Archive for 13/10/2025

Ambitieus LDG komt met schrik vrij in seizoensopener

Door Koos van Amerongen

Na twee seizoenen geleden onfortuinlijk uit de provinciale hoofdklasse te zijn gedegradeerd, wist het Leids Damgenootschap vorig seizoen overtuigend kampioen te worden in de eerste klasse, en daarmee terug te keren op het hoogste provinciale niveau. Wacht ons daar een zwaar seizoen? Ongetwijfeld. Maar wél een met een andere inzet dan de afgelopen jaren.

Met de (terug)komst van Joost Hooijberg, Arjen de Mooij en ondergetekende, en met de blijvende inzet van Jan van der Star, Steven den Hollander en Edwin van Hofwegen, beschikken we over een sterk basisteam dat zich zou moeten kunnen mengen in de titelstrijd met Damlust Gouda en titelverdediger Schiedam.

Een enerverende seizoensstart

We begonnen het seizoen met een thuiswedstrijd tegen RDC. Het werd in alle opzichten een enerverende dag. Al in de middag was er reuring: het Leidsch Dagblad had lucht gekregen van onze ambitie en nam een interview af met Luise Gabbert (invaller voor Edwin) en mij. Vlak voor de wedstrijd gingen we ook nog op de foto, wat resulteerde in onderstaand artikel.

Dan naar de wedstrijd zelf. RDC bleek allerminst van plan ons een vliegende start te gunnen. Ze traden aan met hun topspeler Cor van Dusseldorp, wat leidde tot een evenwichtige opstelling op de bovenste borden. Op de onderste borden leken we enig overwicht te hebben. Leken, want het liep allemaal anders.

Richard Meijer – Steven den Hollander

Steven was als eerste klaar in een partij die alle aanwezigen nog lang zal bijblijven. Richard kwam iets beter uit de opening, maar moest oppassen voor Stevens tactische ideeën. In deze stand ging dat mis.

Richard speelde hier 25.30-25? waarna Steven er als de kippen bij was om winst te forceren: 21-26 26.25×14 10×30 27.40-35* 5-10!? 28.35×24 17-21 29.28×17 13-19 30.24×22 21-27 31.22×31 26×48.

Fraai, ware het niet dat wit ook winnend 29.23×5! had kunnen slaan. Steven had dat halverwege de combinatie door, en besloot vol overtuiging door te zetten. Het werkte. Overigens zou na 27..4-10! in plaats van 27..5-10? dezelfde combinatie wél gewonnen hebben. Gedesillusioneerd gaf Richard op, al viel er in de slotstand nog wel te vechten. Op Toernooibase deelt Steven een aantal interessante varianten en gedachten. Hier kwamen we goed weg! (2-0)

Marco de Leeuw – Koos van Amerongen

Als tweede was ikzelf klaar. Vanuit de opening wist ik mijn taaie tegenstander te verrassen.

Na 17.34-30?! volgde namelijk 21-27! 18.30×19 14×23 19.28×19 27-31! 20.36×27 22×31, een tijdelijk offer met als doel gebruik te maken van het ‘poortje’ op 41. Het ziet er eng uit, maar objectief is er niet veel aan de hand. Na zowel 33-29 als 40-34 kunnen er interessante spelbeelden ontstaan,

waarbij wit zijn plusschijf kan behouden, maar links zwaar onder druk komt te staan. Op Toernooibase delen Steven en ik een aantal interessante varianten.

In de partij besloot Marco de dreiging op links direct te neutraliseren door met 21.32-27 een schijf terug te geven. Dat werden er uiteindelijk twee, want de schijf op 19 bleek niet te houden. (4-0)

Jan van der Star – Thomas Wielaard

Al vroeg in de partij koos Jan voor een centrumaanval, die Thomas principieel bestreed. Beide spelers ontwikkelden hun schijven op natuurlijke wijze naar het centrum. Toen de standen in elkaar schoven, werd het duidelijk dat Jans aanval gevaar liep. Het zag er gevaarlijk uit en Jan moest zorgvuldig verdedigen. Dat was hem wel toevertrouwd: remise. (5-1)

Arie Schoneveld – Luise Gabbert

Dit leek van tevoren een kansbord voor ons. Luise trok fel van leer en had binnen mum van tijd een flankaanval op het bord, wat ze later omzette in een hoge actieve randschijf (‘harrie’). Arie speelde deze met sterk centrumspel tegen en kwam steeds sterker opzetten.

In deze stand speelde Arie sterk 42.24-20! Zwart heeft nu een aantal opties:

– Op het voor de hand liggende 12-17? 20×9 13×4 volgt nu de verrassende dam met 37-31 36×38 29-24 38×20 25×5 W+.

– Op 10-15 20×9 13×4 volgt sterk 32-28!, waarna zwart hopeloos vastloopt, bijvoorbeeld: 12-17 42-38 21-27 37-31 4-9 25-20! 15×24 29×20 9-13 20-14 W+.

Luise ging voor 42..21-26 43.20×9 13×4, maar ook nu dwong wit schijfwinst af: 44.32-28! 12-17 (op 22-27? volgt weer een dam op 5) 45.28-23! Luise spartelde nog wat tegen met 36-41, waarna even later de volgende stand op het bord verscheen.

Wit kan hier op meerdere manieren winnen. De meest voor de hand liggende zet is daar een van: na 53.1-23! 41-46* 23×5 27-32* 38×27 4-10* 5×14 46×10 is wit weliswaar zijn dam kwijt, maar blijven er voldoende stukken over om met overmacht te winnen.

Wat Arie deed was ook goed: 53.1-40, maar dan had hij na 41-46 niet met 54.40-35 46-23 = maar met 54.40-49! moeten vervolgen. Het idee van deze zet is dat damafname met 25-20, 24-19 en 33-28 dreigt. De enige zet om dat te pareren, of nouja, deze vangst niet winnend te maken, is 27-31. Dan gaat wit wel naar 35: 49-35. Het verschil met de partijvariant is dat 46-23? nu niet gaat vanwege 38-32! (in de partij kan zwart met haar schijf slaan) en 33-28! W+. Nu kon Luise nog ontsnappen. (6-2)

Daarmee was het eerste wedstrijdpunt veiliggesteld. Het was aan de debutanten om het tweede wedstrijdpunt binnen te halen, door samen minimaal één remise te spelen. Dat was zo eenvoudig nog niet.

Arjen de Mooij – Hans Tangelder

Op papier was dit het bord met het grootste ratingvoordeel. In de praktijk was daar weinig van te merken. Lang ging het gelijk op. Pas toen de partij in klassiek vaarwater terechtkwam ging het mis voor Hans.

Arjen heeft zojuist 43.27-21×21 geruild in een poging controle te pakken op zijn linkervleugel. Nu zijn zowel 18-22? als 18-23? (28-22! 17×8 38-33) verhinderd. Zwart doet er verstandig aan om 26-31 te spelen, met een gelijkwaardige stand. Er volgde echter 43..24-29 44.42-37 19-24? waarna wit verrassend kon winnen met 28-23! 17-22* 23×34 26×17 39-33! Er dreigt dan schijfwinst, terwijl de horizontale verdediging met 18-23 is verhinderd door 33-29! 24×31 36×20 W+.

Arjen zag het niet en ging verder met 45.36-31 in de veronderstelling hiermee 18-22?! verhinderd te hebben, maar die zet bleek toch te kunnen: 46.25-20? (35-30 was nog remise) 22×44 47.20×7 en Hans had goed gezien dat hij nu 8-12 48.7×18 44-49 49.21×12 49×8 kon spelen, met een complex afspel.

Toen Hans even later in bovenstaande stand 58..49-40!! (met het idee om na een zet met schijf 14 met 2-7! 12×1 40-45! beide witte voorposten te elimineren) miste, was een overmachtseindspel van de baan en kon ook Arjen ontsnappen. (7-3)

Joost Hooijberg – Cor van Dusseldorp

Daarmee was de eerste overwinning van het seizoen een feit. Elk bordpunt bleek hard nodig, want Joost had het inmiddels zwaar tegen Cor. Lang leek er weinig aan de hand.

Na een snelle en gelijkwaardige opening kwam in het middenspel deze stand op het bord. Cor heeft zojuist 27..24-29×29 gespeeld. Wit had nu direct remise kunnen forceren met 29.34-30×30. Zwart heeft dan niet beter dan 12-17 27-22 18×27 32×12 23×32 38×27 8×17, waarna na 27-22 17×28 26-21 16×27 31×24 14-20 de vrede snel getekend kan worden. Joost had dit gezien, maar meende beter te staan. Dat is tegen een sterke speler zowel bewonderenswaardig als gevaarlijk. Cor liet daarna zijn klasse zien, en juist hij kwam steeds beter te staan.

Wit staat hier lastig, omdat hij met meerdere zwarte dreigingen te kampen heeft. Nadat Cor tot 55..13-19? besloot had Joost nog kunnen ontsnappen met 55.34-29! 19-24 (of?) 29×20 25×14 33-28 14-19 16-11 =. Het ging echter verder met 56.33-28? waarna Cor het stijlvol afmaakte: 30-35 57.16-11 19-24 58.49-44 24-30! 59.11-6 30×39 60.33×44 25-30! en zwart wint door overmacht. Door 55.13-19 en 56.30-35 om te draaien, had Cor de eerdergenoemde ontsnapping kunnen vermijden.

Zo kwam de eindstand, met het nodige fortuin, op 7-5. Als je mee wilt doen om de titel, zul je ook de mindere wedstrijden moeten winnen…

Verslag Ronde 1: LDG – Zaanstreek 2

Verslag Ronde 1:LDG – Zaanstreek 2

André van der Kwartel

Net als vorig jaar kreeg LDG in de eerste competitieronde het tweede team van Zaanstreek op bezoek. En net als vorig jaar kwamen onze tegenstanders met maar zes spelers opdagen. Teleurstellend. Vooral voor onze twee invallers, Leen van Beelen en Dick den Ouden die al snel weer naar huis konden. Wel met twee weinig bevrediging gevende punten op zak.

Een verschil met vorig jaar was dat de logische overwinning van LDG (13-3) dit keer met meer overtuiging tot stand kwam.

De score werd geopend door Edwin van Hofwegen. In het middenspel veroverde hij een schijf die – ondanks een kleine schoonheidsfout – na een lang eindspel werd omgezet in partijwinst. Boeiend was de fase tussen de 28e en 41e zet, waarin Edwin de jacht op de schijfwinst succesvol wist af te ronden.

Martin Berends – Edwin van Hofwegen

(19-23), 28×19!? [Ik denk dat dit voor Edwin als een verrassing kwam. Wit zal misschien gedacht hebben een sterke voorpost op 14 te krijgen.] (17×37), 42×31 (13-18) [Lijkt min of meer gedwongen.] 19-14 (20×9), 30×19 (9-13) [Hier begint de jacht op de schijfwinst.] 19-14 (18-23), 38-33! [Hiermee beveiligt wit zijn schijf op 14 maar krijgt met een volgend probleem te maken.] (13-19), 33-29 (23×34), 14×23 (34-40!), 44-39 (40-44). Tijd voor een nieuw diagram.

[Kingsrow adviseert wit om 23-19-14 te spelen met een vrijwel gelijke stand. Dat lijkt niet zo vreemd, want wit dreigt naar dam door te breken, maar kan de zwarte schijf op 33 ook nog terug veroveren. Ondanks een schijf voorsprong genoeg problemen voor zwart.] 48-42? (44×33), 50-44 (8-13?) [Hier geeft zwart veel van zijn voordeel weg. Hij had de druk op de witte stelling kunnen handhaven door (12-17.)] 43-38 (12-17), 38×29 (16-21) [De schijfwinst is binnen, maar de wedstrijd zou nog lang niet beslist hoeven te zijn.] 23-18?? [Maar nu wel. Wit had zich nog taai kunnen verdedigen met 31-27 (21×32), 35-30. KR geeft de zwarte stand dan nog maar een klein voordeel.]

Hans Kreder bracht de stand op 8-0. Een degelijke partij waarin hij langzaam steeds beter kwam te staan en soepel won. Instructief.

Rudi van Velzen bezorgde Zaanstreek haar eerste punt, maar het is mij niet helemaal duidelijk hoe hij dat voor elkaar kreeg. Hieronder de stand waarin remise overeen werd gekomen. Zwart aan zet.

Geert van der Loo – Rudi van Velzen

Rudi verzekerde mij na afloop dat deze stand remise is, maar KR is onverbiddelijk in zijn waardering: 9.99. Oftewel: in alle varianten verloren voor zwart. Een min of meer serieuze poging luidt: (31-36), 41-37 (24-29), 33×24 (23-28), maar dit faalt op 25-43! Een andere poging: (11-16), 25-34! (24-29), 33×24 (3136), 34×12 (36×47), 12-3.

Later gaf Rudi toe dat zowel hij als zijn tegenstander te gemakkelijk over remise hadden gedacht.

Peter van den Berg bracht de stand op 11-1. In een onschuldig ogend standje speelde hij niet de sterkste zet, maar nam hij wel een ‘kleintje’ mee, waar zijn tegenstander inderdaad intrapte.

Hans Knobbe – Peter van den Berg

Zwart aan zet. Een inhoudsrijk standje. Zwart lijkt winstkansen te hebben vanwege de situatie op de witte lange vleugel. In principe staan daar drie witte schijven machteloos tegenover twee zwarte. Ik heb wat variantjes geprobeerd, maar KR hield alles moeiteloos remise. Leerzaam! Peter koos misschien niet de beste zet, maar wel de meest kansrijke: (13-18!). Zetten met schijf 38 zijn nu verhinderd. Wit speelde: 24-19?? (18-22!), 27×29 (14×34), 38-33 (17-21) en na deze krachtzetten staat wit totaal verloren.

De enige dissonant in dit puntenfestijn was Joop Burgerhout. Een op zijn zachtst gezegd tamelijk dubieuze opzet bezorgde hem na 25 zetten al een verloren stand. Ook zijn tegenstander, Sijmen Hansen, zag in de complexiteit van de partij niet alles even helder, waardoor de waardering door KR er waarschijnlijk heeft uitgezien als een cardiogram van een persoon die het achter het bord erg moeilijk heeft. Overigens, zonder dat de grafiek van Joop ooit boven de nul kwam. De moeite waard om na te spelen, maar veel te veel wisselende momenten. Bovendien weet ik ook niet hoe de partij uiteindelijk is verlopen, anders dan dat Joop verloren heeft. Beide notatieformulieren waren na de vijftigste zet niet meer te ontcijferen. Hoezo geen tijdnood in het Fischer-systeem?

IK mocht met een overwinning de eindstand op 13-3 brengen. Geen partij om over naar huis te schrijven, maar wel met een leerzaam moment voor de oplettende lezertjes.

André van der Kwartel – Aart van Dijk

Ik heb als laatste zet naar veld 24 geruild. Zwart speelt de voor de hand liggende maar verliezende zet: (9-13?), 24-20 (15×24), 29×9 (13×4), 33-29! Dit is de eigenlijke winnende zet voor wit. De zwarte schijven staan zo ongelukkig dat er geofferd zal moeten worden om door te breken, waarna er een redelijk gemakkelijke overmachtswinst op het bord komt. Opvallende bijzonderheid: mijn tegenstander wist kennelijk niet dat de uiteindelijk overblijvende vier-om-twee voor mij gewonnen was en bleef tot de 87e zet doorspelen.

In de diagramstand kan zwart het beste (21-26) spelen. De ruil met 24-20 heeft nu geen zin, omdat zwart (18-23) speelt en wit daarna geen winstkansen meer heeft. Daarom kan wit na (21-26) het beste 33-28 spelen en vervolgens een schijf winnen met 28-22. Maar zwart heeft dan nog veel compensatie.

Provinciaal: LDG2 – Monster

Ook het tweede provinciale team heeft zijn eerste competitieronde achter de rug. Een korte impressie:

Ik speelde remise tegen Herman Vroom in een partij waarover niets bijzonders valt op te merken. Joop Burgerhout verloor van Walter Thoen. Zeker geen schande. Tot in het eindspel had hij nog remise in handen, maar na drie uur spelen gaat de scherpte er op onze leeftijd wel af, zoals ik zelf helaas meermaals heb moeten ervaren.

Na de 55e zet van zwart (Thoen) was de volgende stand ontstaan:

KR verklaart de stand na 8-2 tot remise, maar Joop speelde: 23-18?? Zwart had nu op slag kunnen winnen door: (20-24!). Op zowel 8-3 als 8-2 volgt (24-35!). Maar ook Thoen zag het niet meer zo scherp: (20-47), 8-2 (47-29), 18-13 (29×45), Nog steeds heeft wit met 13-8 remise in handen, maar Joop speelde: 2-8?? (45-7!), 8-2 (7-12), 32-27 (15-20) en wit gaf op.

Tegenover deze verliespartij hadden echter twee winstpartijen kunnen staan: Vrij snel had Rudi van Velzen al een schijf gewonnen en vervolgens de winst zonder problemen binnen gehaald. Die schijfwinst was niet moeilijk, maar toch wel leerzaam om een keer gezien te hebben. Rudi heeft zwart en speelt tegen Edwin Remmerswaal die zijn 18e zet speelt:

38-32? (27×38), 43×32. Te gemakkelijk gespeeld: (17-21!). Na 28×17 volgt (18-23), dus: 26×17 (12×21), 28×26 (18-23), 29×18 (20×27) en zwart wint een schijf. De voorpost op 27 is goed verdedigbaar.

Aan het einde van zijn partij haalde Rudi nog een verrassende truc uit.

(15-20?!) Zag de witspeler hier nog kansen? 38-33 (20-24), 35-30 (24×35), 33-29 (28-33!!), 39×19 (27-32), 37×28 (22×13) en met twee schijven voor won Rudi gemakkelijk.

Het drama van de avond speelde zich af aan het bord van Hans Kreder.

Resa Ghafoerkhan – Hans Kreder

Stand na de 41e zet van wit.

Zwart staat dank zij een sterk middenspel een schijf voor. Maar hoe moet hij verder? (13-19) is verhinderd, na (14-19) loopt wit door en (11-16) verandert niets aan de situatie. Hans koos voor: (22-28), 33×31 (32-37), maar na 24-19 (37×50), 19×10 (50-45), 10-5 werd de vrede getekend.

In de diagramstand had zwart kunnen winnen door: (27-31), 42×31 (18-23!). Omdat dichten van veld 39 na (23-28) snel verliest, heeft wit niet veel beter dan 44-40 (23-29!) en nu faalt 24-20 (14×25), 33×24 op (13-19), 24×13 (22-28), 31×33 (12-18), 13×22 (17×48). Wit gaat dus toch weer een schijf verliezen en ook de partij.