offer is het eindspel in alle varianten verloren.

Peter van den Berg stond al op de 38e zet totaal verloren, maar bleef doorknokken onder het gezonde motto “Opgeven kan altijd nog.” Zijn vechtlust werd beloond. Op de 54e zet maakte zijn tegenstander een serieuze fout.

acht6

Peter van den Berg – Wim Heuvelman

Stand na de 53e zet van wit.

Ondanks een schijf achterstand heeft wit zijn stand kansrijk opgebouwd. Wit dreigt met 27-21 onmiddellijk remise te maken. Zwart heeft maar één mogelijkheid: (16-21), 27×16 maar gaat nu in de fout: (18-22??), 26-21! (22×42), 21×12. Zwart kon niet meer verhinderen dat wit met twee schijven doorbrak naar dam. De partij werd vijf zetten later remise gegeven.

Ook dat was een gelukje voor LDG, want als zwart in plaats van (18-22) (34-40) had gespeeld, had hij nog steeds de winst in handen gehad.

Invaller Rudi van Velzen mocht met een overwinning de eindstand op 9-7 voor LDG brengen. Maar ook voor deze overwinning geldt dat Rudi zijn beide handen stijf mocht dichtknijpen. In het middenspel stond hij heel slecht, zo niet verloren en in het eindspel bleef het heel lang remise. Tot zijn tegenstander een foutje maakte.

acht7

Ron Bolderheij – Rudi van Velzen

Stand na de 64e zet van zwart.

30-24 verzekert wit van de remise, maar hij speelde: 32-28?? (40-44!), 28-22 (44-35) en wit gaf op.

 

Zestal

Het zestal speelde tegen RDC uit Rijnsburg zijn laatste wedstrijd van het seizoen in de provinciale hoofdklasse. Het werd een verrassend 6-6 gelijkspel. Er stond voor beide partijen niets meer op het spel. Er werd dan ook vrijuit gespeeld, hetgeen resulteerde in een aantal zeer interessante partijen.

Joop Burgerhout nam de mogelijkheid om vrijuit te spelen misschien iets te gemakkelijk op met als gevolg dat hij een groot deel van de partij duidelijk nadeel had en op de 39e zet in een negen-om-negen kon opgeven.

Ook Hans Tangelder ging erg frivool te werk en kwam rond de dertigste zet zo ongeveer verloren te staan. Op de 49e zet verklaarde KR de stand van Hans zelfs totaal verloren. Maar toen maakte zijn tegenstander een foutje

acht8

Hans Tangelder – Thomas Wielaard

Stand na de 49e zet van wit.

Een ingewikkeld eindspel dat door KR verloren wordt verklaard voor wit. KR suggereert (26-48) met nog steeds een gewonnen stelling. Ik laat het aan de eindspelliefhebbers over om te ontdekken hoe die winst in dit geval kan worden gerealiseerd. In de partij speelde zwart (21-27?) en daarmee maakte hij de fout een schijf die veilig naar de rand had kunnen worden gespeeld op een meer kwetsbare plek op het bord te plaatsen. Uiteindelijk blijkt dat ook de basis van de remise te worden. Ik geef het slot van de partij: (21-27), 41-28 (26-48), 28-50 (48-34), 50-44 (34-23), 44-17 Hier wordt de kwetsbaarheid van de schijf op 27 zichtbaar. (35-40), 45×34 (23×40), 46-41 (40-35), 41-37 (35-2), 17-26.

Ik mocht zelf de stand op 3-3 brengen. Met enige medewerking van mijn tegenstander kreeg ik een winnende doorbraak op het bord. Het einde van de partij was wel geestig.

acht9

André van der Kwartel – Arie Schoneveld

Stand na de 46e zet van wit.

Met (4-9) had zwart de witte dreiging geneutraliseerd en zou de partij ongetwijfeld remise zijn gelopen. Zwart speelde echter: (3-8??), 26-21 (17×26), 32-28 (23×32), 17×37. [Met 4 op 9 had nu (18-23) kunnen volgen.] (26-31), 33-28 (18-22), 17-11 (22×33), 29×38. [Het aardige van deze actie is dat een eventueel gevaar van (31-36) is geneutraliseerd door 34-29.] (8-12), 11-6 (12-18), [Deze zet vergemakkelijkt de witte winst.] 6-1! (31-36), 1×23 [Hier riep mijn tegenstander: “Oh, je slaat naar 23.”] (36×47), 23-29 zwart gaf op.

Vervolgens speelde Rudi van Velzen remise. Een zeer goede prestatie daar zijn tegenstander maar liefst ruim 360 ratingpunten meer had. Misschien had er in het eindspel zelfs nog wat meer voor Rudi in gezeten.

acht10

Rudi van Velzen – Richard Kromhout

Stand na de 58e zet van wit.

Zwart was met 1-7-12 nog binnen de remisegrenzen gebleven, maar hij speelde (24-29?), 34×23 (35-40), 23-19 (40-45), 19-13?? Hier geeft wit een mogelijke winst uit handen. Zoals Steven den Hollander aangaf had wit kansen gekregen met 19-14! Zwart mag nu geen dam halen wegens 15-10 (50×46), 10-5. Zwart moet dus wachten met (1-6), 14-10 (45-50), 39-34 met een kansrijk eindspel voor wit.

Harry speelde met enige moeite remise, maar had eigenlijk eenvoudig moeten winnen. Misschien was er sprake van tijdnood, maar dan nog… Het was zó eenvoudig.

acht11

Daniël Boom – Harry Dekker

Stand na de 56e zet van zwart.

Harry heeft zojuist dam gehaald en de witspeler besluit door te breken: 24-19???? En zwart reageert met (13×24????) Zwart had ook (50×17!) kunnen slaan: 24×13 (17×47) met winst.

Ik moet bij dit fragment één voorbehoud maken: Harry vertelde mij dat hij nogal wat moeite had om zijn notatie te reconstrueren. Het kan dus zijn dat het in werkelijkheid iets anders is verlopen. Alleen Harry kan dat ophelderen.

Iets soortgelijks overkwam Koos van Amerongen in het eindspel. Met dat verschil dat zijn gemiste winst wel héél verrassend was.

acht12

Jan van der Star – Koos van Amerongen

Stand na de 75e (!) zet van zwart.

Dit eindspel is echt remise, hoewel Koos er veel energie in heeft gestoken om er alsnog een winst uit te halen. Misschien onderschat ik de problemen van wit, maar technisch is het remise. Wit speelde precies de enige zet die tot verlies had moeten leiden: 7-34?? Zwart had nu kunnen spelen: (16-43!!) [Wie kijkt daar nu naar?] 34×48 (24-30). De witte dam wordt afgepakt en de vierdelijnsregel verzekert zwart van de winst. In de partij werd (16-32) gespeeld en duurde het nog 16 zetten voordat remise werd overeengekomen.

De volgende ronde……

Een nieuwe analyse van André van der Kwartel  

… vond plaats na een pauze van twee maanden. Bij enkele spelers leek het rekenvermogen wat roestig te zijn geworden, gezien het aantal eenvoudige zetjes en gemiste kansen. Maar het overheersende gevoel was toch: “We mogen weer!”. Het tonen van coronatoegangsbewijzen en het verplicht dragen van een mondkapje zodra men zich van het bord verwijderde werd daarbij zonder morren op de koop toe genomen.  

Het achttal 

Het achttal speelde de zevende competitieronde tegen VAD en toog daartoe niet naar Amsterdam, maar naar het pittoreske lintdorp Den Ilp. De term ‘lintdorp’ moet daarbij tamelijk letterlijk worden genomen: vanaf het bord “Den Ilp” leek er aan de enige doorgaande weg geen eind te komen. Maar uiteindelijk kon iedereen De Wije Ilp vinden. Een prachtig buurthuis met een evenzeer prachtige speelzaal die moeiteloos aan alle coronavereisten voldeed. Helaas inspireerde de speelzaal niet tot een gelijkwaardige wedstrijd. Pas bij een 10-0 achterstand scoorde LDG een eerste bordpunt. Einduitslag: 12-4. Als verzachtende omstandigheid kan worden aangevoerd dat het achttal nogal verzwakt was. Basisspelers Maurits Meijer en Jack van der Plas waren verhinderd en een dag voor de wedstrijd meldde ook Joop Burgerhout zich af. Gelukkig was Dick den Ouden bereid om op zo’n korte termijn in te vallen, waardoor LDG in ieder geval met een achttal kon aantreden.  

Het eerste verlies kwam op naam van teamleider Harry Dekker. Het was zuur voor hem dat hij al binnen het uur klaar was met zijn partij. Maar evenzeer zal hij het zuur hebben gevonden door de manier waarop. 

vad1

Harry Dekker – Kees Binnenkade  

Stand na de zestiende zet van zwart. 

37-31?? En wit nam niet de moeite het vervolg te noteren: (24-30), 35×24 (13-19), 24×22 (17×46).  

Daarna duurde het geruime tijd voor de volgende nul voor LDG op het bord prijkte. Het overkwam invaller Dick den Ouden. Ook nu ging het om een eenvoudig zetje. 

vad2

Hans Vermeulen – Dick den Ouden 

 

Stand na de 31e zet van wit. 

Zwart staat minder, maar heeft nog veel tegenspel. Daar hoefde wit echter na (23-28??) niet meer over te piekeren. 24-19 (13×24), 29×20 (25×14), 31-26 (22×13), 33×4. 

 

De derde nul kwam op naam van Peter van den Berg. Verliezen van Herman van Westerloo is zeker geen schande, maar Peter miste in een nadelige stand een remisevariant en verloor daarna door een type-zetje. 

vad3

Peter van den Berg – Herman van Westerloo  

Stand na de 38e zet van wit. 

Na (18-22×22) zou zwart moeiteloos hebben gewonnen. Des te opvallender dat zwart hier kiest voor (18-23?) en daarmee wit de gelegenheid geeft tot 27-22! (17-21*), 26×17 (12×21), 34-29 (23×34), 30×39 (21-26), 32-27 (7-11*), 38-32 en de dreiging 22-18 en 32-27 is voldoende voor remise. Maar deze mogelijkheid was niet aan wit besteed. Partijverloop vanuit de diagramstand: (18-23?), 34-29?? (23×34), 30×39 (24-29!), 33×24 (19×30), 35×24 (17-21), 26×17 (12×21), 27×16 (7-11), 16×7 (8-12), 7×18 (13×44) en wit gaf op.  

Hans Tangelder scoorde de vierde nul. Zoals we van Hans kunnen verwachten, koos hij voor een spectaculaire partij-opzet met een tijdelijk Drost-offer. Op de 33e zet maakte hij echter de verkeerde keuze. 

vad4

Rob van Westerloo – Hans Tangelder  

Stand na de 33e zet van wit. 

Zwart koos hier voor (15-20), (25-30) en (23×45). Daarna staat zwart volgens KR virtueel een volle schijf achter.  

In de diagramstand adviseert KR (13-19×19) en komt dan met de volgende spectaculaire afwikkeling: 32-28 (21×41), 46×37 (23×41), 47×36 (26×37), 29-23 (18×38), 39-33 (38×29), 34×5 (2-8), 5×46 (22-28), 46×2 (1-7), 2×11 (6×17) met gelijk spel.  

Rudi van Velzen liet zijn korte vleugel in een klaverbladopsluiting nemen, waarmee drie schijven van zijn tegenstander vijf schijven van Rudi vast hielden. Rudi benutte de eerste de beste gelegenheid om uit die opsluiting te ruilen, maar die uitval had hij beter moeten voorbereiden. Hij verloor een schijf en later de partij. 10-0 voor VAD.  

Hans Kreder behaalde met een degelijke partij het eerste punt voor LDG. Ik mocht zelf met een aardige partij de eer redden voor het team.  

vad5

Jos Eggen – André van der Kwartel  

Stand na de 26e zet van wit. 

Wit had in de voorafgaande paar zetten de mogelijkheid niet benut om met 32-27×37  de aanval op schijf 24 te kunnen beantwoorden met 29-23. Zelfs op dit moment nog kan wit 32-27 spelen, waarna kan volgen: (19×30), 29-23 (18×29), 27×16 (17-22), 33×35 (22×44). Misschien vertrouwde wit dit niet, want hij speelde: 36-31 (19×30), 32-27. Ik moet toegeven dat deze actie mij totaal verraste, waardoor ik zelfs in een lichte paniek geraakte. Als dat niet was gebeurd, was mijn oog ongetwijfeld gevallen op: (20-24), 29×20 (25×14), 34×25 (18-23!!), 27×20 (23×45!). Voor de tweede keer in deze competitie mis ik een aardig zetje. Gelukkig vond ik na 32-27 wel de enige weerlegging: (2-7!). Als het zetje er niet had ingezeten zou het cliché “Gedwongen maar sterk” van toepassing zijn geweest. In ieder geval zag wit zijn schijf niet meer terug en won ik vrij gemakkelijk.  

Ook Hein van Winkel had een overwinning binnen handbereik, maar greep in het eindspel mis.

vad6

Henk Twijnstra – Hein van Winkel  

Stand na de 60e zet van zwart. 

“Kingsrow maakt alles remise.” luidt de klacht van sommige dammers. En inderdaad: deze stand lijkt toch op het eerste gezicht gewonnen voor zwart. Maar KR speelt doodleuk 37-31 en verklaart de stand voor remise. Een paar snelle variantjes geeft hem natuurlijk gelijk. Gelukkig kijken mensen niet naar dat soort rare zetten en dus speelde wit: 30-24 (29×20), 38-33. Waarop Hein de voor de hand liggende winst met (10-14!) overzag. In plaats daarvan speelde hij (20-25) en werd na 33-28 de vrede gesloten. 

 

Het zestal 

Het zestal moest voor de vijfde competitieronde aantreden tegen ADC uit Alphen a/d Rijn. Een wedstrijd tussen de nummer 7 (ADC) met 0 punten en de nummer 6 (LDG) met 2 punten. In een gewone competitie zou het een degradatieduel zijn geweest, maar in dit geval stond uitsluitend de eer op het spel. Joop Burgerhout had zich afgemeld. Voor hem viel Edwin van Hofwegen in. Verrassend was dat Koos van Amerongen verloor. Desalniettemin werd met 7-5 gewonnen.  

De score werd geopend door Steven, natuurlijk door een slagzet. Maar ik heb wel eens spectaculairdere slagzetten van hem gezien: 

vad7

Steven den Hollander – Kenny Kroon  

Stand na de 25e zet van wit. 

Na (11-16??) volgde: 24-19 (23×14), 33-28 (22×24), 37-31 (26×37), 42×2. Zwart gaf op. Op (14-19) volgt 34-29 en op (25-30), 34×25 (14-19) volgt 25-20.  

Ik mocht de stand op 4-0 brengen. Eenvoudige fouten van mijn tegenstander zorgden voor een gemakkelijke overwinning. 

Verlies van Hans Tangelder bracht ADC weer terug in de wedstrijd. Een verlies dat met enkele raadsels wordt omgeven. 

vad8

Hans Tangelder – Wouter Morssink  

Stand na de 27e zet van zwart. 

Wit ging hier over tot de actie: 27-22 (18×27), 33-29 (24×33), 38×9 (27×47), 9-4 (20-25). Het resultaat voor wit: een schijf achter en een dam die binnen de kortste keren van het bord verdwijnt. Het is een raadsel waarom wit deze actie onderneemt. KR geeft aan dat de stelling na 33-28 in evenwicht is. Het ligt voor de hand dat zwart daarna (20-25) speelt. Misschien heeft wit gedacht dat 38-33 nu verhinderd is wegens de ‘damzet’ (23-29) en (13-19), maar dit plan faalt omdat zwart na (23-29) zelf als laatste slaat. 

Vanuit de diagramstand komt KR tot de volgende variant: 33-28 (20-25), 38-33 (12-17), 43-38 (15-20), 34-29 (25×34), 27-22 (18×27), 29×9 (3×14), 40×29 met gelijkwaardig spel.  

ADC kwam op gelijke hoogte doordat Koos van Amerongen verrassend verloor van Martijn van der Klis. Voor het commentaar bij deze partij baseer ik mij op een drietal kritische kanttekeningen van Koos zelf. 

vad9

Martijn van der Klis – Koos van Amerongen  

Stand na de 19e zet van wit. 

In de partij werd hier (25-30), 35×24 (14×25) gespeeld. Koos miste daarmee de mogelijkheid om na het standaardplan (14-19), 20-15* (19-24), 40-34* de wachtzet (2-7!) te spelen, met grote praktische kansen voor zwart. Wit kan daarna nog maar het beste 33-29 spelen. 

vad10

Martijn van der Klis – Koos van Amerongen  

Stand na de 24e zet van wit. 

Koos werd niet blij van het in de partij gespeelde (18-23), maar (11-16) zou kunnen worden beantwoord met het vervlakkende 38-32×32. Overigens kiest KR na (11-16) voor de (dure) dam met: 34-30 (25×34), 39×30 (28×48), 40-35 (48×25), 35-30 (25×32), 37×28 (22×33), 31×2. Ook die afwikkeling is tamelijk vervlakkend. 

vad11

Martijn van der Klis – Koos van Amerongen  

Stand na de 26e zet van zwart. 

39-33. Koos had de combinatie uit de partij wel gezien en als goed voor zwart (!) getaxeerd, met de gedachte dat zwart de witte schijf op 24 terug gaat winnen en vervolgens doorbraakkansen heeft. Dat bleek tegen te vallen, zoals we zien uit het spelverloop: (28x48A), 38-33 (48×30), 35×24 (23×34), 33-28B (22×33), 31×22 (12-17), 22×11 (6x17C), 36-31 (33-39), 24-19 (14×23), 31-27 (21×32), 37×19. Deze winnende twee-om-twee had Koos gemist. 

  1. C) Volgens KR geeft (16×7), 26×17 (33-39) nog wat meer verdediging.
  2. B) Een degelijker winst is: 24-19, 15-10 en nu pas 33-28.
  3. A) Alweer volgens KR geeft (28×30) meer verdediging: 35×24 (23×34), 43-39 (34×32), 37×28 (22×33), 31×22 (12-17), 22×11 en nu ook weer: (16×7), 26×17 (33-39).

Rudi van Velzen zette het zestal op voorsprong met een fraaie overwinning na een spannende en complexe partij. Beide spelers kwamen in tijdnood. Rudi maakte daarbij dermate precies gebruik van zijn increment dat de toeschouwers meerdere malen bijna onder de spanning leken te bezwijken. Rudi niet. Die behaalde een keurige overwinning. Het doorslaggevende moment in deze hectische fase was op de 44e zet van zwart. 

vad12

Rudi van Velzen – Martijn de Vries  

Niets aan de hand na bijvoorbeeld (9-13). Maar zwart speelde in tijdnood (2-7??), 22-17! (9-13), 17-11 (7-12), 11-6 (15-20), 6-1 (26-31), 1×4 (31×33), 4-10! En na de afwikkeling gaf zwart op. 

Het winnende punt werd binnen gehaald door invaller Edwin van Hofwegen die tegen Hein van Winkel speelde. Onze clubgenoot is ook lid van ADC. Edwin had de overwinning nog wat meer kleur kunnen geven door zijn partij in een laat stadium alsnog te winnen.  

vad13

Hein van Winkel – Edwin van Hofwegen  

Stand na de 49e zet van zwart. 

Tot dusver was er in de partij niet veel spannends gebeurd. Dan bestaat het gevaar dat spelers onbewust uitgaan van een remise. Maar ook in kleine standen kan nog venijn zitten. 

Het partijverloop was: 21-16 (11-17) en de partij liep later inderdaad remise. Maar wit heeft een zwakte in zijn stand: de achtergebleven schijf op 45. Zwart had daar gebruik van kunnen maken door na 21-16 (14-20) te spelen. Na 16×7 (12×1) zit wit in grote problemen. Zó groot zelfs dat KR de stand al min of meer verloren verklaart voor wit. Pogingen van wit om schijf 45 in het spel te betrekken werken niet. 34-30 is verhinderd door (20-25) en op 38-33 volgt (19-23), waarna 34-30 weer verhinderd is. Wit doet dus niets tegen de bezetting van veld 25 door zwart, waarmee hij eigenlijk gewoon een schijf achter staat. 

In de diagramstand had wit de stand nog gelijk kunnen houden met 34-29×29. 

LDG 2 wint met maximale cijfers van de koploper!

Een verslag van Wim Zwinkels

Dinsdag was het dan zover, eindelijk mochten we weer los op het dambord van minister E. Kuipers. Onze teamleider E. Kuipers moest dit keer een opstelling maken zonder Daan, die door een schuiver met zijn fiets in de lappenmand terecht was gekomen. Snel herstel gewenst, Daan! Daarom moest Eric al zijn principes opzij zetten en noodgedwongen deelnemen aan dit experiment van de opengestelde samenleving, iets waarvan hij de risico’s in 281 berichten in onze appgroep heeft geprobeerd duidelijk te maken. Dat deelnemen ging hem overigens prima af. Als er iemand te dicht in zijn buurt kwam, vroeg hij vriendelijk doch resoluut om wat afstand te houden. Sowieso klasse dat je erbij was, Eric!

Alphen was niet in de allersterkste opstelling op komen dagen. Vader Van Diggele ontbrak en zoon Van Diggele speelde voor de interne tegen de bekende LDG-er Hein van Winkel (een verdienstelijke remise overigens!). Een andere bekende, Jaap Vermeer, speelde aan bord 2 en verwachtte een partij tegen Samen Sterk-clubgenoot Eelco. Onze captain had tegen de koploper echter geen enkel risico genomen en zichzelf aan het topbord geplaatst.

De wedstrijd begon uitstekend voor ons. Aan bord 3 ging mijn tegenstander Pim Broeren al snel in de fout.

Alphen1

Pim schoof gedachteloos aan met 15. 41-37 en dat leverde mij een fijn dammetje op met 19-23 16. 28×19 14×34 17. 39×30 22-27. Pim besloot de dam onmiddellijk te vangen tegen 2 schijven waarna ik er 3 voorstond en de partij rustig kon uittikken.

Mooi 1-0 voor dus, wat zeg ik 2-0, het is dammen. Een rondje langs de borden gaf mij weinig duidelijkheid over de einduitslag. Eelco had een voorpostje ingenomen met een ingewikkelde stand. Quirinius leek mij positioneel minder te staan met een slecht ontwikkelde korte vleugel. Van de stand bij Eric begreep ik niets. Het was een soort *** al weet ik niet of deze term zal blijven staan in dit verslag nu onze trainer Steven ook de eindredactie van de website op zich genomen heeft.

Als eerste kwam er bij Q. wat tekening in de strijd. Tegenstander Vermeer speelde al op zijn increment en vergat toen even iets.

Alphen2

Stelling na 9-14. Q. besloot hier voor de ruil 29. 26-21 17×26 30. 27-22 18×27 31. 29×7 te gaan en zag tot zijn verbazing 13-18 op het bord verschijnen. Na 6-11 moet wit slaan en sla je 11×2 terug. Ook deze dam meer werd vakkundig uitgetikt.

Alphen3

Eelco had eerder een mooie stelling maar het volgens trainer Steven lelijke 11-17 gespeeld. Continu hamert onze trainer erop dat we naar het centrum moeten spelen maar hier was dat natuurlijk weer eens niet goed. Tegenstander Tom van Noort was bang voor de damcombinatie 27-32 en 15-20. Om dit te voorkomen offerde Tom een schijf met 33-28. Onze captain kon met een schijf meer uiteindelijk veilig doorbreken naar dam.

Echter de dam na 42-37 is minder sterk. Een mooie variant van de beesten Scan en Den Hollander is: 32. 42-37 17-21 33. 26×28 27-32 34. 38×27 15-20 35. 25×23 18×49 36. 37-32 49-43 37. 39-33 43-25 38. 35-30 25×34 39. 28-23 34×18 40. 31-26 18×31 41. 36×27 volstaan.

Bij Eric bleef de stand in schijven lang gelijk. Wel had Eric onderweg best een 2 om 4 met ook nog eens een dam erbij mee mogen nemen waar Q. zijn blik uiteraard in een nanoseconde op viel. In de onderstaande stand is Eric net ertussen gegaan met 46. 28-23

Alphen4

Tegenstander Maarten van der Nagel forceerde zelf nu ook een doorbraak met 17-21 47. 23×12 22-28 48. 33×31 24×44. Maar 27-32 47. 23×21 22-28 48.33×22 24×44, waar Q. en ik tijdens de partij naar zaten te kijken blijkt inderdaad veel sterker en remise te zijn.

Nog steeds was het niet helemaal duidelijk maar Eric koos voor het juiste plan om een tweede dam te gaan halen, indachtig de gevleugelde uitspraak in de stream van Hakvoort/Den Hollander: tegen twee dammen valt niet te spelen!

Het slot was grappig, vooral ook omdat Eric uitgebreid de tijd nam om nog even van de stelling te genieten en de overige teamleden zich afvroegen: gaat ie hem nu nog doen of niet?

Alphen5

En zo haalden we het maximale resultaat van een 8-0 overwinning. In de competitie staan we nu tweede op een punt van Alphen, maar wel met een wedstrijd minder gespeeld. Alles nog in eigen hand dus. Alphen komt nog op bezoek bij ons en Robert van Diggele kondigde al aan dat hij dan zeker in de basis zal staan. We zijn gewaarschuwd!

Alleen Maar Reglementaire Zetten

Bijdrage namens Evert Dollekamp

De actieve wedstrijdsport heb ik al weer twee jaar achter mij gelaten. Hoewel ik nog wel actief Darts en Snooker volg. Hoewel Darts sinds kort achter de betaalmuur is verdwenen. Gelukkig is dammen nog gratis on-line te volgen. Dat doe ik dan ook. De match Boomstra – Schwartzman heb ik zoveel als zijnde mogelijk gevolgd. Schwartzman? Ja, Schwartzman. Om de week verschijnt een andere spellingswijze, maar ik houd vast aan de spelling die het best uit te spreken is. Zo noem ik Tsjegolev nog steeds Tsjegolev en niet Stjsjogoljolalev of zoiets. Dat begrijpt zo’n man toch zelf ook allemaal niet meer? ‘Who this is!! Nou dan.

De on-line weergave van het WK in Eindhoven was niet super geweldig, maar dat kan natuurlijk aan mij(n computer) liggen. Het commentaar was wel weg te klikken, dat lukte mij zelfs ondanks 40 jaar ervaring in de IT. Maar het beeld met commentatoren niet. Doe mij maar een schermpje met alleen de stand op het bord en verder niets. Als het toch mogelijk was dan was ik mijn handen in IT-onschuld. Waarom het beeld ook weg Dollekamp mien jong.

Welnu: over Ester van Muijen niets dan lof. Hoewel zij er ook niet aan ontkwam mee te lachen met de commentatoren. Al dat domme gehinnik. Met name Jan Groenendijk en Martin Ijzendoorn deden mij de tenen krommen, zodat ik blij was met de volumeknop. Een geintje is leuk, maar het moet geen gewoonte worden. Neem een voorbeeld aan mij! Altijd serieus met soms een kwinkslag.

Wat zullen we eens zeggen over de match. Laten we beginnen met het feit dat Boomstra dik verdiend gewonnen heeft. 3-0! Zo’n uitslag zie je Feyenoord niet snel boeken in De Kuip. Toch vind ik het minder afgetekend dan het lijkt. Schwartzman verloor een trage partij door een vreselijke blunder. Nota bene een hekstellingpartij waarin hij was opgesloten. Echte kenners weten dat hij in die partij daarom de wind in de zeilen had en praktisch gewonnen stond. Vergeet daarnaast de derde partij niet. Dat zou ik binnen de kortste keren van Schwartzman hebben verloren. Maar ja, ik ben dan ook maar een eenvoudige Maitre National.

En Boomstra won twee keer een potje sneldammen. Dat is natuurlijk geweldig knap, maar ik vind dat er een andere oplossing moet worden gevonden om de remisereeks te doorbreken. Zo’n barrage is leuk om naar te kijken, vooral als je zoals ik de beslissende tiebreak door omstandigheden niet kon volgen, bah. Maar het blijft toch een beetje een loterij. Een WK onwaardig.

Schwartzman heeft dus zeker niet afgetekend verloren. En als die derde partij in zijn voordeel was gekanteld, had ik het nog wel eens willen zien allemaal. Twee spelers in topvorm, dat kan natuurlijk alle kanten op. Bovendien is onze Russische knuffelbeer geen koekenbakker. Vijf maal wereldkampioen, ik bedoel maar. Misschien had hij eerder een pak moeten aantrekken. Want voor de prijsuitreiking was ik wel op tijd. Zelf heb ik overigens geen pak, maar qua representatief was Roel (ook) niet te kloppen.

Waar ik mij een beetje(?) aan gestoord heb, is het beeld wat van Schwartzman is geschetst in de loop van de match. Jan en alleman, ook Boomstra zelf, beklaagde zich over het terughoudende spel van Schwartzman in de eerste partijen. Waarom? Het is zijn goed recht optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden van het damspel. En ik heb hem geen onreglementaire zetten zien doen. Zijn tactiek begreep ik goed. Misschien was Boomstra irriteren wel zijn beste kans.

Bovendien stond Schwartzman er alleen voor. Hij concludeerde dat heel Nederland tegen hem was en ik denk dat dat wel zo was. Hij had geen uitgebreid team om zich heen. Alleen zijn vrouw. Ook dat nog. Ik wil niet veel zeggen, maar als ik een WK-match zou moeten spelen, is wel de laatste die ik mee zou nemen mijn echtgenote. Zodat ik die ook niet (meer) heb overigens, dit even terzijde.

Roel Boomstra had zijn zaakjes perfect voor elkaar. Met als voornaamste medewerkers Rob Clerc en Wouter Sipma. Zonder Wouter tekort te doen, sluiten we dit stukje af met een loflied op Rob Clerc. Roel kon veel mensen bellen voor support, maar kwam uit bij deze legendarische dampensionada. Dat zegt genoeg.

‘Der Rob Clerc zum Beispiel kan tenken zwantzig Setzen befor’

Iser Koeperman riep dat soort dingen vaker. Maar qua Clerc sloeg hij natuurlijk de spijker op de kop. Rob Clerc. Acht maal Nationaal Kampioen. Vijf maal bijna Wereldkampioen. Hij hoort in het rijtje Sijbrands, Wiersma, Roozenburg, Van der Wal en Boomstra natuurlijk gewoon thuis. Twee maal was hij wel heel dicht bij de wereldtitel. In 1982 verloor de sleutelpartij van Jannes. In 1996 (zelf even opzoeken) eindigde hij samen met Tzjizjov op een gedeelde eerste plaats. Dit nadat hij in de laatste ronde bijna als eerste over de meet ging.

Herkamp.

Menigeen dacht: eitje voor Tzjizjov. Niets was minder waar. In de match over zes partijen was Clerc minstens gelijkwaardig en kreeg hij zelfs mooie winstkansen. In de barrage was Tzjizjov echter net iets behendiger.

Clerc heeft behalve NK en WK vele (internationale) toernooien gespeeld. Ik pik er eentje uit, toen hij in het KSH van 1977 (zelf even opzoeken, kan een ander jaar zijn) winnaar werd en Harm Wiersma versloeg en voorbleef.

Clerc was niet alleen speler. Hij was ook trainer van Top en Subtop. Ik heb zelfs nog een paar keer bij hem in de klas gezeten in de tijd dat ik nog niet wist dat je door de week moe werd van trainen zodat je tijdens het weekend geen schijf meer voor de andere kon krijgen. Verder: nog afgelopen jaar was Clerc bondscoach van Team-NL. Reken maar dat de boys met hem wegliepen. Je zult maar zo’n gigant in je rug hebben. Bijvoorbeeld Roel Boomstra kan er over meepraten. Ik zie Rob nog zo meejuichen na Roels overwinning op de grote Schwartzman in 2019 (ook weer even nazoeken beste kijkers).

Weet je wat ik vind? Dat Rob Clerc meer voor de damsport heeft betekend dan al die genoemde wereldkampioenen bij elkaar!

Evert P. Bronstring

De enige echte Evert vond zijn huldiging tot GMN door Rob Clerc een geweldig idee. ‘Rob is mij altijd Grootmeester blijven noemen.’ Zoals bekend blies Evert den Eerste het uiteindelijk allemaal af. ‘Te laat’, wat het na 35 jaar ook wel zo was natuurlijk. Rob was daar, net als ik trouwens, teleurgesteld over. Achteraf hadden we Evert zijn zin niet moeten geven. Dat was nu eens een echte verrassing geweest als we op die ene donderdag toch met zijn allen waren komen opdraven. Wel met het risico dat Evert niet zou komen opdagen cq onmiddellijk het speellokaal zou hebben verlaten. Maar ja: leven zonder risico’s is ook een beetje saai. En: weet alles maar eens achteraf (Herman Finkers).

Iets anders: Een tijdje terug ontving ik van mijn LDG-penvriend onderstaand mailtje.

Dag Evert,

In jouw vorige bijdrage aan de website van LDG heb jij Rob Clerc geciteerd die zich ergerde aan Kingsrow. Uit jouw stukje blijkt dat (vooral sterke?) dammers erover klagen dat Kingsrow aan zou tonen “dat geen enkele stand nog gewonnen is”. Ik wil daar toch een paar kanttekeningen bij maken:

Je kunt ook zeggen dat dergelijke programma’s regelmatig onbarmhartig aantonen hoeveel kansen ook goede dammers soms onbenut laten. Het gaat dan niet zozeer om overduidelijk gemiste kansen. Al dan niet wederzijdse damblindheid kan iedereen overkomen. Maar Kingsrow (of welk programma je ook gebruikt) toont ook regelmatig momenten aan waarop spelers de kans op (groter) voordeel voorbij laten gaan. Het gaat dan vaak om subtiele keuzen die niet direct hard zijn te maken in termen van winst, maar in de partij de druk op de tegenstander – en dus de kans op fouten – wel kunnen vergroten.

En daarmee kom ik op een tweede kanttekening: de damsport heeft naar mijn mening twee gezichten. Als je achter het bord gaat zitten tegenover een mens van vlees en bloed, dan is dammen een vechtsport. Daarbij spelen veel meer factoren dan uitsluitend kennis van het spel. Als je vervolgens thuis achter het bord de partij naspeelt, gaat het om de analyse van het gespeelde. Ik heb de indruk dat sommige goede dammers de neiging hebben om die twee aspecten emotioneel door elkaar te halen. Als een partij “in hogere zin” gewonnen zou moeten zijn, dan komt er zo’n stom computerprogramma dat laat zien dat er nog remisegaatjes zijn. Dat is niet eerlijk! Om nog maar te zwijgen over koppige, zwakkere spelers die niet bekend zijn met “de hogere zin” en al vechtend alsnog een remise uit het vuur slepen. Het moest verboden worden.”

Groet, André

Beste André,

Dit is natuurlijk vragen om moeilijkheden. Clerc gaf terecht het pijnpunt aan. Waarom beperken dammers zich niet tot analyse achteraf. Zonder KR of andere dissonanten. Een analyse uit het hoofd. Wat is daar nu eigenlijk verkeerd aan. Het scherpt de denkspieren en vermijdt lui gedrag.

Hoe vaak heb ik KR niet voorbij zien komen. Leuke partij, maar volgens KR is het na een 43 zetten lange variant remise! Daar ligt toch niemand wakker van? Sterker nog, een enkeling (?) speelt het nog na ook. De damsport wordt bedorven door dit soort flauwekul.

In het mobiele tijdperk kan elke sufferd opzoeken hoe het beter kan. Mobieltje mee naar de WC om te kijken of KR wat goede adviezen geeft. Je zou ze de kost moeten geven die dat soort fratsen uithalen. Hoewel het ook weer zo is dat KR-adviezen door de gemiddelde dammert niet begrepen worden. Dat zal ze leren.

Toen ik nog jong en ambitieus was speelde ik begin jaren tachtig een paar keer mee in het toernooi van Brunssum. Leuk toernooi, echt waar. Heb het zelfs per ongeluk nog een keer gewonnen ook. Toen waren er nog geen mobieltjes. Zelfs Internet bestond geloof ik nog niet. Of stond hooguit in de kinderschoenen. Gelukkig hadden we dan altijd Ludwig Pietershove nog. Tijdens Brunssum 1982 was opgevallen dat Ludwig wel erg vaak naar het toilet ging.

Dat was natuurlijk om vals te spelen. Met in de binnenzak zijn zakdambordje probeerde hij op de bril diverse mogelijkheden uit om vervolgens toch nog de partij op vreselijke wijze te verliezen. Want het bleef natuurlijk gewoon een knoeier. Destijds (een keer of vier, vijf in die jaren) gaf ik na het toernooi een vrolijke slottoespraak met olijke wetenswaardigheden.

Die ene keer in 1982 (ook even opzoeken trouwens) was het natuurlijk een kolfje naar mijn hand. Ik weet nog goed hoe organisator Henk Stoop onbedaarlijk begon te lachen toen hij de gevatheidsprijs voor Ludwig uit mijn AH-tas zag verschijnen:

twee rollen toiletpapier.

Groet, Evert

Roel: ik doe het je niet na. Van harte!! Voor je volgende WK-titel staat een (herbruikbaar) mailtje al klaar.

De vijfde en zesde ronde……

Namens André van der Kwartel

… worden in deze bijdrage gezamenlijk gepresenteerd. Deze bijdrage gaat alleen over de prestaties van het achttal. Door de coronacrisis werden de vijfde en zesde ronde van het zestal uitgesteld. We wachten af hoe het verder zal gaan met de provinciale competitie.

Het achttal speelde achtereenvolgens uit tegen De Hofstad Dammers en thuis tegen de damclub Den Haag. Beide wedstrijden eindigden in 7-9. Twee punten gewonnen, zo twee punten geronnen.

Vijfde ronde

Het achttal moest tegen de Hofstad Dammers helaas aantreden met een zevental. Uw verslaggever was de schuldige. Ik had mij wegens ziekte afgemeld en het bleek teamleider Harry Dekker niet mogelijk op tijd een invaller te vinden. Desalniettemin behaalde het zevental een fraaie overwinning.

Na één uur en twintig minuten stond LDG met 2-0 achter. Harry Dekker verdubbelde de achterstand doordat een onschuldig ogend zetje verliezend bleek te zijn.

vijf1

Nizaam Muradin – Harry Dekker

Stand na de 38e zet van wit.

(9-14??) Ziet er toch uit als een gewoon verdedigend zetje, maar zwart onderschat de kwetsbaarheid van zijn voorpost op 27: 37-31! (17-22), 48-42 en zwart kan niet verhinderen dat wit schijf 27 verovert. In de diagramstand was (13-18) de aangewezen zet.

Maar gelukkig is daar dan altijd weer Joop Burgerhout. Hij verraste zijn tegenstander met een niet al te moeilijk zetje.

vijf2

Joop Burgerhout – Frans van de Velde

Stand na de 36e zet van wit.

(14-19), 25×14 (9×20??), 27-21! (16×27), 37-31 (26×48), 30-25 (48×30), 35×11. Enkele zetten later gaf zwart op.

Maurits Meijer komt de eer toe om de stand in de wedstrijd in evenwicht te brengen. Dat ging met een nog eenvoudiger zetje dan de vorige.

vijf3

Maurits Meijer – Dion van Bommel

Stand na de 39e zet van wit.

(22-27????). Hier eindigt de notatie, maar de combinatie 24-19, 37-31 is niet moeilijk te vinden.

Overigens was ook (21-27) verboden, al is de afwikkeling dan iets ingewikkelder: 24-19, 33-28, 43-39, 38×20, 37-31, 42×4 met winst voor wit.

Hans Kreder speelde een remise zonder opvallende momenten, waarna Hans Tangelder LDG na een spectaculaire partij op voorsprong zette. Hans had een groot deel van de partij aanzienlijk voordeel, maar op één moment gaf hij de winst uit handen.

vijf4

Jetse Veenstra – Hans Tangelder

Stand na de 52e zet van wit.

Zwart staat een schijf voor en na (30-34) zou de winst veilig worden gesteld vanwege de dreiging (34-40) en (19×17). Als wit die dreiging wil weerleggen met 32-28, volgt (34-39) enz.

In de partij speelde zwart (29-34??) en gaf daarmee wit de mogelijkheid aan verlies te ontkomen: 27-21! Zwart doet nu niets tegen 22-17-11. De enige zet die daarvoor normaal gesproken in aanmerking zou komen is (12-18), maar die wordt weerlegd door 45-40. Gelukkig voor LDG zag de witspeler deze mogelijkheid niet. Hij speelde 26-21, waarna (12-18) wél mogelijk was, al vond KR (34-39) veel sterker. Nu wel, omdat de remisevariant van zo net nu niet werkt: 22-17 (39-44), 17-11 (44-50), 11×2 (13-18), 2×22 (50×6).

Vanuit mijn ziekbed leefde ik via de groepsapp volop mee: zouden de overige twee partijen nog voor de benodigde twee punten zorgen? Als ik bij de partij van Peter van den Berg had staan kijken, zou ik er niet gerust op zijn geweest.

vijf5

Peter van den Berg – Jack Mondt

Stand na de 34e zet van zwart.

De stand is nog gelijkwaardig en een mooie voortzetting zou hier zijn geweest: 28-22 (18×27), 37-31, maar de witspeler gaat het zichzelf moeilijk maken. Spelverloop: 37-31!? (21-26), 42-37!? [Beter was 31-27, maar zwart profiteert niet.] (11-17??). Wit krijgt nu alsnog de kans om 31-27 te spelen, waarna de partij moeiteloos remise liep. Zwart had echter groot voordeel kunnen verkrijgen als hij in plaats van (11-17) (18-22×22) had gespeeld. Wit staat nu wel erg gedrukt en zal een zware verdediging tegemoet gaan.

Nog één punt te gaan. Die druk kwam op Jack van der Plas te liggen. Ik had niet ongerust hoeven te zijn. Jack speelde remise, maar had een groot deel van de partij duidelijk voordeel. Zó veel zelfs dat hij lange tijd gewonnen heeft gestaan. Drie fragmenten uit deze partij. Ik begin met een bekend mechanisme, waarbij je altijd even goed moet kijken hoe je moet slaan.

vijf6

Bonne Douma – Jack van der Plas

Stand na de 30e zet van wit.

Zwart speelde (11-16?) maar had eenvoudig een schijf kunnen winnen door: (14-20), 25×14 (19×10), 28×19 (13×24), 34×23 (17×19).

Drie zetten later miste zwart weer een winnend zetje.

vijf7

Bonne Douma – Jack van der Plas

Stand na de 33e zet van wit.

Zwart speelde hier 1-7? Maar had een schijf kunnen winnen door het verrassende (19-24!). Als wit 28×30 slaat volgt (13-19), 34×23 (19×17). Slaat wit 28×10, dan volgt: (5×14), 34×23 (13-18), 23×12 (8×28).

Zwart bleef zijn voordeel houden, maar de partij kenmerkte zich toch door over en weer vele gemiste kansen. De belangrijkste gemiste kans deed zich aan het einde voor.

vijf8

Bonne Douma – Jack van der Plas

Stand na de 57e zet van wit.

Zwart staat gewonnen. Maar, zoals zo vaak in dit type eindspel, vraagt het nog wel enige precisie. Zwart speelde (32-38??). Misschien om te voorkomen dat wit dam haalt, maar wit speelt 25-20! met remise. Winst zou zijn geweest: (49-38), 9-4 (32-37), 10-4 (37-42), enz.

Zesde ronde

De zesde ronde betrof een thuiswedstrijd tegen de damclub Den Haag. De wedstrijd werd onder ongebruikelijke omstandigheden verspeeld. Het achttal speelde in een grote zaal van het Denksportcentrum, waar ook nog eens zo’n 100 schakers hun wedstrijden speelden.

In de commentaren na afloop van de wedstrijd las ik niets over mijn partij. En dat is terecht. Het was ongetwijfeld een van mijn slechtste partijen van het afgelopen jaar. (En dat wil wat zeggen!) Toch was er iets vreemds mee aan de hand.

vijf9

André van der Kwartel – Hans den Engelsman

Stand na de 8e zet van wit.

Hier werd ik geconfronteerd met (18-22) en ik raakte min of meer in paniek. In mijn bekerfinale tegen Casper Remeijer was ik in dezelfde soort opening terecht gekomen en voor mijn gevoel werd ik vervolgens weggespeeld, hoewel Casper dat beeld achteraf nog behoorlijk nuanceerde. In ieder geval wilde ik een gelijksoortig verloop voorkomen en ik koos hier voor 24-20×20. {Voor

de oplettende lezertjes: op (10-15) volgt 28-23, 23-18 en 33-28.) Zwart speelde (13-18), 20-15 en ik werd weggespeeld. Volgens mijn tegenstander was dit een slechte opening voor wit.

Wat is nu het vreemde? In de diagramstand keurt Kingsrow (18-22) af ten faveure van (14-20). En na (18-22) kiest KR voor: 24-20×20. Kennelijk toch de beste. In de partij werd het evenwicht eigenlijk pas na 17 zetten verbroken. Neemt niet weg dat het voor wit geen aantrekkelijke opening is.

Vervolgens speelde Maurits Meier remise en dat was jammer, want gedurende een groot deel van de partij had hij de winst in handen. Maar toen hij die wilde verzilveren, werd hij verrast door een zetje.

vijf10

Herman Vroom – Maurits Meier

Stand na de 43e zet van wit.

Partijverloop: (24-30??), 33-29! (30×39), 42-38 (23×34), 38-33 (39×28), 32×3. Een bittere tegenvaller. Des te meer omdat zwart in de diagramstand had kunnen winnen door eerst een schijf te offeren: (26-31!), 37×26 (24-30) en wit is reddeloos verloren.

Daarna verloor Hans Tangelder. Het had niet gehoeven.

vijf11

Hans Tangelder – Edwin de Jager

Stand na de 45e zet van zwart.

27-22?? (25-30!), 22×11 (16×7) en wit kwam er niet meer aan te pas.

In de diagramstand kan wit gemakkelijk remise maken met 31-26. Op (25-30) volgt dan 27-22 en zwart heeft eigenlijk alleen nog (13-18), 22×13 (19×8), 28-23 met remise. Op direct (13-18) volgt 40-34 (18-23), 26-21 (17×26), 28-22 met remise.

Joop Burgerhout en Hans Kreder speelden beide remises waarover weinig valt op te merken. Harry Dekker verloor in een gelijkwaardige stand door tijdsoverschrijding.

De lichtpuntjes in deze wedstrijd kwamen van de borden zeven en acht. Rudi van Velzen en Peter van den Berg wonnen beide hun partij. Rudi won na een positionele blunder van zijn tegenstander.

vijf12

Rudi van Velzen – Hans van Woerkom

Stand na de 38e zet van wit.

Als zwart hier (17-22×12) speelt is er geen vuiltje aan de lucht, maar: (20-25??), 30-24 (19×30), 35×24. Zwart staat ineens verloren. Er dreigt 24-19 en 28-22 en op (17-22) volgt 24-19 en 37-31. Zwart koos voor (18-22×22), maar kwam er niet meer aan te pas.

Peter van den Berg had de hele partij het beste van het spel en zette met een aardig offer de kroon op zijn werk.

vijf13

Bas Baksoellah – Peter van den Berg

Stand na de 41e zet van zwart.

Wit kan op zijn lange vleugel het beste passief blijven, want zodra zwart veld 31 bezet volgt 42-37×47 en wit heeft weer enige verdediging. Een zet als 45-40 zou dus prima zijn. Wit speelde echter 42-37!? En werd verrast door: (24-29!), 33×24 (27-31). Plakkers helpen wit niet en na 37-32 won zwart moeiteloos.

De vierde ronde….

Bijdrage namens André van der Kwartel

… van de competitie leverde een gemengd resultaat op. Het achttal speelde gelijk tegen het tweede team van De Waarddammers (en had kunnen winnen) maar het zestal verloor met grote cijfers van Van Stigt Thans. Desondanks heeft ook deze ronde weer een groot aantal interessante en/of amusante fragmenten opgeleverd. Hieronder mijn selectie daaruit.

Achttal

Maurits Meijer opende de score met een snelle, degelijke remise. Vervolgens zette Hein van Winkel LDG verrassend op voorsprong. Verrassend, omdat zijn winst uit een nadelige positie voort kwam.

vier1

Marijke Koers_van Genderen – Hein van Winkel

Stand na de 24e zet van zwart.

Wit heeft duidelijk groot voordeel en dacht de winst hier te kunnen forceren: 28-23!? (19×28), 33×22 (17×28), 30×19 (13×24). Hier had de witspeelster de stand nog gelijk kunnen houden met bijvoorbeeld 41-36, maar het verlangen een schijf te gaan winnen is te sterk: 34-30 (24-29), 30-24?? (16-21), 24×22 (21-27), 22×31 (26×46). Tien zetten later had Hein de buit binnen. In de diagramstand had wit met rustige 41-36 haar voordeel moeiteloos kunnen behouden.

Helaas verloor Hans Tangelder kort daarna zijn partij. Hij kreeg op geen enkel moment serieuze kansen en werd vanaf de veertigste zet positioneel weggespeeld. Voor Peter van den Berg gold min of meer hetzelfde met dat verschil, dat hij al vanaf de 27e zet positioneel werd weggespeeld. Tot overmaat van ramp verloor Harry Dekker in een vrijwel gelijkwaardige stelling door tijdsoverschrijding en zo werd een 1-3 voorsprong in korte tijd omgezet in een 7-3 achterstand.

Maar Joop Burgerhout bracht de achterstand terug naar 7-5 via een prachtige centrum aanvalspartij. Als ik de analyse van Kingsrow doorkijk, zijn over deze partij veel opmerkingen te maken, maar ik laat hier alleen het beslissende fragment in de partij zien met daarbij de opmerkingen van Kingsrow.

vier2

Joop Burgerhout – Marienes van Genderen

Stand na de 42e zet van wit.

(2-8?) [Na (10-15), 34-29 (14-19) houdt zwart de stand nog gelijk.] 36-31 [Sterker was 34-29 (10-15), 40-34] (7-11?) [Nodig was (10-15). Nu staat zwart verloren.] 38-32 [Volgens KR zou 23-18 krachtiger zijn geweest, maar dit is ook voldoende.] (10-15), 23-18 en wit won achter elkaar.

Helaas kon Hans Kreder de verlokking van een damzet niet weerstaan, waarmee hij een zekere winst vergooide.

vier3

Hans Kreder – Ernst de Heer

Stand na de 50e zet van zwart.

Wit heeft te maken met de (remise)dreiging (18-22), 17×30, (8-13), 34×23 (25×43). Wit kiest daarom voor een ogenschijnlijk kansrijke damzet: 17-11 (6×17), 16-11 (17×6), 32-28 (23×21), 34×3. De overblijvende stand is echter gemakkelijk remise te houden voor zwart.

In de diagramstand had wit kunnen winnen door: 40-35 (29×40), 35×44. Zwart doet nu niets meer tegen het eenvoudige 16-11-7 met gemakkelijke winst voor wit.

Bij de stand 8-6 lag op mij de zware druk om de score gelijk te maken. Gelukkig was dat op dat moment in de wedstrijd niet zo moeilijk meer. Vanuit een Keller-opening was na een spelverloop met wisselende kansen de volgende stand op het bord gekomen:

vier4

Dirk-Jan Dekker – André van der Kwartel

Stand na de 45e zet van wit.

(27-32). Na een zet met schijf 49 zou wit op tempo verliezen, dus: 31-27 (22×42), 33×11 (16×7), 41-37? [Deze zet ligt voor de hand, maar wit had hier nog remise in handen met 34-30!] (42×31!), 36×38 (23-28). [Achter het bord dacht ik, dat zwart hier al gewonnen stond en na het gespeelde 46-41 was dat ook zo. KR geeft echter nog de volgende variant voor wit: 49-43 (26-31), 38-33 (13-18), 34-30 (25×23), 24-20 en wit heeft nog hele goede remisekansen. Wie zou hiervoor achter het bord en in tijdnood hebben gekozen?]

Zestal

Een kleine week na De Waarddammers moest het zestal aantreden tegen Van Stigt Thans. Geen ploeg waartegen ik ons zestal vooraf veel kans gaf, maar een 11-1 nederlaag viel mij toch wel erg tegen. Het eerste slachtoffer was Hans Tangelder. Een dam nemen tegen Ron Heusdens is misschien wel verleidelijk, maar moet toch met de nodige achterdocht worden bekeken.

vier5

Hans Tangelder – Ron Heusdens

Stand na de 15e zet van zwart.

Kingsrow waarschuwt nog dat 50-45 hier een goede zet is, maar Hans kon de verleiding niet weerstaan: 42-37 (25×45), 32-27 (23×21), 38-32 (17×28), 32×5. Een aardige dam, maar ook een aardig dure dam. Zwart opende een interessante jacht op de witte dam en na twaalf zetten kon de dam met schijfwinst worden veroverd. Hans gaf op.

Ook Harry Dekker verloor snel. Hij overzag een lichte combinatie, maar gaf daarna misschien te vroeg op.

vier6

Guido van den Berg – Harry Dekker

Stand na de 30e zet van wit.

Na (8-12) staat zwart prima, maar zwart speelde: (23-29??), 33-28 (17×28), 40-34. Hier stopt de notatie, maar het is de vraag of zwart niet te snel heeft opgegeven: na (29×40), 38×9 (3×14), 35×44 (17-22) lijkt zwart nog voldoende compensatie te hebben om, in ieder geval nog even door te knokken.

Het enige punt voor LDG werd binnengehaald door Koos van Amerongen. Hij speelde remise tegen Frits Luteijn in een partij waarbij KR geen opvallende kanttekeningen plaatst, maar die er voor de oppervlakkige toeschouwer tegen het einde toch wel erg spannend uitzag.

Na dit erepunt gingen de overige teamgenoten onvervaard verder met het inleveren van hun partijen. Als eerste Rudi van Velzen.

vier7

Rudi van Velzen – Tiny Mous

Stand na de 33e zet van zwart.

Wit staat onder druk, maar 38-32 is hier nog speelbaar. Rudi koos voor 41-37!? (21-27), 37-31 (17-21), 28×26 (10-14), 31×13 (8×19) en wit ging kansloos ten onder.

Ook uw verslaggever ontkwam niet aan de algehele malaise, maar ik heb nog een extra frustratie: ik heb een waarschijnlijk winnende afwikkeling gemist.

vier8

André van der Kwartel – Ton Burgerhout

Stand na de 39e zet van wit.

(8-12??), 31-26?? Ik mis hier de verrassende actie: 34-30 (25×34), 28-23 (18×29), 22-17!! Uitermate verrassend. Als zwart (12×21) slaat volgt vernietigend 38-33 (29×38), 32×43 (21×32), 43-38 (32×43), 48×8. Zwart moet dus wel: (11×22), 27×7 met als plausibel verloop: (34-39), 7-1 (29-34), 1×40 (24-29) enz.

Joop Burgerhout hield het het langst vol, maar ook hij ontkwam niet aan verlies. Na het ophalen van enkele gemeenschappelijke herinneringen met zijn tegenstander, Peter van der Stap, volgde een boeiend gevecht, waarin Joop langdurig de onderliggende partij was. Hij werd dan ook langzaam weggespeeld. In het eindspel beging Van der Stap echter één misgreep die helaas door Joop werd gemist.

vier9

Peter van der Stap – Joop Burgerhout

Stand na de 53e zet van zwart.

Volgens KR is de stand in alle varianten verloren voor zwart. Spelverloop: 10-5? [Nodig was 19-14] (31-36), 38-33 (21-27?), 32×21 (16×27), 48-42 (11-17), 33-29 (17-22), 42-37 en zwart gaf op.

Een mooie overwinning van wit, maar zwart heeft een kans laten liggen. In plaats van (21-27) had hij moeten spelen: (21-26). KR geeft nu de volgende spelgang: 32-27 (18-22), 27×18 (36-41), 18-13 (41-47), 33-28 (26-31) Zwart gaat een tweede dam halen en het lijkt daarna vrijwel onmogelijk voor wit om de winst binnen te halen.

Toegift

Ten slotte als toegift twee fragmenten uit een oude partij van mij tegen Fred Ong. Ik kwam die partij tegen tussen allerlei vergeten papieren, voerde hem in Turbo Dambase in, liet Kingsrow er op los en prompt werd ik gewezen op maar liefst twee gemiste kansen. Ik geef ze hieronder als kleine opgaven ter ontspanning rond de kerstdagen. Voor beide diagrammen geldt: wit speelt en verkrijgt voordeel.

vier10

André van der Kwartel – Fred Ong

vier11

André van der Kwartel – Fred Ong

En Hielke zorgde voor de kokerij

Een bijdrage van Evert Dollekamp

Ik begon vijftig jaar geleden met dammen (als je dit in 2023 leest klopt het precies!). Aangejaagd door mijn broerste broer Bert speelden we lange tijd in de hoek van een verantwoord bankstel in huiselijke kring regelmatig een potje dam. Bert is een jaar of vijf ouder dan ik en zodoende destijds ook qua school een aantal jaren vooruit.

Op de middelbare school (de HBS, oudere leden weten nog wel dat dit Hogere Burger School betekent; voor kinderen van gegoede ouders. De HBS bestaat niet meer, vergelijk het maar met HAVO / Atheneum / Gymnasium nu) was Bert niet echt een volgzaam type, is hij nog steeds niet trouwens.

Regelmatig de klas uitgestuurd en melden bij de concierge. Deze man had als hobby dammen. Al snel leerde Bert de eerste trucjes. En natuurlijk de boel forceren om maar weer weggestuurd te worden. Twee keer blijven zitten, want ook huiswerk kwam er door al dat gedam niet van. Uiteindelijk toch een diploma, naar de Universiteit en kijk eens aan: Drs. in de onderwijskunde. Zodat hij nog maar kort geleden (nu met pensioen) aan de RUG les gaf aan Roel Boomstra en Wouter Sipma.

In de beginjaren van zijn damloopbaan leerde Bert Hielke Hylkema kennen. Hielke was een jaartje of vijf ouder en leerde Bert de fijne kneepjes. Vooral ook hoe je het damspel op anderen moest overbrengen. Hielke was een geboren onderwijzer. Wie zijn meesterwerken ‘De Flankaanval’ en de twee deeltjes ‘Combineren op een randschijf’ nog niet in huis heeft, moet snel even naar de site van Henk Stoop (damboeken.nl).

Ik geloof tenmiste dat ze daar nog steeds te koop zijn. En dat zegt dan iemand die vindt dat wie door de week traint ‘s zondags moe is. Dan moeten het toch wel echt juweeltjes zijn! Vooral ‘De Flankaanval’ staat me nog het meest bij. Hielke weet op zijn karakteristieke manier de lezer te kietelen. ‘Niet gelijk naar de oplossingen. Eerst zelf proberen. Laat ik het niet merken!’ Dat soort werk.

Mijn eigen mooiste ervaring met Hielke Hylkema is onze samenwerking tijdens het NK 1982. Tijdens het toernooi, dat in een soort elfstedentocht door Drenthe trok, verzamelden we van alles voor een heus toernooiboek. Interviews, (ronde)verslagen, quotes en analyses. We hadden qua dat laatste behalve spelers ook randfiguren zoals Wim Los en Klaas Postema aangetrokken om een analyse te maken van een partij.

Hielke was daarin heel stellig: niet al te moeilijk, iedereen moet het kunnen begrijpen! Dat het na het toernooi toch nog maar liefst twee weken duurde voor we het boekje (iets van 120 pagina’s A5) gereed hadden lag vooral aan enkele NK-deelnemers. Soms moesten we een paar keer bellen voordat we de gevraagde analyse binnen hadden.

In Hielke’s woning in destijds Beijum (Een Groninger buitenwijk) werden de werkzaamheden verricht. Computer hadden we niet, moest bij wijze van spreken nog worden uitgevonden. Op een tekstverwerker met klein beeldscherm rammelden wij op het toetsenbord van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat.

Tegen vijf uur in de middag deed ik veertien dagen lang de boodschappen voor het avondeten, waarbij Hielke mij op het hart drukte vooral aan zijn portemonnee te denken. Van Hielke leerde ik dan ook hoe je van de wind moest leven.

Als ik terugkwam van de supermarkt zorgde Hielke voor de kokerij. Voor het drukken van het boekje vond Hielke natuurlijk de voordeligste aanbieder in het Noordelijk Halfrond!

Kenmerkend: ik woonde al een aantal jaren in het westen toen mijn relatie naar de dinges ging. Ik was toen regelmatig

in Groningen te vinden en ging voor mijn werk even regelmatig op en neer naar Amsterdam. Toen ik tijdelijk woonruimte nodig had stond Hielke vooraan in de rij:

‘Je mag wel zolang in mijn huis hoor. Ik red me wel!’

Of het nu voor even een verblijf in zijn tuinhuisje in het Groninger Stadspark was of dat hij destijds de benenwagen heeft genomen richting Frankrijk dat weet ik niet meer. Maar het geeft wel aan dat Hielke vooral ook aan een ander dacht. Mooi!

Tot slot: Hielke was behalve (auto)didact ook een meer dan behoorlijke dammer, qua stijl een beetje Paul Oudshoorn en Martin Dolfing (maar dan veel agressiever; hij ruilde bijvoorbeeld nooit binnen een luttel aantal zetten naar 21 en 24!). Hij behoorde tot de vier gebroeders (Gert en Hielke Hylkema, Bert en ik) dat jarenlang in de NC het gros van de punten binnenbracht voor de Asser Damclub (later bleef het Drents Tiental over).

Onvergetelijke uitspraak van destijds (rond jaren tachtig) voorzitter H.J. Borger (niemand van ADC heeft ooit zijn voornaam geweten … ): ‘Als we de Dollekamp’m en de Ielkema’s niet hadden, kunnen we net zo goed thuisblijven!’

Ander slot: de crematieplechtigheid heb ik on-line gevolgd. Mooie toespraken, heel divers ook. Alles afgekeken, ook toen het beperkte (want Corona) publiek de kist voorbijkwam. ‘Statler en Waldorf!’ dacht ik plotseling. Het waren Herm Jan Brascamp en Hans van der Nap.

Gerespecteerde mannen op leeftijd. Maar ook zeer gewaardeerde dammers en goede onderwijzers. Samen met Hielke en Bert vormden zij jarenlang als pioniers de Werkgroep Jeugddammen. Een werkgroep dat onder andere het draaiboek voor een scholendamtoernooi in elkaar knutselde. Ik heb het zelf in mijn jonge jaren veel gebruikt!

Gewoon Hielke

Artikel afkomstig uit Dagblad Van Het Noorden, geschreven door Bert Dollekamp!

Tijd van Leven beschrijft het gepasseerde bestaan van mensen met een bijzonder verhaal. Vandaag wandelen we een stukje mee op het levenspad van Hielke Hylkema (1950-2021). ‘Een goede reiziger weet niet waar hij heen gaat’

Hielke0

,,Mmmét Hielke!”

Wie Hielke Hylkema belde, werd steevast onthaald op diens in vrolijke klanken verpakte voornaam, waarmee hij alvast de gewenste toon voor het gesprek zette. Het was een van de simpele maar o zo effectieve methoden, 2 waarmee Hielke zijn leven lang probeerde te handelen in harmonie met zijn omgeving. En wie dat doet ontmoet zelden weerstand, zegt de oude Chinese wijsheid op de kennisgeving van zijn overlijden,12 augustus jongstleden.

Eenvoudig, scherpzinnig, gevoelig, wars van gedoe en door en door betrouwbaar. Geliefd bij degenen die het voorrecht hadden hem van nabij mee te maken. Zijn beroep? Ja, wat zullen we daar eens van maken. Misschien handiger om een stukje op zijn levenspad mee te wandelen, dan kan ieder er zijn eigen etiket op plakken. Want zelf hield Hielke daar niet zo van.

Hielke1

We wandelen een stukje mee op het levenspad van Hielke Hylkema

Ontdekking

Hielke groeit op in Assen als zoon van een Groningse moeder en een Friese vader. Na zeven onbezorgde jaren, waarin hij gezelschap krijgt van zijn vijf jaar jongere broer Gert, overlijdt plotseling hun vader. Alles wordt anders en als vanzelf groeit Hielke in de rol van volwassene, met eigen ideeën en vragen over opvoeding en geloof.

De middelbare school voert de vroegwijze en zoekende Hielke langs de christelijke mulo en hbs naar het openbare Nassaucollege in Assen. Zijn mooiste aha-ervaring heeft hij echter als 16-jarige in Groningen. In de pauzes van een cursus wiskunde raakt hij via dammende studenten in de ban van het oude bordspel. En struinend door de stad vindt hij in een tweedehands boekwinkeltje de Tao Te Ching, de beroemde verzameling 3 levenslessen ‘van weg en deugd’ van de Chinese filosoof Lao Zi. Beide ontdekkingen passen hem als een jas.

Dat geldt ook zijn studie biologie, waarvoor hij definitief naar Groningen verkast. Zijn kamer aan de Visserstraat wordt een ontmoetingsplek voor oude en nieuwe vrienden, die de bedachtzame, gastvrije en behulpzame Hielke op handen dragen. Hij studeert als eerste af in de milieukunde en neemt en passant studiemaat Franciscus op sleeptouw. Zijn lesbevoegdheid loopt hij echter mis, nadat hij de docent aanspreekt op diens vreemde visie op didactiek. Dan maar geen leraar biologie.

Sleutel

Binnen de damsport heeft hij zijn sporen dan al verdiend. Ook daar weet hij het beter dan wie ook en levert er een complete leergang bij. Resultaat van een jarenlang proces van oefenen, onderzoeken, doorgronden en opschrijven. Hielke begrijpt dat wie de essentie van het spel snapt, ook de sleutel voor de juiste uitleg in handen heeft.

Die sleutel vindt hij door niet de kennis maar het denken zelf als startpunt te nemen. Het simpele principe komt in diverse producties terug, van de spectaculaire AVRO damcursus uit 1983 rond de match Van der Wal – Wiersma tot zijn ingetogen meesterwerkje ‘De Flankaanval’. Alleen wie een doel heeft kan plannen maken, houdt hij de lezers in navolging van Confucius voor, presenteert een serie winnende posities (het doel) en zet hen vervolgens op het spoor van de zettenreeks er naar toe (het plan).

Alles in heldere taal en luchtige vermaningen. Zoals: ,,Probeer zelf maar een paar varianten uit. Meteen naspelen van de uitwerking is zinloos. Laat ik het niet merken!”

Hielke2

Hielke Hylkema in 1983

Het dammen is echter geen vetpot. Hij zoekt een nieuwe uitdaging, vaart mee met een bevriende binnenschipper en volgt een stoomcursus ICT. Zo vindt hij eindelijk een baan bij landbouwhogeschool Van Hall en levert vakwerk met uitgekiende programma’s. Toch gaat het mis. Perfectionisme, hekel aan formaliteiten en behoefte aan eigen regie leiden tot grote stress. Voorjaar 1995 kapt hij ermee, neemt ontslag en wandelt in zuidelijke richting de stad uit.

Kostbare bagage

Het dagboekje dat hij onderweg bijhoudt en later uitwerkt in een kostelijk reisverslag begint zo: ‘ – Waar ga je heen? Dit was de meest gestelde vraag de afgelopen weken. – Naar het zuiden … – Ja, maar waar ga je naar toe in het zuiden? – Eerst naar Zuidlaren en daarna zie ik wel verder.’ Een goede reiziger weet immers niet waar hij heen gaat, haalt Hielke de wijsgeer Lin Yutan aan. De wijsheid heeft ook nog een tweede deel. ‘… een uitstekende reiziger weet bovendien niet waar hij vandaan komt. Dat is hogeschool reizen – zover ben ik nog lang niet.’

Hielke3

‘Een goede reiziger weet niet waar hij heen gaat’.

Uiteindelijk loopt hij naar de Middellandse Zee, vergezeld van zijn gedachten, zijn rugzak en zijn meest kostbare bagage: Tai Ji. Een goede fee heeft het me geleerd, schrijft hij, doelend op de lerares die hem een jaar tevoren de eerste beginselen van de Chinese bewegingskunst heeft 5 bijgebracht. Elke dag doet hij op een rustig plekje onverstoorbaar zijn oefeningen, soms verbaasd gadegeslagen door passanten. Zijn verslag bevat boeiende passages over de invloed van de Romeinen en het christendom, voorzien van een subtiele relativering. Zoals ook in zijn met milde zelfspot beschreven verlegenheid in het contact met vrouwen

Keerpunt

De wandeling is een keerpunt in zijn leven, met zijn Tao-boekje als gids en Tai Ji als vaste routine. Net als bij dammen volgen jaren van oefening en studie, waarbij zijn kennis van de Chinese taal en geneeskunst van pas komt. Als hij eenmaal snapt hoe het werkt, is het ordenen, herschikken en beschrijven van de bewegingen Hielke wel toevertrouwd.

Tien jaar na de eerste kennismaking gaat hij zelf lesgeven. Heel praktisch, geduldig en met humor demonstreert en begeleidt hij de bewegingen, alles met eigen lesmateriaal. Jarenlang oefenen Tai Ji adepten onder zijn leiding op de heuvel in het Noorderplantsoen en ook voorbijgangers kunnen gratis een lesje krijgen. Hielke wordt veel gevraagd voor workshops en demonstraties, die hij onder het motto ‘eerlijk delen’ samen met zijn collega-docenten verzorgt. Het samenwerken en verbinden is simpelweg deel van zijn systeem.

Sociale antenne

Die sociale antenne staat ook de 40 jaar in zijn huurwoning aan de Jacob Catsstraat steeds op ‘stand-by’. Maar het liefst vertoeft Hielke op de Piccardthof. Wie daar zijn van elke luxe gespeende tuinhuisje binnenstapt, waant zich in het boek ‘Walden’ van Henry Thoreau. Tegelijk leeft hij zich uit als vrijwilliger, variërend van bestuurlijke bemoeienis tot het maken van een website en een bomenroute. Daar ontmoet hij ook vriendin Ilkje, met wie hij vanaf 2011 een ‘droomhuisje’ aan het water deelt.

Het stekje wordt een ontmoetingsplek voor familie en vrienden. En als weer eens iemand vraagt welk deel van zijn tocht hij nou het mooist vond, dan antwoordt hij: ,,De Hoornse Dijk bij Groningen vond ik wel mooi; mooi is namelijk een kwestie van hoe je kijkt.”

,,Mmmét Hielke.”

De begroeting was het afgelopen jaar hetzelfde als altijd. Maar het duurde wel steeds langer voor Hielke opnam. Wie hem kende wist dat hij zich dan vanuit zijn stoel naar zijn telefoon sleepte, zich concentrerend op de gevleugelde woorden, die ook nu opgewekt moesten klinken. Alsof er niets aan de hand was. Maar er was wel wat aan de hand. Hielke had ALS.

Het was afzien die laatste maanden, maar hij hield met hulp van familie en vrienden zelf de regie, zoals hij dat zijn leven lang gedaan had.

Wat blijft is de herinnering aan een man, die anderen veel gegeven heeft door in bijna alle omstandigheden zichzelf te zijn.

Misschien kwam de typering van studievriend Franciscus nog wel het dichtste in de buurt: „Hij wandelde door Groningen als een Chinese wijsgeer”. Hielke zelf zou dat overdreven vinden. Hij was immers: gewoon Hielke.

BOEK

In 2019 heeft Corien Bennink van het reisverslag van de wandeling uit 1995 een eboek en een papieren boek gemaakt, inclusief een Engelse vertaling. Het boek van 550 pagina’s is verkrijgbaar in een aantal boekhandels en via internet. Titel Groningen-Montpellier. Een wandeling langs kanalen en rivieren. Auteur Hielke Hylkema ISBN Paperback 9789 4641 86 000 E-book 9789 4641 86 017 Prijs Paperback € 37,50; E-book € 10,–

Hielke4

De derde ronde….

… van de competitie verliep iets beter dan de tweede ronde. Het achttal verloor met grote cijfers van het derde team van DES Lunteren (5-11), maar het zestal speelde verrassend gelijk tegen Den Haag. Een impressie van de interessantste momenten uit deze ronde.

Achttal

Jack van der Plas leverde als eerste twee punten in. Ondanks mijn eerdere waarschuwingen in deze rubriek, beging Jack een belangrijke positionele blunder:

derde1

Jack van der Plas – Jaap Heij  

Stand na de 21e zet van zwart. 

49-44??? (17-22), 28×17 (11×31), 36×27 (23-29!). Natuurlijk. De witte korte vleugel wordt lamgelegd. Jack kwam er niet meer aan te pas.  

Vervolgens speelde Hans Kreder remise. Voor de oppervlakkige toeschouwer stond Hans huizenhoog gewonnen, maar in werkelijkheid mocht hij blij zijn met een punt weg te komen.

derde2

Michel Hendriksen jr. – Hans Kreder  

Stand na de 30e zet van wit. 

Zwart staat slecht. (6-11) en (12-17) zijn verhinderd. Hij doet er het beste aan om een schijf achterstand te accepteren met (14-19), 33-29 (19×30), 29-23, enz. Zwart heeft dan nog enige compensatie. In de partij werd gespeeld: (14-20??), 32-28? (20×29), 33×24 (22×33), 38×29. Hiermee mist wit de winst. Na (14-20) had wit moeten spelen: 33-29! Met het volgende plausibele verloop: (3-9), 49-43 (9-14), 44-40 (6-11), 39-33 en hier moet zwart wel (25-30) offeren, want anders loopt het snel mis voor hem.  

Vervolgens ontdekte Peter van den Berg de kracht van enkele eenvoudige omsingelingszetten. 

  derde3

Henk Timmer – Peter van den Berg  

Stand na de 36e zet van wit. 

Om de stand min of meer gelijk te houden was (6-11) aangewezen met als plausibel verloop: 48-43 (11-17), 27-21×21 (17-22), 21-16 (12-17). Het ziet er een beetje eng uit, maar zwart hoeft zich geen zorgen te maken. De doorbraakactie met 26-21 en 16-11 bijvoorbeeld strandt op (23-29). 

Het partijverloop was: (14-20?), 33-29 (20-24×24) [Beter was (12-17), maar daarna is 30-24 vrijwel dodelijk.] 39-33 (12-17), 34-29 (23×25), 27-21 (16×27), 32×14 en opgegeven. Zie de kracht van de witte formaties!  

In de partij van invaller Dick den Ouden werd het evenwicht nooit serieus verbroken, met remise als logisch resultaat. Vervolgens verloor Maurits Meijer die in een wel heel eenvoudig zetje liep. 

derde4

Maurits Meijer – Robbert Westerink  

Stand na de 30e zet van zwart. 

30-24?? (22-28), 31×33 (13-19), 24×13 (12-18), 13×22 (17×48). Wit haalde deze dam nog wel van het bord met 37-31, 38-32 en 26-21, maar het is daarna nooit meer wat geworden.   

Joop Burgerhout bezorgde met een remise de tegenstander het negende en dus winnende punt. De laatste verliespartij van LDG kwam op naam van Harry Dekker. Hij beging een positionele fout, die eigenlijk afgestraft had moeten worden, maar zijn tegenstander beging op zijn beurt een slordigheid. Helaas miste Harry de hem geboden ontsnapping. Die eeuwige tijdnood ook…. 

derde5

Jaap van Hierden Sr. – Harry Dekker  

Stand na de 40e zet van wit. 

(18-23?), 34-30! (15-20), 30-24!? [Dit wint een schijf, maar geeft zwart de kans om te ontsnappen. Beter was daarom: 27-22!] (20×29), 33×24 (19×30), 35×24 (11-17?) Dit is het moment waarop zwart nog een redding achter de hand heeft: (12-18!), 28×19 (16-21), 27×17 (18-23), 19×28 (26-31), 37×26 (8-12), 7×18 (13×42). Dit zou voldoende moeten zijn voor remise. Overigens verloor zwart kort na (11-17) door tijdsoverschrijding.  

Ik mocht de spreekwoordelijke eer redden na een partij waar ik niet erg tevreden over was, maar die verrassend soepel won. Al had tot op het laatst remise nog de uitslag kunnen zijn. 

derde6

Chris Versteegen – André van der Kwartel  

Stand na de 54e zet van wit. 

De gemakkelijkste manier om hier te winnen is (24-29), gevolgd door (23-28). In een vlaag van verstandsverbijstering vergreep ik mij echter aan (11-16??). In een eindspel is het prettig om schijven aan de randen te hebben, maar niet als die een potentiële vangstelling vormen. Volgens KR is de stand plotsklaps remise na 39-34! Er dreigt 34-30, 49-44 en 31-27. Dat volgt ook na (24-19), maar dan voorafgegaan door 14-9. Haalt zwart zijn dam terug naar 47 dan volgt 34-30 en de remise komt snel in zicht voor wit. Gelukkig overzag mijn tegenstander deze mogelijkheid. Hij speelde 31-27?? En daarmee was alles weer in orde: (24-47), 49-43 (23-28) en winst. 

Zestal 

Vijf dagen na de wedstrijd van het achttal speelde het provinciale zestal tegen de damclub Den Haag. Tegen deze sterke ploeg werd met 6-6 gelijk gespeeld. Heel verrassend, daar de drie sterkste spelers van LDG niet meespeelden.  

Jack van der Plas opende de score met een niet moeilijke, maar wel spectaculaire afwikkeling.

derde7

Bas Baksoellah – Jack van der Plas  

Stand na de 25e zet van zwart. 

Niets aan de hand na 41-36, maar wel na het gespeelde 43-39?? (29-33), 38×29 (26-21), 37×17 (16-21), 27×7 (18×36), 29×18 (13×2). Enkele zetten later gaf wit op.  

LDG kwam op 4-0 door een prachtige overwinning van Rudi van Velzen. 

derde8

Rudi van Velzen – Frans van Eenennaam  

Stand na de 31e zet van wit. 

Spelverloop: (9-14!?), 24-19!! (13×24), 32-28!! Zwart heeft geen enkel weerwoord. Hij speelde nog (24-30), maar gaf na 35×24 op.  

Uit de overige vier partijen hoefden nog maar drie punten te komen, maar dat streven werd door een misser van mij al direct een stuk moeilijker gemaakt. 

derde9

André van der Kwartel – Pertap Malahé  

Stand na de 39e zet van zwart. 

Een leerzaam moment. Na 27-22 vindt KR de stand gelijkwaardig. Na de – voor mij – meer voor de hand liggende (en gespeelde) zet 42-37?? is de stand voor wit vrijwel verloren. Zwart moet daarvoor dan wel (8-13!) spelen. Hij speelde echter (17-21) en daarmee was de stand weer gelijkwaardig. Het is leerzaam om na (8-13) wat variantjes te spelen. Wit komt heel snel steeds slechter te staan. 

Vanuit de diagramstand was het spelverloop: 42-37? (17-21?), 40-34 (4-10), 39-33 (8-12). Deze zet verraste mij totaal. Ik hield alleen rekening met (13-18) of (10-15), waarbij ik voor deze laatste zet de punten al telde. Maar na de tekstzet zag ik in tijdnood de afwikkeling 27-22 (24-30), 35×13 (12-18), 28×19 (18×40) schitteren. Ik was bang dat die afwikkeling tot een slecht eindspel zou leiden en speelde min of meer in paniek: 35-30?? (24×35), 33-29 en kon na (12-17) enz. opgeven. De afwikkeling die ik ontweek, had snel tot remise geleid.  

Vervolgens speelde Harry Dekker knap remise tegen Jan Kok. Maar hij miste onderweg wel een mogelijke winstkans. 

derde10

Jan Kok – Harry Dekker  

Stand na de 41e zet van wit. 

In de partij speelde zwart (13-18) en het liep soepel remise. Zwart had zichzelf winstkansen kunnen scheppen met (21-26!). Het vervelende van dit zetje is dat het voor de hand liggende 32-28 is verhinderd door: (26×37), 42×31 (14-19) met schijfwinst. Wit heeft dus niet veel beter dan 42-37 en zit na (12-18) met een lastige stelling opgescheept. Een redelijk plausibel verloop is dan: 38-33 (18-23), 27-22 (14-19), 24-20 (23-29×30). Wit krijgt het moeilijk.  

Joop Burgerhout speelde knap remise tegen Jeroen Kos, waardoor het bereiken van dat ene gewenste zevende punt geheel op de schouders van Maurits Meijer kwam te liggen. Maurits kwam in een nadelig eindspel terecht en verdedigde zich bekwaam. Helaas miste hij het moment waarop hij de kroon op zijn verdedigende werk kon zetten. 

derde11

Gerard de Groot – Maurits Meijer  

Stand na de 61e zet van wit. 

Het is een complex eindspel dat voor iedere dammer een stevige uitdaging zal vormen. 

Ik laat eerst het partijverloop zien, want de manier waarop wit wint is toch wel erg mooi. 

(36-4?), 33-28 (4-31), 7-2 (31-48), 2×35 (48-43), 35-19 (43×21), 19×5. Nu blijkt dat beide witte schijven beschermd zijn: op (21-17) volgt 28-22 en op (21-12) volgt 23-18 en 25-20. 

De diagramstand geeft het moment weer waarop zwart nog remise kan maken en er zit een zekere logica achter de gewenste zet: (36-22!). Wit heeft niet veel anders dan 32-28 (22-31). De witte schijven staan nu midden op het bord ongelukkiger opgesteld. De zwarte schijven aanvallen wordt voor wit vrijwel onmogelijk zonder dat ook witte schijven van het bord gaan. 

DEZ Reeuwijk tegen Leids Damgenootschap 2

Een verslag van Eric van ’t Hof

Reeuwijk, vrijdagavond 29 oktober 2021

Al weer de derde ronde van ons schaakvriendendamteam in de derde klasse van de ZHDB-competitie. Tegen het jeugdteam uit Reeuwijk behaalden we de maximale score van 8 punten uit 4 partijen.

Ik neem de partijen even door in omgekeerde bordvolgorde.

Op bord 4 speelde Daan Binnendijk met de witte stukken tegen Indy Schouten. In mijn ooghoek zag ik hier al vrij vlot een witte schijf op het derde veld belanden.

Deze dam kon nog wel ten koste van vijf schijven worden afgenomen, maar een hele zware partij werd dit niet voor onze wethouder.

Zelf mocht ik een bord hoger met zwart aantreden tegen Willem Slappendel die, voor een jongen van zijn leeftijd, mij goed partij gaf.

In onderstaande stelling crëerde hij echter met 46-41? een zwakte die hem later zou opbreken.

reeuwijk1

Gaan we verder met de partij Eelco Kuipers tegen Jesse Schouten. Onze witspeler hoefde in deze partij slechts een afwachtende houding aan te nemen, welke rol hem op het lijf is geschreven.

In onderstaande stelling werd besloten tot (21-27?) die na de dubbele ruil voor wit een 1-om-2 in de stelling bracht die door Eelco niet werd gemist.

Even later in de partij gebeurde nogmaals iets soortgelijks zodat de door sommigen als MF (in een andere denksport) aangeduide speler de winst vlot kon noteren.

reeuwijk2

Blijft over de kraker op bord 1. Onderstaande grafiek van Kingsrow laat zien dat er hier zich een drama heeft afgespeeld.

reeuwijk3

Quirinius van Dorp bond voor de derde maal in zijn damcarrièrre de strijd aan met Maaike de Bruin. Bij de eerste twee confrontaties had Q in het stof moeten bijten.

Maar hij was er op gebrand ook voor de derde maal op het hoogste bord plaats te nemen. Wij hebben getracht hem hiervan te weerhouden, doch hij was onvermurwbaar.

Ook nu dreigde voor hem wederom de bittere nederlaag, nadat hij het onzalige (17-22?) uit zijn vingers had gekregen. Zie onderstaande stelling.

reeuwijk4

Maaike de Bruin liet zich deze opgelegde schijfwinst natuurlijk niet ontgaan, waardoor Q verder voor een verloren zaak leek te strijden.

Hij rechtte echter de rug en bleef doorschuiven, wanhopig opzoek naar complicaties.

reeuwijk5

In bovenstaande stelling kan wit de meerderheid aan de linkerzijde van het bord benutten door bijvoorbeeld de zet 32-27 etc. waarna het voor zwart een zéér hachelijke zaak wordt.

De witspeler besloot echter met 33-28 de stelling klassiek te maken, een onverstandige keuze naar het oordeel van Kingsrow.

Q kreeg hierdoor weer kleine rommelkansen en rommelde zich zelfs naar een gelijkwaardige stelling waarin het de witspeelster was die de remise moest zien te vinden.

Het keerpunt van de partij is hieronder te zien.

reeuwijk6

Met 22-18 behoort wit hier door te lopen naar dam, maar de Reeuwijkse speelde onder druk van grote tijdnood per ongeluk 22-17? waarna Q met 50-45 opeens een winststelling in handen had.

reeuwijk7