Archive for 18/04/2019

De memoires van Joop Burgerhout: De eerste jaren!

Uit de oude doos”

Enige tijd geleden heb ik de leden van het Leids Damgenootschap opgeroepen om bijdragen voor de website aan te leveren. Ik dacht aan fragmenten uit de onderlinge wedstrijden en aan leuke of leerzame fragmenten uit het verleden. Joop Burgerhout heeft zodanig uitgebreid op die laatste suggestie gereageerd, dat het de speelse term “uit de oude doos” verre overstijgt. Daarom heb ik de vrijheid genomen om de titel te veranderen in “De memoires van Joop Burgerhout”. Ik wens jullie veel plezier bij het lezen en kijk uit naar de volgende bijdragen van Joop!

André van der Kwartel

De memoires van Joop Burgerhout:

De eerste jaren!

Mijn oertijd …

Ergens in 1966 ben ik gaan dammen. Mijn ouders verhuurden kamers, en een van de huurders was een ambtenaar, afkomstig uit Suriname. Ik was bruin met Moluks bloed, hij was tegen het zwarte aan en zijn roots lagen in West-Afrika. We speelden dampartijtjes. De televisie stond ongetwijfeld aan in ons huis, want in het protestantse Katwijk was tv nog weinig populair. “Je haalt daarmee de duivel in huis” en we keken dus naar ieder programma. Wat niet mocht, was vaak wel lekker. Had je in de tijd al de Piraten TV? Ik weet het niet, maar daarop waren voor een jongetje in de puberteit aantrekkelijke zaken te zien. De duivel heb ik overigens thuis nooit ontmoet. Maar wel een tegenstander van formaat. Zijn naam was Ulrich Aron. Hij zou furore gaan maken in Suriname, is genoemd als kandidaat minister en zo. Deze informatie haal ik trouwens van internet, want ik heb hem tientallen jaren geleden voor het laatst gezien.

Onze dampartijtjes stonden in het teken van zetjes, kleine combinatietjes die me enorm veel verwondering opleverden. Tussen de partijtjes door keken we televisie. Positiespel speelde geen rol, alles draaide om de zetjes. Zo heb ik het spel geleerd.

Familiedammen …

Als 12-, 13-jarige jongen wilde ik alleen maar spelen. Oom Gijs (Haasnoot), de broer van mijn moeder, zou heel goed kunnen dammen. Dus ging ik naar hem toe met een dambord onder mijn arm en schijven in een zakje. Tante Cock, van oom Felix, was ook een grootheid … haar bezocht ik ook. We hadden discussies over ‘blazen’ (als je vergeet te slaan, dan mag de schijf weggenomen worden) en over de ligging van het bord en de kleur van de te bespelen velden. Moest het donkere veld links- of rechtsonder; moest gespeeld worden op witte of donkere velden?

Het eerste toernooi en knoflook!

Op 14-jarige leeftijd zat ik op ’t Visser ’t Hooftlyceum. Schoolsporten en ik was de vertegenwoordiger van klas 2f bij het dammen. Frans de Jonge zat een klas boven mij, hij was trouwens nagenoeg mijn buurjongen. Hij woonde op Parklaan 102, ik op Parklaan 56. Het was mijn eerste toernooi. Frans deed niet mee, en ik won niet, en dat kwam door de zenuwen.

Ik ben nu al jaren actief in de psychologie, en ik ga pas nu de zenuwen van toen wel een beetje begrijpen. Mijn enorme ambitieniveau stond op gespannen voet met mijn enorme angst om te verliezen. Alles draaide om winnen. Sportief was ik niet. Ik nam knoflook, rookte sigaretten en blies rookwalmen over het bord … Ik heb meer dingen gedaan, maar ach … ik was jong en nog maagd.

Ton Sijbrands en de Rijnsburgse Damclub

In 1969 kwam Ton Sijbrands naar Rijnsburg. Hij speelde daar een simultaanseance, en die was aangekondigd in de Nieuwe Leidsche Courant. Met de fiets ben ik ernaar toegegaan. Wim Leeuwenburg, drievoudig kampioen van Rijnsburg, zat naast me en ik speelde een leuke partij. De volgende dag stond er een stukje in de krant over mij (zie hieronder).

Leeuwenburg had mij dezelfde avond al lid gemaakt van de Rijnsburgsche Damclub!

De partij tegen Ton heb ik niet genoteerd. Ik wist namelijk niets van notatie. Achteraf is dat jammer, want grootmeester Sijbrands won met een combinatie die wonderschoon was. Vanaf die tijd heb ik hem bewonderd. Meer dan welke grootmeester dan ook.

Joop1

Uit het Leidsch Dagblad, 30 juli 1969

Het eerste conflict …

Pas jaren later hoorde ik dat dit stukje in het Leidsch Dagblad aanleiding was voor een scherpe brief. Jan Schoneveld, voorzitter van de Katwijksche Dam Club, was woedend op de Rijnsburgers. “Hoe halen jullie het in je hoofd om een Katwijker te ronselen?” De Rijnsburgers moesten erom lachen. De stamboom werd erbij gehaald, en ziedaar: “Jouw vader, Jacob Burgerhout, is in 1912 geboren, en weet je waar, Joop? In Rijnsburg! En jouw oma, zijn moeder, heette Janna Brussee, en Brussee is een Rijnsburgse naam”.

De Katwijkers lachten niet.

Mijn vader maakte zich alleen maar druk of ik wel genoeg deed aan mijn huiswerk. Dat was niet het geval. Een vervelend gebeurtenis maakte dat ik van de HBS gestuurd werd. In 1970 ging ik werken op de Flora bij Gert van Zuylen. Hij was een van ’s Rijnsburgs beste dammers, bloemenhandelaar en ik ging werken. ’s Avonds damde ik met Frans de Jonge en op de damclub.

Spijt …

Mijn fanatisme was enorm. Ik heb al wat schreven over knoflook, maar er was meer gaande. In mijn eerste jaar won ik de Najaarsbeker, een toernooi uitgeschreven door Wim Leeuwenburg. Ik zal het nu maar eerlijk opbiechten, ter leringhe ende vermaeck van een ieder die aangetast is door het “altijd-maar-willen-winnen-virus”. Ik heb in januari 1970 een uitslag verkeerd doorgegeven. In plaats van remise heb ik gemurmeld dat ik had gewonnen. En toen werd ik de winnaar van de beker.

Met terugwerkende kracht moet de beker naar Jac. van Egmond, maar die is al jaren dood. Ik voel nog steeds de schaamte die ik toen niet had.

Eerste resultaten

In 1970 was er sneldammen, en dat won ik. De jarenlange ervaring met de Surinaamse dammers had me geleerd om op zetjes te spelen. Ik had er aardigheid in om ingewikkelde standen op te bouwen, vooral de Partie Bonnard had mijn voorkeur. Uiteraard vanwege de vele combinaties. Ik was jong en kon heel snel en diep rekenen.

(Dat vermogen is na 50 jaar behoorlijk verdwenen, merk ik. Als jong dammertje was een variant van 15 – 30 zetten diep doorrekenen niet vreemd, maar nu zit ik te zweten op een niveau van minder dan tien zetten en dan klopt er nog geen bal van … Korsakow, Alzheimer ??? )

Techniek

Uit de beginjaren een fragment Joop Burgerhout (wit) tegen Cees Breed (zwart). Het komt uit een partij,die gespeeld werd in het kader van de wedstrijd Noord-Holland versus Zuid-Holland. Ik zat bij de jeugd, en speelde in het provinciale tiental. De datum was 28 augustus 1971 en plaats van handeling IJmuiden. Baris Dukel ontmoette ik daar. Hij was Nederlands kampioen geweest in 1956, en deelnemer aan een WK. Wat een enorm aardige vent was hij! Hij liet me openingsvarianten zien, en wat me bijstaat is dat ware kampioenen geen opscheppers zijn.

Joop2

Joop Burgerhout – Cees Breed

Na het gespeelde 23. (…) 11-17, volgde 28. 40-34 en zwart staat verloren. Er dreigt 34-30 (25×23) 28×10. Om dat te pareren komt maar één zet in aanmerking, namelijk

28 . … 4-10 en toen volgde

29. 34-30 25×34, 30. 28×19 20×29, 31. 42-37 14×23, 32. 38-33 29×49, 33. 46-41 29×27, 34. 31×4!

Nieuwe beker avonturen van LDG: de kunst van het tellen

Dinsdagavond 9 april stonden de bekerwedstrijden van de Zuid-Hollandse Dambond op het programma. LDG, Van Stight Thans, Den Haag 1 en 2, Damlust en de Hofstad Dammers namen aan dit toernooi deel. Van het deelnemend viertal van LDG was Hans Kreder al in Den Haag, maar Hans Tangelder, Koos van Amerongen en Steven den Hollander moesten met een overvolle vertraagde NS trein van Leiden naar Den Haag reizen.

drukteNS

Drie spelers van LDG op weg naar Den Haag. Helaas zijn ze niet zichtbaar vanwege de drukte.

Bij aankomst in de speelzaal waren daarom al enkele minuten van hun bedenktijd verstreken. Hans Tangelder speelde tegen Friso Fennema (Damlust) en kwam snel onder zware druk te staan, maar hield wel een gecompliceerde stelling op het bord. Friso Fennema kon Hans echter niet over de rand van de afgrond duwen, nam in tijdnood uiteindelijk een 4 om 2 naar dam, liet die weer voor 1 schijf afpakken en leed zo een heel verrassende nederlaag.

Vage notatie

Helaas is er geen reconstructie meer mogelijk van de partij van Hans.

Hans Kreder kwam tegen Gerrit van Mastright (Van Stight Thans) gewonnen te staan en wilde het afmaken door een winnende damzet te nemen. Helaas verwisselde hij bij de uitvoering van de damzet twee zetten en liep daardoor tegen een onverdiende nederlaag aan.

Steven den Hollander bleef op remise steken tegen Nizaam Muradin (De Hofstad Dammers).

Koos van Amerongen wist de sterke Berke Yiğittürk (Den Haag 1) te verslaan:

KoosBerke

Koos van Amerongen – Berke Yiğittürk 

Zwart is met solide doch maar wat saai spel prima uit de opening gekomen. Wit is er net met 25.37-31 achtergelopen. Zwart heeft meerdere opties. Na 25..17-22 greep wit zijn kans om de stand te compliceren:26.24-19! 4-10 (na 26..3-9 heeft wit de tijd om 27.41-37 in te lassen) 27.38-33 27-32* 28.35-30 en het is het niet duidelijk waar zwart het van moet hebben. Getuige het partijverloop Berke ook niet: 28..3-9 29.30-24 11-17 30.49-44 7-11 31.44-39 9-13? 32.33-29! en wit breekt op termijn door op rechts: 39-34-30-25 etc. (2-0)

Na de eerste ronde deelden Van Stight Thans, Den Haag, Den Haag 2 en LDG de eerste plaats met 5 punten, Damlust en De Hofstad Dammers deelden de laatste plaats met 2 punten.

In de tweede ronde speelde Steven den Hollander een snelle remise tegen Edwin de Jager (Van Stight Thans), hield Koos van Amerongen Erno Prosman (Damlust) knap op remise, en hield ook Hans Kreder Gerard de Groot (Den Haag 1) knap op remise.

Hans Tangelder speelde tegen Bas Baksoellah (Den Haag 2).

HansBasB

Hans Tangelder – Bas Baksoellah
Hans Tangelder nam hier een fraaie dam met 34-30 25×34 3.28-22 17×39 4.37-31 26×28 5.50-44 21×43 6.44×2 34-39 7.2×30. Helaas volgde 15-20 8.49×38 39-44 9.30-43 44-50 en Hans stond een schijf achter.

Hans bood remise aan met een schijf achterstand, omdat Bas een stuk minder bedenktijd had. Uiteraard weigerde hij dit te accepteren en werd de partij doorgespeeld, waarbij beiden spelers enkele zetten later elkaar er op moesten wijzen dat slaan verplicht is.

Uiteindelijk eindigde deze spectaculaire partij nog in remise, omdat Bas met een schijf meer vanwege zijn geringe resterende bedenktijd remise aanbod, hetgeen Hans accepteerde.

Met die vier remises stond na de tweede ronde LDG op de derde plaats met twee punten voorsprong op Damlust.

In de laatste ronde moest LDG de voorsprong op Damlust zien vast te houden.

Dat ging helaas mis omdat Hans Kreder het niet kon bolwerken tegen de sterke Erik Hoogendoorn (Damlust), Steven tegen Emre Hageman (Den Haag 1) remise speelde en Hans Tangelder blunderde tegen Harold Jagram (De Hofstad Dammers).

HaroldHans

Harold Jagram – Hans Tangelder

Na 7-11? haalde Harold Jagram verwoestend uit me de zesklapper 34-30 37-31!.

Wel behaalde Koos van Amerongen een mooie overwinning tegen Nico Leemberg (Den Haag 2).

Nadat onze partijen afgelopen waren, had Steven uitgerekend dat we altijd vierde zouden zijn. Daarom gingen we weg voordat alle partijen uit waren (dan zouden we nog rond middernacht terug zijn in Leiden). Helaas waren we de landelijke beker kwartfinale misgelopen.

Het slechte nieuws was inmiddels gedeeld via de LDG WhatsApp door Steven. Op de terugweg vertelde hij nog dat hij bij zijn studie nog een bevoegdheid had gehaald voor wiskunde docent. We twijfelden dan ook niet aan de berekening van Steven van de eindstand.

Echter even na middernacht verschenen de volgende berichten op de LDG WhatsApp:

Steven:

BekerZHDB

Steven: “Volgens mij heb ik een optelfout gemaakt”

Steven: “Geen idee of Damlust door is, of wij”

Na navraag bij de competitieleider bleek LDG toch noch derde te zijn vanwege de beste score op het eerste bord (Koos van Amerongen voor LDG 5 punten, terwijl Erno Prosman voor Damlust op 4 punten bleef steken, Koos won de eerste ronde van Berke Yiğittürk, maar Erno kwam in de laatste ronde niet verder dan remise tegen Berke).

De beker avonturen van LDG kriigen daarom een landelijk vervolg in de kwartfinale van de landelijke beker op 18 mei.

Goede start Casper Remeijer op NK

Met 5 remises en helaas een gemiste kans op een overwinning is Casper Remeijer het NK goed begonnen.

Onderstaande grafieken laten voor de gespeelde partijen van Casper de waardering van de stelling door twee computer programma’s zien. Op de X-as staat het aantal gespeelde zetten, op de Y-as de waardering van de stelling. Boven nul betekent voordeel voor wit en onder nul voordeel voor zwart. Waarde 1.0 komt ongeveer overeen met 1 schijf voordeel.

CasperRonde1

Computer waardering van de partij Casper Remeijer – Wouter Sipma, 5-4-2019

CasperRonde2

Computer waardering van de partij Anton van Berkel – Casper Remeijer, 6-4-2019

CasperRonde3

Computer waardering van de partij Casper Remeijer – Rob Geurtsen, 6-4-2019

CasperRonde4

Computer waardering van de partij Casper Remeijer – Ron Heusdens, 7-4-2019

CasperRonde1

Computer waardering van de partij Hein Meijer – Casper Remeijer, 8-4-2019

De computer grafieken laten zien dat Casper nooit in de moeilijkheden is geweest in de eerste vijf partijen, maar wel een duidelijke winstkans heeft gemist in zijn partij tegen Rob Geurtsen.

NK D1

Casper Remeijer – Rob Geurtsen, stand na 42. 31-27.

Op dit moment komt zwart na 20-24? gewonnen te staan. Aangewezen was 7-11, 28-22, 11-16. 32-28, 6-11 om de schade beperkt te houden. De partij ging verder met 29×20, 15×24, 34-29, 7-11, 29×20, 25×14.

NK D2

Casper Remeijer – Rob Geurtsen, stand na 45. 25×14.

Na het gespeelde 37-31? 26×37, 32×41 slaagde wit er niet meer in om schijf 30 te winnen of beslissend voordeel te halen. Dat was wel gelukt na 28-22! Op 14-20 volgt dan 40-34, 20-25, 34-29, 11-16, 44-40, 35×44, 39×50, 30-35, 29-24, 18-23, 33-28, 26-31, 28×17, 31×33, 50-44, enz.

We wachten met spanning af of Casper in de resterende zes rondes, die van dinsdag 9 april tot en met 13 april gespeeld
worden, nog weet toe te slaan, of tegen een nederlaag aanloopt.

Paasdamtoernooi

Op donderdag 18 april organiseert het Leids Damgenootschap weer haar traditionele Paasdamtoernooi.

Paasdammen

Op die avond worden meerdere korte dampartijen gespeeld. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat iedere deelnemer zo veel mogelijk speelt tegen spelers van ongeveer gelijke sterkte. Dus ook mensen die alleen maar thuis zo af en toe een potje dammen, kunnen gerust meedoen. Graag zelfs!

Deelname is gratis. Van tevoren aanmelden is niet nodig.

U wordt gevraagd om uiterlijk 19:45 uur aanwezig te zijn, zodat de dampartijen om 20:00 uur kunnen beginnen. Rond 22:30 uur wordt de eindstand opgemaakt. De wedstrijden worden gehouden in ons clublokaal in het Leids Denksportcentrum, Robijnstraat 4, Leiden.

De onderlinge wedstrijden (1)

André van der Kwartel

Hans Tangelder heeft enige tijd geleden mede namens mij gevraagd om partijfragmenten of partijnotaties uit de onderlinge wedstrijden naar mij toe te sturen, zodat wij met enige regelmaat de prestaties van onze damgenoten bij de onderlinge wedstrijden met elkaar kunnen delen. Tot nu toe heeft alleen Dick den Ouden aan dat verzoek voldaan. Ik begin dan ook met zijn bijdrage:

Ouden

Dick den Ouden – Evert Bronstring

Een leuke, scherpe stand, waarin Dick met een verrassende zet komt: 37-31!? Dick speculeert met deze zet op een remisevariant die er helemaal niet in zit: (21-26?!), 25-20 (26×46), 20×9 (13×4), 22×2 maar nu kan volgen: (24-29), 2×33 (11-17), 28×19 (46×5), 33×11 (6×17) en zwart wint. Evert had kennelijk niet de moeite genomen om verder te kijken dan de slag 22×2 en speelde in de partij (11-17), 22×11 (6×17), 41-36! [Nu is (21-26) verhinderd wegens 27-21.] (23-29!?), 28-23! (19×26), 39-34 (21×43), 34×3 (43-49), 3×6 (49-21) en remise overeen gekomen.

Zelf heb ik in recente partijen ook een aantal aardige fragmenten weten te fabriceren, uiteraard altijd in noeste samenwerking met mijn tegenstanders. Twee voorbeelden:

KwartelHofwegen

André van der Kwartel – Edwin van Hofwegen, 3 januari 2019

Stand na de 33e zet van zwart.

Ik dacht hier een sterke voortzetting te zien: 34-30 (25×34), 39×30. Er dreigt 30-25 met allerlei ellende voor zwart. (20-25!?) 44-40! (25×34), 43-39 (34×32), 37×6 en ik won snel. Ik was natuurlijk zeer tevreden totdat na afloop Steven (of was het Casper?) aangaf dat zwart na 39×30 een schijf had kunnen winnen door het offer (22-28), 23×32 (20-25).

BurgerhoutKwartel

Joop Burgerhout – André van der Kwartel, 7 maart 2019

Stand na de 21e zet van wit.

Ik speelde hier (14-19) puur op positionele overwegingen. Ik ging ervan uit dat ik na 48-43 enz. duidelijk beter zou staan. In de partij kwam dat er ook goed uit. Joop signaleerde hier de volgende mogelijkheid: (11-17), 37-31 (26×28), 24-19 (13×35), 27-22 (18×27), 34-30 [Moet wel, anders wordt de dam direct met schijfwinst afgepakt.] (35×24), 38-32 (x), 42×4. Een fraaie, maar te dure damzet. Na (14-19) verdwijnt de dam toch snel met schijfverlies van het bord. Er dreigt (3-9) en als wit zijn dam terugtrekt naar bijvoorbeeld 36 volgt (12-18) en (15-20).

Ten slotte heb ik vernomen dat sommige damgenoten ook bereid waren om eens in oude schoenendozen te snuffelen om daarmee een rubriek “uit de oude doos” te vullen. Lijkt mij een leuk initiatief en ik wacht dan ook graag jullie inzendingen af. Wie weet hoeveel pareltjes we met ons allen kunnen produceren. Als er ook nog een anekdote bij valt te vertellen, is dat helemaal mooi. Misschien kunnen we daar te zijner tijd dan nog eens een klein boekje van maken. Een voorbeeld uit mijn eigen archief:

KwartelVerboom

André van der Kwartel – Wim Verboom, 7 november 1969

Het was mijn tweede seizoen bij wat toen nog de Leidse Damvereniging heette. Ik herinner mij nog dat ik enorm in tijdnood zat. Ik zag een slagzet schemeren, maar durfde het niet aan om hem door te rekenen. Ik speelde in deze toch wel gewonnen stand dus maar 38-32 en miste daarmee: 45-40! (26×37), 28-23 (19×39), 30×10 (15×4), 25×14 (9×20), 38-32 (37×28), 29-24 (20×29), 40-34 (x), 35×2.