Archive for Uncategorized

Koplopers Casper Remeijer en Evert Bronstring winnen beiden in kampioensstrijd LDG

Afgelopen donderdag werd de voorlaatste ronde van de interne van LDG gespeeld. Alleen koploper Casper Remeijer en Evert Bronstring, die enkele Keizerpunten achterstand heeft op Casper, maken nog kans op het kampioenschap.

Casper Remeijer met wit bereikte tegen Hans Tangelder in het middenspel al een gewonnen stand in het onderstaande diagram.

CRHT

Zwart leek de boel nog te kunnen rekken met de plakker 35-40, maar daarna was het ook snel afgelopen. Maar na de plakker 35-40 won wit snel. Ziet U hoe? Klik anders hier voor de oplossing.

Ook Evert Bronstring met zwart tegen Peter van de Berg bereikte in het middenspel een gewonnen stand in het onderstaande diagram.

PvdBEB

Hier dacht Peter nog een combinatie te kunnen nemen die begint met 27-21. Maar daarna maakte Evert het snel uit. Ziet U hoe? Klik anders hier voor de oplossing.

Met nog 1 ronde te spelen heeft Casper nu 21 Keizerpunten voorsprong op Evert Bronstring en daarmee in de laatste ronde genoeg aan een overwinning om clubkampioen van LDG te worden.

Klik hier voor de volledige tussenstand van de interne.

Evert Bronstring wint beker LDG

BekerFinaleEvertHansK

Afgelopen donderdag werd de bekerfinale gespeeld door Evert Bronstring (rechts op de foto) en Hans Kreder (links op de foto).

Evert koost voor een rustige maar degelijke opzet. Nadat zijn tegenstander een voor de hand liggende zet speelde, die echter onnauwkeurig bleek te zijn, kreeg hij groot voordeel, dat door Evert vakkundig in winst werd omgezet.

Hieronder volgt de partij met enkele analytische kanttekeningen:

1.33-29 17-22 2.39-33 19-23 3.35-30 3.12-17.

Hans vermijdt spanningen door niet 3.20-25 te spelen.

4.44-39 7-12 5.50-44 23-28.

FinaleBekerD1

Hans speelt voorzichtig.

6.32×23 22-27 7.31×22 17×19.

Evert wacht met rustig en degelijk spel zijn kans af.

8.30-25 11-17 9.37-32 1-7 10.41-37 19-23 11.46-41.

FinaleBekerD2

Nu is 17-22 verhinderd vanwege het eenvoudige zetje 32-28, 23×32, 37×17, 21×21, 29-24, 20×29, 34×1.

Het ging verder met 11. 14-19 12.25×14 9×20. Nu bezet wit het centrum met 13.32-28 23×32 14.37×28.

Omdat een schijf op 9 ontbreekt kan wit niet met 14. 18-23 de schijf weer van het centrum af ruilen.

14. 17-22 lijkt ook passief.

14.20-24 15.29×20 15×24 16.41-37 16-21 17.37-31 21-26 18.42-37 4-9 19.38-32 10-14 20.43-38 5-10 21.49-43 10-15 22.47-42

FinaleBekerD3

De stelling lijkt volkomen gelijkwaardig. Het computer analyse programma Flits geeft ook stellingswaarde 0.00 aan. Toch verkrijgt Evert over enkele zetten een klein voordeel.

42.7-11 23.34-29.

Omdat 14-20 niet mag vanwege 28-22, staat zwart nu voor een lastige keuze.

23.2-7 24.29×20 14×25, zwart zit nu met een randschijf opgescheept, maar slaan met 15×24 lijkt ook gevaarlijk. Wit heet nu makkelijker spel.

25.39-34 9-14 26.43-39 17-22 27.28×17 11×22 28.31-27 22×31 29.36×27 19-24 30.40-35 14-20 31.44-40 3-9 32.33-28 9-14

FinaleBekerD4

33.37-31 26×37 34.42×31 zet een aanval in over de linkervleugel.

34. 6-11 35.48-43 14-19 36.31-26.

FinaleBekerD5

Na 36. 11-16? 37.27-21! 16×27 38.32×21 zit zwart in de penarie.

Met 36. 11-17 was de witte aanval gekeerd en de stand gelijkwaardig.

Nu mag 38. 18-23 niet vanwege 38-33, 23×32, 33-28, 32×23, 34-30, 25×34, 40×9.

38.24-30 39.35×24 19×30 40.38-33 30-35 41.43-38 35×44 42.39×50 20-24 43.50-44 24-30 44.44-39

FinaleBekerD6

Hier kan zwart nog verrassend gelijkwaardig spel bereiken met 45. 15-20!.

De voor de hand liggende zet 46. 38-32, faalt na 46. 30-35!. Op 45-40 volgt een drie om vier, en na 32-27 volgt een drie om twee met doorbraak naar dam.

30-35 45.45-40 35×44 46.39×50.

Wit staat nu beter, maar nog niet gewonnen.

46. 18-23? Nu was het snel uit na 47.28×19 13×24 48.21-17 12×21 49.26×17 8-13 50.50-45 13-19 51.45-40 2-0.

Na 46. 13-19, waren zwart’s kansen om met een benauwde remise de beker te winnen nog niet helemaal verkeken.

In de interne competitie heeft Casper Remeijer met een overwinning op André van der Kwartel zijn leidende positie versterkt. Hij heeft nu een kleine marge van 19 Keizer punten voorsprong op Evert Bronstring.

Klik hier voor de volledige tussenstand.

Evert Bronstring bereikt finale beker maar verliest nipt koppositie in de interne

De afgelopen weken werden de halve finales van de beker gepeeld.

In de ene halve finale moest Evert Bronstring met wit tegen Edwin van Hofwegen zijn partij winnen en dat lukte. De partij was lange tijd gelijkwaardig, maar toen sloeg Evert toe in onderstaande stelling.

EBEvanH

Edwin dacht te gemakkelijk remise af te dwingen en speelde 49. 24-30? Evert sloeg toe via een achterommetje met 37-31, 26×38, 38-32, 37×28, 22×35 kwam hiermee een schijf voor. Deze voorsprong was voor Evert genoeg om een winnend eindspel te bereiken. In plaats van het achterommetje had Evert ook makkelijk kunnen winnen met 17-11, 6×28 of 26×28, 40-35, 6×17 of 26×17, 4-35, 35×11. In plaats van 49.24-30? was 6-11 voldoende geweest voor remise.

In de andere halve finale speelde Hans Tangelder met wit tegen Hans Kreder. In onderstaande stelling deed hij een onverantwoorde winstpoging.

HTHKD1

44.37-31? Wit speculeert op een foutzet van zwart.
Na 44.3-8?? zou 31-26, 21-27, 26-21, 27-31 of 27-32, 30-25, 26×17, 25×23, gevolgd zijn. Maar zwart speelde uiteraard 44. 18-23! en wit is in zwaar weer.
Het ging verder met 45. 33-29, 23-28.

HTHKD2

46. 31-26? Na 20-25 26×17, 22×11 verloor wit snel.
Echter, in plaats van 46.31-26? had wit zich nog verrassend kunnen redden met
46. 42-37!, 20-25, 43-38. Op 47. 23-28 volgt 29-23, 33×42, 47×38, 21-27, 23-18.
Dus moet 47. 21-27. Maar dan is 30-24, 27×36, 38-32 voldoende voor remise.

Aanstaande donderdag spelen Evert Bronstring en Hans Kreder de beker finale.

De strijd om het clubkampioenschap is een nek aan nek race tussen Casper Remeijer en Evert Bronstring. Na een indrukwekkende reeks van overwinningen van Casper Remeijer op achtereenvolgens Hans Kolfoort, Harry Dekker, Hein van Winkel, Hans Tangelder, Peter van De Berg, Edwin van Hofwegen en nogmaals Hein van Winkel speelde Casper afgelopen donderdag remise tegen Evert. Daardoor heeft Casper van Evert met een nipte voorsprong van 1 Keizerpunt de eerste plaats in het clubkampioenschap overgenomen. Met nog 3 speelavonden te gaan heeft Casper nu 839 Keizerpunten en Evert 838 Keizerpunten.

Klik hier voor de volledige tussenstand in het clubkampioenschap.

Hans Tangelder bereikt halve finale beker

Nadat Evert Bronstring, Hans Kreder, en Edwin van Hofwegen al de halve finale van de beker bereikt hadden, wist Hans Tangelder door een overwinning op Dick den Ouden zich ook voor de halve finale te plaatsen. Hij had daarbij wel alle geluk van de wereld, omdat Dick den Ouden in tijdnood twee winstmogelijkheden miste in onderstaande stelling.

DenOudenTangelder

Na het foutieve 11-16?? van Hans Tangelder heeft wit twee winnende voortzetting tot zijn beschikking, één door een directe combinatie en één door een forcing. Ziet U hoe? Klik anders hier voor de directe combinatie
en hier voor de forcing.

In de partij ging het verder met 42-37, 16×27, 31×11, 6×17, 37-31?? In plaats van 37-31??, had wit met 28-22, 18×27, 32×21 ook naar een remiseachtige stelling kunnen afwikkelen, waaraan hij voldoende had gehad om de halve finale te halen.

Na 37-31?? haalde zwart nog een onverdiende winst en een halve finale plaats binnen met 17-21, 26×17, 12×21, 31-27, 21-26, 28-22, 26-31.

DenOudenTangelder2

En nu moet wit een schijf offeren met 22-17, 31×11, 26×17. Hierna verloor wit kansloos.

Evert Bronstring, Hans Kreder, en Edwin van Hofwegen bereiken halve finale beker

De bekercompetitie van LDG is in volle gang. Het is een toernooi met een bijzondere regel bij remise: Als het verschil in rating meer dan 100 punten is, dan gaat degene met de laagste rating door naar de volgende ronde. Als het verschil in rating 100 punten of minder is, dan wordt een tweede partij gespeeld. Wordt de tweede partij opnieuw remise, dan gaat degene met de laagste rating door.

In de eerste ronde wist André van der Kwartel Casper Remeijer, een van de favorieten, uit te schakelen door een knappe remise te behalen. Omdat Casper meer dan 100 ratingpunten had dan André, was André door naar de volgende ronde. In die ronde speelde André tegen Evert Bronstring en zou hij ook weer aan remise genoeg hebben, om direct door te gaan naar de volgende ronde. Dat lukte echter net niet. Evert Bronstring won en plaatste zich als eerste voor de halve finale.

Hieronder volgt de analyse van André van der Kwartel van de beslissende fragmenten in beide partijen:

Casper Remeijer – André van der Kwartel

CasperAndree

In de eerste bekerronde liet Casper zich na (6-11) verleiden tot: 37-31 (26×37), 32×41 (21×23), 29×18 (13×22), 33-29 (24×42), 43-38 (42×33), 39×6.

Deze doorbraak bleek onvoldoende voor de winst, omdat zwart de gelegenheid krijgt om met 19-23-28-32 de stand gelijkwaardig te houden. Later miste zwart zelfs nog de winst, maar de remise was voldoende om de tweede ronde te halen.

Evert Bronstring – André van der Kwartel

In de tweede ronde moest ik aantreden tegen Evert Bronstring. Het is Evert gelukt een aanval op mijn lange vleugel op te zetten.

EvertBAndree

Het diagram geeft hét discussiepunt van de partij weer: Kan zwart de partij nog remise houden? Eerst het partijverloop: (13-18!?). Nu wordt de directe aanval met 34-29 weerlegd door: (11-17), 29×20 (19-24), x (18-22), 27×18 (12×25) en omdat 43-38 kan worden beantwoord met (18-23), dacht ik hier mijn stand wel onder controle te hebben. 27-21!! Niet gezien. (26×17), 34-29 (18-23), 29×20. Uiteindelijk brak Evert door en won, alhoewel dat niet helemaal vlekkeloos verliep. Terug naar de diagramstand. Kan zwart zich nog redden? We bekijken drie mogelijkheden:

A: (11-17). Hiermee houdt zwart de eerder genoemde verdediging in de stand. Als wit die wil ontlopen ligt voor de hand: 27-21 (13-18). Op 34-29 volgt nu (26-31) en na het slaan weer de redding met (19-24). Maar als wit in plaats van 34-29 43-38 speelt verkeert zwart in grote moeilijkheden.

B: (11-16). Met deze platte zet, zoals Evert hem noemt, zou zwart zich volgens hem kunnen redden, maar wat stoeien met de computer stelt daar grote vragen hij. De computer komt met de volgende hoofdvariant: 43-39 (12-18), 34-29 (7-12), 29×20 (9-14), 20×9 (13×4), 30-24 (19×30), 35×24. Op (12-17) volgt nu 24-19 met groot, zo niet winnend voordeel voor wit. Op (26-31) volgt natuurlijk 27-22 en 33-28 met winst.

C: (9-14). Met deze zet komt de computer aan. Het is duidelijk dat direct 34-29 nergens toe leidt. Ik geef weer de hoofdvariant van de computer: 42-38a (24-29), 33×24 (26-31) en volgens de computer is hier nauwelijks nog sprake van voordeel voor wit. a: Op 43-38 wordt gereageerd met (13-18), 34-29 (14-20), 30-25 (18-23), 25×14 (23×34), 14×23 (24-30), 35×24 (34-40) en met zo veel losse schijven midden op het bord, lijkt dit remise te zijn.

Ook Hans Kreder bereikte de halve finale door Hein van Winkel te verslaan. Edwin van Hofwegen bereikte de halve finale dankzij twee remises tegen Evert Dollekamp. De laatste halve finalist komt uit de partij tussen Dick den Ouden en Hans Tangelder. Hans Tangelder moet die partij winnen om halve finalist te worden.

Middernachtelijke ex aequo ontknoping Zuid-Hollands damkampioenschap

Op woensdagavond 27 april werd de laatste ronde van het Zuid-Hollands damkampioenschap gespeeld. Voor het ingaan van de laatste ronde hadden Frans Teijn en Radjinder Jharap beiden 9 punten, Soelinder Jagram 8 punten, Hans Tangelder en Antonio Marquita 6 punten.

Om nog derde te kunnen worden moest Hans Tangelder in de laatste ronde winnen van Soelinder Jagram. Helaas, mislukte dat en verloor hij na een spannende partij, die al op 20 april was gespeeld. In de laatste ronde speelden de koplopers Frans Teijn tegen Radjinder Jharap tegen elkaar. Bij remise zouden de drie koplopers Jagram, Jahrap, Teijn gelijk eindigen en dan zouden de ex aequo criteria de ZHDB kampioen moeten aanwijzen.

Na de 61e zet van wit 41-32 eindigt in toernooibase de notatie van de partij met onderstaande stelling.

JahrapTeijn1

Uiteraard werd in deze stelling nog geen remise gegeven. Er staat voor wit een heel kansrijk eindspel op het bord. Een winnend plan lijkt 46 naar 26 brengen en de witte dan naar 27 spelen, bijvoorbeeld als volgt: 61. 47-24 62.46-41 24-47 63.41-36 47-24 64.36-31 24-13 65.31-26 13-18 66.34-30 18-13 67.30-25 13-24 68.32-27 24-29 69.48-43 29-24 70.43-39 24-8 71.25-20.

In een email legde Jahrap uit dat beide spelers kennelijk niet goed genoteerd hadden en dat hij een (opbouw) fout maakte, waardoor Frans Teijn nog kon ontsnappen met een remise.

Er stond ongeveer onderstaande positie op het bord

JahrapTeijn2

Zwart speelde 16-21 en speelde na het slaan 10-28-23. Hierna speelde wit nog 12-8 en speelde een drie om 1 nog 16 zetten lang door, waardoor er uiteindelijk bijna 100 zetten gespeeld werden, en wit over twaalven teleurgesteld remise moest toestaan.

Door dit resultaat werd onderstaande eindstand bereikt.

EindstandZHDB (klik op de tabel hierboven, voor een goede weergave van de tabel)

De ex aeqou criteria moesten dus toegepast worden om de kampioen te bepalen. In eerste instantie wordt gekeken naar het grootste aantal overwinningen, maar dat was gelijk voor de koplopers. Dit criterium leverde wel Hans Tangelder de vierde plaats op. In tweede instantie wordt gekeken naar het onderling resultaat van de drie koplopers. Dat was ook gelijk. In derde instantie naar de hoogste score in volgorde van de ranglijst, dus eerst het resultaat tegen nummer 1, dan het resultaat tegen nummer 2 etc. Dat was ook gelijk, omdat Fung, Valk en Marquita op een gelijk aantal punten waren geëindigd. In dat geval wordt nog gekeken of die drie spelers niet nog op verschillende plaatsen geclassificeerd kunnen worden. Dat was inderdaad het geval, door de verrassende overwinning van Henk Valk op Antonia Marquita in de laatste ronde, kon op basis van de onderlinge resultaten Valk als vijfde, Fung als zesde en Marquita als zevende geclassificeerd worden.

Tenslotte, werd opnieuw gekeken naar de hoogste score in volgorde van de ranglijst, waardoor Soelinder Jagram kampioen werd, Radjinder Jahrap tweede, en Frans Teijn derde.

Kleine voorsprong van Evert Bronstring op Casper Remeijer in clubkampioenschap van LDG

Door een overwinning op Hans Tangelder heeft Casper Remeijer zijn achterstand op Evert Bronstring in het clubkampioenschap van LDG verkleind tot slechts 20 Keizerpunten. Evert Dollekamp staat derde met een achterstand van 185 Keizerpunten en lijkt daarmee kansloos om nog de eerste plaats te halen. (Klik hier voor de volledige stand)

In die partij tussen Casper Remeijer en Hans Tangelder nam Hans met zwart in onderstaand diagram een wanhoopscombinatie, waarbij wit gedurende 10 achtereenvolgende zetten moest slaan. Dit leverde zwart wel een dam op maar dat was ten koste van 5 schijven.

CasperHans2

Ziet U hoe zwart die dam kan uithalen? Klik anders hier voor de oplossing. Na deze actie won Casper snel de partij.

In de partij André van der Kwartel – Peter van den Berg van enkele weken geleden ontdekte André met behulp van de computer een verborgen winst voor zwart.

AndrePeter2

André speelde hier 43-38 en zwart ruilde terug met 21-27?  Echter, in plaats van 21-27? kan zwart verrassend een schijf winnen. Ziet U hoe? Klik anders hier voor de oplossing.

Cat must eat

Bijdrage van Evert Dollekamp

Een paar woorden Engels spreekt hij. Toch ziet Tsjegolev kans zich goed verstaanbaar te maken. Doeltreffend taalgebruik. De ontmoeting met huispoes Spidi is daarvan een treffend voorbeeld. Het brengt hem tot de volgende opmerking: ‘I was at Hein Meijer. He two cats. When cat put head on leg: cat must eat! Then I must know: where is Whiskas!’ Ook is hij behulpzaam bij klusjes rond maaltijd en afwas. Nooit gedacht dat ik ooit nog eens met een oud-wereldkampioen de keuken op orde zou brengen. Slawa gewapend met afwaskwast en ik met theedoek. Het zijn de mooiere momenten in een mensenleven.

Ik moest daar aan terugdenken tijdens het Sranti Sneldamtoernooi in Delft afgelopen zondag. Nauwelijks bekendgemaakt verwachtte ik een kleine bezetting met hoofdzakelijk Surinamers en een verdwaalde Nederlander. Om rond vijf uur het speellokaal met de hoofdprijs te kunnen verlaten. Maar dat viel tegen. Vroeg aanwezig zag ik langzaam maar zeker het ene kanon na het andere binnenkomen. Ron Heusdens, Jeroen Kos, Martin IJzendoorn, Bas Messemaker en wie hebben we daar …. Hein Meijer. Met Hein en Ron haalde ik nog gezellig wat oude koeien uit de sloot. Had jij niet meegedaan aan het NK in 1984 en 1991? Sommigen hebben een beter geheugen dan ik wat mijn eigen prestaties betreft. Helaas wisten ze ook nog precies op welke plaats ik was geëindigd. Waar mijn moeder destijds van zei: ‘Er moet ook iemand laatste worden!’ Hein baalde er nog steeds van dat hij in Drachten niet van mij wist te winnen.

In het sneldamtoernooi speelde ik zowel tegen Ron als Hein. Hoogtepunt was de derde ronde. Onder andere Hein en ik hadden de eerste twee partijen gewonnen. Maar bij de indeling bleek Hein pas in de negende paring aan de beurt. Wat hij natuurlijk niet over zijn kant liet gaan. ‘Maar dat kan helemaal niet!’ Om vervolgens op zijn bekende hoge toon uit te leggen dat hij op de bovenste borden thuis hoorde. Toen hij na de aangepaste indeling hoorde dat hij nu tegen mij moest, klonk de verzuchting ; ‘Nou, ik geloof niet dat ik daar nu zo blij mee moet zijn’. Ja, ja, ik heb de wind er ondanks mijn inmiddels dunne rating nog aardig onder. De grote jongens, ik zal niet van ze winnen, maar ze kunnen zo maar van me verliezen, om de betreurde Johan Cruijff nog maar eens aan te halen. Voor we begonnen heb ik Hein uitgelegd dat hij beter zijn mond had kunnen houden. Om pas na afloop van het toernooi Zwitsers de punten uit de tweede ronde te claimen. Die opmerking was ook al niet goed voor zijn humeur. Zodat onze onderlinge partij na luchtige verwikkelingen remise werd. Van Ron verloor ik overigens op vreselijke wijze. Maar dat zet ik natuurlijk niet in de krant.

Fragmenten van Hans Kolfoort uit het Roethof Open Kampioenschap van Suriname 2016

In het Roethof Open Kampioenschap van Suriname wist Hans Kolfoort met 10 punten uit 9 wedstrijden en een toernooi prestatie rating van 1259 een heel verdienstelijk resultaat te behalen. Hieronder volgen enkele fragmenten van Hans uit dit toernooi. De meest opvallende partij was de dramatische partij van Hans tegen grootmeester en WK deelnemer Ron Heusdens. Nadat Hans twee maal de winst miste, verloor hij een remise eindspel, toen hij via een schijfoffer en achterloop remise dacht te maken, maar daarbij overzag dat hij zelf moest slaan.

Hans Kolfoort – Ron Heusdens (6e ronde)

H1

Stand na 27. 20×40.

Hier sloeg Hans met 27. 35×44? achteruit. Maar vooruit slaan met 27. 45×34! leidt tot schijfwinst. Bijvoorbeeld 28. 15-20, 35-30, 20-24, 30-25.

De partij ging verder met 28. 35×44?, 15-20, 29. 44-39, 3-8, 30. 39-33, 8-12, 31. 41-36,  21-26, 32. 37-31, 26×37, 33. 42×31, 20-25, 34.45-40?

H2

Stand na 34. 31-26! in plaats van het gespeelde 34. 45-40? De computer geeft aan dat na 34 31-26! zwart verloren staat. De clou is dat 23-29 33×24, 19×30 verhinderd is door 28-23, 38-33, 32-28, 26×10.

H3

In deze stand kwam wit op het onzalige idee 27-21 (16×27) 49-44 te spelen. Nadat zwart hem erop had gewezen dat wit na 16×27 met zijn dam moest slaan, bleek wit te kunnen opgeven: 49×16 verliest door overmacht en 49×21 door een simpel trictac-eindspel na 6-11. I.p.v. 27-21?  is 49-38, 26×45, 38×15, 45-12, 36-31, 12-26, 15-4, 26×48, 27-21, 16×27, 4×36 remise. Ook 49-44 leidt tot remise.

Rodney Lion – Hans Kolfoort (7e ronde)

L

Zwart heeft de hele partij onder druk gestaan en had al vóór deze stand kunnen opgeven. Hij hoopte hier echter nog op 42-37 en had dan een onverdiende remise kunnen halen met (29-34) 30×39 (24-30) 35×15 (23-29) 33×24 (19×30) 25×34 (13-19) 22×24 (11×44). Maar ook dit had wit gezien en speelde 36-31, waarna zwart uiteraard opgaf.

Glenn Dumfries – Hans Kolfoort (9e ronde)

D

Deze stand eindigt in een leuk eindspel: (22-28) 39-34 (28-32) 34-29 (32-38) 29-23 (38-43). Op 23-19 volgt nu (43-49) 19×8 (37-42) 47×38 (49×3) en op 47-42 (37×48) 23-19 (48-37) 19×8 (10-14) 20×9 (4×2). Dus: 47-41 (37×46) 23-19 (46×14) 20×18 (43-49) 18-13 {op 18-12 volgt (49-35) 24-20 (35-2) 20-15 (10-14) met driedubbele oppositie}(49-35) 24-19 (10-15) en wit geeft op, want op 19-14 volgt (35×2) 14-10 (2-19).

In memoriam Jan Slingerland

Met het overlijden van Jan Slingerland verliest het Leids Damgenootschap een sterke dammer en een van zijn markantste leden.

Jan Slingerland begon al vroeg met dammen. In 1952 werd hij jeugdkampioen van Leiden, in 1953 werd hij kampioen van Leiden bij de senioren. Maar Jan interesseerde zich voor alle denksporten. Hij bridgete en schaakte ook. Mede daardoor raakte in de loop van de jaren het dammen wat op de achtergrond. Begin jaren tachtig besloot hij echter weer terug te keren naar zijn jeugdliefde: de damsport. Zoals hij zelf zei: “Hij koos weer opnieuw voor het dammen.” Hij speelde in die jaren onder meer bij de Katwijkse Damclub en bij de Rijnsburgse Damclub. Eind jaren tachtig werd hij lid van het Leids Damgenootschap, hetgeen hij tot aan zijn dood zou blijven. Hij speelde niet alleen wedstrijden voor het Leids Damgenootschap, maar deed ook dikwijls mee aan open toernooien. Zo won hij onder meer ooit het seniorenkampioenschap van Nederland voor 70-+-ers.

Als dammer had Jan enkele opvallende kenmerken. Eén daarvan was zijn kennis van slagzetten in de opening, waarmee hij tegenstanders nogal eens wist te verrassen. Een voorbeeld daarvan was de volgende zettenreeks: 32-27 (18-23), 31-26 (12-18), 34-30 (20-25), 27-21!! – uiteraard à tempo gespeeld. Uiteraard is er niets aan de hand als zwart goed slaat, maar Piet Lodder sloeg ooit in een competitiewedstrijd verkeerd (25×34) en Jan kwam twee schijven voor.

Daarnaast had Jan grote kennis van één bepaalde openingsvariant, waarin hij vele belangwekkende partijen speelde. Zelfs Ton Sijbrands verwees in zijn artikel in de Volkskrant van 2 juni 2002 naar deze opening en noemde daarbij expliciet de naam van Jan Slingerland als goede kenner van die opening. Het gaat om de volgende opening, waarbij Jan Slingerland de zwarte schijven hanteert: 32-28 (18-23), 33-29 (23×32), 37×28 (16-21), 31-26 (19-23), 28×19 (13×33), 39×28 (21-27). Deze stand siert de rouwkaart die de familie bij het overlijden van Jan Slingerland heeft opgesteld, onder de titel “De Slingerlandvariant”. Het was soms vermakelijk om te zien hoe Jan, als deze opening op het bord kwam, de eerste twintig zetten zo ongeveer à tempo speelde en zijn tegenstander daarmee in grote verwarring wist te brengen.

Jan kwam in zijn partijen vaak in tijdnood. Bloedstollende taferelen hebben wij – zijn teamgenoten – meegemaakt als er weer eens twintig zetten in twee minuten moesten worden gespeeld, waarna gespannen moest worden afgewacht of Jan zijn zetten wel op tijd gehaald had. Meestal was hem dat nog gelukt ook.

Jan heeft ook op andere gebieden veel gedaan voor de damsport. Zo heeft hij bijvoorbeeld aan veel kinderen de eerste beginselen van het dammen bijgebracht, van wie sommigen later bekende namen zijn geworden in de damsport. Daar was hij – terecht – trots op. Ook heeft hij in het verleden bijdragen geleverd aan de organisatie van het jaarlijkse damtoernooi voor basisscholen in Leiden. Verder heeft hij op dagactiviteiten voor oudere mensen nogal eens lessen gegeven en simultaanwedstrijden gespeeld.

Jan was een bijzonder aimabel persoon. Hij was zeer bekend, gerespecteerd en gewaardeerd in de damwereld. Veel dammers van andere verenigingen kenden hem dan ook en informeerden naar hem, wanneer een team van het Leids Damgenootschap een competitiewedstrijd speelde en Jan daarbij niet aanwezig was. En altijd was die belangstelling oprecht gemeend. Vele dammers zullen hem dan ook missen. Niet in het minst de leden van het Leids Damgenootschap.

André van der Kwartel