Archive for 31/07/2021

Hans Jansen

Geschreven door Evert Dollekamp!

Compromisloos spel. Dat is Hans Jansen ten voeten uit. Tegen Jan en alleman gaat Hans voor de winst. Zijn stijl is ongeëvenaard. Zelfs grootmeesters spelen tegen hem met de voet op de rem. Niet voor niets vier maal kampioen van Nederland. Het had zelfs vijf keer kunnen zijn als hij de loting tegen Harm Wiersma winnend had afgesloten. Het jaar weet ik niet meer, maar kennelijk vond de KNDB het nodig dit middel in te zetten om het NK te beslechten.

De stijl van Hans Jansen laat zich moeilijk beschrijven. Een sluipmoordenaar, misschien komt dat nog het beste in de buurt. Gepaard aan een feilloze techniek weet hij met fijne zetjes de tegenstander in verwarring te brengen. Daarbij gaat hij soms tot het gaatje. Waar een ander allang zou zijn afgehaakt, weet hij de spanningen tot op het laatst te handhaven. Natuurlijk ging het wel eens mis, maar de echte grootmeester ligt daar niet wakker van. Hij neemt zijn verlies als een man. En acteert als Evert Bronstring toen zijn vrouw Wobien vroeg hoe het vandaag was gegaan. ‘Het is goed gegaan Wobien. Ik heb vandaag omsingeld!’ Zo is Hans ook: de strategie is oppermachtig aan het resultaat.

Hans ken ik al heel lang. Toen we beiden nog in Groningen woonden, speelden wij onze eerste partij. Ik won nota bene door een zetje, Hans’ handelsmerk. De toon was gezet voor een jarenlange terreur. In zeven ontmoetingen haalde Hans drie remises en beet vier maal in het stof. Dat was natuurlijk ook wel een beetje mijn verdienste, maar de oorzaak was toch vooral dat ik Hans nooit begreep. Zoals de rechtsback van het vierde Johan Cruyff moeiteloos aan banden legde, boekte ik de ene overwinning na de andere. Maar goed: zo heeft iedereen zijn Angstgegner.

Hans en ik waren jarenlang teamgenoot bij het Drents Tiental. Slopend. Niet de wedstrijden, maar de tochten van Amsterdam naar Hijken. Hans reed met mij mee en zat twee uur op de praatstoel. Een enkele keer lukte het me mee te lullen, maar meestal was hij onnavolgbaar met zijn theorieën zodat ik vaak met een lelijke hoofdpijn arriveerde. Toch een onvergetelijke herinnering toen ik op een avond met Hans onderweg was naar Leeuwarden waar hij een partij vooruit moest spelen voor de Nationale Competitie:

Onderweg naar Leeuwarden

Leeuwarden, nog 36 kilometer. Op pad met Hans Jansen. Plots klinkt het: ’Wist jij dat 36 een heel bijzonder getal is?’ Ik kom niet verder dan 6 kwadraat. Het is volgens Hans echter ook een zogenaamd driehoeksgetal: 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 + 7 + 8. Hans krijgt van mij de opdracht mijn geboortejaar 1959 te herleiden tot 36, nadat ik hem al heb verteld dat ik op 6-3 precies 36 ben geworden. Het is vervolgens tien minuten stil in de auto. ‘Ik heb er wel een andere formule voor’ klinkt het dan. ‘Met grondtal 7’. Een uitleg van de formule volgt. Elk oneven getal is te herleiden tot de som van een bepaald aantal tweevouden van oneven getallen verhoogd of verlaagd met 1, te beginnen bij 1. Je hebt er niks aan verder, maar het is mooi gevonden. ‘Even kijken. 1959. Dat wordt dan plus, plus, plus, plus, min, plus, min, min, plus, plus!’ Leeuwarden nog 15 kilometer. Even doorzetten, dan haal ik het net. Uitwerking:

2×1+1=3, 2×3+1=7, 2×7+1=15, 2×15+1=31,

2×31-1=61, 2×61+1=123, 2×123-1=245,

2×245-1=489, 2×489+1=979, 2×979+1=1959.

Dat Hans echter zijn dag niet heeft, ontdek ik opvolgende zondagochtend. Bij het prutsen aan de formule kom ik tot de ontdekking dat in 1959 een prachtige 36 zit verstopt, ontroerend door zijn eenvoud. Gewoon het verschil tussen de vermenigvuldiging van het tweede en derde cijfer en de vermenigvuldiging van het eerste en vierde cijfer: (9×5)-(1×9)=36! Ook realiseer ik me pas daags na de wedstrijd dat in mijn partij aan de overzijde wordt geblunderd één zet nadat veld 36 is ontruimd. En Hans haalt paaltje 3 na 6 rondes door tegenstander Taeke Kooistra als het ware naar veld 36 te zuigen. Om 3 voor 6 worden de handen geschud. En voor mezelf is het zege nummer 3. Ook 6 keer meegedaan. Zo, nu houd ik op, het is ten slotte al weer 22.36. Tijd voor 0.36 liter bier.

Je kunt niet zonder risico spelen en toch veel kansen creëren

NK 1982 – Interview met Hans Jansen

Door Hielke Hylkema

Hans Jansen, 25 jaar, internationaal meester, lid van de Moon-beweging, in 1979 kampioen van Nederland.

Je hebt de afgelopen tijd natuurlijk heel weinig aan dammen gedaan…

Ja. Ik ben er innerlijk volledig mee verbonden, maar ik heb geen schijf aangeraakt.

Sinds het vorig kampioenschap?

Nou, ik heb enige partijtjes gespeeld met een paar Japanners in Duitsland. Dat moet ik eerlijk zeggen. Ik heb ook met wat Afrikanen gespeeld in München, maar alleen om die mensen een beetje bezig te houden.

Je hebt het Drents Tiental ernstig teleurgesteld door niet te komen opdagen.

Ik weet het, ik weet het. Ik heb er ook geen excuus voor. Ik accepteer de straf – wat het ook mag zijn: levenslang of zo… Kijk, ik kan wel zeggen waarom dat zo ging, maar ik heb er een eeuwigheid voor nodig om dat uit te leggen.

Ja, dat is binnen dit tijdsbestek niet haalbaar… (Het was namelijk tien minuten voor de voor aanvang van de vierde ronde)

Ik wil het ook helemaal niet rechtvaardigen, want het is gewoon stom van mij geweest.

Is er nog verschil met het kampioenschap hier? Ik bedoel: niemand verwacht je nog toen je een uur voor tijd binnenkwam en zei je: ‘Ik had toch gezegd dat ik kwam!’ Maar dat had je ook tegen ons gezegd.

Precies. Dat is een heel moeilijk punt…(pauze) Nou kijk, ik zal het uitleggen. Het was wel mijn plan om mijn afspraken na te komen. Maar soms heb ik twee afspraken lopen… net als in een agenda weet je wel… Je zegt bijvoorbeeld: ‘Op die en die datum kom ik.’ Een andere afspraak maak ik niet zo exact. Ik zeg: ‘Nou, als je me nodig hebt, dan kom ik.’ Dus…

Ja, dat begrijp ik. Maar dat je dan helemaal niets meer van je laat horen. Dat heeft natuurlijk niet zoveel met samenlopende afspraken te maken…

Ik heb toen gedacht dat jullie wel een oplossing zouden hebben. Maar dat is inderdaad heel stom (pauze)

Ja, Iets anders: hoe speel je op dit ogenblik?

Mijn zwakke punt is dat ik nog steeds niet exact genoeg ben. Ik voel me wel exact hoor… vrij redelijk exact, maar nog niet zo exact als ik me zou hebben voorbereid. Ik speel de openingen vrij snel – resoluut – met nadruk op het middenspel. Ja, gisteren heb ik de zaak zitten verpest hè? Nou kijk – ik kan kiezen. Als ik wil kan ik natuurlijk ook dat spelen wat het minst gevaarlijk is. Maar wat ik gister speelde…

Daar heb je gewoon lol in…

Natuurlijk. Maar kijk: bij dammen heb je vaak twee mogelijkheden. Je hebt een spelgenre dat echt kansen geeft, maar dat ook gevaarlijk is… maar dat geeft ook echt kansen en dat blijkt ook weer achteraf – ik heb echt goede winstkansen gehad. Of je kiest iets vanuit een instelling van… nou ja, dat je iets niet vertrouwt weet je wel… Maar dan treedt toch vaak het effect op dat datgene wat voordeel leek, toch bij lange na niet genoeg is voor de winst.

Als de ander op de hoogte is van de gebruikelijke gang van zaken, kan hij vaak het nadeel tot een minimum reduceren…

Precies. En kijk: dat treedt vaak op. En dan kies ik bewust. De mensen denken dat ik het gewoon leuk wil maken, maar ik heb het gespeeld omdat ik weet dat dat de meeste kansen geeft… objectief het beste is. Ik weet dat het gevaarlijk is, maar ik ga niet met mijn leven spelen, Ik ga niet onder de guillotine liggen.

Nee… je hebt gelijk.

Kijk, en dan snap ik het niet… Veel mensen kijken dan haast laatdunkend op me neer. Zo van: kan die jongen niet eens een beetje verstandig zijn. In plaats van blij te zijn dat ik een interessante partij speel! Dan zegt men wel: ‘Ja, je had een leuke partij hè. Maar waarom moest je nou zoveel risico nemen…’ En dat snap ik dus niet. Je kunt niet zonder risico spelen en toch veel kansen creëren. Je kunt wel kansen creëren, maar die zijn vaak van het kaliber dat je tegenstander nog net remise kan maken. En dat moet je gewoon heel goed beseffen. Daarom kies kies ik voor het ene, met het gevaar dat ik verlies en dat is dan mijn zwakheid. Ik daag in feite mijn eigen zwakheid uit. De variant was gewoon aanwezig. Voor mij was er de mogelijkheid om er wat van te maken. Dat moet Jannes je maar eens laten zien. Dat is werkelijk zeer interessant.

Je moet weg Hans. De ronde is al begonnen.

Nee, maar dat kan je geest ontzettend aantasten… Dat er mensen in de krant schrijven die dat gewoon niet doorzien weet je wel… En dan zeggen ze dat ik van het bord ben gezet of dat ik me van het bord heb laten zetten. Dat treft me ontzettend.

Sijbrands schrijft vanmorgen: ‘De slotstand spreekt voor zich.’

Ja kijk… dat is gewoon onwetendheid. Nee… ik word echt agressief hoor, ik word echt agressief.

Heeft Sijbrands iets tegen je?

Nee. Hij bedoeld het misschien niet zo kwaad, maar ik word er wel kwaad om.

Hans lacht en staat op. Hij pakt de Volkskrant en leest voor:

‘Clerc maakt weer indruk.’ Nou, we gaan hem inmaken!

En Hans verdwijnt naar de speelzaal.

Jack van der Plas – Joop Burgerhout

Een bijdrage uit de zomercompetitie van Joop Burgerhout!

Joop belde mij zaterdagochtend op om te vertellen dat er enkele fraaie mogelijkheden waren in zijn partij tegen Jack van der Plas, vanuit de zomercompetitie. Veel kwam er echter niet terecht van het telefoongesprek, aangezien mijn “broertjes” de telefoon overnamen, en er een amusante conversatie ontstond. Joop was zo aardig om de volgende fragmenten door te sturen voor op de website. Hierbij hemzelf aan het woord:

JackJoop

Dit is de stand na 22. 46-41. De volgende variant werd berekend: 22. … 4-9; 23. 36-31 1-7; 24. 41-36 en er is een leuk combinatief standje ontstaan.

JackJoop2

Op 24. … 11-16 zou volgen 25. 27-22 18×29; 26. 34×23 19×28; 27. 39-34 30×39; 28. 44×2. En op 24. … 19-23 volgt 25. 33-28 en dan is sluiten met 25. … 14-19 niet goed wegens de Haarlemmer; en sluiten met 25. … 13-19 is niet juist wegens 26. 39-33 30×39; 27. 27-22 18×29; 28. 44×4 (deze variant werd thuis ontdekt).

JackJoop3

Enige zetten later werd een combinatie gemist: Na 25. 48-42 was een mooie combinatie mogelijk. De computer zag het direct! 25. … 23-28; 26. 32×23 17-21; 27. 26×17 12×32; 28. 23×3 13-18; 29. 37×28 18-22; 30. 28×17 9-13; 31. 15×33 30×46. Een fraai geheel!

EVERT BRONSTRING: NK 1976

Geschreven door André van der Kwartel. Dank!

In 1975 speelde Evert niet mee in de finale van het NK, hoewel hij in dat jaar in zijn halve finale groep als eerste was geëindigd. Ik weet niet wat de reden van zijn afwezigheid was, maar informatie hierover is welkom. In ieder geval verklaart dit waarom Evert altijd zei dat hij vijftien keer de finale van het NK had bereikt en in TurboDambase “maar” veertien deelnames van hem aan het NK zijn opgenomen. Hoe dan ook, Evert was er bij de finale van het NK 1976 weer wel bij. Hij werd vijfde van de twaalf deelnemers.

In de eerste ronde mocht Evert aantreden tegen Frans Hermelink. Het werd remise, maar hij had die partij wel drie keer kunnen winnen. Kijk mee en verbaas je met mij over de fouten die beide spelers maakten.

F. Hermelink – E. Bronstring

E_1976_1

Stand na de 35e zet van wit.

Het is duidelijk dat zwart het beste van het spel heeft. In feite ligt de schijfwinst voor het oprapen. Spelverloop: (24-29), 37-32?? [Wit gaat een schijf verliezen, maar had beter 43-38 kunnen spelen.] (29×18???) [Ongelooflijk: beide spelers overzien het toch niet zo moeilijke (29×40), 35×44 (12-18), 23×21 (16×40). Maar het wordt nog erger.] 39-33 (2-8), 43-38 (17-22), 28×17 (12×21), 32-28 (1-7), 31-26?? (18-22???) [Voor de tweede keer overzien beide spelers een eenvoudige combinatie: (8-13), 26×17 (7-12), 17×19 (14×43).]

Dit fragment speelt zich af in een tijd waarin vijftig zetten in twee uur moesten worden gespeeld. Tijdnood was een veel voorkomend verschijnsel. Maar hier ging het om de fase tussen de 35e en 41e zet.

In de tweede ronde speelde Evert tegen Johan Capelle. Ook in deze partij miste Evert een kansrijke – mogelijk winnende – voortzetting.

J. Capelle – E. Bronstring

E_1976_2

Stand na de 36e zet van zwart.

In de stand van het diagram moet wit onverwijld de verdediging op zijn lange vleugel organiseren: 48-43 (17-22), 29-24 (22×31), 36×27 (6-11), 33-28 (11-17), 43-38 en wit is precies op tijd. In de partij werd 29-24 gespeeld. Zwart reageerde met (4-10), maar had op zijn beurt onmiddellijk actie moeten nemen met (6-11). Er dreigt dan (13-19) en wit kan een doorslaande aanval op zijn lange vleugel niet meer verhinderen. Bijvoorbeeld: 24-20 (17-22), 20-15A (22×31), 36×27 (11-17).

A) of 36-31 (22-28).

Na een gelijkwaardige remise tegen Hans Jansen in de derde ronde, speelde Evert in de vierde ronde tegen Harm Wiersma. Het werd vanuit de Keller-opening een fraaie aanvalspartij van Evert, maar helaas liet hij in het eindspel zijn tegenstander ontsnappen.

H. Wiersma – E. Bronstring

E_1976_3

Stand na de 61e zet van wit.

Ik geef eerst het partijverloop: (13-19?), 17-12 (9-13), 12-7 (23-28), 7-2 (28-32) en nu volgde verrassend: 2-16 (32-37), 20-14! (19×10), 16-27 en remise overeengekomen.

In de diagramstand had zwart naar winst kunnen spelen met (23-28!). Dit voorkomt 20-14×14 wegens (13-19). Overigens werkt (23-29) ook uitstekend. In beide gevallen neemt zwart de lange lijn in bezit en de rest is een kwestie van techniek.

In de vijfde ronde kwam Evert goed weg met remise tegen Pieter Bergsma. Dat overkwam hem ook in de zesde ronde tegen Ad van Tilborg, maar in die partij was duidelijker aan te geven waar de winst werd gemist.

A. van Tilborg – E. Bronstring

E_1976_4

Stand na de 40e zet van zwart.

Wit speelde hier 28-22? En na (20-25) enz. liep de stand remise. Dat is wel te begrijpen omdat na deze ruil de schijvenverhouding op beide vleugels in evenwicht is. Wit had een gewonnen stand kunnen verkrijgen door: 44-39 (20-25), 39×30 (25×34), 21-17! En zwart doet niets tegen de doorbraak 27-22 en 17-12.

Wit kan in de diagramstand niet onmiddellijk 21-17 spelen, want dan kan zwart antwoorden met (1-7). Er dreigt (7-11) en 17-12 wordt weerlegd door (10-14), 12×1 (6-11), 1×23 (29×18), 40×29 (24×31) 26×37 en zwart houdt zelfs een nog wat betere stelling over.

Na een gestroomlijnde overwinning op Anton van de Meerendonk in de zevende ronde volgde in de achtste ronde een fraaie overwinning op Cees Varkevisser. De onderstaande stand is beroemd geworden:

C. Varkevisser – E. Bronstring

E_1976_5

Stand na de 23e zet van zwart.

27-21?? (16×27), 31×22 (13-18!!), 22×13 (10-15!!). Door de ongelukkige opstelling van zijn korte vleugel kan de witspeler niets uitrichten tegen (3-9) met schijfwinst voor zwart.

Twee overwinningen op rij, maar zoals zo vaak in de carrière van Evert volgde er weer een schlemielige verliespartij. En het maakt niet uit dat dat tegen Rob Clerc gebeurde.

E. Bronstring – R. Clerc

E_1976_6

Stand na de 13e zet van zwart.

37-31?? En opgegeven. Er zou gevolgd zijn: (24-30), 35×24 (13-19), 24×4 (14-20), 4×22 (17×46).

In de tiende ronde verloor Evert van Jeroen Goudt in een partij waarin Evert lange tijd het beste van het spel had, maar dat niet kon vasthouden. Het voordeel sloeg om en Evert verloor kansloos. In de elfde ronde speelde Evert remise tegen Jan de Ruiter in een partij waarover geen bijzonderheden te melden zijn.

Toegift

Ik wil nog even terugkomen op de vorige – zoals gebruikelijk weer zeer lezenswaardige – bijdrage van Evert Dollekamp. Over de onderstaande stand schrijft hij over Herman van Westerloo: “Na liefst zeven uur spelen grijpt hij zijn kans en verliest alsnog een pot-remise stelling.” Ik wil natuurlijk een prachtige anekdote niet verstieren, maar Kingsrow geeft toch echt aan dat deze stand pot-verloren is voor wit. Sterker nog: het eindspel stond al veertien zetten eerder verloren voor wit.

H. van Westerloo – P. Hoopman

E_1976_7

Na 17-8?? Volgde (36-41), enz.

Vanuit de diagramstand is de strategie voor zwart duidelijk. Hij wint eerst de schijf op 20 en vervolgens brengt hij zorgvuldig schijf 26 naar 46. Met drie dammen op het bord is de winst relatief eenvoudig.

Koos van Amerongen aan de leiding in zomercompetitie LDG

Hans Tangelder

Na de eerste 6 ronden van de zomercompetitie is de stand

Stand zomercompetitie 1707

Koos van Amerongen gaat in het algemene klassement aan de leiding, in het ratingklassement tot en met 1150 staat Dick den Ouden op de eerste plaats, en hij staat ook eerste in het ratingklassement tot en met 1000, gevolgd Peter van de Berg op de tweede plaats.

Naast de prijzen voor het algemene klassement en de rating klassementen wordt er gespeeld om de middenmoter prijs, de prijs voor de grootste opwaartse rating overwinning en de prijs voor het mooiste fragment.

In deze stand zijn Rudi van Velzen en Edwin van Hofwegen niet opgenomen in de ranglijst omdat ze maar 1 wedstrijd gespeeld hebben. De middenmoter is dus nu Arjen de Mooij met 5 spelers voor hem in de ranglijst en 5 spelers achter hem in de ranglijst. De middenmoter prijs zal aan het eind van het toernooi worden toegekend, aan de hand van de definitieve ranglijst, waarin spelers worden opgenomen die tenminste 5 wedstrijden hebben gespeeld.

Tot nu toe is de grootse opwaartse rating overwinning geboekt door Gé Berbee in zijn partij tegen Dick den Ouden met 27 opwaartse ratingpunten.

Het eerste fragment ingezonden voor de prijs voor het mooiste fragment is de verrassende afwikkeling waarmee Hans Tangelder Maurits Meijer wist te verschalken

MMHT

Maurits Meijer – Hans Tangelder: Stelling na 22. 43-38.

Na 22. 17-22 dacht Maurits een winnende doorbraak te nemen met 32-28, 23×43, 49×38, 21×43, 42-38, 43×32, 37×6. Maar na 23.32-28? sloeg zwart 21×43! En na 24.28×6 (meerslag) 2-7 25.49×38 15-20 26.24×15 25-30 27.34×25 23×32 28.37×28 26-31 29.36×27 7-11 30.6×17 12×23 had zwart een fraaie stelling, die hij in winst wist om te zetten.

Herman van Westerloo

Evert Dollekamp

Na vijf ronden WK ben ik er mee opgehouden. Best wel interessante partijen zaten er tussen. Maar als alles remise wordt, dan is er natuurlijk geen reet aan. Uiteraard volg ik wie kampioen gaat worden vanwege mijn historische (clubver)band met Roel Boomstra en Wouter Sipma, maar voor mij is de lol er al weer vanaf. Beter is het de vrouwen te volgen. Elke ronde bloed aan de paal en de winstpartijen vliegen je om de de oren. Dat is mede te danken aan de Amerikaanse deelneemster Lublyana Turiy, die na tien ronden elke partij tot nu toe gestroomlijnd weet te verliezen, zodat een familiaire band met Don Kandane en de Oostenrijkse meester Feldl (zonnebril!) mag worden verondersteld.

Zelfs het aspirantenkampioenschap van Nederland is beter te pruimen. Soms vijf winstpartijen op tien deelnemers! Omdat ik aan het eerste NK in 1974 heb deelgenomen (als gedeeld tweede geëindigd voor onder andere Tjeerd Harmsma, vader van) volg ik de aspirantjes al jaren op de voet. Het is leuk om sommige talentjes te zien spelen en te zien groeien. Hoewel het jammer is dat sommigen al snel geleerd wordt snel naar 30, 27 danwel 21, 24 te ruilen nog voor er een half uur gespeeld is. De regering zou hier moeten ingrijpen.

Dood of de gladiolen is aan de hedendaagse jeugd helaas niet meer besteed. Om een partij te winnen moet je tegenwoordig bloed aan de palen! Gelukkig hebben we dan altijd Herman van Westerloo nog. Ik heb hem werkelijk waar nog nooit op een saaie partijtje kunnen betrappen.

Compromisloos spel. Dat is Herman van Westerloo ten voeten uit. Ik moet eerlijk zeggen dat ik er jaloers op ben. Tegen Jan en alleman spannende standen. Hoe krijg je het voor elkaar. Verpletterende overwinningen gaan gepaard met de meest verschrikkelijke nederlagen (familie van Hans Tangelder?). Ik denk dat Herman veel plezier beleeft aan zijn partijen, meer dan ik in ieder geval. In een antiek verleden hebben Herman en ik vele malen tegen elkaar gespeeld. Vreemd genoeg werd het altijd remise, want aan de partijen was dit niet af te zien.

Ooit schreef ik het luchtige Groeten uit de Provence, met Herman als onvermijdelijk onderwerp:

Aan mijn broerste broer: De Telegraph en De Galibier beklommen met fiets! (achterin). Wat is dat hoog ja!

Aan mijn bourgondische broer: Als ze mij eten brengen, zeggen ze steeds dat het goede apetiet is. Toch smaakt het steeds weer anders.

Aan mevrouw Dollekamp: Vanwege de spijsvertering zit ik nu lekker te ruften achter de tent. En nu schijnen mijn buren morgen te vertrekken.

Aan Gerard: Als je hier wilt kamperen, moet je soms wild kamperen. Plotseling vraag je jezelf dan af of hier nog beren voorkomen. Geen oog dicht gedaan.

Aan Harrie Spaling: Gelukkig ben ik mijn dambordje vergeten. Want wie tijdens de vakantie traint, is het hele seizoen moe.

Aan Rini Wagtmans: Ook zo’n last van je voeten gehad toen je destijds in den afzink door de remmen ging?

Aan Herman van Westerloo: Bij een onherbergzaam landschap moet ik altijd aan jouw standen denken.

Aan Erik Breukink: Je moet maar zo denken: er zijn ook nog mensen die er zelfs moeite mee hebben met een auto de Galibier op te komen.

Aan kandidaat-sponsor Kips: Moet er nu iemand met worstvingers aan het eerste bord?

Dit even terzijde.

In 1974 was Herman behalve deelnemer aan het NK de (mede)auteur van het toernooiboek wat over het kampioenschap werd geschreven. Verslagen, interviews, een zeer leesbaar boek. Het bewijst maar dat Herman ook goed met de pen is, gelukkig ook regelmatig een scherpe pen. Want er is te weinig reuring in de zogenaamde damwereld.

Naast dit boek leeft Herman zich uit in zijn magazine Hoofdlijn, de opvolger van De Brouwerij, ook van zijn hand. Er zijn vele periodieken verschenen in de loop der jaren, maar Herman is een van de weinigen die het nog steeds vol weet te houden. Rijk wordt hij er natuurlijk niet van, zodat het te meer bewonderenswaardig is dat hij Hoofdlijn weet vol te houden. Overigens geen blad voor mij, teveel techniek naar mijn smaak. Maar er zijn vast velen die dit wel weten te waarderen.

Niet zo lang geleden had ik Herman aan de telefoon. Of ik zijn recensie destijds van het zondags moe-boek mocht overnemen in het komend meesterwerk ‘En nu zet je die dam aan de kant, ik wil er langs!!’ Het mocht:

Boekbespreking

Hoofdlijn nummer 148 – 17 augustus 2010

Herman van Westerloo

Tijdens het onlangs in Den Haag georganiseerde toernooi ontwaarde ik Evert Dollekamp onder de toeschouwers. Ik had hem lang niet meer gezien en stelde het wel op prijs hem weer eens te ontmoeten. Het door hem onlangs gepubliceerde boekje ‘Wie door de week traint is ‘s zondags moe’ kwam ter sprake en hij gaf mij een exemplaar zonder de eis te stellen dat ik het in Hoofdlijn zou bespreken.

Het boekje (iets meer dan 200 pagina’s) las makkelijk en bevatte heel veel door Evert al eerder geschreven stukjes, waarvan veel voor zijn huidige club Hijken DTC. Vaak met veel humor geschreven, althans ik heb veel gelachen, en kort – niet meer dan twee pagina’s per stukje en vaak minder.

Veel gebeurtenissen in de damwereld die hij tegenkwam of ondervond werden besproken en daaronder natuurlijk ook belangrijke onderwerpen: de Pyramide van Drenth, de Delftse Telling, Evert Bronstring en Harrie Spaling. De laatstgenoemde persoon ken ik niet, maar aan hem schijnt de titel van het boek te zijn toegeschreven.

Voor mij het boek werd overhandigd vertrouwde Evert mij toe dat ik zonder problemen al het technisch nieuws uit boek zou mogen overnemen voor Hoofdlijn. Toen ik het boek gelezen had kwam ik tot de ontdekking dat er geen technisch nieuws in te vinden was. Ik was eerst teleurgesteld maar later begreep ik dat er in de tekst hier en daar wel naar technisch nieuws verwezen werd en ik besloot daar dan gebruik te maken in deze boekbespreking.

In het stukje Drama in Zwolle werd een partij van mij, gespeeld voor de Halve Finale van het Kampioenschap van Nederland op zijn juiste waarde geschat. Evert aan het woord: ‘(…) Onbetwist hoogtepunt van de slotronde is echter het optreden van Herman van Westerloo. Bij remise tegen Peter Hoopman is plaatsing een feit, maar Van Westerloo’s behandeling van een houdbaar eindspel geeft aan dat hij een gang naar de NK-slachtbank toch liever aan zich voorbij laat gaan. Na liefst zeven uur spelen grijpt hij zijn kans en verliest alsnog een pot-remise stelling.’

Deze conclusie is wel juist en ik moet toegeven (ik heb dat nog niet eerder gedaan) dat ik afgezien heb van deelname aan het KvN na twintig jaar. Ik heb deelgenomen in 1974 en nu was het 1994. De term ‘twintig jaar later’ is al zo vaak gebruikt (Alexander Dumas, Erich Maria Remarque – ik noem er maar een paar), dat ik daar maar van afzag. Veertig jaar lijkt mij wel de moeite waard; dat wordt dan 2014 …

Omdat de partij nogal lang duurde (97 zetten in 7 uur en 40 minuten) werd deze in verschillende damrubrieken besproken. Twee bijzondere momenten werden er uitgelicht:

VanWesterloo1

Herman van Westerloo – Peter Hoopman.

Dit was de partijstand na 28. 42-37. Peter vervolgde met 28…11-16? Schijfwinst zou er zijn na 28…20-25! Mijn plan was (als ik het mij goed herinner) te vervolgen met 24-19, 25×34, 29×40, 18×29, 33×24 en bood dan een eenvoudige winst aan door 27-31, 36×18, 8-13, 19×8, 2×31. Toen mijn tegenstander dus anders speelde heb ik urenlang met de gedachte moeten worstelen toch maar op remise te moeten spelen (met als afschuwelijk gevolg weer aan te moeten treden in het kampioenschap van Nederland) of alsnog te verliezen. Na lang nadenken nam ik het besluit te verliezen in de stand 

VanWesterloo2

Ik vervolgde met 97 17-8 en gaf triomfantelijk op na 97…36-41. Opgelucht kon ik weer verder …

Evert Bronstring: NK 1974

André van der Kwartel

Na een korte onderbreking vervolg ik mijn reeks over de prestaties van Evert Bronstring in de Nederlandse Kampioenschappen. In het NK van 1974 deden twaalf spelers mee. Evert eindigde met zeven punten op de elfde plaats, maar daarbij moet worden aangetekend dat hij de laatste drie rondes reglementair verloor. Als ik het goed heb, moest hij wegens gezondheidsredenen het toernooi voortijdig verlaten.

E_1974_1

W. van der Sluis – E. Bronstring

Stand na de 36e zet van wit.

Evert mist hier een schijfwinst. Hij speelde (3-9), waarna wit licht in het voordeel kwam, maar met (13-18) had zwart schijfwinst afgedwongen. 28-22 is immers verhinderd door (27-31) en (10-14). Wit kan dus niets doen tegen (18-23) met schijfwinst.

Enkele zetten later overzag Evert weer een winnende voortzetting:

E_1974_2

W. van der Sluis – E. Bronstring

Stand na de 41e zet van wit.

Eerst het spectaculaire spelverloop: (26-31A), 37×17 (36-41), 32×21 (41-46), 24-20 (46×19), 21-16B (8-12C), 17×8 (19-35), 8×10 (35×5). 16-11 (25×14), 6-1. Drie zetten later werd tot remise besloten.

C) Kansrijker was (19-28). 16-11 is dan verhinderd door (8-12). Kingsrow adviseert dan ook 38-32 (28×48), 29-24 met voordeel voor zwart.

B) Wit mist hier een spectaculaire remise: 29-23! (19×15), 42-38 (15×42), 47×38. Zwart is net te laat om de witte schijven op zijn korte vleugel af te stoppen.

A) Zwart wisselt ten onrechte de zetten om. Winst was geweest: (36-41!), 47×36 (26-31), 37×17 (27-31), 36×27 (13-19), 24×13 (8×48).

In de tweede ronde speelde Evert tegen Herman van Westerloo. Na een boeiende partij werd het remise en daarmee mocht Evert het meest tevreden zijn.

E_1974_3

E. Bronstring – H. van Westerloo

Stand na de 48e zet van zwart.

42-37?? (28-33??). Beide spelers overzien: (28-32!), 38×27 (18-23), 27×18 (14-20), 25×14 (19×10), 30×28 (12×41), enz.

In de derde ronde speelde Evert tegen Jeroen Goudt. Evert verloor doordat hij een verrassend zetje over het hoofd zag.

E_1974_4

J. Goudt – E. Bronstring

Stand na de 35e zet van zwart.

22-18 (13×22), 28×17. Aangewezen is (7-12×12), maar: (16-21??), 17-12 (7×18), 32-27 (21×41), 36×47 (26×37), 38-32 (37×28), 33×4.

Na een gelijkwaardige remise tegen Sjoerd Visser moest Evert in de vijfde ronde aantreden tegen Frank Drost. Het werd een partij met wisselende kansen, waarbij Evert uiteindelijk aan het langste eind trok.

E_1974_5

E. Bronstring – F. Drost

Stand na de 40e zet van wit.

Wit staat slecht maar met (10-15?) laat zwart hem ontsnappen. Het lijkt erop dat wit na (18-22×12) kansloos ten onder gaat. Bijvoorbeeld: 42-37 (12-18), 32-27 (10-15), 37-32 (18-23). Nu volgt op 27-22 (17-21) en wit komt in temponood. Dus 41-36 (8-13), 36-31 (13-18), 31-26 (18-22×12) en wit staat zeer slecht. Speel maar een paar variantjes uit.

In de partij ging het vanuit de diagramstand: (10-15), 42-37 (17-21), 41-36 (8-13), 28-22 (15-20), 33-28.

E_1974_6

E. Bronstring – F. Drost

Stand na de 44e zet van wit.

(3-9!?A) Er staat nu een spectaculaire stand op het bord, waarin de zwartspeler misschien al twee punten heeft geteld. Op 36-31 volgt (21-26) en wit verliest, maar ik denk dat Evert dieper heeft gekeken: 22-17! (21×12), 37-31 (16-21B), 27×16 (12-17), 16-11! (17×6), 31-26 (6-11?C), 32-27 en 18 zetten later had wit de buit binnen.

A) Met (21-26), 22-17 en nu pas (3-9) zou zwart de stand gelijk hebben gehouden.

B) (29-33) helpt zwart ook niet. Bijvoorbeeld: 28×39 (12-17) 39-33 en zwart heeft nog steeds grote problemen.

C) Zwart had zich hier wellicht nog kunnen verdedigen met (29-34) en (23-29), maar het blijft een moeizaam verhaal.

In de zesde ronde moest Evert tegen Harm Wiersma. Het was hem bijna weer gelukt om remise te spelen, maar in het eindspel greep Evert in een remisestand mis.

E_1974_7

H. Wiersma – E. Bronstring

Stand na de 58e zet van wit.

(22-27?), 32×21 (16×27), 34-29! (33×24), 46-14. Zwart gaf op. Met 27 op 31 zou deze stand remise zijn wegens (24-29), 44-39 (29-33), 39×28 (36-41). Maar met de schijf op 27 werkt dat mechanisme niet omdat (36-41) wordt beantwoord met 28-22.

In de diagramstand had zwart remise kunnen maken door (16-21) en (22-27). Na 32-28 (33×22) voorkomt wit niet meer dat zwart twee schijven offert en de lange lijn oversteekt.

In de zevende ronde verloor Evert kansloos van Frans Hermelink. Maar Evert compenseerde dat verlies door in de achtste – en zoals later bleek zijn laatste – ronde te winnen van Jan de Ruiter.

E_1974_8

E. Bronstring – J. de Ruiter

Stand na de 45e zet van wit.

Zwart speelde (19-23), 37-31 (11-16), 31-27×27 en werd weggespeeld.

Zwart heeft zijn stand misschien wat overschat. Kingsrow adviseert in de diagramstand (9-14). 37-31 wordt nu weerlegd met (18-23!). Kingsrow gaat daarom verder met 39-33 (18-23), 33-29 (23-28×28) en zwart lijkt zich te redden.

Zomercompetitie LDG van start

Hans Tangelder

Woensdagavond 30 juni is de zomercompetitie weer van start gegaan. Richard Meijer gaat aan kop na het winnen van zijn eerste twee partijen.

Nieuwe deelnemers zijn welkom iedere woensdag tot en met woensdag 18 augustus. Iedere avond spelen we twee rondes, maar je kunt er ook voor kiezen om een ronde mee te spelen. De eerste ronde begint om 20:00 de tweede ronde begint rond 21:45.

Er is vrije inloop, je hoeft je niet aan te melden. Als je zorgt dat je er voor aanvang van een ronde bent word je ingedeeld.

Er zijn ook enkele prijsjes beschikbaar voor:

  • De winnaar voor de zomercompetitie
  • De winnaar van het ratingklassement t/m 1150, mits geen winnaar zomercompetitie (prijs schuift door).
  • De winnaar van het ratingklassement t/m 1000, mits geen winnaar zomercompetitie (prijs schuift door).
  • De grootste opwaartse rating overwinning, mits geen winnaar zomercompetitie of winnaar rating klassement (prijs schuift door).
  • Het mooiste fragment
  • De middenmoter, wordt toegekend aan degene die evenveel spelers voor zich duldt als achter zich houdt in de definitieve ranglijst. Als dat voor niemand het geval is kijken we naar het geringste verschil tussen het aantal spelers voor iemand en het aantal spelers na iemand. Spelers die al een rating klassement of de grootse opwaartse rating prijs gewonnen hebben komen niet in aanmerking voor deze prijs (prijs schuift door).

De uitslagen van de eerste speelavond zijn:

Ronde 1 30-06-2021:

Gé Berbee (952) – Dick den Ouden (979) 2-0
Koos van Amerongen (1327) – Maurits Meijer (1114) 2-0
Hans Tangelder (1159) – Richard Meijer (1287) 0-2

Ronde 2 30-06-2021:

Steven den Hollander (1290) – Koos van Amerongen 1-1
Arjen de Mooij (1289) – Edwin van Hofwegen (1195) 2-0
Dick den Ouden – Maurits Meijer 1-1
Richard Meijer – Gé Berbee 2-0