Archive for 31/10/2021

De tweede ronde….

Geschreven door André van der Kwartel!

… van de competitie is teleurstellend verlopen voor LDG. Het achttal verloor in de landelijke competitie met grote cijfers (12-4) van Damcombinatie Zaanstreek. Het zestal verloor in de provinciale competitie met 7-5 van het eerste team van Damlust uit Gouda. Dat laatste mag overigens worden gezien als een goede prestatie, gegeven het gemiddelde ratingverschil tussen beide teams. 

 

Het achttal 

Er valt niets af te dingen op de overwinning van Damcombinatie Zaanstreek. LDG kwam op een 6-0 achterstand, waarna door LDG niet meer dan een viertal remises bijeen konden

ldg1

Joop Burgerhout – Losseni Savané  

Stand na de 23e zet van zwart. 

Joop had hier een zetje uit kunnen halen middels: 37-32 (31-36), 35-30 (25×34), 43-39 (34×43), 26-21 (16×27), 32×21 (43×32), 21-17 (12×21), 23×3 (14×34), 3×26. Het is de vraag of dit gewonnen is voor wit. Kingsrow (KR) geeft na (31-36) de voorkeur aan 40-34. Hoe dan ook, in de partij werd 40-34 gespeeld, waarna een prachtige slagzet had kunnen volgen: (25-30!!), 34x25A (14-20), 25×14 (16-21), 26×28 (11-16), 37×26 (18-22), 28×17 (12×21), 26×17 (8-12), 17×8 (3×24), 29×20 (10×46!!). 

A): Als wit anders slaat is de slagzet iets eenvoudiger: 35×24 (22-28), 33×13 (16-21), 26×17 (11×22), 37×26 (22-28), 23×32 (14×23), 29×18 (8×46). 

In de partij had Joop nog geruime tijd het beste van het spel, maar raakte in een complexe stand het spoor bijster en verloor.  

Ik was zelf verantwoordelijk voor de 4-0 achterstand. In een tot dat moment spannende partij werd ik volledig verrast door een damzet. 

worden geschraapt. Joop Burgerhout moest als eerste zijn tegenstander feliciteren. In zijn partij deed zich een inmiddels wereldberoemd fragment voor. 

 

ldg2

André van der Kwartel – Ruud Holkamp  

Stand na de 21e zet van zwart. 

De witte stand is hier al dubieus geworden, maar ik had nog niets in de gaten: 44-40?? (13-19!), 24×13 (17-21!!), 26×19 (12-17!), 13×22 (17×46). Ik was totaal verrast, heb nog een tijdje tegen zitten stribbelen, maar uiteindelijk won mijn tegenstander met een fraaie zesklapper. 

Dat de diagramstand voor wit al niet meer klopt blijkt wel uit het  feit dat KR adviseert om 41-36 te spelen en daarmee dezelfde damzet (maar nu naar 48) toe te laten. De dam kan dan met gelijk spel worden afgenomen.  

Nadat Peter van den Berg had verloren door een eenvoudige drie-om-drie naar dam toe te laten, bracht Maurits Meijer het eerste punt voor LDG binnen. Van deze partij zijn geen bijzondere momenten te vermelden. Dat geldt niet voor de partij van Hans Tangelder die het tweede punt voor LDG wist te scoren. Hij heeft aantoonbaar verloren gestaan, maar greep wel zijn kans toen zijn tegenstander een onnauwkeurigheid beging. 

ldg3

Paul Teer – Hans Tangelder  

Stand na de 42e zet van zwart. 

Zwart staat hier al een schijf achter en wit had zijn voordeel moeten consolideren met 29-23! De zwarte druk op de lange vleugel ziet er misschien gevaarlijk uit, maar zwart komt er niet doorheen. Misschien overschatte de witspeler zwarts kansen, want hij speelde: 32-28!? En ontdekte dat hij na (22-27) met een probleem zat. Op iedere ‘passieve’ zet volgt (27-31), 37-32 met na bezetting van veld 23 (9-14) en wit komt nergens meer. Dus werd in de partij gespeeld: 38-32 (27×38), 33×42 (15-20), 24×4 (13×44). Hier komt een tweede nadeel van zet 32-28 naar voren: in veel varianten na 29-23 kan wit op dit moment 4×50 slaan, maar in de partijvariant staat schijf 28 in de weg. Wit slaat 4×16 en na (44-50) wint zwart een schijf terug en liep de partij remise. 

Hans Kreder bracht na een degelijke partij een punt voor LDG binnen. Zo ook deed Jack van der Plas, maar hij had niet over geluk te klagen. 

ldg4

Jack van der Plas – Joop Wind  

Stand na de 39e zet van zwart. 

Na 31-26 zou de stand in evenwicht zijn. Wit speelde echter 44-40?? en geeft daarmee zwart de mogelijkheid om winnend voordeel te bereiken. Zwart speelde (8-13??) en overzag daarmee (17-21!) Dreigt met (21-26) en 31-26 is verhinderd wegens (24-29) en (29-34). KR kiest in arren moede maar voor 28-22 (8-13), 22-17 maar het is duidelijk dat wit geen enkele compensatie heeft voor de schijf achterstand.  

Ten slotte verloor ook onze onvolprezen teamleider Harry Dekker. In een complex remise-eindspel maakte hij een fout die hem twee schijven kostte en uiteindelijk de partij. Dat moment laat ik aan de geïnteresseerde lezer over. (Zie op toernooibase, de 59e zet van zwart.) Leerzamer is een eerder moment in de partij, waarin Harry remise had kunnen afdwingen. 

ldg5

 

Ruud Groot – Harry Dekker 

 

Stand na de 45e zet van wit. 

Harry speelde hier (6-11), maar het is duidelijk dat de witspeler toespeelt naar de afwikkeling met 37-31 enz. Zwart had daarop kunnen anticiperen met: (9-13!). Als wit nu afwikkelt, volgt: 37-31 (26×37), 32×41 (23×32), 38×27 (14-20), 25×23 (13-18), 30×19 (18×49) en de remise is verzekerd. Ook als wit van deze afwikkeling afziet met 43-39 houdt zwart gemakkelijk remise. Zelfs als zwart alsnog (6-11) speelt, want ook na 33-29 (24×31), 30-24 (19×30), 28×6 is het remise. 

 

Het zestal 

Twee dagen na deze nederlaag mocht het zestal in de provinciale competitie aantreden tegen het eerste team van Damlust uit Gouda. Gezien het verschil in niveau werd rekening gehouden met een grote nederlaag, maar aan het eind van de avond stond de stand 7-5 in het voordeel van Damlust op het scorebord, hetgeen voor de Leidenaren mocht worden gezien als een eervolle nederlaag, al hadden we over geluk niet te klagen.  

Dat begon al met de overwinning van Steven den Hollander die een reglementaire overwinning boekte. Zijn tegenstander verloor door tijdsoverschrijding. Een groot deel van de (zeer complexe) partij had hij groot voordeel gehad en ook op het moment dat hij door zijn vlag ging, stond hij nog veel beter. Maar de klok is onverbiddelijk.  

Erno Prosman bracht de partijen op gelijke hoogte. Deze keer was Maurits Meijer zijn slachtoffer. Er valt niets spectaculairs uit deze partij te melden. Het is fraai om te zien hoe de waardering van KR voor de stand van Prosman geleidelijk toeneemt naar het definitieve 9.99: in alle varianten verloren.  

Ook bij Hans Tangelder kon je in de analyse van KR zo’n continue trend naar verlies waarnemen, maar voordat die trend definitief inzette, overzag Hans een aardige remise-afwikkeling. 

ldg6

Hans Tangelder – André Venema  

Stand na de 34e zet van zwart. 

Hans koos hier voor 38-33 en 37-32, maar had spectaculair remise kunnen maken door: 21-17!! (12×34), 26-21 (16×27), 31×33 (29×38), 40×29. Wit staat een schijf voor, maar na (19-24×24) heeft zwart voldoende compensatie.  

Jack van der Plas speelde na een gedurfde partij-opzet verdienstelijk remise tegen Arie de Bruijn. Op één moment miste deze laatste een waarschijnlijk winnende voortzetting. 

 

ldg7

Jack van der Plas – Arie de Brijn  

Stand na de 17e zet van wit. 

Na het slappe (11-17×7) werd het voor zwart nooit meer wat in de partij. KR geeft aan dat zwart bijna zekere winstkansen krijgt na: (24-30), 35×24 (20×40), 45×34 (12-17!). 39-33 en 38-33 zijn nu verhinderd. Wit gaat een zware strijd tegemoet.  

Zoals zo vaak dit seizoen speelde ik een goede partij, maar ging het in een laat stadium van de partij in tijdnood mis. 

ldg8

Henk van Klaveren – André van der Kwartel  

Stand na de 40e zet van wit. 

(8-13!?) nog niet de verliezende zet, maar (18-23) is degelijker. Ik dacht echter dat ik met de partijzet 34-29 verhinderde… 34-29! Toch. (18-23), 29×18! (13×31), 32-27 (31×22), 28×6. In tijdnood heb ik dit naslagje totaal gemist. Ik probeerde nog (19-23) en ook Erno Prosman zag niet direct wat het probleem was: 25-20? (23-28!), 33×22 (16-21), 20×29 (21-27), 22×31 (26×48) = . 

Overigens was de stand na 34-29 volgens KR nog steeds remise wegens: (26-31), 27×36 (16-21), 29×20 (15×24) en ondanks een schijf voorsprong wint wit dit niet meer.  

Het was aan Joop Burgerhout te danken dat een eervolle eindstand op het scorebord kwam. Hij dwong zijn tegenstander met een bord vol schijven een schijf te offeren en gaf dat voordeel niet meer uit handen. 

ldg9

Joop Burgerhout – Erik Hoogendoorn  

Stand na de 19e zet van wit. 

Hier besloot zwart een schijf te offeren met (25-30). Het is duidelijk dat zwart in grote problemen zit. Ik zou liever (12-17) hebben gespeeld met bijvoorbeeld 44-39 (18-22), 29×18 (20-24). Ook dat lijkt uiteindelijk niet goed te gaan, maar er staat in ieder geval een aardige knokpartij op het bord waar ook wit de nodige energie in moet steken. 

Leids Damgenootschap – Damlust 2

Geschreven door André van der Kwartel

Het Leids Damgenootschap speelt met een zestal in de provinciale hoofdklasse van de ZHDB. In de eerste competitieronde werd gespeeld tegen het tweede team van Damlust uit Gouda. Het werd een verrassend gelijkspel: 6-6. Van tevoren zou ik als teamleider voor deze uitslag getekend hebben. Maar achteraf houd ik er een dubbel gevoel aan over. Gezien het spelverloop had een kleine overwinning voor LDG zonder meer tot de mogelijkheden behoord, maar als ik kijk hoeveel geluk LDG heeft gehad, mogen we absoluut niet klagen.

We beginnen met de partij van Steven den Hollander. Naar eigen zeggen gaf hij zijn tegenstander maar liefst drie keer de mogelijkheid een winnende combinatie uit te voeren. Kingsrow signaleert er maar twee, maar toch….. De partij eindigde in remise.

Het eerste moment deed zich voor op de 22e zet van wit.

Damlust1

Alex Bitter – Steven den Hollander 

Wit speelde hier 37-31 en miste daarmee de volgende afwikkeling: 34-30 (25×34), 39×19 (13×24), 27-22 (18×27), 35-30 (24×35), 29-24 (20×18), 37-31 (26×37), 42×4. 

Kort na dit moment miste wit een tweede winst. Het spelverloop vanuit de diagramstand was: 37-31 (26×37), 42×31 (11-17), 48-42 (6-11), 42-37 (17-22), 27-21 (11-17), 21-16?? Hiermee mist wit zijn tweede winstkans. Hij had moeten spelen: 38-32 (17×26), 34-30 (25×34), 39×19 (13×24), 32-28! Het beste voor zwart lijkt nu nog: (7-11), 28×6 (20-25), 29×20 (18×49), maar na 6-1 (15×24), 1×29 lijkt zwart kansloos. 

 Het tweede gelukje kwam op naam van Koos van Amerongen. Na afloop gaf hij aan dat zijn tegenstander kennelijk niet veel zin had om op winst te spelen. Ik interpreteerde die uitspraak als een commentaar op een weinig inspirerende partij, tot ik de stand zag waarin remise overeen was gekomen….  

Damlust2

Koos van Amerongen – Arie de Bruijn 

 Stand na de 36e zet van zwart. 

Met 33-28 had wit de stand nog gelijk gehouden, maar na het gespeelde 41-37? Taxeert Kingsrow de witte stand alsof wit een volle schijf achter staat. En dat klopt ook wel. Na (15-20!) heeft wit geen goede zet meer. Twee kleine variantjes als voorbeeld: 

  1. A)30-25 (24-30), 25×12 (30×28), 32×23 (21×41), 12×21 (16×27).
  2. B) 34-29 (18-23), 29×18 (13×31), 37×26 (20-25).

De beste zet van wit is het lelijke 37-31, maar gespeeld werd: 33-28? (18-22), 27×18 (13×33), 38×29 (24×33), 43-38 en hier werd remise overeengekomen?? Zwart is inderdaad niet geïnteresseerd in winst, want hoe zou wit zich nog moeten redden na: (17-22), 38×29 (22-27)?   

Een derde gelukje deed zich voor in de partij van Rudi van Velzen. Op de 21e zet beging hij een ernstige positionele blunder:

Damlust3

Henk Meester – Rudi van Velzen 

Zwart kwam hier op het onzalige idee om (2-7??) te spelen. Wit had zwarts korte vleugel nu met 28-22 volledig lam kunnen leggen. Op (12-17) volgt immers altijd 32-28 met dam. En wit heeft op zijn korte vleugel genoeg tempi om die (12-17) af te dwingen. Er moet natuurlijk nog wel zorgvuldig worden gespeeld! Overigens miste wit deze zet. Hij speelde 41-36. 

Een paar zetten later liep wit zelfs nog in een niet al te moeilijk slagzetje. 

  Damlust4

Henk Meester – Rudi van Velzen 

 Stand na de 24e zet van zwart. 

43-39? (19-24), 30×28 (26-31), 37×17 (11×44), 34×23 (44-50) en zwart won later de partij. 

 Voor deze rubrieken laat ik Kingsrow zoeken naar momenten waarop de waardering van de stand sterk verandert. Maar mogelijkheden in de partij die wel zijn gezien, maar zich niet daadwerkelijk hebben voorgedaan worden natuurlijk niet door Kingsrow gesignaleerd. Daarom ben ik heel blij als spelers zelf die mogelijkheden bij mij aangeven. Dat heeft Hans Tangelder deze keer gedaan. Ik laat zijn waarneming graag zien. 

Damlust5

Hans Tangelder – Bouke Bruinsma 

 Stand na de 26e zet van zwart. 

Hans overwoog om 48-42 te spelen, maar zag op tijd dat die zet verhinderd is door (9-14!). Zwart brengt met deze zet een dubbele dreiging in het spel: 

  1. A) (24-29) of (14-20) en (16×47).
  2. B) (17-22), 28×17 (24-29),34×12 (13-18), 12×23 (19×46)

Hans besloot 31-26 te spelen. 

Later in de partij wist Hans alsnog winnend voordeel te bereiken. 

Damlust6

Hans Tangelder – Bouke Bruinsma  

Stand na de 43e zet van wit. 

Wit heeft met zijn laatste zet, 28-22, zwart in ernstige problemen gebracht. De reactie van zwart ligt voor de hand: (27-31), 37×26 (18×27) maar nu volgde 40-34! En omdat (24-30) verhinderd is wegens 25-20 gaat zwart een schijf verliezen en later de partij. 

In de diagramstelling had zwart nog remise in handen met de verrassende zet (12-17!). Wit wil natuurlijk niet naar 11 slaan, dus: 22×31 (17-22!), 31-26 (22-28), 33×22 (18×27). Zwart heeft nu meer dan voldoende compensatie voor zijn schijf achterstand.  

Daarmee was de stand op 6-2 gekomen en met nog twee partijen te gaan was er nog maar één punt nodig voor de overwinning, maar helaas: beide partijen gingen verloren. De eerste nederlaag kwam op mijn naam. Ik maak wel vaker de fout om een gekozen partijopzet te ver door te voeren en dat overkwam mij nu ook. Het gevolg was dat ik in de onderstaande diagramstand totaal verloren sta. 

Damlust7

André van der Kwartel – Jeroen de Bruijn 

 Stand na de 36e zet van wit. 

Na (20-25) kan ik waarschijnlijk de schijfjes in de doos stoppen, maar mijn tegenstander speelde (11-17??). Dat zijn die kleine kansjes waar je in een slechte stand nog op hoopt: 36-31! (27×36), 47-41 (36×47), 43-38 (47×33), 29×38 (20×29), 34×21.  

 Die stand had ik natuurlijk remise moeten houden. Na enige voorbereidende zetten op de korte vleugel en doorbraak naar dam was de volgende stand ontstaan: 

Damlust8

André van der Kwartel – Jeroen de Bruijn 

 Stand na de 49e zet van zwart. 

Ik zat al geruime tijd in tijdnood en wilde hier 2-7??? spelen. Ik zag net op tijd dat die zet was weerlegd door (23-29!). In paniek speelde ik hier 35-30? Zes zetten later had ik verloren. In vroeger tijden, toen je na de vijftigste zet weer een uur bedenktijd had, had ik deze stand natuurlijk remise gehouden, maar met steeds één minuutje bedenktijd redde ik het niet. 

In de diagramstand had ik overigens het beste 38-33 kunnen spelen. 

 Ten slotte wist ook Joop Burgerhout zijn partij niet te redden. Een partij die op zichzelf een analyse waard is, alleen al vanwege de vele wisselende kansen. Maar over de gehele linie zat Joop steeds aan de verkeerde kant van de score en verloor hij terecht.

Wie ie wie?

Van Joop Burgerhout ontving ik onderstaande foto, en bijbehorende krantenknipsels. Zijn er leden die deze oud-leden herkennen? Een persoon is al getraceerd, namelijk voorzitter Laterveer.

DCL 1952
Bram vd Putte, Piet Olivier, Fer Laterveer (de broer van de voorzitter) en nog wat mensen zijn voor mij bekende namen.

Enige herinneringen aan deze mensen:

HET KNAAPJE

Bram van der Putten was een aardige man, hij was jeugdwedstrijdleider van de LDDB (de Leidse Districtsdambond). In 1969/1970 was ik een knaapje van 14, 15 jaar, en ik kon een beetje dammen. Ik was behoorlijk gepikeerd dat een jongen van de HBS geselecteerd was voor het LDDB-jeugdteam. Waarom was niet aan mij gedacht? Een aangetekende brief naar Van der Putte, handgeschreven met volzinnen dat ik voornemens zou zijn een rechtszaak te beginnen, de pers te benaderen – wat denken ze wel? Het talent van Katwijk en Rijnsburg – en eindigend met de fraaie woorden: Hopend dat een minnelijke schikking tot de mogelijkheden behoort, tekent met gevoelens van de meeste hoogachting, in de hoop dat een rechtszaak vermeden kan worden …
De dag erna werd ik gebeld door Van der Putten, en die deelde me mee dat ik aan het eerste bord mag zitten, en dat hij blij was met mijn brief, omdat ook wat reserves bedankt hadden.
Een buitengewoon aardige man! Ik zat naast hem toen we naar Monster reden voor de jeugdwedstrijden. “Jij wil graag dammen, Joop. Dat zit je bij mij aan het goede adres!”
Een geweldige pedagoog.

DE NATTE HAND
Gert van Zuijlen jr., ooit Rijnsburgs kampioen, won van Van der Putten die erg netjes was. Van Zuijlen zag hem naar het toilet gaan, ging achter hem aan, deed zijn broek open en waste daarna zijn handen. Toen Van der Putten uit het toilet kwam, gaf Gert hem een net gewassen hand. “Sorry, soms plas ik ernaast” om in de partij met deze hand langdurig boven een schijf te hangen.
Gert won, en Van der Putten was blij verlost te zijn van zoveel smerigheid.

EEN KUNST APART

Piet Olivier heb ik meegemaakt bij een algemene ledenvergadering van de LDDB. Ik zat erbij, omdat daarna wat gedamd zou worden. Naast mij zat Jan Schoneveld, de geweldige voorzitter van de Katwijksche Damclub, en achter mij Piet Olivier.
De kunst om in weinig woorden iets te verduidelijken is genade. Het tegenovergestelde om in heel veel woorden niets te zeggen is een kunst apart. Ik zat tussen deze twee heren ingeklemd.
“We zullen moeten trachten. En proberen. Alsmede een poging te ondernemen. De jeugd. En de jongeren. En dan doel ik niet alleen op hen. Die de leeftijd van 12 nog bereikt hebben. Maar ook op hen die de leeftijd wel bereikt hebben. Te bewegen. Althans gelet op hun leeftijd. Ook de ouders. En de scholen. En dan doel ik op de leerkrachten. Tevens op de Onderwijzers. Ook van het Vrouwelijk geslacht …”
Dat was Jan Schoneveld.
Piet Olivier gebruikte vooral woorden die alleen in kruiswoordraadsels voorkwamen.
Van dammen kwam niets terecht.
Hoofdpijn hield ik over aan deze bijeenkomst.

Laterveer werd in 1970 lid van de Rijnsburgse Damclub. Ook al weer zo’n aardige man. Hij won van Arie Vletter, meermalen Rijnsburgs kampioen. Ik bemoeide me met de partijanalyse. Laterveer was aardig en complimenteerde me met mijn vier zetten diepe inzicht. En Vletter was niet zo aardig. Hij had verloren. “Houd jij je snuit nu maar dicht, jochie”.

Waarom ik dit onthouden heb?
Aardige mensen maken indruk.
Veel woorden kennelijk ook.

NLC 24-9-1952 Leidse Courant 24-9-1952 LD 23-9-52

LEIDS DAMGENOOTSCHAP – 020_2

Door André van der Kwartel (voor zijn computer crashte)

Het Leids Damgenootschap komt met een achttal uit in de Eerste Klasse B van de landelijke competitie. LDG won zijn eerste ronde wedstrijd verrassend van het tweede team van 020 uit Amstelveen. Weinig mensen zouden de uitslag 11-5 van te voren hebben durven voorspellen.

Hans Tangelder opende aan bord 1 de score met een snelle remise tegen Wiebo Drost. Bij het naspelen van deze partij kreeg ik de indruk dat beide spelers groot ontzag voor elkaar hadden en complicaties uit de weg wilden gaan.

Hans Kreder zette met een eenvoudige damzet LDG op een 3-1 voorsprong.

0201

Hans Kreder – Thijmen Stobbe 

 Stand na de 37e zet van wit. 

Zwart staat al slecht, maar de poging om de witte schijf op 23 weg te krijgen is direct verliezend: (2-7??), 28-22 (19×17), 37-31 (26×37), 38-32 (37×28), 33×2. Zwart liet zich de rest niet meer bewijzen. 

 Ik mocht zelf de stand op 5-1 brengen. Dat ging gepaard met een enorme psychische druk. Ik speelde namelijk de onvoltooide van Bronstring. Ik kon het gevoel maar niet van mij af zetten dat de grootmeester met opgetrokken wenkbrauwen over mijn schouder mee keek. Ter onderbouwing van mijn gevoelens een citaat uit de bijlage van Evert Bronstring bij het boek “Damsport in Leiden”: 

“(…) zie ik ook clubgenoten bezig met mijn specialiteiten. Vooral het laatste spoedt mij tot het schrijven van deze artikelen, want het hanteren van specialistische principes vereist wel enige zorgvuldigheid. Te dikwijls nog springen mij de tranen van ellende in de ogen, wanneer ik de clubgenoten bezig zie met abominabele omsingelingen.” 

Hoe dan ook, mijn aanpak van de onvoltooide hekstelling had geleid tot de volgende stelling: 

0202

Huub Kroes – André van der Kwartel 

Stand na de 14e zet van zwart. 

In de partij keek ik naar twee varianten: 42-37 (10-15), 48-42 (21-26) en naar 29-23. Ik was blij dat ik die beslissing niet hoefde te nemen. [Overigens geeft Kingsrow na lang rekenen de voorkeur aan: 29-23 (11-17), 42-37 (13-18), enz. met licht voordeel voor zwart.] Ook mijn tegenstander vond het een moeilijke beslissing, want hij besteedde misschien wel dertig minuten aan zijn volgende zet. En die luidde: 31-26??? Na (12-18), 26×17 (11×31), 36×27 (18-23), 29×18 (13×31) stond ik een schijf voor.  

020 verkleinde de achterstand tot twee punten doordat Maurits verloor van Jan Pieter Drost. In het middenspel overzag de voorzitter van LDG een kleine, maar toch wel verrassende combinatie. 

0203

Maurits Meijer – Jan Pieter Drost 

 

Stand na de 21e zet van zwart. 

Na 40-34 zou wit niet veel te vrezen hebben, maar hij speelde: 41-37? (24-29!), 33×24 (22×33). Het verrassingselement zit erin dat hoe wit ook slaat, er altijd een slagje na volgt. In de partij koos wit voor: 38×29 (27-31), 36×27 (18-22), 27×18 (12×45). Heel even leek wit zich nog te redden: 44-40 (45×34), 39×30 (35×24), 49-44. Wit lijkt zijn schijf terug te winnen, want op (34-40) volgt de plakker 26-21. Maar zwart vindt nog een verdediging: (4-10!), 44-39. Wit heeft niet veel anders. (10-15), 39×30 (14-20), 24-19 (20-25), 30-24 (25-30) en met de onweerlegbare dreiging (9-13) kwam zwart definitief op schijfwinst. 

Teamleider Harry Dekker bracht met een remise de stand op 6-4 in het voordeel van de Leidenaren. Ondanks een door zijn tegenstander zwak gespeelde opening, geeft Kingsrow nergens een mogelijke verbetering in de partij aan. 

Quirinius van Dorp bracht de stand op 7-5. Een opmerkelijke prestatie omdat Quirinius pas twee dagen eerder was gevraagd om mee te spelen in plaats van Joop Burgerhout. Het werd een degelijke remise waarin zich één verrassend moment voordeed waarop Quirinius in grote, zo niet onoverkomelijke, problemen had kunnen komen. 

0204

Pauk Lohuis – Quirinius van Dorp 

Stand na de 36e zet van wit. 

Het spelverloop was (20-25), 43-39 (12-17), enz. Ik vraag mij af wie zou zien dat wit in dit zetverloop een winstkans mist. Na (20-25) had wit 27-21!! moeten spelen. Zwart zit in grote problemen. Op (11-17) volgt 42-37, 28-22, 32×21, 34-30. Op (11-16) volgt 28-22! (16×27), 32×21 (18×16), 34-30. (15-20) is positioneel zelfmoord. Dus blijft over: (12-17), 21×12 (18×7), 28-22 en zwart gaat een schijf verliezen. 

Jack van der Plas bracht de stand op 9-5 en stelde daarmee de overwinning veilig. Op de 47e zet liet zijn tegenstander de laatste kans op remise liggen. Maar het ging dan ook om een verrassend offer. 

0205

Jack van der Plas – Frank Zwerver 

Stand na de 47e zet van wit. 

Na het gespeelde (3-8?) is de stand verloren voor zwart. In de partij ging het heel snel: 30-24 (10-14), 24-19! (14-20), 21-16 (23×14), 16-11 en de rest was niet moeilijk meer. 

In de diagramstand had zwart nog remise kunnen maken met (15-20!). Als zwart (20-25) kan spelen, is het voordeel van wit eigenlijk verdwenen, dus lijkt de sterkste zet van wit: 30-25, maar dan volgt verrassend: (20-24), 29×20 (10-14), 20×9 (3×14). Zwart staat een schijf achter, maar heeft meer dan genoeg compensatie om de partij bij goed spel remise te houden. 

Rudi van Velzen bracht de einstand op 11-5, maar bij die overwinning vallen nog wel enkele kanttekeningen te plaatsen. 

0206

Herman Hebbink – Rudi van Velzen 

Stand na de 41e zet van zwart. 

45-40?? (11-17??) [Beide spelers overzien (18-23!), 27×20 (15×44) met winst voor zwart. Maar het kan nog fraaier.] 30-24 (17-21???), 48-42??? [Beide spelers overzien: 38-33 (21×32), 24-20 (15×24), 33-29 (24×33), 43-38 (32×43), 48×10!] Vier missers in twee zetten! 

Maar het geluk van Rudi was in deze partij nog niet op: 

0207

Herman Hebbink – Rudi van Velzen 

Stand na de 59e zet van zwart. 

27-21??? Wit mocht geen dam halen op veld 4 vanwege (17-21), maar er is geen enkel bezwaar tegen damhalen op veld 5. (17-21) werkt nu niet, omdat zwart na 26×17 zelf moet slaan en wit daarna met bijvoorbeeld 32-28 remise maakt. Ook helpt het zwart niet om eerst (16-21), 27×16 (17-21) te spelen, omdat wit ook dan 26×17 slaat. Na de partijzet ging het eindspel snel verloren.