Archive for Uncategorized

Competitie 2022-2023 De vijfde ronde

André van der Kwartel

Achttal

Het achttal verloor teleurstellend met 7-9 van het derde team van Van Stigt Thans uit Schiedam.

Joop Burgerhout moest vroeg weg en had daarom gevraagd aan een laag bord te mogen spelen. Nu wil je tegenwoordig met al die ‘tactische opstellingen’ ook aan lagere borden wel eens tegen sterke tegenstanders komen te spelen, maar in dit geval werkte deze keuze. Joop kon vroeg naar huis.

Read more

Competitie 2022-2023, de vierde ronde!

André van der Kwartel

Overzicht

Een matige ronde voor het Leids Damgenootschap. Het achttal verloor nipt van PWG ’s-Gravenpolder (9-7). Het zestal verloor met grote cijfers van Van Stigt Thans (3-9). Het viertal wist de eer nog hoog te houden door met 5-3 te winnen van Katwijk. Een verslag van deze wedstrijd is al op de site van LDG te vinden.

Read more

Bij het afscheid van Harry Dekker als lid van het Leidsch Damgenootschap

(een kleine toespraakje door Joop Burgerhout)

Op de laatste donderdag van de novembermaand 2022 werd afscheid genomen van Harry Dekker die vele jaren gedamd heeft in het eerste team van LDG. Hij heeft jarenlang de jeugd getraind, was materialencommissaris en bestuurslid. Hij gaat vanaf december 2022 wonen in Deventer. Harry verloor vaak door tijdsoverschrijding. Joop Burgerhout hield een toespraak.

Beste Harry,

Het is jouw laatste clubavond, en daar moeten we bij stilstaan.

Het bestuur heeft de afgelopen maanden veel onderzoek gedaan naar jouw achtergrond en we zijn verrast geworden.

Na veel speurwerk kwamen we erachter dat je meer dan 70 jaar geleden geboren bent. Dat is een heuglijk feit geweest. Dat kan niet anders.

Read more

Scheveningen – LDG 2

Maandag 14 november 2022 verzamelden wij bij de gezellige damclub Scheveningen, alwaar we wederom hartelijk welkom geheten werden door onze tegenstanders van vorige jaren, de dames van Scheveningen, en natuurlijk de voorzitter J. Pronk, die nog wat herstelwerkzaamheden aan zijn “DAMMEN” uithangbord verrichtte. Dat er hier en daar wat kwetsbaarheden in zijn uithangbord bloot ware komen te liggen voorspelde weinig goeds voor zijn strijd op het belangrijkere dambord, maar daarover later meer.

Read more

LDG 2 – KDC Katwijk 1 5-3!

Eric van ’t Hof

Donderdagavond 3 november 2022 stond de wedstrijd LDG 2 tegen Katwijk 1 op het programma van de tweede klasse van provinciale dambond ZHDB. Helaas moest onze kapitein verstek laten gaan wegens verplichtingen elders, maar gelukkig werd Peter wederom bereid gevonden deze leemte op te vullen. Achteraf bezien was deze vervanging van beslissende betekenis voor de einduitslag.

Read more

Competitie 2022-2023 – Derde ronde

André van der Kwartel

Vooraf

Het is mij niet gelukt deze bijdrage aan de website aan te leveren vóór het begin van de vierde ronde. Mijn aandacht en energie werd volledig in beslag genomen door het overlijden van mijn oudste broer op 22 oktober. Ik wil hier kort bij stilstaan, want Sam was niet alleen mijn oudste broer, maar ook meer dan dertig jaar lid van het Leids Damgenootschap en daarvan zo’n twintig jaar penningmeester. Zijn betrokkenheid bij de damsport strekte zich uit over meer dan zestig jaar. In de eerste helft van de jaren vijftig speelde hij bij de Leidse Rooms Katholieke damvereniging ‘Tempo’. In die tijd (op 10 juni 1955) deed hij mee aan de beroemde blindsimultaan van Wim Huisman, waarin deze een nieuw record vestigde door het voor het eerst tegen acht tegenstanders op te nemen. Sam speelde remise. In 1956 werd de damvereniging Tempo opgeheven, maar dat weerhield Sam er niet van om in 1962 deel te nemen aan een simultaanwedstrijd van Baba Sy in Leiden. Ook in die simultaan speelde Sam remise. In 1975 werd Sam lid van het Leids Damgenootschap. Vanwege gezondheidsproblemen stopte hij rond 2010 met de actieve damsport voor het Leids Damgenootschap. Sam is 89 jaar geworden.

Overzicht derde ronde

De derde competitieronde is enigszins teleurstellend verlopen. Het achttal en het zestal speelden gelijk tegen teams waartegen van tevoren zeker kansen werden verwacht. Het achttal mocht met remise nog van geluk spreken, het zestal kwam niet verder dan een terechte remise. Het viertal liep in Delft tegen de grootste nederlaag in zijn bestaan aan: 7-1.

Achttal

Het achttal speelde teleurstellend gelijk tegen Zenderstad, naar rating de zwakste ploeg in deze competitie. Het werd een van de meest bizarre wedstrijden die ik ooit heb meegemaakt. Het achttal mocht blij zijn dat ze überhaupt nog een punt over hielden aan deze wedstrijd, maar evengoed hadden het er twee kunnen zijn. Enkele gebeurtenissen:

· De eerstebordspeler van Zenderstad zag dat zijn tegenstander (Hans Tangelder) een damzet kon nemen en gaf direct op zonder de tegenzet van zijn tegenstander af te wachten. De damzet bleek niet winnend.

· Ik kon zelf na een moeizame partij remise maken. Ik haalde een dam en bood remise aan. Mijn tegenstander zag dezelfde remisevariant als ik en accepteerde. Peter van den Berg merkte op dat mijn laatste zet fout was en dat mijn tegenstander eenvoudig had kunnen winnen.

· Harry Dekker zag twee duidelijke wegen naar remise. Hij koos er één van. Twijfelde vervolgens na iedere zet en verloor door tijdsoverschrijding. En dat bij een stand 8-6 in het voordeel van LDG.

Dat alles in één wedstrijd van acht partijen. Maar het deed gelukkig niets af aan de prettige sfeer waarin deze wedstrijd werd verspeeld.

Hans Kreder opende met een soepele overwinning de score. Ter lering hieronder het moment waarop hij voordeel kreeg dat hij in de loop van de partij uitbouwde tot winst.

31

Piet Schep – Hans Kreder

Stand na de 21e zet van wit.

(14-20), 25×14 (9×20), 37-31? (26×37), 42×31 (20-25!). Wit kiest ervoor zijn korte vleugel te laten opsluiten. Hij had er verstandiger aan gedaan om eerst 30-25 te spelen. Zijn volgende zet maakt het nog erger: 47-42? (21-26!). Wit zit in zetdwang. Het beste lijkt nog de grote ruil met 27-22 enz., maar wit speelde 42-37 en kwam alle problemen niet meer te boven.

Hans Tangelder bracht de stand op 4-0. Of liever gezegd: kreeg de 4-0 in de schoot geworpen.

32

Hans Tangelder – Bert Habets

Stand na de 33e zet van wit.

Zwart speelde (22-27), zag de damzet en gaf op. Een belangrijke les: ook bij een (vermeende) blunder is het verstandig om even af te kijken hoe het verder gaat. Ten eerste kan ook de tegenstander de blunder missen. Er zijn talloze voorbeelden van “wederzijdse damblindheid”. Ten tweede moet altijd nog even gekeken worden naar de situatie ná de eventuele afwikkeling. En dat speelt hier. De damzet gaat als volgt: 25-20 (14×25), 24-19 (13×24), 37-31 (26×37), 42×4. Maar nu kan volgen: (3-9), 4×2 (21-27), 2×30 (25×32) en de partij zal remise lopen. Hans gaf aan, dat hij de damzet waarschijnlijk niet genomen zou hebben.

Dit cadeautje werd helaas teniet gedaan door het verlies van Jack van der Plas. In een stand waarvan hij dacht dat hij goed stond, werd hij verrast door een agressieve actie van zijn tegenstander.

33

Karl van der Horst – Jack van der Plas

Stand na de 24e zet van wit.

De actie (15-20-24) ziet er gezond uit, maar het spelverloop was: (15-20), 34-29! (23×34), 39×30 en plotseling dreigt er grote druk op de zwarte lange vleugel. In de partij zou die druk inderdaad ook doorslaan. De vraag is dus: Hoe moet zwart zich verdedigen?

Jack koos voor (17-21, maar de sterkste verdediging is: (17-22×22). Zwart dreigt nu met (20-24), dus wit moet wat doen.

33-29 blijkt verrassend weerlegd door: (19-24), 30×10 (9-14), 10×19 (13×33), 38×29 (8-12), 25×14 (3-9), 14×3 (12-17), 3×21 (16×47). Wit maakt nu overigens verrassend remise door: 31-27 (22×42), 48×37 (47×24), 43-38 (24×31), 36×27.

Blijft over 33-28 (22×33), 38×29, maar nu speelt zwart (13-18) en dreigt nu met (18-23) en (20-24) een schijf te winnen. Wit moet dus wel terug met 30-24, waarna zwart uit de problemen is.

Invaller Dick den Ouden speelde een remise waarover geen bijzonderheden zijn te melden.

Ook Peter van den Berg speelde remise, maar hij miste wel een kans op groot voordeel.

34

Gerard Bakker – Peter van den Berg

Stand na de 32e zet van zwart.

Als wit hier 34-29 had gespeeld, had deze partij dezelfde diagnose gekregen als de vorige. Maar wit speelde 33-29? Zwart antwoordde met (23-28) en miste daarmee de kans op groot voordeel: (6-11!). Vanwege de vele mogelijke varianten is het wat lastig om dat direct hard te maken, maar het is duidelijk dat zwart grote druk op de witte lange vleugel gaat uitoefenen en waarschijnlijk een schijf gaat winnen.

Joop Burgerhout speelde remise en daar kwam hij goed mee weg

35

Ed Kok – Joop Burgerhout

Stand na de 37e zet van wit.

Zwart doet er het beste aan om de schijven op zijn lange vleugel te ontwikkelen met (10-14-19). Maar hij speelde (3-9?), 32-28 (9-14), 28-22? Wit heeft de zwarte verdediging overzien: (14-19), 22-18 (13×22!), 24×13 (25-30), 34×14 (10×8) en na deze twee-om-twee liep de partij remise.

In plaats van 28-22 had 40-35!! wit de overwinning bezorgd. Belangrijk is de fraaie combinatie (14-19?), 36-31 (26×46), 35-30 (46×23), 29×9 (20×40), 9-3 (25×43), 3×2.

Na een groot deel van de partij verloren te hebben gestaan, kwamen mijn tegenstander en ik remise overeen in een stand waarin mijn tegenstander eenvoudig had kunnen winnen. De uitdrukking “het was een partij uit één stuk” krijgt ineens een heel andere betekenis. Ter illustratie één van de momenten waarop ik aantoonbaar verloren sta.

36

André van der Kwartel – Arie Koster

Stand na de 48e zet van wit.

Zwart speelde hier (11-17??), maar (21-27!) gaat gemakkelijk winnen. 28-22 verliest na (22-27) een schijf en op 41-36 volgt (8-12). Wit heeft nu niets anders dan 34-29 (18-22), 28×30 (25×43) met winst voor zwart.

Uit piëteit met zowel mijzelf als mijn tegenstander zal ik de slotstand hier niet publiceren.

Bij de stand 8-6 in ons voordeel had Harry Dekker een eindspel op het bord dat gemakkelijk remise was te houden, maar Harry had ook nog maar één minuut per zet bedenktijd.

Zie hieronder de dramatische afloop van de partij.

37

Harry Dekker – Hans Verhoeven

Stand na de 60e zet van zwart.

Hans Kreder merkte terecht op dat wit hier direct remise kan forceren met 4-13! Dreigt met 24-20 en na het offer (15-20) zal geen zwartspeler nog verder op winst spelen. Harry verklaarde achteraf dat hij dat wel had gezien, maar hij had ook nog een andere mogelijkheid gezien: 41-37 (39-43), met als gewenst vervolg: 37-32 (27×38), 4×36 [Dreigt 36-47] (43-48), 47-36 met remise. Aardig gezien, maar helaas: na (39-43) overschreed Harry de beschikbare bedenktijd.

Het blijft toch een raar fenomeen: de druk die de klok soms uitoefent op het denken. Zelf heb ik er nog wel eens last van dat ik het gevoel krijg in tijdnood te zitten, wanneer voor de laatste twintig minuten bedenktijd ineens de seconden zichtbaar worden. Iemand als Evert Dollekamp lijkt daar in het geheel geen last van te hebben. Hij is van mening dat er in het Fischer-systeem helemaal geen sprake meer is van tijdnood. En bij Harry lijkt zich regelmatig nog een derde houding voor te doen: hij verliest zich soms in de mogelijke varianten en vergeet de klok. Hoe tegenstrijdig het ook klinkt: eigenlijk zit hij dan niet meer in tijdnood. Maar de klok is onverbiddelijk en dat is toch zuur voor hem.

Ik denk dat iedereen wat tweeslachtig tegenover de uitslag stond. Technisch gezien had LDG ruim moeten verliezen, maar zoals het spelverloop was, had LDG met 9-7 kunnen winnen. Met de uitslag 8-8 kon iedereen wel vrede hebben. De sfeer tussen beide teams was dan ook prima.

Zestal

Datzelfde gold voor de wedstrijd tussen ADC uit Alphen aan de Rijn en LDG in de derde ronde van de provinciale hoofdklasse. Ook die wedstrijd eindigde overigens in een gelijkspel.

De eerste uitslag kwam op naam van Hans Tangelder. Hij verloor en ik laat hieronder de fase zien, waarin de basis voor dat verlies werd gelegd.

38

Micha van Tol – Hans Tangelder

Stand na de 33e zet van wit.

Zwart speelde (21-26) en werd ongetwijfeld verrast door: 34-30! (26×37), 30×19 (14×23), 28×19 (37×28), 33×13 (10-14) [Zwart heeft niet veel beter.] 19×10 (15×4), 13-9! (4×13), 35-30. Het bis duidelijk wat wit heeft beoogd met deze actie. De zwarte lange vleugel is uitgedund en wit dreigt op termijn door te breken. Maar volgens Kingsrow heeft zwart hier na (20-24×24) nog steeds remise in handen. Ik geef toe dat dat lastig te berekenen is en zwart reageert dan ook niet correct: (13-19?), 30-25 (20-24) en de weg is open voor wit om door te breken. In feite staat zwart hier al verloren. Wit won dan ook verdiend al bood hij in het afspel zwart nog één kans om remise te maken. Helaas voor LDG miste Hans deze mogelijkheid.

Wouter Morssink en Koos van Amerongen speelden een fraaie, complexe partij waarin ondanks de moeilijkheidsgraad volgens Kingsrow de remisemarges nooit werden overschreden.

Hans Kreder bracht met een regelmatige overwinning de partijen op gelijke hoogte. Klein voordeel werd langzaam groot voordeel en groot voordeel werd winst.

Het verlies van Rudi van Velzen vond zijn basis in een slordige rekenfout vroeg in de wedstrijd.

39

Rudi van Velzen – Kenny Kroon

Stand na de 12e zet van wit.

(14-19), 40-35 (19×30), 35×24?? [Wit had moeten slaan: 28×19 (13×33), 35×24 enz. Nu gaat hij een schijf verliezen.] (11-17), 28×19 (18-22), 27×18 (12×14). Zwart heeft vijf aanvallers voor de schijf op 24 en wit heeft maar vier verdedigers en de noodzakelijke aanvulling van achteruit komt te laat. Wit gaat hoe dan ook op termijn een schijf verliezen.

Ik mocht tegen clubgenoot Hein van Winkel de stand weer gelijk trekken. Het was een wat gelukkige overwinning. Op de 23e zet van zwart deed zich een aardig moment voor.

310

Hein van Winkel – André van der Kwartel

Hoe moet ik hier constructief verder? (14-20) is verhinderd. (17-22) valt bij mij in de categorie houthakken. Mijn oog valt op (15-20). Positioneel een goede zet, maar er zit wel een risico aan vast. Koos van Amerongen vroeg mij achteraf of ik dat gezien had en mijn antwoord was dat ik heel benieuwd was of Hein de afwikkeling aan zou durven. Hein nam deze niet of heeft er helemaal niet naar gekeken. En dat was maar goed ook: (15-20), 27-22 (18×27), 32×12 (23×41), 33-29 (8×17), 30-24 (19×30), 35×4 (41-46), 44-40 [wat anders?] (17-22!), 47-41 (46×34), 40×29 (13-18), 4×13 (18×9) en zwart staat een schijfje voor.

Rond de vijftigste zet kwam ik gewonnen te staan, wat ik twee zetten later weer weg gaf. Maar dank zij een beetje bluf won ik alsnog het eindspel:

311

Hein van Winkel – André van der Kwartel

Stand na de 58e zet van wit.

Ik sloeg hier (49×21). Het lijkt alsof hiermee alle dreigingen worden weerlegd, maar niets is minder waar: 6-1 (21-12), 23-19 en zwart houdt deze schijf niet meer van dam af. In de partij speelde wit 23-19?? En zwart won na (21-3), 19-13 (30-35), 45-40 (34×45), 6-1 (7-11). Hier gat wit op. Er had nog kunnen volgen: 1-34 (45-50), 34-25 en zwart is precies op tijd: (50-22!).

Joop Burgerhout speelde remise in een partij waarin hij vanaf de 17e zet torenhoog gewonnen had gestaan. Het meest spectaculaire moment deed zich voor op de 39e zet.

312

Joop Burgerhout – Martijn van der Klis

Wit speelde hier 47-36? maar had vernietigend kunnen uithalen met: 35-30 (29×40), 39-33 (28×39), 27-22 (18×27), 32×21 (16×27), 30-24 (19×30), 38-32 (27×38), 47×21 over zeven schijven. Ik geef toe dat deze afwikkeling nogal wat vraagt van het voorstellingsvermogen. Zelfs op het moment van slaan moest ik nog even puzzelen hoe wit moest slaan. Overigens kan wit op twee manieren een zevenklapper nemen.

Uiteindelijk liep de partij uit op een vier-om-drie eindspel, waarin Joop tot tweemaal toe de winnende zet miste. Hieronder het laatste moment.

313

Joop Burgerhout – Martijn van der Klis

Stand na de 64e zet van wit.

Met (22-27) zou zwart nog steeds remise in handen hebben, maar hij speelde: (39-44?). Wit reageerde met 29-24?? En gaf daarmee zijn laatste kans op een overwinning uit handen. Wit had moeten spelen: 20-15! Het belangrijkste verschil met de partijvariant is dat wit nu na (22-27) 15-10 kan spelen. In de partij ging het verder met (22-27), 20-15 (44-17) en remise overeengekomen. Als wit zijn dam over de lange lijn verplaatst, speelt zwart (17-8) en moet de witte dam weer terug naar 19, waarna zwart weer (8-17) speelt. Als wit met een schijf een zet speelt, offert zwart met (27-31) en wint na (17-26) een schijf van wit.

KoningEric de held van de avond!

De 3e wedstrijd van het seizoen bracht ons tegen één van de koplopers namelijk DOS Delft 1. Quirinius moest helaas verstek laten gaan maar met Peter hadden we een goede vervanger. Dank weer Peter voor het invallen! De avond begon met een minuut stilte voor Jan Schreurs. Zelf zal ik Jan altijd blijven herinneren als de man waartegen ik mijn debuut heb mogen maken als dammer in de landelijke competitie. Een mooi persoon is ons ontvallen. Sterkte toegewenst aan alle nabestaanden!

Ook ditmaal was Eelco als eerste klaar aan bord 1 tegen Loek Tillemans. De ene krachtzet werd nog sneller uitgevoerd dan de andere. Een gigantische druk kreeg mijn zwarte stelling voor zijn kiezen. En toen ik voor de vermoedelijk duizendste keer met de verkeerde schijf naar veld 18 ging was het pleit beslecht (2-0). Een meesterlijke partij van mijn tegenstander. Of de scherven nog bij elkaar kunnen worden geveegd na deze oorwassing zal de tijd moeten leren.

Ook nu was Wim als tweede klaar aan bord 3 tegen Rob Smits. Wim had een briljante combinatie naar dam kunnen uithalen die hij wel had gezien maar had afgekeurd vanwege de eventuele benarde situatie waarin zijn dam zich zou bevinden. In de analyse kwamen we toch met de gehele zaal tot de conclusie dat het vrij makkelijk zou moeten winnen voor Wim. De computer heeft uiteraard weer het laatste woord en blijft het gelijk vinden.

Stelling Wim DOS

Stelling na 27. 40-34

Wim had gehoopt op 27. 39-34 waarbij dezelfde combinatie een schijf extra had opgeleverd. Na het gespeelde 27. 40-34 had Wim een dam kunnen nemen met 27…(24-29) 28. 33×24 (19×30) 29. 28×17 (11×31) en wit blijft op slag staan waardoor na 30. 35×24 (31-36) mogelijk is. De computer geeft dan nog de volgende variant die we tijdens de analyse in elk geval niet gezien hebben: 31. 34-29 (36×47) 32. 37-31 (26×28) 33. 38-33 (47×49) 34. 33×4 en wit heeft ook een dam. Tja je moet het allemaal maar even zien..

Toen de combinatie niet werd genomen schoof de witspeler met chirurgische precisie zijn schijven naar de juiste velden. Wim spartelde dapper tegen maar kon schijfverlies niet voorkomen. Zijn tegenstander maakte geen fout meer en bracht de stand op 4-0.

Op bord 2 speelde Peter tegen Jan Frissen. Peter kwam vrij snel onder druk te staan door zijn ook weer zeer sterk spelende tegenstander. Ondanks de vele plakkers die Peter in de stelling bracht was zijn tegenstander niet van de wijs te brengen. Werkelijk alles werd gezien waarmee het witte spel geneutraliseerd werd. Niets anders dan een diepe buiging was op zijn plaats. Hiermee kwamen we met 6-0 achter.

In zulke situaties staat de echte held gelukkig op. Eric aan bord vier tegen Cees van Atten had op enig moment pardoes twee schijven weggegeven.

Stelling Eric DOS

Stelling na 37…(08-12)

Het betreden van het kerkhof het blijft gevaarlijk! Eric probeerde wat combinaties in de stelling te krijgen maar vond ze niet. Zonder verder nadenken dan maar 38.33-28??. Zwart sloeg uiteraard toen met 38…(16-21) 39. 27×16 (18×27) 40. 32×21 (23×41). En opgave was een serieuze overweging.

Maar de dreigende 8-0 nederlaag zorgde voor een ongekende onverzettelijkheid bij onze Eric. Met werkelijk fantastisch spel, hier moet het dammen voor zijn uitgevonden, bracht hij zijn tegenstander in verwarring. De remisekansen werden groter en groter en later sloeg Eric zelfs nog remise af! Eric wist de partij net niet alsnog te winnen en moest uiteindelijk in remise berusten. Een 7-1 Nederlaag.

Er rest mij niets anders dan dit sterrenteam van Delft te feliciteren met deze klinkende overwinning. De komende maanden zullen we ons beraden over hoe dit anders moet in de thuiswedstrijd.

Competitie 2022-2023 – Tweede ronde

Namens André van der Kwartel

Erratum

Een correctie in het verslag van de eerste ronde van de competitie. In de partij tussen Richard Meijer en Hans Tangelder was een fout gemaakt bij de invoering van de partijnotatie in Toernooibase. Het gaat om de volgende stand:

eerste10

Richard Meijer – Hans Tangelder

In het verslag stond dat zwart na 26-37? verrassend had kunnen winnen door (16-11), enz. In de partij was echter niet 26-37 gespeeld maar 26-42, waardoor de aangegeven variant niet mogelijk is. Het was toch een aardige variant om aan te geven. Inmiddels is in Toernooibase het juiste partijverloop ingevoerd.

Overzicht

De tweede ronde van de competitie 2022-2023 verliep voor het Leids Damgenootschap redelijk succesvol. Het achttal staat weliswaar weer met beide benen op de grond na een grote nederlaag tegen VAD uit Amsterdam, maar daar staat tegenover de verrassende winst van het zestal tegen het eerste team van Damlust uit Gouda. Damlust miste een paar belangrijke spelers, maar toch… Ook ons viertal hield de eer hoog met een 6-2 overwinning tegen Den Haag.

Achttal

Het achttal verloor met grote cijfers van VAD: 12-4. Deze overwinning bleek achteraf wel wat geflatteerd. In maar liefst vier gevallen stonden verliespartijen vlak voor het opgeven nog remise. En in één geval bleek in een remisepartij de winst te zijn gemist. Dat waren vijf punten vóór of tegen….

Om met het laatste te beginnen: Hans Kreder speelde remise, maar miste een positionele winst. Ter verdediging van Hans wil ik wel toegeven dat KR die winst onmiddellijk aangeeft, maar dat die voor mij, eenvoudige dammer, niet heel erg direct zichtbaar was.

tweede1

Hans Kreder – Michel Horn

Stand na de 42e zet van wit.

Spelverloop: (4-9??), 40-34? (9-13), 34-30×30 en remise overeengekomen.

De zwartspeler ontsnapte. In plaats van 40-34 had wit moeten spelen: 40-35! KR speelt nu direct (17-22) en accepteert 32-28×8. Maar ook het meer voor de hand liggende (9-13) wordt hardhandig weerlegd. Een enkel voorbeeld: 33-28 (23-29), 35-30 (25×34), 39×30 (16-21) [Wat anders?] 27×16 (18-22), 43-39 (22×33), 39×28 (13-18), 16-11 (17×6), 32-27 (12-17), 27-21 enz.

Peter van den Berg had tot ver in de partij remise in handen, maar in het eindspel overschatte hij de aanval van zijn tegenstander. Net als in de partij van Hans Kreder zou het nogal wat rekenwerk hebben gekost om de juiste strategie te vinden.

tweede2

Chris van Westerloo – Peter van den Berg

Stand na de 53e zet van wit.

Ik geef toe dat de stand van zwart er op het eerste gezicht hopeloos uitziet. Peter nam een rigoureuze maatregel. Hij offerde met (19-24) een schijf en kon vijf zetten later opgeven. Toch is de stand remise, maar achter het bord was dat niet gemakkelijk te zien. Geïnspireerd door KR geef ik twee varianten:

· (19-23), 20-15 (23-29), 15-10 (29-34), 10-5 (34-40), 5-32 (27-31), 36×27 (40-44) =

· (19-23), 38-33 (13-19), 20-15 (19-24), 15-10 (12-17), 10-4 (17-21), 4×31 (23-28), 33×22 (21-27!) =

Hans Tangelder was in zijn partij een schijf achter gekomen en leek rechtstreeks op een nederlaag af te gaan. Maar vanaf de 41e zet kwam een partijverloop op het bord dat door de ware damliefhebber als hilarisch kan worden gezien. Kijk mee en geniet

tweede3

Arie Storm – Hans Tangelder

32-28? Geeft een gewonnen stand uit handen. Met 32-27 (22×33), 38-33 had wit zijn gewonnen stand behouden.

(17-21),

26×17 (13-18),

22×2 (11×42?)Jammer, dit verliest! Slaan naar 44 had remise opgeleverd.

2-16? Wit mist hier op zijn beurt een verrassende directe winst met 34-29!! Na (24×44) wint 2×47 (25×34), 35-30, 43-39 en 47×24. Na (25×23) volgt 35-30 (24×35), 2×47 w+

(15-20?) Helaas! (42-48) had remise gegeven: 16-2 [Wat anders?] (6-11), 2×16 (24-29), 34×14 (25×34), 39×30 (48×3) =. Nu staat zwart weer verloren.

16-32? En weer geeft wit aan zwart een ontsnappingsmogelijkheid. Winst was geweest: 39-33! Op (42-47) volgt 43-38. Op (42-48) volgt 16-11.

(24-29?) Maar ook dit cadeautje wordt niet door zwart aanvaard. Remise was nu geweest: (42-48), 32×10 (24-29), 34×23 (25×34), 39×30 (48×12). Eindelijk wint wit.

34×14 (20×09) 37-32

Met dank aan Hein van Winkel kwam VAD op een 7-1 voorsprong. Hein werd langzaam maar zeker overspeeld. Hetzelfde overkwam Herman van Westerloo tegen Rudi van Velzen. Tegenover een dubieuze opstelling op de korte vleugel stelde Rudi een massief centrum dat uiteindelijk resulteerde in een winnende damzet. Het gaf de stand in de wedstrijd een iets prettiger aanzien voor de Leidenaren.

Helaas gaf ik zelf beide wedstrijdpunten aan VAD. Het was één van die partijen waarin vlak voor de beslissing nog volop kansen op remise bestonden.

tweede4

Paul de Heus – André van der Kwartel

Stand na de 51e zet van wit.

Een gevalletje damblindheid na een partij waarin ik lange tijd onder druk had gestaan. (20-25??), 17×8 (25×34), 8-2. Nu had ik “gezien”: (7-11), 2×16 (34-39). Maar daar klopt natuurlijk helemaal niets van. Remise was: (23-28), 17×8 (28-33), 38-32 (7-12), 8×17 (33-39), 30-24 (39-44), 24×33 (44-49), enz.

Harry Dekker speelde een remise waarbij geen kanttekeningen te plaatsen zijn.

Quirinius van Dorp sloot de wedstrijd af met een nederlaag en dat was sneu, want hij gaf op in een remisestand. (Dat hij kort daarvoor compleet verloren stond, laten we even terzijde.)

tweede5

Quirinius van Dorp – Henk Twijnstra

Stand na de 57e zet van wit.

Na (49-44) staat zwart gewonnen. Op 30-24 volgt (44-33) enz. Op 30-25 volgt ook (44-33).

Maar zwart wilde misschien ‘mooi’ winnen: (49-35), 30-25 (25-2) en wit gaf op. Na 25-20 wint zwart met (17-21), maar als wit eerst nog even een schijfje erbij offert met 26-21 (17×26) en nu pas 25-20 speelt, is het echt remise.

Zestal

Het zestal zorgde in de provinciale hoofdklasse voor een daverende verrassing door met 7-5 te winnen van het eerste team van Damlust uit Gouda. Nu miste Damlust onder meer Erno Prosman en Teun van der Krol, maar dan nog was het een bijzondere prestatie. Te meer daar ook het zestal met twee invallers aantrad.

LDG kwam op een 0-2 achterstand door een misrekening van invaller Edwin van Hofwegen

tweede6

André Venema – Edwin van Hofwegen

Stand na de 37e zet van wit.

Geen wolkje aan de lucht na (20-25), 41-37 (15-20) en op enig moment (20-24). Maar zwart meende zich een lokzet te kunnen permitteren: (4-9??) 19-13! En zwart gaf op. Het idee was dat zwart nu (26-31) en (12-17) zou kunnen spelen met dam op 46. Maar dat faalt als wit maar goed slaat: (26-31), 13×4 (12-17), 4×27! (31×22) en zwart staat een schijf achter.

Hans Kreder bracht met een eenvoudige overwinning de stand op gelijke hoogte. Op de 34e zet beging zijn tegenstander een ernstige fout.

tweede7

Hans Kreder – Arie van der Knaap

Na (21-26??) volgde natuurlijk: 27-21 (16×27), 32×12 (23×41), 12×14 (26×37), 30×19 (13×24), 36×47. Zwart staat zonder enige compensatie een schijf achter. Op Toernooibase verklaarde de zwartspeler dat hij had overzien dat zwart met (26×37) op slag bleef staan.

Rudi van Velzen bracht met een remise de stand op 3-3. Een knappe prestatie, want hij was op een nogal klungelige manier een schijf achter gekomen.

tweede8

Rudi van Velzen – Derk Jan de Groot

Stand na de 14e zet van zwart.

Let op! Dit is het meest eenvoudige voorbeeld van een forcing, maar toch heeft dit mechanisme al veel slachtoffers gemaakt: 37-31?? (22-28!), 41-37 (28-33), 39×28 (16-21), 26×17 (11×24).

Onder het gezonde uitgangspunt “Opgeven kan altijd nog.” bleef Rudi koppig doorspelen. Ik zat naast hem en vond dat zijn tegenstander wel erg snel de partij wilde uitspelen. Dat ging gepaard met enkele gemiste kansen op directe winst en uiteindelijk een fatale slordigheid.

tweede9

Rudi van Velzen – Derk Jan de Groot

Stand na de 45e zet van wit.

Als ik Kingsrow mag geloven is (18-22) de enige zet, waarmee zwart de winst nog in handen houdt. Dat lijkt ongelooflijk, maar na een paar snelle variantjes ben ik wel overtuigd.

In de diagramstand speelde zwart (6-11?) en na 21-16 (11-17) had ik weer vertrouwen in een goede afloop. Rudi speelde onberispelijk naar remise.

Overigens is zijn tegenstander, Derk Jan de Groot, een voorbeeld van iemand die jaren geleden op een serieus niveau heeft gedamd en na lange tijd weer terugkeert naar het spelletje. In de Mega2021 database van Turbo Dambase vond ik 74 vermeldingen van zijn partijen. De vroegste van februari 1974, de laatste van december 1983. Vele van die partijen komen uit de toenmalige Nationale Hoofdklasse.

LDG kwam op een 3-5 achterstand door het verlies van invaller Jack van der Plas. Over de gehele partij gezien, was dat terecht, maar er was één grappig moment, waarop zijn tegenstander hem onbedoeld een remiseaanbod deed.

tweede10

Henk Meester – Jack van der Plas

Stand na de 48e zet van zwart.

Wit kan hier min of meer op slag winnen door het verrassende 25-20! (34×25*), 17-11 (6×17), 21×34. Wit speelde echter: 30-24? En won omdat zwart (29×20), 39×30 sloeg. (Die winst moet dan nog wel van ver komen.) KR geeft aan dat zwart moet slaan: (19×30), 35×33 (34-40) en verklaart dat wit deze stand bij goed spel van zwart niet meer kan winnen. Na een paar probeersels tegen KR geloof ik dat ook wel.

Koos van Amerongen bracht de partijen weer op gelijke hoogte dank zij een portie bluf in een remisestand

tweede11

Koos van Amerongen – Erik Hoogendoorn

Stand na de 46e zet van zwart.

32-27 levert wit na (17-21) helemaal niets op. Dus Koos speelde met een gezicht alsof alles duidelijk was: 34-29! Zwart speelde (30-34?). Hij lijkt niet beter te hebben. Wit sloeg 29×40 en won de partij moeiteloos.

Dat was een meevaller voor LDG. Na 34-29 heeft zwart wel degelijk remise in handen door: (17-21!), In welke volgorde wit ook slaat, altijd volgt na 16×27 (12-17). De hangende schijf op 32 is voor zwart voldoende compensatie voor de schijf achterstand.

Net als in de eerste ronde duurde mijn partij het langst en net als in de eerste ronde had ik op de stand 5-5 een eenvoudig gewonnen eindspel op het bord en net als in de eerste ronde stribbelde mijn tegenstander natuurlijk nog een aantal zetten tegen. Maar gelukkig duurde het in dit geval geen 89 zetten voordat hij opgaf.

Ik was tevreden over mijn partij. Het leek een partij uit één stuk. Constant de bovenliggende partij, ogenschijnlijk steeds meer voordeel verkrijgend en uiteindelijk winnen. Maar toen ik Kingsrow op die partij losliet, bleek dat ik eigenlijk win doordat mijn tegenstander een onnodige noodsprong maakte in een stand die nog steeds binnen de remisegrenzen valt. Ik voel wel mee met Rob Clerc die – als ik het mij goed herinner – gezegd heeft dat “Kingsrow alles remise maakt”. Twee momenten uit deze partij.

Het eerste gaat om een verrassend damzetje dat in de opening had kunnen voorkomen.

tweede12

Henk van Klaveren – André van der Kwartel

Stand na de 12e zet van zwart.

Na het gespeelde 34-29 is (14-19) verhinderd door: 31-27! (22×42), 48×37 (19×30), 29-24 (30×19), 28-22 (17×28), 32×5.

In de partij speelde ik (17-21×22), maar volgens KR is (14-20) sterker.

Het tweede fragment betreft het moment dat mijn tegenstander een onnodige actie ondernam.

tweede13

Henk van Klaveren – André van der Kwartel

Stand na de 46e zet van zwart.

KR geeft aan dat wit na 34-30 (19-23), 29-24 (23-29), 24-19 niets te vrezen heeft, maar wit vertrouwde de stand niet meer en speelde: 25-20 (14×25), 15-10 (4×15), 33-28 (22×44), 31×4.

Een kansloze damzet. Er volgde: (44-50), 4-31 (50-45), 31-26 (19-23), 29×18 (45×1). De zwarte schijf op 32 is beveiligd wegens 26-21? (1-34), 21×30 (25×34) en er hoeft niet meer te worden gerekend: volgens de bekende vierdelijnsregel wint zwart, want de aanvaller is de eerste die de vierde lijn zal verlaten.

Wit speelde nog negen zetten door en gaf op.

LDG 2 wint van Den Haag!

Namens Eelco Kuipers

De 2e wedstrijd van het seizoen bracht ons in Den Haag. Dit met dank aan Den Haag die er geen moeite mee hadden de uit- en thuiswedstrijd om te draaien. We hadden nog steeds wel 1 invaller die werd gevonden in Peter van den Berg. Peter dank voor het invallen!

Deze keer was Eelco als eerste klaar aan bord 3 tegen Radjin Chandarsing. Voor de verandering liep ik eens niet in een hekstelling maar na de aanval op veld 27. De lange vleugel werd wat dun van wit en ik dacht daar moet ik wezen. Met een tijdelijke schijfwinst werd de vleugel van wit nog wat verder uitgedund. Mijn tegenstander zag echter niet hoe hij de schijf kon terugwinnen.

Stelling Eelco

Stelling na 30…(19×37)

Hier kan zwart de schijf terugwinnen met 31. 36-31 en na 31…(37-41) volgt 32. 36-27 met een 1 om 2 terug. De witte lange vleugel blijft dun bezet dus ik had er wel alle vertrouwen in. Na de gespeelde zet 31. 49-43 volgde 31…(22-27) en was het niet moeilijk meer. Een 0-2 voorsprong.

Een blik op de andere borden baarde wel wat zorgen. Quirinius leek iets minder te staan, Peter stond wat verdacht door een wat uigedunde lange vleugel en Wim stond 2 schijven achter.

Peter wist zich fraai te redden aan bord 2 tegen Frans Teijn. Door steeds met zetjes te dreigen kon hij de schijven van zijn tegenstander zo krijgen dat op het moment dat ze beide een dam hadden hij genoeg wist te ruilen waardoor de benodigde 4 dammen niet meer konden worden gehaald. De eerste meevaller (1-3). Een puike prestatie!

De beurt aan Wim die zoals aangegeven 2 schijven minder had aan bord 4 tegen Alex Kruyshoop nadat hij ordinair was gaan vragen. We weten inmiddels allemaal dat dit gevaarlijker is als trouwen.

Stelling 1 Wim

Stelling na 34. 31-26

Uiteraard speelde zwart 34…(12-18!) en won twee schijven. Maar goed wat we inmiddels ook weten met dammen erop gebeuren de meest vreemde dingen!

Stelling 2 Wim

Stelling na 44. 39-34

Wederom vragen! Hier had zwart fraai de definitieve mokerslag kunnen uitdelen met 44…(03-08!) 45. 50×03 (24-30) 46. 35×24 (20×40) 47. 45×34 (46-28) 48. 03×20 (15×24). Gemist door de Alex die 44…(28-33?) speelde. Deze zet werkt niet omdat zwart na slaan de witte dam niet kan afpakken. Sterker nog het was uiteindelijk wit die de zwarte dam wist af te pakken op de lange diagonaal.

 

Stelling 3 Wim

Stelling na 45. 50×05

Het is nu een race geworden wie als eerste de dam kan afpakken op de lange diagonaal. Wit is eerder waardoor zwart nu aan de noodrem met trekken met 45…(04-10) 46. 05×30 (46-05) 47. 25×14 (05×21) en de remisekansen voor zwart lijken me zeer groot. Hiermee werden de 2 matchpunten veilig gesteld (1-5).

Op bord 1 speelde Quirinius tegen Harry Zandvliet. Hij wist helaas geen zetjes in de stelling te krijgen en noemde dit zelf “droog schuiven”. Met de nodige randschijven leek het toch iets beter voor de tegenstander maar het was allemaal ruim binnen de perken. Een fraai resultaat waarmee de eindstand werd bepaald op 2-6.

Competitie 2022-2023 – Eerste ronde!

Namens André van der Kwartel!

Inleiding

De eerste ronde van de competitie 2022-2023 is voor het Leids Damgenootschap succesvol verlopen. Het achttal won in de landelijke competitie verrassend met 12-4 van HDC uit Haarlem. Het zestal won in de provinciale hoofdklasse evenzeer verrassend van RDC uit Rijnsburg. Zoals eerder op deze website beschreven, speelde het viertal in de provinciale tweede klasse met 4-4 gelijk tegen het tweede team van MDV uit Monster. Vijf wedstrijdpunten uit drie wedstrijden.

Achttal

Het achttal opende het seizoen met een formidabele overwinning op HDC uit Haarlem. In het vorige seizoen had LDG ook al van deze kampioenskandidaat gewonnen. De 9-7 overwinning van destijds kon nog als een toevallige meevaller worden gezien. Dit jaar werd echter met 12-4 gewonnen en op die overwinning kon helemaal niets worden afgedongen.

De score werd geopend door Hans Tangelder. Hij vond in zijn tegenstander, Mark Deurloo, een zielsverwant waar het gaat om het op mysterieuze wijze opbouwen van de partij. Het werd een boeiend gevecht waarin Deurloo volgens Kingsrow lange tijd het betere van het spel had. Maar Hans had zoals gebruikelijk een aantal venijnige zetjes in zijn opbouw verwerkt en één daarvan werd Deurloo fataal.

eerste1

Hans Tangelder – Mark Deurloo

Stand na de 30e zet van wit.

Ik denk dat de meeste dammers met afschuw kijken naar stellingen zoals wit op zijn korte vleugel heeft opgebouwd, maar Hans heeft mij al vaker laten zien dat zulke constructies kansrijke mechanismen kunnen herbergen. Zo ook hier. Zwart speelde (8-12?) en er volgde 24-20! Nu zijn (10-15) en (19-23) verhinderd door respectievelijk 38-32 en 38-33, maar tegelijkertijd dreigt er ook iets: (13-18??), 34-29! en Deurloo wachtte de rest niet meer af: (25×23), 38-32 (14×25), 35-30 (25×34), 40×29 (23×34), 32×3.

Jack van der Plas bracht de stand op 4-0. In deze partij viel er tot aan de 50e zet niet zo veel te beleven, maar toen ging het ook gelijk goed mis.

eerste2

Frans Elzenga – Jack van der Plas

Stand na de 49e zet van zwart.

43-39?? (18-22!), 27×18 (13×22), 30-25 (9-13), 35-30 (24×35), 33×24 (22×42), 24-20 (19-24!), 20×29 (42-47), 29-23 (47-41) en wit gaf op.

In de diagramstand had wit de stand gelijk kunnen houden met 30-25. Zowel na (29-34) als (9-14) wordt gemakkelijk remise bereikt. Ik kwam één variantje tegen, waarop de zwartspeler zich nog zou kunnen verkijken: (29-34), 43-39 (34×43), 38×49 (18-23), 27-22 (23-29??), 22×11 (29×27), 26×17 (16×7), 28-22! (27×18), 17-12 en volgens KR kan zwart de schijfjes wel in het doosje stoppen. Dat heeft onder andere te maken met de dreiging van wit om na het slaan naar veld 1 vervolgens 1-12-3 te spelen.

Hans Kreder speelde remise in een partij waarin hij wel het betere van het spel had, maar volgens KR nergens doorslaggevend voordeel heeft gemist. Een typering die KR wel vaker geeft bij de partijen van Hans.

Rudi van Velzen bracht met een overwinning de stand op 7-1. Een overwinning die hij min of meer in de schoot geworpen kreeg, omdat zijn tegenstander een fraaie, maar volstrekt onverantwoorde damzet op het bord toverde.

eerste3

Rudi van Velzen – Marcel Kosters

Stand na de 18e zet van wit.

Zwart brengt een fraaie damcombinatie op het bord, maar vergat waarschijnlijk de schijfjes te tellen: (22-27), 32×21 (25-30), 24×35 (18-23), 29×18 (12×34), 21×1 (20-25), 40×29 (25-30), 35×24

(13-18), 1×23 (15-20), 24×13 (8×50). Een fraai geheel, maar de boekhouding levert op dat zwart een dam met vier schijven heeft en wit acht schijven die bijna allemaal veilig aan de rand staan. Dat kan niet goed gaan en dat ging ook niet goed. Het lukte Rudi om de dam met schijfwinst van het bord te krijgen en hij won overtuigend.

Ik mocht zelf met een overwinning het winnende negende punt binnen brengen, maar daar kwam wel wat geluk bij kijken. Ik beging een ernstige blunder in de opening, waardoor ik in een kettingstelling terecht kwam, zonder mogelijkheden om daar ongeschonden uit te komen. Het gaat om de volgende stand:

eerste4

André van der Kwartel – Fabian Snijder

Stand na de 18e zet van wit.

Wit is in zwaar weer terecht gekomen. Door de schijf op 27 kan hij nooit meer op een ‘normale’ manier (bijvoorbeeld met de ruil 32-28×28) uit de kettingstelling komen. Hij heeft nog maximaal vier tempi te spelen en dan zal hij een schijf moeten offeren. Ik overwoog dan ook hier al om met 35-30 een schijf te offeren, maar terwijl mijn tegenstander steeds langer over zijn volgende zet zat na te denken, zag ik dat zwart nog wel enkele problemen had op te lossen:

· Op (10-14) volgt 37-31 (26×28), 33×22 (24×33), 39×10 (5×14), 27-21 =

· Op (9-14) volgt 27-22 =

· Op (8-12) volgt 37-31 (26×28), 33×22 (24×33), 39×17 +

· Op (2-7) volgt 37-31 (26×28), 28×17 (24×33), 39×19 (13×24), 22×11 +

In de partij werd (6-11) gespeeld, waarna zwart na 49-43 voor dezelfde problemen zit.

Blijft over (13-19). Dat is inderdaad de enige zet die uiteindelijk een schijf winst voor zwart oplevert, maar die zit nog vrij diep weg.

Wit zit dan in grote problemen. De eerste tegenvaller is dat het voor de hand liggende 35-30 (24×35), 37-31 (26×28), 33×24 faalt op (8-13), 29×18 (13×31).

Daarmee komen we op de volgende hoofdvariant: 35-30 (24×35), 29-24 (19×30), 34×14 (9×20) [moet wel anders volgt weer 37-31] 33-28 (8-12), 28×19 (2-7) en hier heeft zwart zijn schijfwinst pas binnen.

De zwartspeler zag dit niet en speelde (6-11), 49-43 (11-17) en na 27-21 was ik uit de grootste problemen en kon ik gaan bouwen aan de gewenste ruil 32-28×28.

De vele bedenktijd die de zwartspeler in de partij had geïnvesteerd, brak hem aan het einde op. Ik won door een niet al te moeilijk zetje:

eerste5

André van der Kwartel – Fabian Snijder

Stand na de 39e zet van wit.

(4-9??), 27-22 (18×27), 32×21 (26×17), 28-22 (17×28), 39-33 (28×39), 40-34 (39×30), 35×4 en na nog vijf zetten gaf zwart op.

Harry Dekker viel met de enige nederlaag voor LDG een beetje uit de toon. Tot de 38e zet ging het goed, maar toen ondernam hij een onnodige actie, waarna hij eigenlijk al direct had moeten verliezen

eerste6

Dick Siegers – Harry Dekker

Stand na de 38e zet van wit.

De stand is gelijkwaardig en zwart kan allerlei gezonde zetten spelen, zoals (12-18) of (22-27), maar zwart ondernam actie: (22-28!?), 33×22 (12-17??). (12-18) had nog spel gegeven, maar nu had Harry op slag moeten verliezen na 42-37 (17×28), 34-29 (24×31), 36×7. Zijn tegenstander miste dit zetje echter. Op de 44e zet liep Harry alsnog in een eenvoudig zetje en verloor.

Joop Burgerhout bracht met een overwinning de stand op 11-3 voor LDG. Op de 38e zet won hij door een eenvoudige 2-om-3 een schijf, maar het leek wel alsof daarna pas de strijd losbarstte. Pas op de 64e zet wist Joop de volle winst binnen te halen, maar tussen die twee momenten heeft de waarderingscurve van KR een aantal pieken en dalen gekend. Het belangrijkste moment uit deze fase:

eerste7

Roel Janssen – Joop Burgerhout

Stand na de 53e zet van wit.

Zwart speelde hier het voor de hand liggende (12-18), 23×21 (16×38), maar volgens KR is daarmee een totaal gewonnen stand veranderd in een totaal remise-stand. KR adviseert: (30-35), 22×11 (16×7) en nu bijvoorbeeld 28-22 (20-24), 29×20 (25×14), 32-28 (13-19!) [Een grappige zet, waarmee ik vorig seizoen tegen de Waarddammers ook een eindspel won.]

Ik wil jullie de eindstand van deze partij niet onthouden:

eerste8

Roel Janssen – Joop Burgerhout

Stand na de 61e zet van zwart.

Wit speelde 44-39? En zwart maakte de partij eenvoudig maar toch ook verrassend uit met (25-30), 34×25 (24-30), 25×34 (19-35) en wit gaf op.

Deze stand is overigens nog wel waard om nader te onderzoeken. KR verklaart de stand tot remise na 2-11. Maar KR heeft zoals ieder dam- of schaakprogramma last van het zogeheten Horizon-effect. Hij kijkt niet verder dan zijn neus – in dit geval gevormd door het aantal zetten diepte – lang is. Toen ik even snel dit eindspel tegen KR met zwart uitspeelde, won ik vrij gemakkelijk. Bijvoorbeeld: (24-30), 11-39 (30-35), 39-48 (13-18), 44-39 (25-30), 34×25 (35-40), enz.

Kortom: voor de liefhebbers van eindspelen blijft de vraag over: wat is dit eindspel waard?

Hein van winkel bracht met een remise de eindstand op 12-4. Over deze partij valt heel wat te zeggen, maar ik beperk mij tot de meest spectaculaire fase van de partij.

eerste9

Hein van Winkel – Peter Schipper

Stand na de 22e zet van zwart.

Hein speelde 39-33 en zette daarmee een niet al te moeilijke damzet open: (17-22), 28×17 (11×31), 36×27 (26-31), 37×17 (23-28), 32×12 (13-18), 12×23 (19×50). Wit vond een creatieve manier om nog in de partij te blijven: 17-12 (8×17), 27-22 (17×28), 49-44 (50×39), 30-24 (20×29), 38-33 (29×38), 42×44.

De zwartspeler bleek deze stand niet te kunnen winnen. Maar dat is geen schande. Op Toernooibase wijdt Casper Remeijer een uitgebreide beschouwing aan deze stand, waarin hij onder meer stelt: “Het is niet triviaal om de stand na 34. 42×44 te winnen, maar er zijn genoeg manieren om het te doen.” Vervolgens gaat hij – met voorbeelden – uitgebreid in op de strategieën die zwart kan hanteren om de stand te winnen. Een aanrader om even de moeite te nemen dit op Toernooibase na te lezen.

Zestal

Het zestal won verrassend met 7-5 van RDC uit Rijnsburg. RDC kon aanvoeren dat zij met twee invallers speelde, maar dat gold ook voor LDG. We kunnen constateren dat de Leidse invallers beter scoorden dan de Rijnsburgse.

Hans Tangelder verloor en dat was zuur voor hem, want niet alleen had hij op verschillende momenten het betere van het spel, maar bovendien stond hij op het moment suprême vrijwel zeker gewonnen.

eerste10

Richard Meijer – Hans Tangelder

Stand na de 42e zet van zwart.

Volgens KR had wit hier het beste kunnen spelen: 39-34 [Dreigt 17-11] (16-49), 34-30 (35×24), 17-12 en remise.

Wit speelde echter 26-37? en had warempel nog succes ook: (16-43??), 37-26 (43×34), 48-43 (34×48), 47-42 (48×37), 26×42 (2-7), 42-24 en zwart gaf op.

Jammer, want in plaats van (16-43??) lijkt winnend (16-11). Zwart dreigt zo maar twee schijven te winnen en de enige tegenactie van wit lijkt te zijn: 17-12 (11×50), 37-26 (8×17), 26×12. Maar nu volgt verrassend: (2-7!), 12×1 (50-39!!) en het eindspel na 45-40 enz. lijkt wel gewonnen voor zwart.

Al snel maakte invaller Jack van der Plas weer gelijk:

eerste11

Daniël Boom – Jack van der Plas

Stand na de 22e zet van zwart.

46-41?? (17-22), 28×17 (11×31), 37×26 (16-21), 26×17 (23-29), 34×12 (13-18), 12×23 (19×46), 30×19 (14×23), 43-39 (23-28). Hoewel (23-29) gevolgd door (46-28) sterker was, haalde Jack zestien zetten later de winst binnen.

Hans Kreder bracht de stand op 3-3 met een remise waarbij KR geen enkele kanttekening plaatst.

Steven den Hollander, de tweede invaller, zette LDG op voorsprong, nadat hij op een wel heel gemakkelijke manier een schijf had gewonnen.

eerste12

Steven den Hollander – Marco de Leeuw

Stand na de 28e zet van wit.

Na (13-18?) volgde eenvoudig: 31-27 (22×31), 37×17 (11×22), 32-28 (22-27), 28-22 +1.

Het is denkbaar dat zwart in de diagramstand uitsluitend naar 32-27 heeft gekeken.

De stand werd weer gelijk doordat Rudi van Velzen verloor. Zijn tegenstander, Richard Kromhout, plaatste op Toernooibase twee leuke fragmenten bij deze partij. Maar het onderstaande fragment toonde hij niet…..

eerste13

Rudi van Velzen – Richard Kromhout

Stand na de 34e zet van wit.

(12-18?), 44-39?? Mogelijk was: 36-31 (27×36), 34-29 (23×34), 24-20 (15×24), 47-41 (36×47), 44-39 (47×44), 50×10, waarmee Rudi nog winstkansen had gekregen.

Bij de stand 5-5 mocht ik proberen de overwinning veilig te stellen. Dat klinkt heldhaftiger dan het was. Het vier-om-twee eindspel dat toen al op het bord stond was duidelijk gewonnen. Mijn tegenstander bleef – terecht – lang tegen spelen. Eén klein foutje mijnerzijds zou immers de eindstand op 6-6 brengen.

Het was een partij, waarin verschillende – voor mij – lastige beslissingen moesten worden genomen. Ik geef twee voorbeelden. Casper Remeijer zal er misschien nog enige wijze woorden aan kunnen wijden.

eerste14

Rinus Kromhout – André van der Kwartel

Stand na de 45e zet van wit.

Hoe nu verder? Ik besloot het ‘probleem’ op de korte vleugel te neutraliseren: (7-11), 16×7 (2×11), 21-16 (8-12), 16×7 (12×1). Verstandig of niet? Noodzakelijk of niet? Ik heb in ieder geval geen seconde gekeken naar de aardige oplossing die KR suggereert: (18-23), 48-42 (7-12!). Nu wordt 16-11 beantwoord met (12-17), (23-29), (4-9) en (13×26) en na een andere zet wint (12-17×17) gemakkelijk.

Na de dubbele ruil speelde wit 34-29 en nu deed zich de vraag voor of zwart op zijn lange vleugel actief moet worden of juist niet. Ik werd té actief, rekende slordig en wit kreeg toch de mogelijkheid om door te breken, waardoor ik mijzelf veroordeelde tot een gewonnen, maar langdurig eindspel. Het was veiliger geweest om een passieve opstelling te kiezen met (10-14) en (3-9). Daar komt wit waarschijnlijk nooit doorheen.