Evert Dollekamp
Mijn damleven bestaat uit een aaneenschakeling van anekdotes. Mijn leven bestaat voor het overige uit een aaneenschakeling van foute beslissingen. Vrouwen, werk, huizen, op een damclub gaan, enzoverder enzovoorts. Soepel gaat het nooit. Nu lijd ik weer aan geldtekort. Zucht. Dit even terzijde.
Uit het ‘s zondags moeboek een sprookje uit begin jaren negentig:
Zo af en toe wordt een wedstrijd van de Asser Damclub (de voorloper van het Drents Tiental, op haar beurt de voorloper van Hijken DTC – de Hijken Drents Tiental Combinatie) publieksmatig opgesierd door een grootheid uit lang vervlogen tijden. Deze keer is het dermate lang geleden dat ik de persoon in kwestie even naar de naam moet vragen. Het is Eddy Walbeehm, één van die markante eendagsvliegen die de Asser Damclub gekend heeft.
In de sport verdiende Walbeehm destijds voornamelijk zijn sporen als masseur van het eerste elftal van voetbalvereniging VAKO uit Vries (Vriezer Activiteit Kenmerkt Ons, ik kan het ook niet helpen). Dezelfde club waarin Harrie Spaling in het vierde elftal als doelman furore maakte. Voor de cultuurbarbaren onder ons: Harrie bedacht ooit tijdens een voetbalwedstrijd de onvergetelijke one-liner ‘Wie door de week traint is ‘s zondags moe’, toen een overtrainde tegenstander na een solo van vijftig meter jammerlijk in de grond trapte.
Die ene keer dat supporter Walbeehm voor ons optreedt, is te danken aan onze preses Bert Dollekamp. Op de hoogte van zijn passie voor het damspel, wordt Walbeehm gevraagd of hij te porren is voor een dagje Bennekom. De Asser Damclub zit weer eens met negen man, terwijl de allerlaatste strohalm Wim Vlieger al is aangetrokken. Daarover straks meer.
Walbeehm vindt het fantastisch en viert zijn uitverkiezing met een onverwachte remise. Onverwacht, want Walbeehm is per slot van rekening niet meer dan een veredelde huisdammer die bovendien de notatie niet onder de knie heeft. Maar dat laatste euvel weet hij dermate te camoufleren dat de arbiter met succes om de tuin wordt geleid.
Dat de wedstrijd in Bennekom wordt gewonnen, komt echter vooral door het optreden van Wim Vlieger. Anders dan Walbeehm behoort Vlieger tot de inventaris van de vereniging. Ten tijde van de wedstrijd is hij de zeventig al ruim gepasseerd, maar wat meer zorgen baart is zijn slechte gezondheid. Vlieger slaat echter protesten van vrouw en kinderen in de wind en meldt zich voor de treinreis op het station in Assen.
In Bennekom aangekomen wordt de wandeling naar het speellokaal een zware beproeving. Meerdere malen moet onze held even uithijgen, zodat zijn teamgenoten op een gegeven moment het ergste vrezen. Het bereiken van de plaats van bestemming wordt beloond met het eerste bord. Bert van Harten – Wim Vlieger. Het is in de tijd dat Van Harten nog volop in de arena te vinden is, onder andere tijdens vergeefse pogingen de NK finale te bereiken (nog onze welgemeende felicitaties!). Een ieder van ons is zeer bevreesd de stilist te bestrijden, maar Vlieger maakt het allemaal niet uit. Een uitgelezen kans om op zijn oude dag nog een keertje historie te schrijven.
Het wordt een geweldig gevecht. Vlieger behoudt tot ver in het eindspel zicht op remise, daarmee zijn medespelers tot grootse prestaties aanzettend. Zij bouwen in de tussentijd een comfortabele voorsprong op, zodat de uitslag aan het eerste bord er op een gegeven moment niet meer toe doet. Alleen eer en eeuwige roem staan nog op het spel. Jammer dat het uiteindelijk in een ogenschijnlijk onschuldige vier-om-vier toch nog mis gaat.
Tot slot: Bert van Harten is back! Nieuwsgierig naar zijn huidige performance een paartijtjes (sommige tikfouten zijn te leuk om te veranderen) nagespeeld voor zijn club DES Lunteren. Het is nog steeds een stijl om jaloers op te worden. Beetje een Toine Brouwers look-a-like. Niet spectaculair, maar wel een gave techniek. Genieten!