Archive for 30/04/2020

Luchtige oplossingen

André van der Kwartel

De oplossingen van de eerder op deze website gepubliceerde “luchtige oefeningen”.

 

Diagram 1

35-30 (24×44), 33-29 (44×31), 36×27 (23×34), 27-21 (16×27), 32×5.

 

Diagram 2

28-22 (17×37), 47-41 (21×43), 39×48 (19×28), 41×5.

 

Diagram 3

39-34 (29×47), 36-31 (26×46), 27-21 (16×38), 48-42 (46×40), 42×33 (47×29), 45×1.

 

Diagram 4

(24-30), 35×24 (20×29), 33×24 (19×30), 28×8 (18-22), 27×18 (30-35), 16×27 (35×2).

 

Diagram 5

36-31 (27×36), 47-41 (36×47), 46-41 (47×36), 37-31 (36×27), 34-29 (25×23), 39-34 (28×30), 43-39 (27×34), 40×7 (2×11), 35×2.

 

Diagram 6

34-30 (25×34), 28-22 (17×28), 32×23 (19×28), 38-33 (28×48), 44-39 (48×44), 50×6.

 

Diagram 7

34-30 (25×23), 22-18 (13×22), 33-29 (22×24), 44-40 (35×33), 42-38 (33×31), 36×9. Een aardige slagzet, maar of de overblijvende stand gewonnen is….?

 

Diagram 8

Inderdaad. 28-22 is verhinderd, want dan zou volgen: (3-9), 22×4 (26-31), 37×17 (11×31), 36×27 (12-18), 4×22 (24-29), 34×23 (16-21), 27×16 (25-30), 35×24 (20×49).

 

Diagram 9

Zwart wint inderdaad een schijf na (14-19), want als wit dat probeert te verhinderen volgt een vernietigende slagzet: 45-40 (19×30), 40-35 (22-28), 33×11 (18-22), 26×19 (13×31), 36×27 (12-18), 35×24 (15-20), 24×15 (4-10), 15×4 (1-6), 4×22 (6×46).

 

Diagram 10

De fraaie lokzet van wit is 50-44?! Zwart wordt verlokt tot (24-29), want 44-40 is dan verboden. Maar wit speelt: 26-21! (29×49), 28-22 (17×37), 47-42 (49×32), 27×38 (16×27), 42×2.

 

Diagram 11

(24-30), 35×24 (20×29), 33×24 (19×30), 28×8 (9-13), 8×19 (18-22), 27×18 (30-34), x (17-21), 26×17 (11×44).

 

Diagram 12

Natuurlijk mag zwart (21-26) niet spelen. Dat ziet iedereen. Toch? 33-29 (24×22), 35-30 (26×28), 27-21 (25×34), 40×29 (16×27), 42-37 (23×34), 38-32 (27×38), 43×1.

 

Diagram 13

27-22 (18×27), 32×21 (23×34), 40×7 (2×11), 35-30 (16×27), 37-31 (27×36), 47-41 (36×47), 30-24 (47×20), 15×2.

 

Diagram 14

(20-25?), 48-43 (25×34), 40×20 (15×24), 35-30 (24×35), 33-29 (23×34), 39×30 (35×24), 28-23 (18×29), 38-33 (29×38), 37-31 (26×28), 43×5.

 

En de toegift…

Diagram 1

19-13 (9×29), 2-24 (29×20), 25×5.

 

Diagram 2

16-11 (21x5A), 35-19 (6x28B), 19×46.

B) (5×17), 11×22 (6-11), 22-18 en wit wint op tempo.

A) Als de zwarte dam niet naar veld 5 slaat kan de witte dam de zwarte dam aanvallen en wint daarna op tempo.

 

Diagram 3

43-39 (44x33A), 46-28.

A) (26×37), 46×35 (44×33), 35×6.

Problemen van Auke Scholma

Hans Tangelder

Een van de bekende Friese dammers is Auke Scholma. Hij is zowel een topspeler en maker van fraaie problemen.

Het hoogtepunt van zijn carrière was het winnen van het Nederlands Kampioenschap 1995 met 6 overwinningen, 6 remises en 1 nederlaag. In dat toernooi boekte hij vanuit onderstaand diagram een legendarische combinatieve overwinning.

Van Leeuwen Scholma

Arjan van Leeuwen – Auke Scholma

Hier speelde Arjan van Leeuwen 18-22. Scholma zette hem onder druk met 32. 34-29! 8-12? 33. 29×20 15×24. Zwart lijkt nu te winnen, er dreigt immers zowel 33…21-27 als 33…24-29. Maar Auke haalde nu uit met 34. 31-27! 22×31 35. 28-23! 19×37 36. 38-32 37×28 37. 33×11 16×7 38. 35-30 24×35 39. 45-40 35×33 40. 42-38 33×42 41. 48×10 naar een snelle doorbraak waarop van Leeuwen enkele minuten nadacht en zonder verder te spelen opgaf.

Hieronder treft u ter oplossing 6 problemen aan aan van Auke Scholma. De oplossingen worden volgende week zondag op deze website gepubliceerd.

Scholma1

Diagram 1: wit wint

 

 Scholma2

Diagram 2: wit wint

 

 Scholma3

Diagram 3: wit forceert winst

 

Scholma4 

Diagram 4: wit wint

 

 Scholma5

Diagram 5: wit wint

 

 Scholma6

Diagram 6: wit wint

Een onmogelijke zet en eindelijk tegen Stefan op Lidraughts

“Weer een stukje van Casper? Dat is snel.” hoor ik je denken. Dammen is leuk en analyseren en schrijven over dammen ook en nu is er toch minder afleiding dan normaal. “Is het weer zo lang?” is misschien je tweede gedachte, maar nee met slechts twee mooie fragmenten is dit een korter verslag. Afgelopen week heb ik naast een verdwaald klein toernooitje 3+2 op Lidraughts alleen de open clubavond van LDG op donderdag en de clubavond van DCIJ op vrijdag gespeeld. Ik heb de weken hiervoor denk ik iets te veel gedamd en dat ging ten koste van kwaliteit en speelplezier, maar nu heb ik een aantal echt leuke, mooie, zenuwslopende partijen gespeeld.

De partij waar ik mee moet beginnen is de digitale voortzetting van mijn vriendschappelijke rivaliteit met Stefan ‘Speedy’ Stolwijk. Hij moest even zijn draai vinden op Lidraughts, uitvogelen hoe het werkt, maar hij speelt nu al even snel en sterk als op een fysiek bord. We hadden al eerder aan hetzelfde toernooi deelgenomen, maar elkaar nog niet getroffen. Vrijdagavond was het dan eindelijk zo ver. Stefan had wit dus als je Stefan kent dan weet je al hoe laat het is …

Elk antwoord op 1. 34-29 heeft hij al duizend keer op het bord gehad. Toch? Dat blijkt tegen te vallen. Ik heb al heel vaak tegen hem gespeeld en 1. 34-29 al met veel verschillende zetten beantwoord, maar eerder dit seizoen speelde ik in een sneldampartij op de club 1. 34-29 18-23 2. 29×18 13×22 en toen vertelde Stefan dat hij dat nog nooit gezien had! Daar moest ik vrijdag aan denken en na (uiteraard) 1. 34-29 antwoordde ik weer 1. … 18-23 2. 29×18 13×22. De eerste keer vervolgde Stefan nog met 3. 40-34, maar nu kwam hij met 3. 35-30! Op 3. … 20-25 kan wit desgewenst al 32-27 25×34 27×18 12×23 40×18 spelen. Na 8-12 en laten slaan heb ik een gat in mijn centrum, onderontwikkelde vleugels en wit heeft 35 opgelost. Wit kan zwart waarschijnlijk zelfs nog meer pesten met 39-34 en 33-29. Aha, dus dat is waarom 18-23×22 nooit gespeeld wordt als antwoord op 1. 34-29! Op 1. 33-29 wordt het wel gespeeld, maar dit experiment na 1. 34-29 is niet voor herhaling vatbaar.

Ik liet 3. … 20-25 dus maar achterwege en bouwde de rechterpiramide op met 12-18, 9-13 en 7-12. Ik wist schijf 16 ook te ontwikkelen en na 16 zetten is onderstaande stand op het bord gekomen.

Lidraughts 2020-04-17 Stefan Stolwijk - Casper Remeijer 1
Stefan Stolwijk – Casper Remeijer

Ik wist niet goed hoe ik verder moest gaan en heb net 16. … 20-25 gespeeld. Ik heb de formatie 10-14-19 niet meer dus voor het centrum vechten is lastig. Bovendien kan wit zijn lange vleugel goed ontwikkelen als ik op 23 ga staan. Ik kan een keer terugruilen met 19-24, met 9-14-20-24 of met 19-23x24x14 als wit 32-28 speelt. Stefan hielp me bij mijn opbouwprobleem door 17. 43-38 te spelen, maar wit heeft geen duidelijk betere opbouw. Nu kan ik wel 17. … 19-23 spelen! Wit doet er verstandig aan 31-27×27 te spelen en 25-30 34×25 23×43 48×39 maar toe te laten, maar dat geeft een volle lange vleugel voor wit zonder kroonschijf. Dat vind ik op zijn minst gemakkelijker en prettiger voor zwart. Ik kan bijvoorbeeld met 11-16 en 17-21 de witte lange vleugel vasthouden, maar ik heb ook redelijk wat schijven op mijn korte vleugel dus of het echt beter voor zwart is weet ik niet.

Stefan speelde echter 18. 49-43?, er daarbij even niet aan denkend dat 18. … 22-28! 19. 33×22 17×28 vaak een ijzersterke doorstoot in het witte centrum is. Dat brengt ons bij de volgende stand:

Lidraughts 2020-04-17 Stefan Stolwijk - Casper Remeijer 2
Stefan Stolwijk – Casper Remeijer

Wit kan hier 34-30 25×34 29×40 spelen met nog spel op de korte vleugel hoewel de lange vleugel een zorgenkindje blijft. Stefan speelde echter 20. 29-24? 9-14 21. 44-40 3-9, maar de echte fout komt nu: 22. 31-27? Met 34-29×29 28-33! 39×28 14-19 voorkomt wit schijfverlies, maar door de slechte schijvenverdeling en de zwakke korte vleugel staat wit wel lastig. 31-27 verliest echter een schijf door 22. … 11-16! Zie onderstaand diagram:

Lidraughts 2020-04-17 Stefan Stolwijk - Casper Remeijer 3
Stefan Stolwijk – Casper Remeijer

Mijn laatste zet verhindert 34-29×29 door 18-23 29×18 13×31 36×27 14-20 32×23 20×18 met schijfwinst en wit kan ook niet verder op de lange vleugel met 36-31? vanwege 23-29 24×22 16-21 27×16 18×47 z+. Met 23. 40-35 speculeert wit op 14-20? 27-22! 20×40 22×33 en wit wint de zwarte schijf op 40 terug en het blijft gelijk. 23. … 14-19 24. 45-40* 19×30 25. 35×24 9-14 26. 40-35 14-20? Nu kan hij wel, maar 14-19! was veel beter: 27. 34-30 25×34 39×30 verliest een schijf door 28-33 38×29 23×25, maar ik zag in de partij niet hoe ik na 27. 35-30 verder moest gaan. Dit faalt echter op 15-20 24×15 19-24 30×19 23×14 32×23 18×40 z+. 27. 24-19? Dit verliest gewoon een schijf. 34-29 23×34 32×23 20×29 39×30 25×34 verliest ook een schijf, maar creëert veel onduidelijkheid met remisekansen. 27. … 23×14 28. 32×23 18×40 29. 35×44 en met een schijf meer won ik uiteindelijk de partij.

Het tweede fragment komt uit mijn partij tegen Jack van Buuren. Hij verraste mij met een onmogelijke zet. Een zet die onmogelijk lijkt maar toch mogelijk is, heet een ‘onmogelijke’ zet, maar deze ‘onmogelijke’ zet bleek daadwerkelijk onmogelijk. In onderstaande stand heb ik een mooi centrum en drie tempi voorsprong.

Lidraughts 2020-04-17 Casper Remeijer - Jack van Buuren
Casper Remeijer – Jack van Buuren

Jack wilde naar 23 kunnen ruilen en speelde 24. … 2-7? Nu heeft hij alleen geen formaties meer op zijn korte vleugel en met 25. 28-22! zette ik hem vast. 18-23 mag nu niet en ook 19-23 en 24-30 kunnen niet. Zwart heeft maar twee zetten die niet direct een schijf verliezen: 25-30 en 3-8. Na 3-8 48-42 moet 25-30 alsnog en de varianten lijken op elkaar en winnen allebei voor wit.

Ter illustratie geef ik één fraaie combinatieve variant na 3-8: 48-42 25-30 40-34 20-25* 29×20 15×24 34-29 14-20* 31-26! (de formatie 31-27-22 verbreken lijkt 18-23×23 toe te laten en wit heeft ook geen dam met 39-34? 30×17 27-21 16×27 vanwege de meerslag 32×14 z+1, maar na 18-23×23 heeft wit 36-31! (dreigt met 22-17) 23-29 en nu wel 39-34! 30×17 27-22 17×28 32×1 met winst) 19-23 33-28 24×44 35×15 44-50 28×19 50×17 37-31 13×24 27-21 16×27 31×4 en met een stuk meer, snel een tweede dam en een vangstelling na 42-37 gaat wit dit makkelijk winnen.

Bovenstaande variant heeft een redelijk hoog computergehalte en het is erg onwaarschijnlijk dat het zo gegaan zou zijn in een sneldampartij. Terwijl ik varianten na 25-30 40-34 20-25 29×20 15×24 34-29 aan het berekenen was, dacht Jack aan heel andere varianten. Hij speelde 25. … 25-30 26. 40-34 en kwam hier met de fraaie, maar onmogelijke zet 26. … 12-17!?? 27. 34×25 17×28 28. 32×1 13-18 29. 1×23 19×28 30. 33×22 24×44. Het is leuk gevonden; het klopt alleen niet. Ik zag al snel dat ik 43-39 44×42 31-26 42×31 26×37 kon spelen met gelijke stand, maar ik heb twee schijven meer, kan vangstellingen opbouwen en kan zwart dwingen dam te halen met 45-40 dus ik ging natuurlijk naar een betere zet op zoek. Die vond ik in 31. 31-26 20-24? Hier verwachtte ik 11-17 22×11 16×7 en dan had ik met 37-32 20-24 45-40! zwart gedwongen om dam te halen om die vervolgens direct weer af te pakken: 44-50 32-28 w+1 (na 44-49 32-28 en daarna 38-32 blijft wit zelfs twee schijven voor). Nu is het echter helemaal uit: 32. 45-40 44-50 33. 37-32 50×17 34. 27-21 16×27 35. 32×12 en Jack gaf op.

Luchtige oefenstof

André van der Kwartel

Het zijn barre tijden waarin ieder van ons op zijn eigen wijze de crisis probeert door te komen. Het online dammen neemt een hoge vlucht en levert soms prachtige partijen en leerzame commentaren op die dankbaar door de geïnteresseerde amateur worden gelezen. Zelf gebruik ik zoals vele anderen deze tijd om de nodige opruimwerkzaamheden te verrichten en dan kom ik nog wel eens onverwachte zaken tegen. Zoals twee A4-tjes waarop met de hand gestempelde en getekende partijcombinaties. Geen idee wat de bron van dit alles is, laat staan wie de auteurs zijn van al dit fraais. Mocht iemand de standen herkennen, dan hoor ik graag wie of wat de bron is. In ieder geval levert deze vondst veertien aardige oefenstanden op. Sommige lezers zullen de vraagstukken van het scherm af kunnen oplossen, anderen zullen wellicht een bord nodig hebben. Tenzij anders vermeld geldt voor deze standen: Wit speelt en wint meestal. (In een enkel geval twijfel ik daaraan, maar is er wel sprake van een aardige slagzet.)

OEF1

 

OEF2

 

OEF3

 

OEF4

Zwart speelt en wint

 

OEF5

 

OEF6

 

OEF7

Wit speelt en wint?

 

OEF8

Mag wit 28-22 spelen? Vast niet!

 

OEF9

Wint zwart een schijf na (14-19)?

 

OEF10

Wit speelt een lokzet.

 

OEF11

Winnende slagzet voor zwart

 

OEF12

Mag zwart (21-26) spelen?

 

OEF13

 

OEF14

Mag zwart (20-25) spelen?

 

Ten slotte nog een toegift van drie miniatuurtjes.

OEF15

 

OEF16

 

OEF17

Spelletje doen

Evert Dollekamp

Het is een bijzondere tijd. Hoestschaamte en keelschrapen terwijl er even niemand kijkt. Dat ik dit nog mag meemaken. Op bezoek bij een oude man (Evert Bronstring) zonder dat de sterke arm mij in de kraag grijpt. Spannend! Maar ook een treurige tijd. Niet meer kunnen doen wat je wilt. Niet meer zoals ik, vanwege werkloosheid al meer dan een jaar in quarantaine, een paar keer per week naar het centrum om een lekker terrasje te pakken. Hoewel het goed is voor mijn bankrekening. Alleen de dinsdag met als reisdoel de viskraam om de hoek, voor zolang als het duurt. Verder is het behelpen. Gelukkig heb ik mijn boekenkast nog. En mijn piano. En Eurosport! Dagelijks een snooker historie. Moet er wel mijn wekker voor zetten, want het begint al om half twaalf in de vroege ochtend. Gelukkig heb ik kinderen die zich niet zo snel vervelen. Als product van geen opvoeding laven zij zich urenlang aan de geneugten van het internet en aanverwante artikelen. Soms vraag ik, omdat ik zelf van spelletjes houd, of ze zin hebben in een oubollig bordspel. Soms hapt er iemand toe. Wouter is regelmatig te porren voor een potje schaak, terwijl Liza mij met een spelletje Katan of kaart probeert in te maken. Beiden nemen hun verlies als ik per ongeluk eens win, maar dat was vroeger wel anders:

Opzij, opzij, opzij

Nadat ik eerst Wouter (10) zoveel aversie tegen het damspel heb bijgebracht dat hij het een jaartje op de schaakclub is gaan proberen, is nu ook Liza (8) verloren voor onze damsport. Aanvankelijk lukte het nog wel een potje te spelen. Maar het is mij verboden haar schijven te slaan. Zelf mag ze dat uiteraard wel, maar na de zoveelste vernietigende nederlaag maak ik haar duidelijk dat dit niet eerlijk is. En kijk aan, Liza wordt wat toeschietelijker en kan ook ik mij vermaken. Een enkele remise, maar nog steeds heel veel nullen. Want Liza kan ongelooflijk kwaad worden als ze een spelletje verliest (doet mij aan mijn jonge jaren denken). Dus strijk ik regelmatig met mijn hand over het hart om de lieve vrede te bewaren. Maar in ons laatste treffen gaat het dan toch geweldig mis. Met subtiel Tsjizjov-spel (inclusief ruilen naar 27 en 30) rek ik een publieksonvriendelijk middenspel tot een taai eindspel met een dam meer. Tot dan houdt Liza zich goed, maar als ik drie zetten lang haar voorste schijf met mijn dam de pas heb afgesneden, komt de opgekropte frustratie met orkaankracht naar buiten:

‘EN NU ZET JE DIE DAM AAN DE KANT, IK WIL ER LANGS!!’

Snel opzij gegaan natuurlijk. Leerpunt: weet nu hoe je de tegenstander ook kunt verslaan. Lukt het niet op techniek, dan kan het altijd nog verbaal. Kun je lachen.

Caspers week Coronacrisissneldammen op Lidraughts

Nu de hele damwereld is overgeschakeld naar dammen op internet en daar ondertussen ook aan gewend is, is het tijd om te kijken of ik de afgelopen tijd online ook wat mooie of juist bijzonder lelijke dingen geproduceerd heb. Blunders, per ongeluk met de verkeerde schijf spelen, gewonnen standen verprutsen en andere fouten heb ik afgelopen week genoeg gemaakt en ik vermoed dat de gewaardeerde lezer dat wel herkent bij sneldammen. Ik heb echter ook enkele partijen gespeeld waar ik trots op ben en (mooie) combinaties uitgevoerd. Dit is een impressie van mijn ervaring van afgelopen week met potjes 5+5 op Lidraughts.

Afgelopen vrijdag speelde ik mee met mijn voormalige clubgenoten uit IJmuiden en ik trof als eerste Jesse Bos. Dit vind ik het mooiste fragment en met deze partij als startpunt volgt logischerwijs dat ik de week een soort van antichronologisch behandel. Een week eerder had Jesse het toernooi gewonnen dus ik begon geconcentreerd aan mijn partij. Ik speelde een theoretische opening die vaak een omsingeling geeft die ik leuk vind en in de onderstaande stand staat Jesse met zwart aan zet al lastig.

Lidraughts 2020 Casper Remeijer - Jesse Bos
Casper Remeijer – Jesse Bos

Zo mag zwart mag hier geen 29. … 13-19? spelen. Zwart hoeft niet bang te zijn voor 25-20, want dat levert na 14×25 niks op. Wit kan op twee manieren op 14 komen met een schijf meer, maar die wint zwart in beide gevallen direct terug met 15-20. Na 13-19? had ik echter een thematische combinatie uitgevoerd die vaker voorkomt in de flankaanval: 30. 29-23 18×29 31. 33×13 8×19 32. 38-32 27×38 33. 43×23 19×28 34. 39-33 28×39 35. 48-43 39×48 36. 31-26 48×31 37. 36×16 met schijfwinst.

Zwart kan het beste op de korte vleugel spelen met 11-16 en 17-21, maar Jesse besloot voor het centrum te vechten met 29. … 2-7? en liep binnen enkele zetten in een andere typische flankaanvalcombinatie. Ik speelde 30. 46-41 (tijdverlies: na direct 40-34 staat wit al gewonnen), Jesse speelde de zet die ik verwachtte: 30. … 4-9? (nu is het weer in orde voor wit, maar na 15-20 had zwart nog behoorlijk kunnen tegenstribbelen). Ik vervolgde met 31. 29-24 om 18-23×23 niet toe te laten. Waarom 31. … 14-19 nu niet mag laat ik aan de lezer over om uit te zoeken. Er kwam dus 31. … 18-23 en nu won ik met de forcing 32. 40-34! (dreigt 24-20 15×24 34-29) 32. … 14-19* 33. 24-20 15×24 34. 34-30 24×35 35. 33-29 23×34 36. 39×30 35×24 37. 38-32 27×38 38. 43×3 en Jesse gaf op.

Jesse was niet in vorm deze avond. Waar hij een week eerder nog al zijn partijen won op één remise na, werd hij nu slechts elfde van de veertien met 5 uit 8. Hij verloor nog een keer van mij, ook twee keer van Krijn ter Braake en één keer van Stijn Tuijtel. Hij is niet de enige die goede avonden met slechte avonden afwisselt. Voor mij was vrijdagavond een goed toernooi: zes gewonnen en één remise tegen Martin van Dijk. Ik werd echter slechts derde doordat ik lange en dus weinig partijen heb gespeeld.

Dinsdag deed ik mee met het KNDB-toernooi met speeltempo 5+5. Dat was een goede avond, maar donderdagavond in het open sneldamtoernooi van LDG was een verschrikkelijk slechte avond en vrijdag was weer een goede avond voor me. Na zes partijen op donderdag waarvan drie nederlagen stopte ik er maar mee, want mijn humeur en spel werden er niet beter op. Later op de avond speelde en won ik nog wel twee partijen om mijn score op 8 uit 8 te brengen en het ratingverlies tot 60 punten te beperken, maar de frustratie over mijn fouten was er niet minder op.

Donderdagavond begon nog wel redelijk goed: ik speelde remise tegen een sterke speler, won een niet geweldige partij van een zwakke speler en in de derde partij speelde ik de speler citroenen helemaal weg. In die partij kwam er echter een kink in de kabel en daarna was het één pot nat. Op de 32e zet wilde ik 11-17 spelen, maar ik had blijkbaar schijf 12 al aangeklikt en speelde per ongeluk 12-17. Daardoor kwam ik heel slecht i.p.v. heel goed te staan. De computeranalyse van Lidraughts geeft nog wel een redding aan, maar dat zag ik niet en toen werd ik weggespeeld. Die computeranalyse m.b.v. Scan is trouwens een erg fraaie mogelijkheid van Lidraughts! De volgende partij geeft daar een mooi voorbeeld van.

Lidraughts 2020 Casper Remeijer - Maurits Meijer
Casper Remeijer – Maurits Meijer

In partij vier kwam Maurits Meijer als laatste zet met het verrassende 31. … 23-29?? Dit zet zo duidelijk damcombinaties open dat ik niet anders kan dan deze zet van twee vraagtekens te voorzien. 17-22 was verplicht. Met zowel 28-22 als 28-23 kom ik op dam. Ik berekende de winst na 28-22, maar ik haalde dingen door elkaar, want ik speelde 32. 28-23?? Eerlijk is eerlijk: ik verdien er ook twee. Na 32. … 19×28 33. 32×3 21×41 34. 3×21 16×27 35. 42-37 41×32 sputterde ik nog wat tegen, maar Maurits liet me niet meer ontsnappen. Scan geeft tot mijn verrassing in de analyse van de partij niet 32. 28-22 aan als verbetering, maar 32. 47-41! 29×47 39-33! 47×29 35-30 24×44 28-23 19×28 32×3 21×32 en nu 3×9 over vijf stukken inclusief de zwarte dam. Een zeer fraaie combinatie met naslag, maar gewoon 28-22 was ook voldoende geweest voor de overwinning.

Ik baalde al van de misklik in de derde partij en nu ging mijn humeur nog een graadje omlaag. De vijfde partij is een typische sneldampartij met over en weer fouten, maar het is ook weer een leerzame, typische manoeuvre in de flankaanval:

Lidraughts 2020 Casper Remeijer - Buckethead 1
Casper Remeijer – Buckethead

Wederom een fragment waarin ik aan het omsingelen ben. Onder het bord ook de grafiek van Scan van de partij. We komen erin op het moment dat ik een goede mogelijkheid mis na de volgende zet van mijn tegenstander (het piekje bij de witte stip die de huidige stand aangeeft). Mijn tegenstander reageert echter niet goed en ik sta daarna heel lang gewonnen, maar ik verpruts het op het einde nog met remise als resultaat. Zwart heeft de flankaanval niet helemaal goed gespeeld en ik heb een degelijke omsingeling. Een logische zet is 14-20×10 en wit staat waarschijnlijk iets beter. Mijn computer wil 4-10 spelen, maar dat is een zet die je niet zo snel speelt in een sneldampartij, want je moet wel zeker weten dat het klopt. Buckethead speelde echter 30. … 23-28? Mijn oog viel direct op het poortje 4-13. Ik kan met 25-20 15×35 34-30 35×24 29×9 naar veld 9 combineren, maar als ik het me goed herinner meende ik abusievelijk dat ik eerst schijf 19 moest verwijderen middels 31. 38-32? 27×38 32. 43×23 19×28 om daarna pas 33. 25-20 15×35 34. 34-30 35×24 35. 29×9 te spelen. Hiermee belanden we in onderstaande stand:

Lidraughts 2020 Casper Remeijer - Buckethead 2
Casper Remeijer – Buckethead

31. 25-20 was winnend geweest, maar direct na de combinatie zoals ik hem uithaal zag ik dat mijn tegenstander een tegenactie heeft met 35. … 13-19! en op damhalen met 9-3 volgt 28-32 37×28 4-9 3×23 18×38 en wit heeft niet beter dan remise maken met 39-33 38×29 26-21 17×37 28×6 37-41 =. Mijn tegenstander dacht 72,5 seconde na (ook mooi dat je tijdverbruik per zet kan bekijken!) dus ik kon nadenken over alternatieven voor als hij 13-19 zou spelen. 31-27 lijkt veelbelovend om na 22×42 33×24 4×13 47×38 13-19* 24×13 8×19 mijn pijlen op de dunne lange vleugel van zwart te richten, maar er staan wederzijds nog maar vijf schijven op het bord en mijn centrum is ook aardig leeg dus ik achtte de kans niet groot dat ik dat nog had kunnen winnen. Gelukkig zag hij het niet en deed 35. … 11-16? Ik stond dertig zetten lang gewonnen, maar liet mijn tegenstander in het eindspel nog ontsnappen. Hierna speelde ik een werkelijk afgrijselijke partij, waarna ik besloot te stoppen.

Dinsdag won ik zeven partijen en verloor ik er één. Toegegeven, ik kreeg ook een aantal minder sterke dammers en kon meerdere keren met niet al te moeilijke combinaties winnen. Ik sluit af met twee fragmentjes van dinsdagavond. De eerste is een opgave voor de lezer: hoe wint wit in onderstaand diagram na 17. … 13-19?

Lidraughts 2020 Casper Remeijer - Karrespoor
Casper Remeijer – Karrespoor

Het laatste fragment bevat ook een niet heel moeilijke combinatie, maar heeft wel een mooie aanloop. In onderstaande stand vind ik zwart al prettig staan: ik heb een aanknopingspunt in schijf 22 en door het gat op 44 kan wit na oplopen met 12-18 nooit meer 2-om-2 terugruilen.

Lidraughts 2020 staluitmester - Casper Remeijer
staluitmester – Casper Remeijer

Misschien had ik beter kunnen wachten, maar ik liep hier op met 18. … 12-18. Wit gaat de fout in met 19. 32-27? en raakt verstrikt in een web van combinaties, opsluitingen en vastloopvarianten. Ik breng combinaties in de stand met 19. … 4-9! en ‘helaas’ trapte wit direct al in een combinatie met 20. 37-31 26×37 21. 42×31. Winnen na 20. 37-32 8-12 46-41 6-11 41-37 12-17! (en wit heeft geen goede zet meer, ga maar na!) was veel bevredigender geweest. Na 20. 37-31 26×37 21. 42×31 won ik met 21. … 18-23 22. 29×18 16-21 23. 27×16 6-11 24. 16×7 1×32 25. 38×27 24-30 26. 35×24 20×49 27. 22-18 49×16 en opgegeven.

Evert Bronstring over De Ruiter – Hermelink kampioenschap van Nederland 1975

Hans Tangelder

In het kampioenschap van Nederland, waarbij Evert Bronstring helaas afwezig was vanwege een operatie, wist Frans Hermelink Jan de Ruiter te verslaan. In deze partij miste Jan de Ruiter een ontsnapping.

Evert Bronstring ontdekte hoe Hermelink deze ontsnapping had kunnen voorkomen, maar wilde dat nieuwtje indertijd niet publiceren. Het is echter later vanuit Friesland gepubliceerd. In dit stukje wil Evert Bronstring dit nieuwtje met de lezers van de website van LDG alsnog delen.

In de partij De Ruiter – Hermelink ontstond na

1.32-28 18-22 2.37-32 12-18 3.41-37 7-12 4.46-41 1-7 5.31-26 19-23 6.28×19 14×23 7.32-28 23×32 8.37×28 16-21 9.41-37 21-27 10.28-23 18×29 11.34×23 10-14 12.39-34 5-10 13.44-39 20-24 14.50-44 15-20! (deze zet is afkomstig van Evert Bronstring) 15.34-29 13-18 16.40-34 9-13 17.37-31

de volgende stand

DeRuiterHermelink1

In de partij ging het verder met 17. … 3-9 18.44-40 11-16 19.42-37? De definitieve foutzet. Wit kan zich uit het wespennet redden: 19.34-30!! 13-19 20.30-25  19×28 21. 38-32 28×37 22. 47-41 37×46 23.42-37 46×34 24. 39×19 14×23 25. 25×3 4-9 26. 3×21 16×27 en ondanks de zwarte aanvalsstand zijn eerder de kansen aan wit vanwege zijn uitgedunde lange vleugel. Voor het verdere verloop van de partij wordt de lezer naar toernooibase verwezen.

Het nieuwtje dat Evert Bronstring indertijd onder de pet wilde houden bestond uit 17 … 11-16!  18 44-40 7-11. Nu faalt de ontsnapping, omdat wit naar 5 moet slaan.

In de competitiewedstrijd RDC2 – LDG, zie het verslag dat in januari 2020 op deze website is geplaatst, haalde Arno Kooloos tegen Joop Burgerhout het zetje uit de ontsnapping uit.

DeRuiterHermelink2

Arno Kooloos – Joop Burgerhout

Na 13-19?? volgde 30-25 (19×28), 37-32! (28×46), 42-37, (46×34), 39×19 (14×23), 25×5.

Spectaculaire partij van Steven den Hollander tijdens LDG online clubavond

Steven den Hollander over de LDG online clubavond van 2 april

Nog een zeer interessante partij die ik gisteren gespeeld heb. In een 5+5 vluggertje tegen ene “Damcombinatie” kwam de volgende stand op het bord na de volgende opening, die tot een bepaalde hoogte vast theoretisch is, maar het fijne ken ik er niet van. Toch moet ik deze stand echt wel vaker gehad hebben in (snel) dampartijen. Het echte theoretische gedeelte laat ik liever aan Casper en Koos over, die kennen de stand wellicht wel? Maar goed, de partij startte met de volgende zetten:

1. 34-30 19-23 2. 40-34 20-25 3. 33-29 14-20 4. 44-40 10-14 5. 38-33 14-19 6. 30-24 19×30 7. 35×24 17-22 8. 42-38 11-17 9. 32-28 23×32 10. 37×28 6-11 11. 41-37 16-21 12. 50-44 1-6 13. 31-26 21-27 14. 37-31 9-14 15. 48-42 3-9 16. 46-41 11-16 17. 28-23 7-11 18. 41-37 5-10

Stev1

In deze stand moet ik al goed staan met zwart. De enige speelbare zet voor wit lijkt 19. 47-41, daarna kan ik met een bekende manoeuvre mijn aanval aansterken. Er volgt dan namelijk 19. 47-41 25-30 20. 34×25 (Ter verduidelijking 24×35 17-21 21. 26×28 27-32 22. 38×27 20-24 23. 29×20 18×47) 13-19 21. 24×13 08×28 22. 29-24 20×29 23. 33×24 09-13 24. 38-33 13-19 25. 24×13 18×09

Een bekend idee voor wit zou in de stand kunnen komen als ik niet had vervolg met 19. .. 25-30, maar met 19. .. 16-21. In dat geval kan wit een fraai idee in de stand vlechten, wat ik wel eens heb gezien in andere stellingen. 20. 33-28 22×33 21. 39×28 18-22 (de enige mogelijke zet!) 22. 43-39 22×33 23. 39×28 en daar sta je dan met je goede gedrag. Je denkt dat wit een enorme blunder heeft gemaakt, en in een 2 om 4 naar dam loopt, maar daar zit nog een idee achter. 23. .. 13-18 6. 31×13 08×50 7. 40-34 50×22 8. 23-19 14×23 9. 29×18 en wit heeft een schijf gewonnen. Deze truc moet je een keer gezien hebben ook in nog prille damcarrières! Tot zover het uitstapje naar wat nou als.

In de partij speelde wit geen 47-41, maar kwam direct al met 19. 33-28 22×33 20. 39×28. Tijdens de partij dacht ik dat dezelfde truc als hierboven beschreven stond in de stand kwam, maar dat was gelukkig niet zo. Ik had hier geweldig kunnen winnen, met een (voor mij) unieke combinatie. Die start met 27-32 21. 38×27 17-21 22. 26×17 12×41 23. 23×03

Stev2

En hier volgt dan de verassing met 14-19! Deze zet is voor mij wat de combinatie zo mooi maakt. Wit heeft twee mogelijkheden om te slaan, maar allebei levert winnend voordeel op voor wit. Zo volgt op 24. 03×23 41-46 25. 23×05 46×26, een heuse zesklapper, waarna zwart met materiaalvoordeel het eindspel ingaat. Interessanter is echter 24. 03×05 19×26 25. 28-22 41-46 26. 22-17 11×22 27. 29-23 46×19 28. 05×17 02-08 29. 17×03 04-09 30. 03×14 20×09 en zwart heeft een schijf gewonnen. Het afpakken van de dam is een advies van de computer, weet niet of wit nog andere zetten heeft om te rommelen.

Helaas nam ik deze mogelijkheden niet waar in de partij, en speelde ik 18-22. Hierna kwam er gelukkig toch nog wel een schijfwinst uit 21. 43-39 22×33 22. 39×28 27-32 23. 38×27 17-21 24. 26×17 12×41. De partij eindigde uiteraard nog wel remise, na mijn gebruikelijke gekloot later in de partij. Verrassend voor mij was ook dat wit geen materiaal hoefde in te leveren!

Stev3

Als hij met 21. 34-30!! had vervolgt kantelt de stand zelfs wellicht. Slaan met 25 is zowaar verboden. Nadat de computer dit aangaf moest ik 4 minuten kijken hoe dat nou allemaal precies werkte. Ik zal jullie de moeite besparen. 21. .. 25×34? 22. 40-35 22×33 23. 31×22 17×30 24. 35×24 34×23 25. 38×07 20×29 26. 07-01. Wat een wederom geweldige mogelijkheid! Zwart moet dus verplicht slaan met 22, en dan is het logische vervolg tot een bepaalde hoogte prima te vinden: 22×33 22. 31×22 17×19 23. 37-31 25×23 24. 38×07 20×29 25. 07-01 19-23 Een romantische vervolg is natuurlijk de thematische opgesloten dam, zie ook de literatuur van Evert Dollekamp over zijn partij tegen Pieter Hildering. De computer komt echter met 26. 40-34 29×40 27. 44×35 13-18 28. 31-27 11-17 29. 26-21 17×26 30. 36-31 26×39 31. 27-22 18×27 32. 01×03 Een taxatie zal ik achterwege laten. Wat een geweldig vervolg weer!

Nog even afsluiten met een combinatie die ik gisteren al in de app gedeeld heb, maar ik nog steeds van kan nagenieten. Al een tijdje zaten er combinaties naar 48 in, maar die waren allemaal niet goed. Nadat wit echter vervolgd had met 26. 37-31 klopte het eindelijk wel.

Stev4

De slagwisseling leverde uiteindelijk schijfwinst op na 26. .. 16-21 27. 27×18 23×12 28. 34×23 17-22 29. 28×8 19×46 30. 30×10 46×5 31. 8×19 5×26 32. 47-42 26×48 33. 40-34 48×30 34. 25×34

Een lek van Jannes zelf

Evert Bronstring

In een partij uit de wedstrijd Huizum – Fivelgo uit de Nationale Clubcompetitie ergens in de vorige eeuw, introduceerde Jannes van der Wal tegen Harm Wiersma een nieuwtje, maar liep tegen een lek aan. Dit verklaart ook de angst van Jannes voor een lek in zijn WK-match tegen Wiersma (zie ook het vorige stukje op de website).

Na de opening

01. 32-28 17-22  02. 28×17 11×22  03. 37-32 12-17  04. 41-37 06-11  05. 46-41 08-12  06. 34-29 19-23  07. 40-34 14-19  8. 45-40 10-14  09. 32-28 23×32  10. 37×28 16-21  11. 41-37 05-10  12. 38-32 11-16  13. 43-38 03-08  14. 49-43 07-11

introduceerde Jannes van der Wal het nieuwtje

15. 47-41

De partij ging verder met  15 … 01-06  16. 50-45 21-26  17. 29-23 18×29  18. 34×23 20-24 

Jannes speelde 19. 32-27 (gedwongen) en kreeg als antwoord 13-18

BriefEvertvanDerWalWiersma

Jannes: Ik was verbijsterd, keek 5 minuten naar de stand, gaf op als een man en nam de trein terug van Leeuwarden naar Groningen om mijn secondant uit te schelden (Auke Scholma).

Evert Bronstring over de Bronstring variant

Hans Tangelder

Deze week ontving ik een brief van Evert Bronstring met enkele interessante fragmenten over de Bronstring variant naar aanleiding van mijn partijen tegen Gerrit van Mastrigt en Marie Gabbert uit de Nationale Clubcompetitie.

Evert Bronstring introduceerde de Bronstring variant in de halve finales van het NK 1992 tegen Johnny de Leeuw. Voor een uitgebreide bespreking van die partij en de Bronstring-variant door Ton Sijbrands verwijs ik de lezer naar de damrubriek “De eigenzinnige Bronstring-variant” uit de Volkskrant van 29 mei 1999.

In die rubriek citeert Ton Sijbrands Evert Bronstring:

“Eén van mijn fraaiste studies heb ik toegepast in een partij die ik won van Johnny de Leeuw in de halve finales van 1992. Die variant (..) is jarenlang onder de hoed gebleven. Ik heb hem nog aan Jannes gepresenteerd voor zijn WK-match (in 1983 -TS) tegen Wiersma.”

Daarna schrijft Ton Sijbrands

“Maar Van der Wal legde de aangeboden studie naast zich neer, omdat hij de variant niet vertrouwde. ‘Die studies van Evert zijn zo onbetrouwbaar als een wespennest. Zo’n jongen als Wiersma is te zwaar om zo’n primitieve studie tegen te gebruiken; die vindt achter elkaar het lek’, moet – aldus Bronstring – zo ongeveer Van der Wals reactie zijn geweest”

In de partij Evert Bronstring – Johnny de Leeuw werd de Bronstring-variant geïntroduceerd:

1.33-28 18-22 2.38-33 12-18 3.42-38 7-12 4.32-27 19-23 5.28×19 14×23 6.35-30 20-25 7.30-24 1-7 8.34-29 23×34 9.40×29 10-14 10.24-20 15×24 11.29×20 14-19 12.20-15 19-23

13.45-40 5-10 14.40-34 10-14 15.34-30 25×34 16.39×30 14-19 17.44-39!

17…9-14 18.50-44!

BriefEvertStandSijbrands

Evert Bronstring – Johnny de Leeuw

In mijn partij tegen Gerrit van Mastrigt, waarbij Evert Bronstring aan het bord naast mij speelde, ging het verder met 18…3-9, 19…47-42!, 17-21?, 20…30-24!! en ik won een schijf en uiteindelijk de partij.

Johnny de Leeuw speelde hier 18…23-28. In zijn brief geeft Evert Bronstring aan dat zwart ook 18…17-21 kan spelen. Na 19. 38-32 kan dan 23-29! en 14-20. 

Na 18…17-21 is de zet 19.47-42 en na het slaan veld 27 bezetten en klassiek maken een belangrijk alternatief voor 19.38-32. Van belang is daarbij de finesse na 2-7 in het analyse diagram, met de stand die ontstaat na 18…17-21 19.47-42 21×32 20.37×17 11×22 21.31-27 22×31 22.36×27 12-17 23.38-32 7-11 24.42-38

BriefEvertStandDrie

Analyse diagram

24…2-7 lijkt nu verhinderd door 25.30-24 19×30, 26.33-28? maar die actie faalt door 26…4-10!, 15×4, 14-20. Maar, wit kan na 2-7 meteen toeslaan met 25. 33-28!, omdat 26.17-22? 28×17, 11×31, weerlegt wordt door 27.41-37!

In de partij Marie Gabbert – Hans Tangelder kwam na de opening 1.33-29 19-23 2.39-33 14-19 3.44-39 19-24 onderstaande stelling op het bord:

BriefEvertStand3430

Marie Gabbert – Hans Tangelder

Hier heeft zwart geen zetje na 34-30. In de partij speelde ik na 34-30 11-16, maar Evert geeft aan, dat zwart met 9-14!, en na het slaan ruilen naar veld 24 en klassiek maken, zeer goede winstkansen krijgt.