Archive for 19/04/2022

Paastoernooi 2022

André van der Kwartel

Op donderdag 14 april organiseerde LDG weer zijn traditionele paasdamwedstrijd. Een avondje sneldammen en aan het eind van de avond gaat iedereen met een prijsje naar huis. In het verre verleden waren deze prijzen dozen met eieren van verschillende omvang (de dozen, niet de eieren), maar tegenwoordig wordt er creatiever met de prijzenkeuze omgegaan. Deze keer werd gestreden om diverse flessen wijn en luxe broden.

Om acht uur bleken er 13 belangstellenden te zijn. Een ongeluksgetal voor een wedstrijdleider die door het ontbreken van een laptop geen toernooi kan organiseren op basis van het Zwitsers systeem. Een halve competitie van twaalf rondes is te veel voor één avond (iedere ronde kost in totaal al gauw een klein half uur) en spelen in twee groepen van zes en zeven spelers geeft een ongelijk aantal speelrondes. In goed overleg werd besloten dat uw verslaggever als non-playing wedstrijdleider zou fungeren, waardoor er twee groepen van zes spelers konden worden gevormd. Hieronder de samenstelling van de groepen en de volgorde van de eindstand per groep:

Groep A:

1. Joop Burgerhout 9 uit 5

2. Evert Dollekamp 8

3. Edwin van Hofwegen 6

4. Quirinius van Dorp 4

5. Harry Dekker 3

6. Eric van ’t Hof 2

Groep B:

1. Koos van Amerongen 9 uit 5

2. Hans Kreder 8

3. Hans Tangelder 7

4. Peter van den Berg 4

5. Robert Straver 2

6. Viggo van Hofwegen 0

De oplettende lezer zal het zijn opgevallen dat in beide groepen de naam “van Hofwegen” voorkomt. Inderdaad: Viggo is de achtjarige zoon van… Hij had aan zijn vader gevraagd of hij mee mocht. Hij haalde nul punten, maar speelde dapper alle vijf rondes mee. En verbaasde iedereen door tegen Hans Kreder een dam te offeren om een nieuwe dam te kunnen halen.

Maar na vijf rondes was het al over tienen en Vader van Hofwegen vond het welletjes. Bedtijd.

Na het vertrek van vader en zoon Van Hofwegen bestond de finaleronde uit de volgende partijen, waarin respectievelijk werd gespeeld om de eerste/tweede plaats, de derde/vierde, enz.

Joop Burgerhout – Koos van Amerongen 0-2

Evert Dollekamp – Hans Kreder 0-2

Quirinius van Dorp – Hans Tangelder 1-1

Harry Dekker – Peter van den Berg 0-2

Eric van ’t Hof – Robert Straver 0-2

Na de remisepartij werd een barrage gespeeld, die door Hans Tangelder werd gewonnen, waarmee hij de vijfde plaats bereikte.

Volgens goede traditie was het weer een geslaagde avond, die volgend jaar een ruimere deelname verdient. In ieder geval zal Viggo er dan weer bij zijn. Hij vond het heel leuk en heeft tegen zijn vader gezegd dat hij graag mee wil doen als er weer een toernooi is.

 

*****************************************************

Het was een gedenkwaardige avond

Evert Dollekamp

Ik dam nog maar bij twee gelegenheden. Als het regent en als het niet regent. Als het pasen is en als het kerst is, bedoel ik. Witte donderdag was het weer eens zover. Ik overzag het deelnemersveld. Dat zag er goed uit! Allemaal zwakke spelers. En Richard Meijer was er (dus) ook niet bij. Tegen Richard heb ik een dramatische score, dat komt nooit meer goed. Hij past naadloos in het rijtje ellendelingen van wie vaak verlies. Het rijtje noemt overigens als eerste Siep Buurke, met wie ik na een jarenlange controverse vriendjes ben op Facebook. Maar goed ook, want Siep vervangt binnenkort Johan Haijtink als hoofd-re-dacteur van bondsblaadje Het Damspel. Als vaste columnist krijg ik rechtstreeks met hem te maken.

Even tussendoor: na veertig jaar IT kan ik nog steeds slecht overweg met inter-net, epjes en technische foefjes. Mijn zoon Wouter had een tijdje geleden een leuk spelletje op zijn telefoon. Dat wilde ik ook wel. 196 landnamen en dan moest je zo snel mogelijk een land aantikken als een landnaam in tekst verscheen. Duidelijker kan ik het niet formuleren. Ik kreeg een linkje en ging aan de slag. Moest van alles invullen, waaronder telefoonnummer en emailadres. Ik doet dat braaf. En plotseling zat ik op Facebook! Ik kon het er niet meer af krijgen, zodat ik uit ballorigheid maar vriendjes gemaakt heb. Plotseling: pling! Berichtje van Siep. Ik heb toen een historisch besluit genomen en drukte op de vriendjes-akkoord knop. Sindsdien zijn Siep en ik dus vriendjes, zodat ik onze komende samenwerking met vertrouwen tegemoet zie.

Terug naar het strijdperk. Zwei Grupm van zes gevolgd door kruisfinales. Ik zat in een groep met in opkomende volgorde Eric, Q, Joop, Edwin en Vergeten (sorry old chap). Voorafgaand aan de Vergeten overwinning (!) drie moeizame remises. Eric liet me bijten in beton en liet daarmee zien dat dammen helemaal niet moeilijk is. Of juist wel, want ik kreeg geen schijn van kans op winst, als iemand begrijpt wat ik bedoel. Gelukkig beheers ik het volgende speltype als geen ander. Mijn Remise-aanbod werd in dank aanvaard in een stand waarin Eric nog volop kansen had.

Over naar Q. Heel anders dan de zich voorzichtig voortkabbelende partij met Eric was er al snel sprake van vuurwerk. Dat kwam met name omdat ik het nodig vond een Van Leeuwen Systeem op de mat te leggen. Hierbij het advies: doe dit nooit, je neemt het risico op de meeste verschrikkelijke manieren te verliezen, zoals Van Leeuwen zelf het ooit eens uitdrukte. Q was niet onder de indruk en nam een solide positie in. Toen hij mij dwong zelf de opsluiting te verbreken ging hij nog steeds aan de leiding. Deze keer stond ik praktisch verloren toen ik ook nu mijn Remise-aanbod lanceerde. Aangenomen. Eric en Q.: als je tegenstander remise aanbiedt is de kans dat hij (veel) minder staat zeker aanwezig. En zeker als hij drager is van de titel Maitre National (gnuif).

Toen ik voor de derde ronde Joop zag zitten, klaarde mijn humeur aanzienlijk op. ‘Eindelijk een zwakke!’ riep ik uit. Deze onvoorzichte uitspraak kwam mij bijna duur te staan. Weliswaar speelde ik een goede potje, maar na een combinatie naar dam voor een schijf, bleken de resten goed voor Joop te zijn. Na damafname sloeg hij zelfs mijn Remise-aanbod af! Wat zullen we nou krijgen! Gelukkig zag Joop van verdere winstpogingen af en bood even later zelf remise aan. Zodat hij in het rijtje Eric, Q en Joop past.

De vierde remise was tegen Edwin. Maar dat was een partij die eigenlijk al na een zet of twintig voorbij was. Remise overeengekomen. We hadden zoveel tijd over dat we in de resterende tijd nog een spelletje speelden. En dat werd, zonder de anderen tekort te doen, de mooiste partij van de avond. Partie Bonnard met vijandelijk aanval over 28. Mooie verrassende slagzet. Mijn prachtige (nogmaals gnuif) stand kwam niet tot winst omdat wedstrijdleider Andre uitriep: ‘Het is tijd voor de volgende ronde!’ Andre wist al dat onze toernooipartij al remise was geworden. Heb ik nota bene zelf laten weten. Ik heb ook altijd wat.

Van de laatste poulepartij tegen de Vergeten Tegenstander ben ik de partij ook Vergeten. Best wel zorgwekkend. Of was ik dummy …

Kruisfinales. Het is slordig dat ik niet weet wie het tornooi gewonnen heeft, wel dat in de finale Hans Tangelder tegen Koos speelde. Hans Kreder speelde tegen mij om de derde plek. Ik speel graag tegen Hans, maar voor het resultaat hoef ik het niet te doen. Hans speelt een degelijke partij en weet dat ook in het snel-dammen vol te houden. Deze keer liet hij zien een fijne strategie in huis te heb-ben in het voeren van een halve-hekstelling. Mij restte slechts een paar keer achterlopen. Toen Hans die laatste keer niet opving maar een hele andere deed, schrok ik. Dat moest wel een zetje zijn. En ja hoor. Een sierlijke vijfklapper ru-ineerde mijn stelling. Ik speelde nog wel even door maar zag in dat deze keer mijn tegenstander niet in een Remise-aanbod zou trappen. Bovendien stond Hans niet alleen een schijf voor, ook had hij een dijk van een stand.

Tot slot: vroeger had je bij de Asser Damclub voorzitter H.J. Borger (niemand heeft ooit zijn voornaam geweten). Een aspirant lid moest altijd tegen hem. Borger beet vervolgens met voorbedachte rade in het stof. Ik heb het niet gezien of gehoord, maar volgens mij heeft Vigo van Hofwegen geen enkel punt gehaald. Is er nu niemand op het idee gekomen hem een keertje te laten winnen?

Schakers kunnen dammen!

Verslag van de wedstrijd LDG 2 – DOS Delft 2, gespeeld 6 april 2022. 

Door Quirinius van Dorp  

Het tweede team van het Leids Damgenootschap heeft op 6 april 2022 in de zevende ronde van de derde klasse van de provinciale competitie de kampioenschapsdoelstelling behaald. De zevende ronde? Inderdaad, de 10-rondige competitie werd in het seizoen 2021-2022 chaotischer dan ooit. Vanwege door Coronabesmettingen genoodzaakte uitgestelde duels en het ondanks de door Naaldwijk overtuigend getroffen voorzorgsmaatregelen (zie mijn verslag van de wedstrijd van 27 september 2021, Naaldwijk 2 – LDG 2) vroegtijdig terugtrekken door hun 2e team, werd onze competitie onnavolgbaar spannend. Ons uitstekende resultaat tegen Naaldwijk, in de basisopstelling het op papier sterkste team van onze competitie, zou dus voor niets zijn geweest.  

Omdat we op 15 februari 2022 in ronde 9 nog met 8-0 hadden gewonnen van Alphen werden we op 10 maart 2022 in ronde 4 (kunt u het nog volgen?) pijnlijk verrast door een op revanche beluste tegenstander. Ik nam in die wedstrijd de honneurs als teamleider waar omdat onze captain voetbal belangrijker vond dan ons kampioenschap.  Ik grapte bij de introductie en verwelkoming van onze tegenstander nog dat de 8-0 afstraffing van 15 februari vast nog achter in het hoofd spookte. Letterlijk niets bleek minder waar. Het werd een verdiende nederlaag, waarmee Alphen de koppositie overnam (met 1 wedstrijd meer gespeeld). Het was dus aan ons om de resterende wedstrijden te winnen. Dan zouden we op bordpunten de titel pakken. Gezien het programma dat Alphen nog restte gingen we ervan uit dat zij een goede kans maakten om de rest namelijk zelf ook te winnen. 

6 april 2022, parkeren voor vergunninghouders. De barman, de heer Keultjes waar ik al twee keer eerder tegen had gespeeld, waarschuwde ons net op tijd dat er flink gecontroleerd wordt rondom het clubhuis. Nadat we toch de auto’s maar in de parkeergarage aan de overkant hadden geparkeerd konden we met de kampioenswedstrijd beginnen. Alphen had inderdaad eerder die week van een versterkt Scheveningen weten te winnen, dus slechts de volle winst was voor ons voldoende voor de titel. 

Als eerste was Wim Zwinkels op bord 4 klaar. Hij trof invaller Mees van den Bosch. Ik laat Wim zelf aan het woord: 

delft1

“Mijn sympathieke tegenstander had twee jaar niet gespeeld en was nog wat
roestig. In deze stelling was hij 16…4-10 van plan maar zag daar van
af door het zetje 17. 27-22 18×27 18. 38-33 27×29 19.47-41 23×32 20.
34×5 (een combinatie die ik zelf nog niet gespot had!) en speelde daarom
zonder verder zetcontrole snel 9-14. Na 17. 27-22 18×27 18. 34-30 25×34
19. 40×20 15×24 volgde ook nog de 1-om-2 met 20. 37-31. Voor het team
ging hij nog even door maar op zet 28 streek hij de vlag en stonden de
eerste twee bordpunten voor LDG op het scorebord.”  

Ondertussen ging het uitstekend bij Eric van ’t Hof tegen mijn naamgenote Quirine van der Salm. Quirine had op zet 9 al een gat op 47 laten vallen en dit zou haar uiteindelijk noodlottig worden. Eelco Kuipers had het aanzienlijk zwaarder tegen de Delftse kopman Cees van Atten. Eerder dit seizoen hadden de twee al remise gespeeld dus vandaag zou de beslissende partij zijn. Ik zag niet direct winst of verlieskansen, maar wel een moeilijke stelling waarin zwart de overhand leek te krijgen. Of Eelco genoeg had om remise te maken was mij niet duidelijk, maar we hadden nog wel ergens een punt nodig voor de titel. 

Ik speelde voor de derde keer in mijn damcarrière tegen onze barman van die avond, Amand Keultjes. Eerder dit seizoen verloor ik tegen Delft van Jan Eekhout, dus het beviel me met het oog op onze titelaspiraties wel dat ik niet weer tegen Jan werd opgesteld. Hoewel ik graag nog een keer revanche neem natuurlijk. 

Onze eerdere partijen waren leuk en avontuurlijk. Ditmaal speelde Amand wel erg opvallend op de ruil. Telkens als ik kracht in het centrum opbouwde werd dit weggeruild, maar omdat Amand ondertussen ook veel naar de rand schoof had ik wel vertrouwen in mijn kansen om minimaal een remise te verzekeren. Amand ontwikkelde alleen zijn korte vleugel. Het was duidelijk dat hij vanuit die hoek wilde spelen. Ik had onlangs nog een mooi artikel van Gantwarg gelezen over zijn Ice&Byte theorie. Of ik het helemaal begrijp weet ik niet, maar het inspireerde me wel tot een strijdplan dat uiteindelijk de winst opleverde. Mijn schijf 15 zou ik zsm ontwikkelen om daar ice achter te laten voor Amand en diens op mijn lange vleugel gerichte pijlen. Er was daar niets meer om aan te vallen maar toch bleven de schijven die kant op komen. Wit had nog wel een schijf op 36 waar ik dus Byte had, dus terwijl ik mijn centrum verstevigde vond ik ook nog wat tempi om op 26 te komen en het 36 moeilijk te maken. Toen het Amand was gelukt om op 26 een klaverblaadje tegen mijn lange vleugel te bouwen, werd daarachter dus niets meer vastgezet en had deze formatie eigenlijk geen functie. Geheel in lijn met wit’s speelstijl die avond werd de formatie weer achteruitruilend afgebroken en bleven er twee vastgezette randschijven over. Toen ik op zet 34 eindelijk mijn klaverblaadje tegen wit’s langevleugel completeerde speelde wit direct de verliezende blunder, 35 31-27?. 

delft2

Wit hoopte vermoedelijk op een blunder van zwart (13-18) waarna wit een dam haalt maar zwart met 3 schijven voor de dam waarschijnlijk nog voldoende compensatie heeft. 

Of misschien wilde wit een klassieke stelling innemen met 36. 33-28, maar de kracht van de zwarte formatie 26-21-16 blijkt ook uit de variant 35. 33-28 14-20 36. 25×14 9×20 37. 31-27 20-25 want zelfs dan kan wit niet naar voren ruilen vanwege 38. 37-31? 26×37 39. 42×31 21-26! En wit mist zijn verdediger op 47. 

Na de partijzet ging het nog een keer fout, waarschijnlijk door berusting … 24-29! 36. 33×24 19×30 37. 35×24 (hier zou 37. 25×34 23-28 38. 32×23 21×43 39. 34-29! 43×34 40. 29×40 de schade hebben beperkt (zie diagram 3). De stand is gelijk maar ik dacht hier veilig schijf 23 te kunnen winnen. Ik had alleen nog niet bedacht hoe ik dat ging doen.

delft3

 In de partij sloeg wit naar voren en hoopte nog een doorbraak te kunnen forceren. Dit liet ik toe omdat de dam uiteindelijk eenvoudig gewonnen kon worden waarna wit de strijd staakte. 

4 punten! Alleen nog een remise van Eric of Eelco nodig. 

Ik laat Eric aan het woord, daar hij als derde klaar was: 

“De stand in de competitie zorgde voor enige spanning bij mij en ik was matig uit de opening gekomen. Op twee momenten in de partij zag ik net op tijd dat ik een schijf dreigde te verliezen. Dit had ik nog wel kunnen afwenden, maar mijn positie was mij hierdoor toch niet geheel naar wens. Na de zet 36-31 echter ontstond de stelling in diagram 4 waaruit de geur van een damzet opsteeg. Ik speelde (20-24) en waar ik op hoopte gebeurde ook, namelijk 34-30?. Na de ruil vervolgde ik met (24-29), (13-18), (21,27), en (16×47) hetgeen voldoende was voor een gemakkelijke winst.” 

delft6

Hiermee was ons doel bereikt. Kampioen van de derde klasse! 

Eelco was nog aan het zwoegen om een punt want zoals gewoonlijk, ook bij het schaken, is het ragfijne veldenspel van onze captain geijkt op het behalen van een piepklein voordeeltje in het verre eindspel. Tegen de verwachting van menig toeschouwer in kwam dat voordeel pardoes op zet 47, typisch, toen zwart als eerste zijn kroonschijf speelde (3-9). 

delft4

Opeens heeft zwart problemen na 37-31! Cees had 17-21 moeten spelen om op tijd naar 26 te kunnen. In de diagramstand is 37-31 sterk vanwege de directe dreiging 33-28 en 17-21 is te laat. Zwart moet dus wel 27-32 spelen en kan dan niet verder komen aan die kant. Op zowel 16-21 als 17-21 volgt natuurlijk 31-27. Scan vindt het allemaal uiteindelijk wel meevallen, dus misschien hadden de heren gewoon meer gezien dan ik. 

De partijen zijn na te spelen op: https://toernooibase.kndb.nl/ 

Provinciale Clubcompetitie ZHDB 2021/2022, 3e klasse, ronde 7. 

delft5

Namens LDG 2 (Eelco Kuipers, Eric van ’t hof, Wim Zwinkels, Daan Binnendijk en Quirinius van Dorp) bedanken we het Leids Damgenootschap en de andere gastvrije damclubs die onze overstap naar de damwereld mogelijk maakten en dit jaar bijdroegen aan onze titel. 

De laatste ronde….

Namens André van der Kwartel!

… werd de spannendste van het seizoen. LDG moest spelen tegen kampioenskandidaat Haarlem. Velen van ons team hadden zich er al bij neergelegd dat LDG nog een promotie/degradatiewedstrijd zou moeten spelen. Teamleider Harry Dekker had met zijn vooruitziende blik al een extra versterkt team voor deze beslissende wedstrijd opgeroepen. Maar, zoals ik al eerder schreef, enkele LDG-ers beschikken over een grenzeloos optimisme en haalden herinneringen op aan die keer dat LDG als degradatiekandidaat verrassend won van kampioenskandidaat Den Haag. Dat wij allen intussen enkele tientallen jaren ouder zijn geworden en navenant minder sterk, werd in het perspectief van het grenzeloos optimisme even terzijde geschoven.

Hoe spannend het was en hoe geconcentreerd er gespeeld werd, bleek uit het feit dat na drieënhalf uur spelen nog geen enkele beslissing was gevallen. Best bijzonder in deze klasse. En de optimisten kregen gelijk. De Haarlemse Damclub werd met 9-7 verslagen, waardoor LDG als achtste eindigde. Een luxepositie die lange tijd onhaalbaar werd geacht.

Jack van der Plas opende de score met een gelijkwaardige remise. Er was één moment waar het zeer gewaardeerde analyseprogramma Kingsrow een kanttekening bij maakt.

laatste1

Jack van der Plas – Roberto Vesciano

Stand na de 27e zet van zwart.

Wit heeft licht voordeel. KR adviseert 38-33 en na (27-22×12), 33-28. In de partij speelde wit 39-33!? Dat gaf zwart de gelegenheid de bomzet uit te voeren met (24-30), enz. Toen de stofwolken waren opgetrokken, bleken er maar liefst 14 schijven van het bord verdwenen te zijn; van beide spelers zeven. Er bleef een gelijkwaardige en niet zo bijster interessante stand over.

Het einde van de partij is nog wel aardig om te laten zien.

laatste2

Jack van der Plas – Roberto Vesciano

Stand na de 48e zet van zwart.

De tempi zitten wit tegen. 36-31 (21-26). Nu zou direct 20-14 al remise geven, maar Jack doet het nog iets spannender: 33-28 (22×42), 20-14 (26×28), 14×3 en remise gegeven. Zwart gaat altijd een schijf verliezen.

De oplettende lezer zal hebben gezien dat wit in de diagramstand niet eerst 20-15 mag spelen wegens: (9-14), 36-31 (21-26) en nu verliest 15-10 wegens: (26×39), 10×17 (18-22), 17×28 (39-44).

Daarna kwam de eerste grote verrassing van de middag: Joop Burgerhout won van Mark Deurloo. Zonder ook maar iets aan de prestatie van Joop af te willen doen, kwam de partij op mij vooral over als een zelfmoordstrategie van Deurloo. Het leek wel alsof hij ten koste van alles een half open klassiek speltype op het bord wilde krijgen. Omdat Joop daar niet echt op in ging, kreeg Deurloo geen vat op de stelling en werd hij uiteindelijk kansloos weggespeeld.

Illustratief is het eerste moment waarbij KR een kanttekening plaatst.

laatste3

Mark Deurloo – Joop Burgerhout

Stand na de 24e zet van zwart.

Wit sloeg hier 43×34, waarna het verder ging met (13-19), 38-33 (18-23), 33-28 (8-13). Tot op dit moment heeft wit een behoorlijk nadelige stand, en na het gespeelde 30-25 (2-8), 34-30 taxeert KR de stand alsof zwart bijna een schijf voor staat. Vanaf dit punt ging het snel van kwaad tot erger.

Voor de diagramstand adviseert KR om 30×19 (13×24), 43×34. Wit kan dan nog binnen de remisegrenzen blijven.

Ik mocht zelf de stand op 5-1 brengen. Het was zo’n partij waarin je langzamerhand steeds beter en uiteindelijk gewonnen komt te staan en dan in het afspel geen foutje meer maakt. (Dit in tegenstelling tot wat mij helaas maar al te vaak is overkomen.) Geen spectaculair fragment uit deze partij, maar wel één plaatje, dat mij esthetisch zeer aanspreekt.

laatste4

André van der Kwartel – Paul Smit

Stand na de 41e zet van wit.

KR adviseert (13-18), 28-23 (11-17) en zwart heeft nog tegenspel. Zwart speelde echter (21-26?) dat niet alleen zijn stand verzwakt, maar mij bovendien de gelegenheid gaf om 32-27! Te spelen. Mijn tegenstander kon er ook wel om lachen. (“Let op kinders: geen gaten in je stand maken.”)

Vervolgens overkwam ons het drama van Harry Dekker. Voor de zoveelste keer verloor hij door tijdsoverschrijding. Toch een vreemd fenomeen in het Fischer-systeem, waarin je na iedere zet weer minstens één minuut denktijd hebt. Het lijkt alsof Harry zó geconcentreerd is op het spel, dat hij de klok eenvoudigweg vergeet. In dit geval was het extra dramatisch, want Harry ging in gewonnen positie door zijn klok.

laatste5

Marcel Kosters – Harry Dekker

Stand na de 45e zet van wit.

In deze stelling bereikte de klok de fatale stand 0.00.

KR geeft de volgende plausibele spelgang die rechtstreeks naar winst leidt: (11-16), 31-26 (4-10), 34-29 (23×34), 30×39 (10-15), 39-34 (24-29), 34×23 (18×38), 32×43 (12-18).

Dit alles slechts ter illustratie van het grote voordeel voor zwart. Maar in enorme tijdnood zou ik ook (23-29) acceptabel vinden. Je geeft dan wel al je voordeel weg, maar hebt zo maar twee minuten tegoed op de klok verdiend.

Rudi van Velzen bracht de stand op 6-4 door een knappe remise tegen Roel Janssen in een partij waarin op zijn zachtst gezegd sprake was van wisselende kansen. We beginnen op de 27e zet.

laatste6

Roel Janssen – Rudi van Velzen

39-34? (9-14?). Zwart had hier groot voordeel kunnen krijgen door: (8-12!). Bij wijze van voorbeeld twee varianten:

A) 28-22 (24-29), 33×24 (23-28), 32×14 (9×40), 45×34 (21×43), 49×38 (18×27) +1

B) 41-36 (12-17), 47-42 (17-22), 28×17 (11×31), 36×27 (24-29), 33×24 (6-11), 38-33 (23-28)

In de loop van de partij verkreeg de witspeler groot, zo niet winnend voordeel tot aan het volgende fragment.

laatste7

Roel Janssen – Rudi van Velzen

Stand na de 47e zet van zwart.

Grappig is dat de witspeler hier dezelfde zwakke zet speelt als in het eerdere diagram: 39-34? 30-25 zou ongetwijfeld tot winst hebben geleid. Alweer twee variantjes als onderbouwing:

A) (23-29), 28-23 (19×28), 32×34 (12-17), 39-33 (14-19), 27-21 (16×27), 34-29

B) (12-17), 48-42 (24-29), 39-33

Na 39-34 reageerde zwart niet goed. Hij had namelijk direct remise kunnen maken door: (24-29). Wat wit ook speelt, altijd kan zwart daarna (23-29) spelen met remise. Het aardigste voorbeeld is: 30-25 (29×40), 35×44 (23-29) en nu is 28-23 verhinderd wegens een dam op 49.

Het partijverloop vanuit de diagramstand was: 39-34 (23-29), 34×23 (18×29), 48-42?? De laatste fout van wit in de partij. Hij had 38-33 moeten ruilen en nog steeds gewonnen gestaan. Nu volgde: (14-20!), 30-25 (29-33), 25×23 (33×31). Tien zetten later werd remise overeen gekomen.

Na deze fraaie remise volgde de tweede tegenvaller van de middag: Hans Tangelder verloor, waardoor de stand op 6-6 kwam. Ook in dit geval was er sprake van een partij met wisselende kansen. Hans had in het middenspel groot voordeel kunnen krijgen, maar miste dat moment. Liep in een zetje en miste de mogelijkheid om direct daarna naar remise af te wikkelen. Vervolgens miste hij een winnende (!) voortzetting en overzag hij voor de tweede keer een remisewending. Genoeg te beleven dus. We beginnen met het zetje.

laatste8

Hans Tangelder – Dick Siegers

Stand na de 40e zet van zwart.

Wit speelde hier 39-34? Waarna volgde: (13-19), 24×13 (3-9), 13×4 (27-31), 4×27 (21×43), 40-35?? Hier miste wit een directe weerlegging van de doorbraak: 42-38 (43×32), 23-18. De finesse is dat (31-37) wordt weerlegd door 47-42! (36×38), 33×31.

Het verhaal gaat verder….

laatste9

Hans Tangelder – Dick Siegers

Stand na de 53e zet van wit.

Wit dreigt met 32-27 en zwart speelt daarom (18-12???). Wit is ongetwijfeld zó gericht op het bereiken van remise, dat hij de aangeboden winst niet ziet: 47-41!! (36×47), 32-27 (47x), 34-29 (x21), 16×8. Het doet mij denken aan het eindspelfragment tussen Koos van Amerongen en Jan van der Star uit de provinciale competitie. Ook daar werd een totaal onverwachte winstkans over het hoofd gezien. (Zie een van mijn eerdere bijdragen op deze website.)

Hoe dan ook, na (18-12) speelde wit 32-28 (12-3), 28-23? En met deze zet vergooit wit zijn laatste kans op remise, maar die is dan ook wel heel verrassend: 47-42!! Wat is er nu allemaal aan de hand:

· (16-21), 26×17 (3×30), 35×24 =

· (36-41), 42-37 (41×23), 29×18 =

· (14-20), 25×14 (3×23), 29×18 = of (3×19), 29-24 (19×30), 35×24 = Coup Turc!

· (3-9), 29-23 (36-41), 42-37 (41×32), 28×37 en dit houdt wit wel remise dank zij de vangstelling op zijn korte vleugel na bijvoorbeeld 34-30-24.

Ik sprak eerder over het grenzeloze optimisme van een aantal LDG-ers. Iemand die daar niet bij hoort is Hans Kreder. Hij is bij uitstek de realist die dan ook meestal gelijk krijgt. En laat nou juist Hans de doorslaggevende winstpartij op zijn naam schrijven!

Hans won in een aardig eindspel, maar had al twee keer eerder in de partij winnend voordeel kunnen behalen. Het eerste moment deed zich voor na de 38e zet van zwart.

laatste10

Hans Kreder – Peter Schipper

29-24 (21-26), 38-33? Een gemiste kans. Wit had hier winnend voordeel verkregen met 32-27! De zwarte stelling wordt als het ware ingesnoerd en de halve hekstelling op zwarts lange vleugel verzorgt virtueel een schijf voorsprong voor wit.

Het tweede moment is nog overtuigender

laatste11

Hans Kreder – Peter Schipper

Stand na de 50e zet van zwart.

Wit speelde hier 28-23×24, maar daarna houdt zwart een nog steeds verdedigbare stand over. Krachtiger zou zijn geweest het voor de hand liggende: 25-20 (14×25), 15-10. KR verklaart de stand gewonnen voor wit. (25-30) is verhinderd en op (13-19) speelt wit 28-23 (19×28), 10-5 en zwart kan de schijfjes wel in de doos gaan doen.

Het beslissende moment kwam op de 58e zet van zwart.

laatste12

Hans Kreder – Peter Schipper

Spelverloop: (31-37), 14-10 (25-30), 24×35 [Dit offer is gedwongen, want op (37-41) volgt 10-5 en de zwarte dam wordt opgepeuzeld.] (37-41), 10-4! [Zwart verliest nog twee schijven, want op (17-22) volgt 33-28 (22×42), 4×15.] (18-23), 4-10 (41-47), 10×6 en de rest was niet moeilijk meer.

Waarom noemde ik dit het beslissende moment in de partij? Omdat zwart na (31-36!!) nog steeds remise in handen heeft: 14-10 (18-23!), 10-5 [Wat anders?] (23-29) en remise.

De enige dissonant van de middag klonk in de partij van Hein van Winkel. Zijn tegenstander bleef doorspelen in een remisestand. Hein is een ervaren speler die de reglementen goed kent. Hij zorgde als minderheidspartij dat er een stand op het bord kwam van één dam met twee schijven tegen één dam. Vanaf dat moment speelde hij met die ene dam zorgvuldig om niet in valletjes te trappen en telde ondertussen de gespeelde zetten. Nadat hij zestien zetten gespeeld had claimde hij de remise. Precies zoals de reglementen dat bepalen. De beide teamleiders controleerden het aantal zetten en bepaalden daarna de uitslag op remise. Voor LDG het winnende punt, maar wel met een bijsmaak.

De reden dat de tegenstander van Hein in een remisestand bleef doorspelen, was waarschijnlijk te vinden in het bizarre partijverloop. Op de 39e zet gaf Hein zo maar een schijf weg. Het is mij onduidelijk welke vorm van damblindheid hier speelde. Hoe dan ook: op de 45e zet was de volgende stand ontstaan:

laatste13

Frans Elzenga – Hein van Winkel

Zwart staat totaal verloren, maar wit kwam op het rampzalige idee om 22-17??? te spelen. Natuurlijk volgde toen: (24-30), 35×24 (14-20), 25×14 (18-23), 28×8 (3×41). Vanaf dit moment duurde het nog dertig zetten voordat de remise werd vastgesteld.

Tot slot

De competitie 2021-2022 was een merkwaardig seizoen. De coronaperikelen verhinderden een normaal verloop. Misschien verklaart dat voor een deel de tegenstrijdige uitslagen die LDG als team heeft bereikt: winnen van de nummer twee, Haarlem, en met opvallend grote cijfers van 020 (11-5), maar dik verliezen van de nummer elf, Wageningen. Het heeft ons in sommige wedstrijden mee gezeten. In andere hadden we wellicht wat pech. Het was dus alles bij elkaar eigenlijk ook een heel gewoon seizoen.

De individuele scores kende enige verrassingen, zowel positief als negatief. Positief waren mijn positie als topscorer van het team met 15 uit 10 en de score van 10 uit 8 van Joop Burgerhout die deze score realiseerde met de hoogste tegenrating (1177). Negatief waren de onverwacht lage scores van Hans Tangelder (6 uit 10) en Harry Dekker (4 uit 11).

Zorgelijk was dat LDG tot twee keer toe met slechts zeven spelers uitkwam. Ik hoop dat in het volgende seizoen meer spelers bereid zijn als invaller aan de competitie mee te doen.

Paasdamtoernooi

Paastoernooi

Op donderdag 14 april organiseert het Leids Damgenootschap weer haar traditionele Paasdamtoernooi.

Op die avond worden meerdere korte dampartijen gespeeld. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat iedere deelnemer zo veel mogelijk speelt tegen spelers van ongeveer gelijke sterkte. Dus ook mensen die alleen maar thuis zo af en toe een potje dammen, kunnen gerust meedoen. Graag zelfs!

De deelname is gratis. Van tevoren aanmelden is niet nodig.

U wordt gevraagd om uiterlijk 19.45 uur aanwezig te zijn, zodat de dampartijen om 20.00 uur kunnen beginnen. Rond 22:30 wordt de eindstand opgemaakt. De wedstrijden worden gehouden in ons clublokaal in het Leids Denksportcentrum, Robijnstraat 4, Leiden

De zevende ronde…..

Uit de koker van André van der Kwartel

… was ten gevolge van de coronamaatregelen uitgesteld en werd verspeeld op 19 maart. LDG mocht aantreden tegen het tweede team van Damlust uit Gouda. Zoals verwacht kwamen wij met een ruime nederlaag terug naar Leiden. Extra zuur was, dat het achttal voor de tweede keer dit seizoen met maar zeven spelers aan de wedstrijd kon beginnen. Twee afzeggingen konden door teamleider Harry Dekker helaas met maar één invaller worden gecompenseerd. Het eerste bord werd vrij gelaten in de halfslachtige verwachting dat we dan misschien nog een kleine kans op één wedstrijdpunt zouden kunnen behalen. De uitslag 12-4 voor Damlust illustreert het grenzeloze optimisme dat LDG-ers gewoonlijk in huis hebben.

Heel even leek dat optimisme terecht. Hans Tangelder won zijn wedstrijd, waarmee de stand op 2-2 kwam en omdat dat al relatief vroeg in de wedstrijd gebeurde, leek nog van alles mogelijk.

damlust1

Hans Tangelder – Alex Bitter

Stand na de 31e zet van wit.

Als zwart hier (2×11) slaat kan hij de stand nog gelijk houden met na 32-27 (19-23×24). Zwart sloeg echter (12×1??). Wit miste (of negeerde??) nu het dammetje met 31-27 (22×31), 28-22 en speelde 32-27?? Het lijkt alsof zwart al zo ongeveer verloren staat, maar de definitieve fout van zwart kwam pas op de 36e zet

damlust2

Hans Tangelder – Alex Bitter

Zwart speelde hier (7-12) en ging na 32-28 snel van het bord af. KR geeft aan dat zwart de schade nog aanzienlijk had kunnen beperken door: (8-13), 32-28 (13-19). De actie met 37-32 enz. stelt nu niet zo veel voor, omdat zwart ook doorbreekt naar dam.

Ook deze keer roemde Kingsrow het degelijke spel van Hans Kreder door geen enkele kanttekening bij zijn partij te plaatsen, waarmee de stand op 3-3 kwam. Vanaf dat moment werd duidelijk dat het optimisme van sommige LDG-ers onterecht was. Drie opeenvolgende nederlagen brachten de stand op 9-3 voor Damlust, waarmee de nederlaag van het team als geheel een feit werd.

De eerste nederlaag kwam op naam van Jack van der Plas. Henk van Klaveren bleek een maatje te groot, maar toch had Jack tot laat in de partij nog remise in handen. Eerst laat ik echter een fragment vroeger in de partij zien, dat niet zo veel om het lijf heeft, maar te aardig is om niet mee te nemen.

dammlust3

Jack van der Plas – Henk van Klaveren

Stand na de 22e zet van zwart.

Jack speelde hier 41-36, maar KR tovert een verrassend zetje tevoorschijn: 27-22 (11×31), 25-20 (14×25), 33-29 (24×22), 32-27 (21×32), 38×7 (1×12), 35-30 (25×34), 40×7. De dam zal voor min of meer gelijk spel worden afgenomen. Tegen een (veel) sterker tegenstander toch altijd een optie om zo’n zetje mee te nemen.

Jack hield de partij langdurig binnen de remisemarges, maar ging op de 52e zet in de fout.

damlust4

Jack van der Plas – Henk van Klaveren

Wit speelde 21-16, waarna de partij volgens KR in alle varianten verloren is. Een meer actieve verdediging had nog remise kunnen brengen. KR geeft de volgende hoofdvariant: 31-27 (30-35), 28-22 (18-23), 22-17 (3-8), 21-16 (34-40), 27-21 (40-45), 16-11 (45-50), 21-16 (50×39), 11-6 (39×11), 16×7 (1×12), 6-1 met remise.

Vervolgens verloor invaller Dick den Ouden. Hij wilde zijn partij zo snel mogelijk vergeten en dat was terecht. Hij werd min of meer kansloos weggespeeld. Ik laat er dan ook geen fragment uit zien.

De derde nederlaag kwam op naam van Peter van den Berg. In zekere zin een dramatische nederlaag: niet alleen had hij heel lang uitzicht op remise, maar in het middenspel heeft Peter waarschijnlijk een winnende voortzetting gemist.

damlust5

Peter van den Berg – Henk Meester

Stand na de 19e zet van wit.

De zwartspeler begaat hier een positionele blunder van jewelste: (3-8??). Maar wit profiteert niet: 37-32?? Wit had hier schijfwinst kunnen bereiken door: 29-24 (19×30), 35×24. Zwart heeft vier aanvallers voor de voorpost, maar wit heeft vier verdedigers. Na (15-20) speelt wit 33-29 en daarna eventueel nog 37-32. De zwarte stand komt nergens meer. Na 29-24×24 speelt KR dan ook direct (22-28×28) met schijfwinst voor wit.

Peter hield de partij nog heel lang remise, hoewel hij het zichzelf wel steeds moeilijker maakte. De definitieve fout kwam op de 59e zet.

damlust6

Peter van den Berg – Henk Meester

In de partij speelde wit 33-29?? (50×36), 15-10?? (18-23) en wit gaf op.

In de diagramstelling heeft wit nog steeds remise in handen met: 27-21 (17×26), 33-29 (50x), 15-10. Het is niet duidelijk hoe zwart het verlies van een schijf kan voorkomen.

Zelf mocht ik de reeks nederlagen onderbreken met een remise, maar eigenlijk had ik moeten winnen. Op de 14e zet deed zich een bijzonder fragment voor:

damlust7

Peter van Eck – André van der Kwartel

In de partij werd gespeeld: 27×18 (17-21), enz. Na afloop van de partij gaf Hans Kreder aan dat er een dam voor wit in zit als wit 29×18 slaat. Peter van Eck en ik ontkenden dat, maar Hans had wel degelijk gelijk: 29×18 (22×13), 26-21 (17×37), 27-21 (16×27), 38-32 (27×29), 34×5. Tot mijn gemoedsrust blijkt de dam voor gelijk spel te kunnen worden afgepakt: (37-41), 46×37 (11-17), 5-32 (13-18) en de dam wordt altijd gevangen.

De ontwikkelingen in het middenspel verliepen bevredigend voor mij en ik kwam gewonnen te staan, maar de klok begon een woordje mee te spelen.

damlust8

Peter van Eck – André van der Kwartel

Stand na de 53e zet van wit.

Volgens KR is dit het eerste moment dat ik de winst mis: KR adviseert (28-32), 41-37 enz. Maar ik wilde de zwarte formatie juist in stand houden, omdat daarmee een doorbraak van wit wordt verhinderd. Bijvoorbeeld: (9-13), 41-37 (13-19), 36-31 (27×36), 26-21 (22-27), 21×32 (36-41). Maar ik overschat de kracht op mijn lange vleugel en mis een remise-actie van wit. Spelverloop vanuit de diagramstand: (9-13?), 34-30? [ Volgens KR had hier 41-37 gemoeten.] (13-19?) [Alweer was (28-32) beter geweest, hoewel nu minder overtuigend dan een zet geleden.] 30-25? [Weer had 41-37 gemoeten.] (23-29?) [ Alweer had (28-32) gemoeten voor de winst.] 41-37! De nu komende remise-actie heb ik totaal gemist: (29-33), 26-21! (27×16), 37-32! (28×37), 39×17. Even dacht ik nog dat ik na het offer (16-21) en dam halen een standaard gewonnen eindspel op het bord kon krijgen, maar de extra schijven op mijn lange vleugel voorkomen dat.

In het oude systeem met een uur bedenktijd na de vijftigste zet, zou ik dit eindspel vermoedelijk wel hebben gewonnen, maar we moeten het doen met wat we nu hebben.

De wedstrijd werd afgesloten met verlies van Harry Dekker. Pas heel laat komt KR met zijn eerste suggestie voor verbetering, maar het betreft een niet zo voor de hand liggende zet. En er van uitgaande dat de tijdnood op dat moment al heerste, is het niet zo verrassend, dat Harry de beste verdediging miste.

damlust9

Arie van der Knaap – Harry Dekker

Stand na de 53e zet van wit.

(12-17). Zeker in tijdnood een voor de hand liggende zet, maar hij maakt de remise wel moeilijker. 14-10 (16-21) en na dit offer is de stand verloren voor zwart. (18-22) en (28-32) hadden meer verdediging gegeven, maar ik denk dat zwart het toch wel heel moeilijk zou hebben gekregen.

Terug naar het diagram. De veiligste weg naar remise was hier directe actie: (16-21), 27×16 (28-32), 37×28 (26×37). Geen tijdverlies om naar dam te gaan. De witte schijven staan zo kwetsbaar dat een actieve dam er zeker wel twee kan oppeuzelen.