Archive for 28/09/2022

Competitie 2022-2023 – Eerste ronde!

Namens André van der Kwartel!

Inleiding

De eerste ronde van de competitie 2022-2023 is voor het Leids Damgenootschap succesvol verlopen. Het achttal won in de landelijke competitie verrassend met 12-4 van HDC uit Haarlem. Het zestal won in de provinciale hoofdklasse evenzeer verrassend van RDC uit Rijnsburg. Zoals eerder op deze website beschreven, speelde het viertal in de provinciale tweede klasse met 4-4 gelijk tegen het tweede team van MDV uit Monster. Vijf wedstrijdpunten uit drie wedstrijden.

Achttal

Het achttal opende het seizoen met een formidabele overwinning op HDC uit Haarlem. In het vorige seizoen had LDG ook al van deze kampioenskandidaat gewonnen. De 9-7 overwinning van destijds kon nog als een toevallige meevaller worden gezien. Dit jaar werd echter met 12-4 gewonnen en op die overwinning kon helemaal niets worden afgedongen.

De score werd geopend door Hans Tangelder. Hij vond in zijn tegenstander, Mark Deurloo, een zielsverwant waar het gaat om het op mysterieuze wijze opbouwen van de partij. Het werd een boeiend gevecht waarin Deurloo volgens Kingsrow lange tijd het betere van het spel had. Maar Hans had zoals gebruikelijk een aantal venijnige zetjes in zijn opbouw verwerkt en één daarvan werd Deurloo fataal.

eerste1

Hans Tangelder – Mark Deurloo

Stand na de 30e zet van wit.

Ik denk dat de meeste dammers met afschuw kijken naar stellingen zoals wit op zijn korte vleugel heeft opgebouwd, maar Hans heeft mij al vaker laten zien dat zulke constructies kansrijke mechanismen kunnen herbergen. Zo ook hier. Zwart speelde (8-12?) en er volgde 24-20! Nu zijn (10-15) en (19-23) verhinderd door respectievelijk 38-32 en 38-33, maar tegelijkertijd dreigt er ook iets: (13-18??), 34-29! en Deurloo wachtte de rest niet meer af: (25×23), 38-32 (14×25), 35-30 (25×34), 40×29 (23×34), 32×3.

Jack van der Plas bracht de stand op 4-0. In deze partij viel er tot aan de 50e zet niet zo veel te beleven, maar toen ging het ook gelijk goed mis.

eerste2

Frans Elzenga – Jack van der Plas

Stand na de 49e zet van zwart.

43-39?? (18-22!), 27×18 (13×22), 30-25 (9-13), 35-30 (24×35), 33×24 (22×42), 24-20 (19-24!), 20×29 (42-47), 29-23 (47-41) en wit gaf op.

In de diagramstand had wit de stand gelijk kunnen houden met 30-25. Zowel na (29-34) als (9-14) wordt gemakkelijk remise bereikt. Ik kwam één variantje tegen, waarop de zwartspeler zich nog zou kunnen verkijken: (29-34), 43-39 (34×43), 38×49 (18-23), 27-22 (23-29??), 22×11 (29×27), 26×17 (16×7), 28-22! (27×18), 17-12 en volgens KR kan zwart de schijfjes wel in het doosje stoppen. Dat heeft onder andere te maken met de dreiging van wit om na het slaan naar veld 1 vervolgens 1-12-3 te spelen.

Hans Kreder speelde remise in een partij waarin hij wel het betere van het spel had, maar volgens KR nergens doorslaggevend voordeel heeft gemist. Een typering die KR wel vaker geeft bij de partijen van Hans.

Rudi van Velzen bracht met een overwinning de stand op 7-1. Een overwinning die hij min of meer in de schoot geworpen kreeg, omdat zijn tegenstander een fraaie, maar volstrekt onverantwoorde damzet op het bord toverde.

eerste3

Rudi van Velzen – Marcel Kosters

Stand na de 18e zet van wit.

Zwart brengt een fraaie damcombinatie op het bord, maar vergat waarschijnlijk de schijfjes te tellen: (22-27), 32×21 (25-30), 24×35 (18-23), 29×18 (12×34), 21×1 (20-25), 40×29 (25-30), 35×24

(13-18), 1×23 (15-20), 24×13 (8×50). Een fraai geheel, maar de boekhouding levert op dat zwart een dam met vier schijven heeft en wit acht schijven die bijna allemaal veilig aan de rand staan. Dat kan niet goed gaan en dat ging ook niet goed. Het lukte Rudi om de dam met schijfwinst van het bord te krijgen en hij won overtuigend.

Ik mocht zelf met een overwinning het winnende negende punt binnen brengen, maar daar kwam wel wat geluk bij kijken. Ik beging een ernstige blunder in de opening, waardoor ik in een kettingstelling terecht kwam, zonder mogelijkheden om daar ongeschonden uit te komen. Het gaat om de volgende stand:

eerste4

André van der Kwartel – Fabian Snijder

Stand na de 18e zet van wit.

Wit is in zwaar weer terecht gekomen. Door de schijf op 27 kan hij nooit meer op een ‘normale’ manier (bijvoorbeeld met de ruil 32-28×28) uit de kettingstelling komen. Hij heeft nog maximaal vier tempi te spelen en dan zal hij een schijf moeten offeren. Ik overwoog dan ook hier al om met 35-30 een schijf te offeren, maar terwijl mijn tegenstander steeds langer over zijn volgende zet zat na te denken, zag ik dat zwart nog wel enkele problemen had op te lossen:

· Op (10-14) volgt 37-31 (26×28), 33×22 (24×33), 39×10 (5×14), 27-21 =

· Op (9-14) volgt 27-22 =

· Op (8-12) volgt 37-31 (26×28), 33×22 (24×33), 39×17 +

· Op (2-7) volgt 37-31 (26×28), 28×17 (24×33), 39×19 (13×24), 22×11 +

In de partij werd (6-11) gespeeld, waarna zwart na 49-43 voor dezelfde problemen zit.

Blijft over (13-19). Dat is inderdaad de enige zet die uiteindelijk een schijf winst voor zwart oplevert, maar die zit nog vrij diep weg.

Wit zit dan in grote problemen. De eerste tegenvaller is dat het voor de hand liggende 35-30 (24×35), 37-31 (26×28), 33×24 faalt op (8-13), 29×18 (13×31).

Daarmee komen we op de volgende hoofdvariant: 35-30 (24×35), 29-24 (19×30), 34×14 (9×20) [moet wel anders volgt weer 37-31] 33-28 (8-12), 28×19 (2-7) en hier heeft zwart zijn schijfwinst pas binnen.

De zwartspeler zag dit niet en speelde (6-11), 49-43 (11-17) en na 27-21 was ik uit de grootste problemen en kon ik gaan bouwen aan de gewenste ruil 32-28×28.

De vele bedenktijd die de zwartspeler in de partij had geïnvesteerd, brak hem aan het einde op. Ik won door een niet al te moeilijk zetje:

eerste5

André van der Kwartel – Fabian Snijder

Stand na de 39e zet van wit.

(4-9??), 27-22 (18×27), 32×21 (26×17), 28-22 (17×28), 39-33 (28×39), 40-34 (39×30), 35×4 en na nog vijf zetten gaf zwart op.

Harry Dekker viel met de enige nederlaag voor LDG een beetje uit de toon. Tot de 38e zet ging het goed, maar toen ondernam hij een onnodige actie, waarna hij eigenlijk al direct had moeten verliezen

eerste6

Dick Siegers – Harry Dekker

Stand na de 38e zet van wit.

De stand is gelijkwaardig en zwart kan allerlei gezonde zetten spelen, zoals (12-18) of (22-27), maar zwart ondernam actie: (22-28!?), 33×22 (12-17??). (12-18) had nog spel gegeven, maar nu had Harry op slag moeten verliezen na 42-37 (17×28), 34-29 (24×31), 36×7. Zijn tegenstander miste dit zetje echter. Op de 44e zet liep Harry alsnog in een eenvoudig zetje en verloor.

Joop Burgerhout bracht met een overwinning de stand op 11-3 voor LDG. Op de 38e zet won hij door een eenvoudige 2-om-3 een schijf, maar het leek wel alsof daarna pas de strijd losbarstte. Pas op de 64e zet wist Joop de volle winst binnen te halen, maar tussen die twee momenten heeft de waarderingscurve van KR een aantal pieken en dalen gekend. Het belangrijkste moment uit deze fase:

eerste7

Roel Janssen – Joop Burgerhout

Stand na de 53e zet van wit.

Zwart speelde hier het voor de hand liggende (12-18), 23×21 (16×38), maar volgens KR is daarmee een totaal gewonnen stand veranderd in een totaal remise-stand. KR adviseert: (30-35), 22×11 (16×7) en nu bijvoorbeeld 28-22 (20-24), 29×20 (25×14), 32-28 (13-19!) [Een grappige zet, waarmee ik vorig seizoen tegen de Waarddammers ook een eindspel won.]

Ik wil jullie de eindstand van deze partij niet onthouden:

eerste8

Roel Janssen – Joop Burgerhout

Stand na de 61e zet van zwart.

Wit speelde 44-39? En zwart maakte de partij eenvoudig maar toch ook verrassend uit met (25-30), 34×25 (24-30), 25×34 (19-35) en wit gaf op.

Deze stand is overigens nog wel waard om nader te onderzoeken. KR verklaart de stand tot remise na 2-11. Maar KR heeft zoals ieder dam- of schaakprogramma last van het zogeheten Horizon-effect. Hij kijkt niet verder dan zijn neus – in dit geval gevormd door het aantal zetten diepte – lang is. Toen ik even snel dit eindspel tegen KR met zwart uitspeelde, won ik vrij gemakkelijk. Bijvoorbeeld: (24-30), 11-39 (30-35), 39-48 (13-18), 44-39 (25-30), 34×25 (35-40), enz.

Kortom: voor de liefhebbers van eindspelen blijft de vraag over: wat is dit eindspel waard?

Hein van winkel bracht met een remise de eindstand op 12-4. Over deze partij valt heel wat te zeggen, maar ik beperk mij tot de meest spectaculaire fase van de partij.

eerste9

Hein van Winkel – Peter Schipper

Stand na de 22e zet van zwart.

Hein speelde 39-33 en zette daarmee een niet al te moeilijke damzet open: (17-22), 28×17 (11×31), 36×27 (26-31), 37×17 (23-28), 32×12 (13-18), 12×23 (19×50). Wit vond een creatieve manier om nog in de partij te blijven: 17-12 (8×17), 27-22 (17×28), 49-44 (50×39), 30-24 (20×29), 38-33 (29×38), 42×44.

De zwartspeler bleek deze stand niet te kunnen winnen. Maar dat is geen schande. Op Toernooibase wijdt Casper Remeijer een uitgebreide beschouwing aan deze stand, waarin hij onder meer stelt: “Het is niet triviaal om de stand na 34. 42×44 te winnen, maar er zijn genoeg manieren om het te doen.” Vervolgens gaat hij – met voorbeelden – uitgebreid in op de strategieën die zwart kan hanteren om de stand te winnen. Een aanrader om even de moeite te nemen dit op Toernooibase na te lezen.

Zestal

Het zestal won verrassend met 7-5 van RDC uit Rijnsburg. RDC kon aanvoeren dat zij met twee invallers speelde, maar dat gold ook voor LDG. We kunnen constateren dat de Leidse invallers beter scoorden dan de Rijnsburgse.

Hans Tangelder verloor en dat was zuur voor hem, want niet alleen had hij op verschillende momenten het betere van het spel, maar bovendien stond hij op het moment suprême vrijwel zeker gewonnen.

eerste10

Richard Meijer – Hans Tangelder

Stand na de 42e zet van zwart.

Volgens KR had wit hier het beste kunnen spelen: 39-34 [Dreigt 17-11] (16-49), 34-30 (35×24), 17-12 en remise.

Wit speelde echter 26-37? en had warempel nog succes ook: (16-43??), 37-26 (43×34), 48-43 (34×48), 47-42 (48×37), 26×42 (2-7), 42-24 en zwart gaf op.

Jammer, want in plaats van (16-43??) lijkt winnend (16-11). Zwart dreigt zo maar twee schijven te winnen en de enige tegenactie van wit lijkt te zijn: 17-12 (11×50), 37-26 (8×17), 26×12. Maar nu volgt verrassend: (2-7!), 12×1 (50-39!!) en het eindspel na 45-40 enz. lijkt wel gewonnen voor zwart.

Al snel maakte invaller Jack van der Plas weer gelijk:

eerste11

Daniël Boom – Jack van der Plas

Stand na de 22e zet van zwart.

46-41?? (17-22), 28×17 (11×31), 37×26 (16-21), 26×17 (23-29), 34×12 (13-18), 12×23 (19×46), 30×19 (14×23), 43-39 (23-28). Hoewel (23-29) gevolgd door (46-28) sterker was, haalde Jack zestien zetten later de winst binnen.

Hans Kreder bracht de stand op 3-3 met een remise waarbij KR geen enkele kanttekening plaatst.

Steven den Hollander, de tweede invaller, zette LDG op voorsprong, nadat hij op een wel heel gemakkelijke manier een schijf had gewonnen.

eerste12

Steven den Hollander – Marco de Leeuw

Stand na de 28e zet van wit.

Na (13-18?) volgde eenvoudig: 31-27 (22×31), 37×17 (11×22), 32-28 (22-27), 28-22 +1.

Het is denkbaar dat zwart in de diagramstand uitsluitend naar 32-27 heeft gekeken.

De stand werd weer gelijk doordat Rudi van Velzen verloor. Zijn tegenstander, Richard Kromhout, plaatste op Toernooibase twee leuke fragmenten bij deze partij. Maar het onderstaande fragment toonde hij niet…..

eerste13

Rudi van Velzen – Richard Kromhout

Stand na de 34e zet van wit.

(12-18?), 44-39?? Mogelijk was: 36-31 (27×36), 34-29 (23×34), 24-20 (15×24), 47-41 (36×47), 44-39 (47×44), 50×10, waarmee Rudi nog winstkansen had gekregen.

Bij de stand 5-5 mocht ik proberen de overwinning veilig te stellen. Dat klinkt heldhaftiger dan het was. Het vier-om-twee eindspel dat toen al op het bord stond was duidelijk gewonnen. Mijn tegenstander bleef – terecht – lang tegen spelen. Eén klein foutje mijnerzijds zou immers de eindstand op 6-6 brengen.

Het was een partij, waarin verschillende – voor mij – lastige beslissingen moesten worden genomen. Ik geef twee voorbeelden. Casper Remeijer zal er misschien nog enige wijze woorden aan kunnen wijden.

eerste14

Rinus Kromhout – André van der Kwartel

Stand na de 45e zet van wit.

Hoe nu verder? Ik besloot het ‘probleem’ op de korte vleugel te neutraliseren: (7-11), 16×7 (2×11), 21-16 (8-12), 16×7 (12×1). Verstandig of niet? Noodzakelijk of niet? Ik heb in ieder geval geen seconde gekeken naar de aardige oplossing die KR suggereert: (18-23), 48-42 (7-12!). Nu wordt 16-11 beantwoord met (12-17), (23-29), (4-9) en (13×26) en na een andere zet wint (12-17×17) gemakkelijk.

Na de dubbele ruil speelde wit 34-29 en nu deed zich de vraag voor of zwart op zijn lange vleugel actief moet worden of juist niet. Ik werd té actief, rekende slordig en wit kreeg toch de mogelijkheid om door te breken, waardoor ik mijzelf veroordeelde tot een gewonnen, maar langdurig eindspel. Het was veiliger geweest om een passieve opstelling te kiezen met (10-14) en (3-9). Daar komt wit waarschijnlijk nooit doorheen.

De kop is eraf (maar niet van het Monster)

Namens Eelco Kuipers!

Na de promotie van vorig jaar uit de 3e klasse was het dan zover, het debuut in de 2e klasse! De eerste wedstrijd bracht ons in Ter Heijde waar MDV Monster haar partijen speelt. Ik moet zeggen dat ik er nog nooit van had gehoord maar prima locatie mooi aan het strand. Wel een stukje rijden nog maar met Wim in het team ben je in ieder geval altijd op tijd! Nadat duidelijk was dat de bordjes vergunninghouders voor het parkeren niet meer van toepassing waren sinds een week betraden we de arena. Nog even op de foto met de locatie:

Locatie speelzaal MDV Monster

Als eerste was Eric klaar die aan bord 3 speelde tegen Ben Gehrke. 2 dagen politieke beschouwingen hebben zelfs Eric volledig van slag gebracht. Hij was duidelijk zichzelf niet en moest de strijd staken nadat er wat schijven moesten worden ingeleverd. Het zoveelste schandaal op conto van het kabinet. Kop op Eric, jij komt natuurlijk sterker terug! Stand 0-2.

Op bord 1 speelde Quirinius tegen Gilles van Winkel. De omsingeling (ook wel randspel op dit niveau genoemd) van zijn tegenstander werd op het juiste moment omgezet in klassiek waarbij de witspeler vastliep. Er moest een schijf worden gegeven waarna Quirinius de partij keurig afmaakte (stand 2-2).

monster1

Stand na 41…(08-12) Wit is vastgelopen en was genoodzaakt een schijf te geven

monster2

Stand na 44. 34-30

En na het elegante 45…(23-28) won Quirinius de partij.

Op bord 2 speelde Eelco tegen Jan Molhoek. Ik had uiteraard weer eens geen idee wat ik moest doen tegen al het geruil. Het leek nog even lastig te worden toen ik tot overmaat van ramp in een halve hekstelling terecht kwam omdat ik dacht ach dat zal hij wel niet doen. Met de nodige pijn en moeite wist ik eruit te komen en kwam zowaar beter te staan en kon op 1 moment toeslaan:

monster3

Stand na 58…(34-39)

Hier kon ik winnen met 59. 42-38! en na (39-44) 60. 37-31 (26×28) 61. 10-5 (21×43) 62. 5×12. Of 59. 42-38 (18-23) 60. 38-33 (39×28) 61. 10-5 en zwart heeft geen zet meer. Helaas gemist waarna de partij in remise eindigde (stand 3-3)

Eelco Monster

Berusting

Alle ogen gericht op bord 4 waar Wim speelde tegen Edwin van der Meer. Het publiek had werkelijk geen idee wie er op winst speelde op enig moment. Uiteindelijk werd tot remise besloten en zo eindigde dit eerste duel in 4-4.

Wim heeft er zelf nog een stukje over geschreven: Ik dacht dat ik aan een positioneel meesterwerkje bezig was en wilde een Hoogland-aanval nemen, die de afgelopen week nog door een van mijn trainers in de les behandeld werd. De tegenstander stak daar echter via een goedgetimede ruil een stokje voor. Tijd voor een ander plan: druk op zwarts lange vleugel.

monster6

Stand na 32…( 2-7)

Ik had al een paar zetten lang op schijf 24 kunnen lopen, maar koos daar een uiterst ongelukkig moment voor. Het correcte 33. 28-23 was al bijna uit mijn vingers gekomen maar ik dacht subtiel nu eerst even met 33. 34-30 (9-13) een schijf uit de verdediging te trekken. De tegenstander speelde echter a tempo (17-21) met een een-om-drie na. Achterlopen is gevaarlijker dan trouwen zegt een van mijn andere trainers de baas altijd…

Schijfje achter en dus tijd om de rug te rechten. Met een aanval op 24 (houdt 15 en 25 in bedwang) leken mij wel weer remisekansen in zicht te komen. Maar daarna deed ik het toch niet optimaal waardoor zwart erdoor was en ik hem ook nog een verdedigende kroonschijf via een terugruil cadeau gedaan had. De situatie was tamelijk uitzichtloos en ik wilde opgeven. Er waren echter twee praktische bezwaren. Ten eerste de matchstand en ten tweede mijn grote vriendin Nel Lindhout, die schuin achter mij stond toe te kijken. Ik deed daarom nog wat zetten en bouwde voor de vorm een damvang in die ook tot verlies zou leiden. Maar zie daar, na zijn overtuigende eerdere spel begon de tegenstander te aarzelen met het halen van een tweede dam.

monster5

Stand na 62. 13-9

62…( 41-47) 63. 23-19 (46×23) 64. 19×28 (47-41) 65. 28-22 (41×5) 66. 9-4 (5-23) is de laatste kans op winst. Na (25-30) 63. 9-4 was er nergens meer winst en haalde ik zelfs nog als eerste twee dammen, remise dus. We hadden een matchpunt en – zeker niet minder belangrijk – ik kon een schouderklopje van Nel in ontvangst nemen!

Wim Monster

 

Kroegdammen – Succesformule!

 

kroeg3

De winnaars, grootmeester Jan Groenendijk (links) en Jitse Slump Foto: Eddy Janssen

LEIDEN – Zondag, 4 september 2022, van 10 uur in de ochtend tot zes uur ’s avonds, zag de binnenstad van Leiden spelers van kroeg naar kroeg gaan om dampartijen te spelen. Elf van de stads oudste etablissementen hadden zich aangemeld om tafels en stoelen te reserveren waaraan gespeeld kon worden. Het ging om zeven ronden, waarbij duo’s steeds moesten lopen van de ene ronde naar de andere ronde, van de ene naar de andere kroeg.

Van de 50 duo’s bleken na acht uur spelen en wandelen Jan Groenendijk en Jitse Slump uiteindelijk de sterkste, nipt gevolgd door het tweetal Kees Tijssen en Hein Meijer. Met 100 deelnemers is dit evenement direct een van de best bezochte damevenementen van de afgelopen jaren. Opvallend was de diversiteit van de deelnemers. Van grootmeesters tot huis- en kroegdammers, vanuit het hoge noorden tot het lager gelegen Limburg, van Suriname tot de Oekraïne, van veel mannen en betrekkelijk weinig vrouwen, van jong (17 jaar) tot oud (76 jaar) … en vooral opvallend: ook een aantal bridgers en schakers deed mee. Internationaal schaakmeester, Fred Slingerland, en grootmeester John van der Wiel gaven acte de présence. Laatstgenoemde won de prijs in de categorie ‘beste niet-clubspeler’. Hij scoorde 50 % tegen vooral clubdammers (!).

kroeg4

John van der Wiel (links) samen met zijn duo-partner, de bekende, voormalig eigenaar van het Gronings schaakcafe Atlantis, Bert van der Marel. John won in de categorie huisdammers de eerste prijs. Hij speelde tegen clubdammers en haalde een score van 7 uit 14. Foto: Eddy Janssen

SUCCES Het is een enorm succes geworden. Dat is althans de mening van vrijwel alle betrokkenen. Zonder ingewikkelde en gevalideerde vragenlijsten ontworpen te hebben is er wat onderzoek gedaan. Van de circa 40 dammers die ik sprak was het oordeel unaniem positief:

fantastisch,

goede sfeer,

volgend jaar kom ik weer!

Complimenten voor de organisatie.

Leiden is een prachtige stad. 

De eigenaar en uitbater van Dranklokaal 1650, Peter van Hinsbergh, denkt erover om het denksporten een prominente plek te geven in zijn zaak. “Op de eerste verdieping zou dat prachtig gerealiseerd kunnen worden. Er komt daar een nieuwe bar, en een nieuw publiek van denksporters is mij ook wel wat waard”. Hij is niet de enige die zo denkt. Tom Swelsen, een van de deelnemende dammers, tekende uit de mond van een vaste bezoeker van een van de deelnemende cafés op dat “… de intelligentie (vandaag) veel hoger dan gebruikelijk is; normaal komen hier alleen mongolen”. Ik sprak mensen aan in de kroegen. Ze keken mee en waren verbaasd, ze wisten niet dat dammen in clubverband gespeeld werd. Eric van ’t Hof had het initiatief genomen om in iedere kroeg flyers te leggen over het dammen in de Leidse regio. Die werden grif gelezen.

kroeg5Peter van Hinsbergh voor Dranklokaal 1650

EVALUATIE VAN HET SUCCES

In de evaluatieleer gaat het om proces en resultaat. Het evalueren van de stappen die zijn genomen vanaf het concept tot de uitvoering, de contactlegging met en aansturing van de betrokkenen, de keuze van tijden en materiaal en dergelijke behoren tot de procesevaluatie. De te verwachten opbrengst is het onderwerp van de resultaat- of productevaluatie. Binnen ons kleiner wordend wereldje van clubdammen zijn successen van dit niveau zeldzaam. Wat zijn de succesfactoren? Een paar zaken wil ik noemen. En lieve lezer, wees kritisch! en vul aan, corrigeer en wijzig.

De mensen De absolute randvoorwaarde voor succes zijn de mensen die het idee uitwerken. Nu leven we in Nederland en ons land wordt vergeven met het idee dat we veel moeten praten met elkaar, dat iedereen tevreden moet zijn met de uitkomst – consensus is dan het doel 4 geworden, over het resultaat hoef je het dan niet meer te hebben – en dat er ook veel mensen bij betrokken moeten zijn. Dat heeft te maken met risicospreiding, als het fout gaat dan kan iedereen op zijn donder krijgen en dat gebeurt dan natuurlijk niet. Een iemand publiekelijk afbranden is leuk en dateert uit de tijden van volksvermaak, maar als iedereen afgebrand wordt dan is de lol er gauw vanaf.

Hier waren drie mensen met gezond verstand en diverse kwaliteiten die praten en handelen aan elkaar gelijk stelden. Woord en Daad zijn in het Jodendom synoniem, en die wijsheid kwam terug. Een zeldzame daadkracht was het resultaat van hun weinige woorden. Nu zien we dat wel vaker, maar dat is slechts één deel van de analyse. Een geslaagd project moet het nu eenmaal ook hebben van drie essentiële zaken1 : een goede boekhouding met een goede begroting, communicatie en een behoorlijke mate van mobiliteit en flexibiliteit, waarbij de nadruk altijd moet liggen bij de boekhouder. Hij bewaakt de grenzen, hij stelt de kaders.

Eelco Kuipers is de naam van de boekhouder. In het dagelijks leven controller met een gedegen accountancy achtergrond. Schaakmeester en sinds drie jaar een verdienstelijk dammer. Van hem kwam het concept, al 10 jaar was er Kroegschaken en dan nu Kroegdammen. Tot in details was alles doorberekend. Financieel was er geen enkel risico, het kon alleen maar een succes worden. Boekhoudkundig!

De communicatie stond onder auspiciën van Steven den Hollander. Hij is kandidaatmeester dammen en programmeur met een graad in de wiskunde. We kennen hem van zijn live optredens als commentator bij de WK’s en NK’s. Achter de grappen en grollen zit een filosofie verborgen die te maken heeft met communicatie. Hoe kan zo efficiënt mogelijk boodschappen van de zender naar de ontvanger vervoerd worden? Dat is zijn hoofdvraag, en in de beantwoording weet hij zich gesteund door een grote actuele begaafdheid in en kennis van de digitale mogelijkheden. De werving van de spelers, het doorgeven van uitslagen en bepalen van nieuwe ronden, de routes van de ene naar de andere kroeg … alles verliep vlekkeloos. Ook hier werd niets aan het toeval overgelaten.

Tot slot Nadine de Mooij – van Tiel, directeur van een opleidingscentrum voor bijscholingen van zorgverleners en ooit dammer. Zij is in staat om te anticiperen op vragen en daarop al oplossingsmogelijkheden gereed te hebben. Dat is eigen aan een directoraat als die van haar. De markt van zorg en geluk is nu eenmaal complex. Waar niemand een probleem ziet, worden die gecreëerd door de overheid die regels en protocollen opstelt en waar weinig mensen wat aan hebben, maar die dit domein wel fascinerend maakt. Nadine kan als geen ander direct handelen, ze is flexibel en mobiel en daarmee worden zelfs de weinige kansen op een mislukking genihileerd. Check, re-check en counter-check waren bij haar zichtbaar. Twee avonden voor het Kroegdammen van start ging, was Nadine nog bezig met de damborden, de damklokken te verzamelen en te distribueren. Ze nam geen enkel risico! Ook op de dag zelf, was het Nadine die direct oplossingen kon bieden. Verdwaalde dammers werden direct naar de juiste locatie begeleid, en niet goed functionerend materiaal werd a la minute vervangen en geadministreerd.

Ziedaar de eerste analyse. De mensen waren er en de nodige competenties waren er ook. Woord en Daad kennen we terug in het mooie Joodse begrip dabar. We kennen het ook bij Eelco, Steven en Nadine! We gaan naar het tweede element, de markt

De markt

Het doel bepaalt de markt die bezocht moet worden, en de markt bepaalt de details. Promotie van het damspel die moet leiden tot ledentalvermeerdering van clubs was het globale doel, zodat principieel de markt groot, breed en daarom niet te pakken was. Je kan dan net zo goed flyers van de flat gooien in de hoop dat er iemand is die de moeite neemt de flyer van de bodem te pakken en om die te lezen. Veel moeite en weinig rendement kenmerken trouwens heel veel startende ondernemers. Het gaat om doelgericht werven. Er is een analyse gemaakt door het drietal. In Leiden zijn er veel studenten die elkaar opzoeken in de vele binnensteedse kroegen. Waar een dartbord is, wordt gedart, waar kaarten zijn, wordt geklaverjast en hoe logisch dit klinkt, de volgende constatering is goud waard: waar geen dartbord is, wordt ook niet gedart … Nu zijn er best wel kroegen waar allerhande spelen zijn, zoals halma, mens-erger-je en dergelijke, maar die worden niet gespeeld, omdat ze terecht een oervervelend imago hebben. Het beeld van neefjes en nichtjes die beziggehouden moeten worden, doemt op bij het horen van deze klotespelletjes. Het imago van dammen is mij niet goed bekend, maar het wordt helaas toch wel vaak gerelateerd aan schaken, dat in uiterlijk vertoon van fallussymbolen er natuurlijk indrukwekkender uitziet dan het platte gedoe van schijven. Daar ligt het ook niet aan, het ligt vooral aan de spelers. Ton Sijbrands, Harm Wiersma en Jannes van der Wal zijn spelers van 30 – 50 jaar geleden die vaak de kranten haalden. Bij mensen van mijn leeftijd zijn ze helden, maar bij de jeugd van nu is dit trio onbekend. De damwereld lijkt niet herkenbaar te zijn, mist zichtbaarheid. En als ze je niet zien, dan zullen ze je ook niet herkennen.

Dit was de eerste afweging: de dammers moeten zichzelf zichtbaar maken. En in Leiden doe je dat door van kroeg naar kroeg te gaan. Dan wordt er over dammen gesproken en wordt dammen zichtbaar. Dan komt de tweede afweging: wie gaan er van kroeg naar kroeg? Er moeten wel mensen gevonden worden die op de kostelijke zondag van 4 september 2022, ‘ochtends om 10 uur al gaan dammen. Het alleen digitaal benaderen lukt nauwelijks meer bij de dammers. Fred Ivens vertelde me onlangs dat zelfs voor een te houden klokseance door nota bene Ton Sijbrands weinig animo was. Psychologisch bezien was het daarom een briljante zet van het drietal om in duo’s te laten dammen. Ik ga nu eenmaal ook niet graag in m’n eentje naar gemakkelijk voor mij te bereiken steden als Amsterdam of naar Den Haag om een dag te dammen. omdat ik dan misschien geen tot weinig gezellige mensen ontmoet. In duoverband, waarbij ikzelf iemand kan vragen om met mij mee te doen, maakt dat bij voorbaat al leuk. Samen uit en samen thuis! De duo’s die zich inschreven, waren dan ook veelal goede bekenden of vrienden van elkaar. Bij veel tweetallen was er sprake van één dammer en een niet-dammer.

Jack van der Plas, voorzitter van het Leids Damgenootschap, was bijvoorbeeld een damverbond aangegaan met Eric Rooijackers, een bekende barkeeper in Leiden die tot voor kort nog nooit een dambord had gezien maar na 4 september de Haarlemmer en de Coup Philippe kan uitvoeren. Er werd trouwens wel digitaal geworven, maar de orale traditie is ook heel bewust naar boven gehaald: de Leidse schakers, bridgers en go-spelers zijn rechtstreeks op hun clubs benaderd. Ook zij vonden een dag dammen met een goede vriend het proberen waard.

De markt was gevonden. In de beschrijving van hierboven herkent de lezer uiteraard het adoptiemodel van Rogers. Een paar mensen vinden alle nieuwe ideeën leuk en proberen die uit (innovators), dammers van clubs in de omgeving van Leiden zouden na wat aandringen ook wel willen meedoen (early adopters), maar ze hadden het beslissende zetje nodig om zich in te schrijven. In duoverband lukte dat (de majority kwam in beeld) en daarna, na nog een keer bellen en clubs bezoeken, kwamen ook de laatste inschrijvingen binnen. Het streefgetal was 100 en dat is gelukt.

Het doel bereikt …?

Het doel om veel mensen te activeren, het imago van dammen in enige mate op te vijzelen en om niet-dammers te enthousiasmeren voor het dammen is gelukt op de vierde september, maar beklijft het? Is er continuïteit in het activeren, het opvijzelen en enthousiasmeren? Cijfers zijn er niet bekend. Het Leids Damgenootschap heeft een nieuw lid mogen verwelkomen, en dat weet ik omdat ik de ledenlijst moet bijhouden.

Als het Kroegdammen ook in 2023 en in de jaren daarna, dus ook in 2033 een succes wordt, dan moet er echt meer gebeuren. Er moet een permanente actie komen die niet teveel vergt van ons dammers van wie veel rondom de pensioneringsleeftijd vertoeven. Het aantal clubdammers gaat namelijk holderdebolder achteruit. Is die neergaande lijn nog te keren? Daarover gaat de laatste beschouwing:

Kritische vooruitblik en het continuïteitsvraagstuk

Dammers hebben het vaak niet door, maar we zijn bezig met een heel abstract spel, dat veel vergt van ons denkvermogen. Dammers zijn niet dom, en (sub)topdammers zijn razend intelligent. Het is zo jammer dat er zo weinig gebruik gemaakt wordt van het zogenaamde halo-effect, het verschijnsel dat een uitzonderlijke goede kwaliteit van een persoon de suggestie wekt dat andere kwaliteiten ook uitzonderlijk goed zijn. Het horn-effect is tegengesteld daaraan. Een uitzonderlijke negatieve eigenschap doet vermoeden dat de persoon in andere zaken ook niet zo goed is.

De associaties van dammen en andere zaken zijn de laatste jaren beschamend. We zijn in het nieuws gekomen door het te hebben over al dan niet vermeende pedofilie en dammen, over een schandaal in de Surinaamse damwereld. Dat was het nieuws naar buiten. Over de wereldtitels is marginaal geschreven. Waarom hebben dammers het alleen maar over dammen? De PR is naar binnen gericht in plaats van naar buiten. En er zijn volop kansen. Ik noem er een paar:

De dammer Jan Groenendijk heeft onlangs een prachtige balletuitvoering gegeven (het staat op YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=w6X-Q2H-oHw). We zien dat hij een enorme lichaamsbeheersing heeft, die hij ook aanwendt bij het in tijdnood spelen. Waarom kan er geen afgeleide aandacht gegenereerd worden. Ballet door een dammer!

kroeg6

Jan Groenendijk, gastdanser bij “The Thousand Crossing” door Aymeric Aude (2020 foto: Joop Burgerhout

Erno Prosman heeft het wereldrecord blinddammen ooit in handen gehad. Tegen 30 spelers werd gedamd. Een prestatie waarvan alleen Ton Sijbrands weet hoe bovenmenselijk dit is. De publicitaire waarde is nooit goed benut. Studenten in de psychologie kunnen tijdens het eerstejaarsvak ‘functieleer’ deze wonderdammers naar de collegebanken roepen om hen een demonstratie over het geheugen te zien geven. Niet eenmalig, maar ieder jaar … kijk, dat kalefatert het imago op! En er zijn nog veel meer dammers die blijk geven van hun intelligentie. Laten we daarvan gebruik maken als marketinginstrument.

Dat dus ten eerste: de permanente campagne, zodat het Kroegdammen in Leiden ook in 2033 een succes wordt. Maak een lijst van dammers en hun verdiensten op niet-damgebied, en zet hen in voor de externe PR. Deelnemers moeten het als een eer beschouwen om mee te mogen doen met een evenement als Kroegdammen. Ze zullen het misschien niet hardop zeggen, maar ze hebben plezier om gezien te worden in gezelschap van beroemdheden als de communicatie-expert Friso Fennema (hij adviseert Rutte! Wist u dat niet?), Harry Otten (hij van het weerbericht), Erno Prosman (het wonder van dat eerstejaarsvak), Nadine van Tiel (toonaangevend in de zorgwereld) en ga zo maar door.

Een tweede element van deze kritische vooruitblik is de directe PR. Die was niet in orde bij het Kroegdammen 2022. Er is een weliswaar een interview gekomen bij de lokale TV-zender, maar ik denk dat er meer in gezeten zou hebben. Het Kroegdammen 2022 herbergde namelijk wat mooie usp’s (unique selling points), zoals het grootste damevenement van Nederland in de laatste jaren, het meedoen van vijf grootmeesters – onder wie een schaakgrootmeester – en natuurlijk het meedoen van Jan Groenendijk, de nummer twee van de wereld.

Als een journalist de tip had gekregen dat Jan Groenendijk dansend was aangetroffen in een illuster dansgezelschap en dat hij naar Leiden kwam om mee te doen aan een internationaal en grootmeesterlijk damfestijn, dan zou hij wellicht geïnterviewd zijn. Ik houd het even hierbij …

Joop Burgerhout

Schaakfragment Koos van Amerongen

Een schaakfragment namens Koos van Amerongen
Wie regelmatig blijft plakken op een gewone clubavond, weet dat ik na afloop graag een potje schaak. Voor de lol, want veel bak ik er niet van. Op woensdag 23 augustus besloot ik, na eerst een leuke maar analytisch oninteressante remise te hebben gespeeld met Joop, mijn schaakdebuut te maken. In de laatste ronde van zomercompetitie van Philidor speelde ik met wit tegen een student uit Delft.
schaak1
In het middenspel deed zich deze stand voor, met wit aan zet. Geen idee hoeveel zetten er waren gespeeld, want noteren zou me met dit speeltempo (15 minuten + 5 seconden per zet) te veel tijd hebben gekost. Ik had het idee hier goed te staan. De witte koning staat veiliger dan die van zwart, de dame op e4 is multifunctioneel en de witte torens ondersteunen de witte pionnen goed. Mijn plan was om het zwarte centrum open te breken.
Het ging hier verder met 1.c5 dxc5 2.bxc5. De witte toren valt nu de zwarte dame aan en wordt gedekt door de dame. 2..Dc7 3.d6?! Wit zet zijn opmars voort. Na bijvoorbeeld 3..Qd7 of 3..Qd8 kan wit sterk met 4.Rb7 reageren. Merk op dat de toren ook daar wordt gedekt door de dame. Zwart moet wat bijzonders doen. Hij ging voor het tactische 3..Rxd6 4.cxd6 Qxc5. Zwart staat nu een pion voor, maar wit kan op meerdere manieren de zwarte koning in gevaar brengen. Ik ging voor 5.Rb7+ Kg8 (bij analyse bleken ook andere zetten te verliezen) 6.Qd5+!. Nu volgt op Kf9 Qf7 met mat. Dus moet 6..Kh8. Ik ging verder met 7.d7 en zwart voorkwam dat wit promoveerde met 7..Rd8. Merk op dat zwart een zet te kort komt om 7..Qe8+ 8.Kh2 Qxf2, met dreigende herhaling van zetten, door te zetten.
schaak2
Op dit moment zag ik een duidelijke winstgang: 8.Rb8! Qc7 (na Rxb8 volgt d8R+ Rxd8 Qxd8 met schaakmat) 9.Rxd8+! Qxd8 10.Qe6. Zwart staat nogsteeds een pion voor, maar kan niet voorkomen dat wit met 11.Qe8! de dame wint. Zwart ploeterde nog even door op zoek naar pat, maar kon een nederlaag niet meer voorkomen.
De uitroeptekens achter zetten in de bovenstaande analyse geven aan dat ik tijdens de partij meende sterke zetten te spelen. Stockfish, een sterke schaakcomputer, weet mij te vertellen dat wit op meerdere manieren en sneller kan winnen. Dat verbaast me natuurlijk geenszins. Ik doe ook maar wat. Ik was vooral betoverd door de dame: het bereik, de geboden steun, het loopje (e4-d5-e6) en de algemene kracht. Net het echte leven.