Het Leids Damgenootschap heeft in de vierde ronde van de damcompetitie een punt laten liggen tegen Constant Charlois uit Rotterdam. Aan het eind van de middag stond de uitslag 10-10 op het scorebord. Aan die uitslag was zowel op de borden als vóór de wedstrijd heel wat voorafgegaan. In verband met vermeende parkeerproblemen bij de speellocatie was unaniem besloten om met het openbaar vervoer naar Rotterdam af te reizen. Op de speeldag bleken er echter geen treinen te rijden tussen Leiden en Den Haag en dus moest worden geïmproviseerd. Besloten werd om per auto naar het station Laan van Nieuw Oost-Indië te gaan en vandaar verder te reizen met de Randstadrail, waarvan een halte op nog geen vijf minuten lopen van de speellocatie lag. Enige communicatiestoornissen bleken een optimale improvisatie echter in de weg te staan met als gevolg dat vier leden van het Leidse tiental met twintig minuten vertraging in de speelzaal arriveerden. Op het wedstrijdverloop lijkt dit echter geen invloed te hebben gehad. Harry Dekker (niet één van de laatkomers!) verloor al snel doordat hij in een niet al te moeilijke slagzet liep die zijn tegenstander een vrije doorloop naar dam bezorgde. Daarna volgden drie remises van respectievelijk de invallers Peter van den Berg en Dick den Ouden en van André van der Kwartel. De laatste maakte zich geestelijk al op om een moeilijke stand remise te gaan houden, toen zijn tegenstander plotsklaps remise aanbood. Dat cadeautje werd natuurlijk direct aanvaard. Maurits Meijer bracht de partijen weer op gelijke voet (5-5). Na de gehele partij door beter te hebben gestaan, wist hij een gewonnen eindspel op het bord te brengen dat zijn tegenstander zich niet meer liet bewijzen. Een tegenvaller was de nederlaag van Edwin van Hofwegen. Tot nu toe had Van Hofwegen in de competitie al zijn wedstrijden gewonnen en ook in deze partij ging hij lang aan de leiding. Maar in de ingewikkelde Partie Bonnard wachtte hij te lang om de stand met voordeel te verbreken. Toen dat later alsnog gebeurde was de overblijvende stand zó slecht dat hij snel verloor. Hierna volgden weer drie remises van respectievelijk Hans Tangelder, Hans Kolfoort en Evert Bronstring. Hans Tangelder speelde een korte vleugel opsluiting met veel schijven op zijn lange vleugel. Het vergde veel rekenwerk maar leverde niet meer dan één punt op. Hans Kolfoort had in het klassieke middenspel steeds het betere van het spel, maar daarna moet er iets mis zijn gegaan, want uiteindelijk moest hij nog secuur spelen om remise te maken. Ook Evert Bronstring had in het late middenspel de betere stelling, maar kon deze niet verzilveren. Bij de stand 10-8 in het voordeel van de Rotterdammers moest invaller Arend van Beelen de 10-10 veilig stellen. Dat klinkt spannender dan het was. Van Beelen stond al lange tijd gewonnen en had de partij waarschijnlijk al veel eerder uit kunnen maken.
(bijdrage van André van der Kwartel)