Archive for 23/12/2021

De vierde ronde….

Bijdrage namens André van der Kwartel

… van de competitie leverde een gemengd resultaat op. Het achttal speelde gelijk tegen het tweede team van De Waarddammers (en had kunnen winnen) maar het zestal verloor met grote cijfers van Van Stigt Thans. Desondanks heeft ook deze ronde weer een groot aantal interessante en/of amusante fragmenten opgeleverd. Hieronder mijn selectie daaruit.

Achttal

Maurits Meijer opende de score met een snelle, degelijke remise. Vervolgens zette Hein van Winkel LDG verrassend op voorsprong. Verrassend, omdat zijn winst uit een nadelige positie voort kwam.

vier1

Marijke Koers_van Genderen – Hein van Winkel

Stand na de 24e zet van zwart.

Wit heeft duidelijk groot voordeel en dacht de winst hier te kunnen forceren: 28-23!? (19×28), 33×22 (17×28), 30×19 (13×24). Hier had de witspeelster de stand nog gelijk kunnen houden met bijvoorbeeld 41-36, maar het verlangen een schijf te gaan winnen is te sterk: 34-30 (24-29), 30-24?? (16-21), 24×22 (21-27), 22×31 (26×46). Tien zetten later had Hein de buit binnen. In de diagramstand had wit met rustige 41-36 haar voordeel moeiteloos kunnen behouden.

Helaas verloor Hans Tangelder kort daarna zijn partij. Hij kreeg op geen enkel moment serieuze kansen en werd vanaf de veertigste zet positioneel weggespeeld. Voor Peter van den Berg gold min of meer hetzelfde met dat verschil, dat hij al vanaf de 27e zet positioneel werd weggespeeld. Tot overmaat van ramp verloor Harry Dekker in een vrijwel gelijkwaardige stelling door tijdsoverschrijding en zo werd een 1-3 voorsprong in korte tijd omgezet in een 7-3 achterstand.

Maar Joop Burgerhout bracht de achterstand terug naar 7-5 via een prachtige centrum aanvalspartij. Als ik de analyse van Kingsrow doorkijk, zijn over deze partij veel opmerkingen te maken, maar ik laat hier alleen het beslissende fragment in de partij zien met daarbij de opmerkingen van Kingsrow.

vier2

Joop Burgerhout – Marienes van Genderen

Stand na de 42e zet van wit.

(2-8?) [Na (10-15), 34-29 (14-19) houdt zwart de stand nog gelijk.] 36-31 [Sterker was 34-29 (10-15), 40-34] (7-11?) [Nodig was (10-15). Nu staat zwart verloren.] 38-32 [Volgens KR zou 23-18 krachtiger zijn geweest, maar dit is ook voldoende.] (10-15), 23-18 en wit won achter elkaar.

Helaas kon Hans Kreder de verlokking van een damzet niet weerstaan, waarmee hij een zekere winst vergooide.

vier3

Hans Kreder – Ernst de Heer

Stand na de 50e zet van zwart.

Wit heeft te maken met de (remise)dreiging (18-22), 17×30, (8-13), 34×23 (25×43). Wit kiest daarom voor een ogenschijnlijk kansrijke damzet: 17-11 (6×17), 16-11 (17×6), 32-28 (23×21), 34×3. De overblijvende stand is echter gemakkelijk remise te houden voor zwart.

In de diagramstand had wit kunnen winnen door: 40-35 (29×40), 35×44. Zwart doet nu niets meer tegen het eenvoudige 16-11-7 met gemakkelijke winst voor wit.

Bij de stand 8-6 lag op mij de zware druk om de score gelijk te maken. Gelukkig was dat op dat moment in de wedstrijd niet zo moeilijk meer. Vanuit een Keller-opening was na een spelverloop met wisselende kansen de volgende stand op het bord gekomen:

vier4

Dirk-Jan Dekker – André van der Kwartel

Stand na de 45e zet van wit.

(27-32). Na een zet met schijf 49 zou wit op tempo verliezen, dus: 31-27 (22×42), 33×11 (16×7), 41-37? [Deze zet ligt voor de hand, maar wit had hier nog remise in handen met 34-30!] (42×31!), 36×38 (23-28). [Achter het bord dacht ik, dat zwart hier al gewonnen stond en na het gespeelde 46-41 was dat ook zo. KR geeft echter nog de volgende variant voor wit: 49-43 (26-31), 38-33 (13-18), 34-30 (25×23), 24-20 en wit heeft nog hele goede remisekansen. Wie zou hiervoor achter het bord en in tijdnood hebben gekozen?]

Zestal

Een kleine week na De Waarddammers moest het zestal aantreden tegen Van Stigt Thans. Geen ploeg waartegen ik ons zestal vooraf veel kans gaf, maar een 11-1 nederlaag viel mij toch wel erg tegen. Het eerste slachtoffer was Hans Tangelder. Een dam nemen tegen Ron Heusdens is misschien wel verleidelijk, maar moet toch met de nodige achterdocht worden bekeken.

vier5

Hans Tangelder – Ron Heusdens

Stand na de 15e zet van zwart.

Kingsrow waarschuwt nog dat 50-45 hier een goede zet is, maar Hans kon de verleiding niet weerstaan: 42-37 (25×45), 32-27 (23×21), 38-32 (17×28), 32×5. Een aardige dam, maar ook een aardig dure dam. Zwart opende een interessante jacht op de witte dam en na twaalf zetten kon de dam met schijfwinst worden veroverd. Hans gaf op.

Ook Harry Dekker verloor snel. Hij overzag een lichte combinatie, maar gaf daarna misschien te vroeg op.

vier6

Guido van den Berg – Harry Dekker

Stand na de 30e zet van wit.

Na (8-12) staat zwart prima, maar zwart speelde: (23-29??), 33-28 (17×28), 40-34. Hier stopt de notatie, maar het is de vraag of zwart niet te snel heeft opgegeven: na (29×40), 38×9 (3×14), 35×44 (17-22) lijkt zwart nog voldoende compensatie te hebben om, in ieder geval nog even door te knokken.

Het enige punt voor LDG werd binnengehaald door Koos van Amerongen. Hij speelde remise tegen Frits Luteijn in een partij waarbij KR geen opvallende kanttekeningen plaatst, maar die er voor de oppervlakkige toeschouwer tegen het einde toch wel erg spannend uitzag.

Na dit erepunt gingen de overige teamgenoten onvervaard verder met het inleveren van hun partijen. Als eerste Rudi van Velzen.

vier7

Rudi van Velzen – Tiny Mous

Stand na de 33e zet van zwart.

Wit staat onder druk, maar 38-32 is hier nog speelbaar. Rudi koos voor 41-37!? (21-27), 37-31 (17-21), 28×26 (10-14), 31×13 (8×19) en wit ging kansloos ten onder.

Ook uw verslaggever ontkwam niet aan de algehele malaise, maar ik heb nog een extra frustratie: ik heb een waarschijnlijk winnende afwikkeling gemist.

vier8

André van der Kwartel – Ton Burgerhout

Stand na de 39e zet van wit.

(8-12??), 31-26?? Ik mis hier de verrassende actie: 34-30 (25×34), 28-23 (18×29), 22-17!! Uitermate verrassend. Als zwart (12×21) slaat volgt vernietigend 38-33 (29×38), 32×43 (21×32), 43-38 (32×43), 48×8. Zwart moet dus wel: (11×22), 27×7 met als plausibel verloop: (34-39), 7-1 (29-34), 1×40 (24-29) enz.

Joop Burgerhout hield het het langst vol, maar ook hij ontkwam niet aan verlies. Na het ophalen van enkele gemeenschappelijke herinneringen met zijn tegenstander, Peter van der Stap, volgde een boeiend gevecht, waarin Joop langdurig de onderliggende partij was. Hij werd dan ook langzaam weggespeeld. In het eindspel beging Van der Stap echter één misgreep die helaas door Joop werd gemist.

vier9

Peter van der Stap – Joop Burgerhout

Stand na de 53e zet van zwart.

Volgens KR is de stand in alle varianten verloren voor zwart. Spelverloop: 10-5? [Nodig was 19-14] (31-36), 38-33 (21-27?), 32×21 (16×27), 48-42 (11-17), 33-29 (17-22), 42-37 en zwart gaf op.

Een mooie overwinning van wit, maar zwart heeft een kans laten liggen. In plaats van (21-27) had hij moeten spelen: (21-26). KR geeft nu de volgende spelgang: 32-27 (18-22), 27×18 (36-41), 18-13 (41-47), 33-28 (26-31) Zwart gaat een tweede dam halen en het lijkt daarna vrijwel onmogelijk voor wit om de winst binnen te halen.

Toegift

Ten slotte als toegift twee fragmenten uit een oude partij van mij tegen Fred Ong. Ik kwam die partij tegen tussen allerlei vergeten papieren, voerde hem in Turbo Dambase in, liet Kingsrow er op los en prompt werd ik gewezen op maar liefst twee gemiste kansen. Ik geef ze hieronder als kleine opgaven ter ontspanning rond de kerstdagen. Voor beide diagrammen geldt: wit speelt en verkrijgt voordeel.

vier10

André van der Kwartel – Fred Ong

vier11

André van der Kwartel – Fred Ong

En Hielke zorgde voor de kokerij

Een bijdrage van Evert Dollekamp

Ik begon vijftig jaar geleden met dammen (als je dit in 2023 leest klopt het precies!). Aangejaagd door mijn broerste broer Bert speelden we lange tijd in de hoek van een verantwoord bankstel in huiselijke kring regelmatig een potje dam. Bert is een jaar of vijf ouder dan ik en zodoende destijds ook qua school een aantal jaren vooruit.

Op de middelbare school (de HBS, oudere leden weten nog wel dat dit Hogere Burger School betekent; voor kinderen van gegoede ouders. De HBS bestaat niet meer, vergelijk het maar met HAVO / Atheneum / Gymnasium nu) was Bert niet echt een volgzaam type, is hij nog steeds niet trouwens.

Regelmatig de klas uitgestuurd en melden bij de concierge. Deze man had als hobby dammen. Al snel leerde Bert de eerste trucjes. En natuurlijk de boel forceren om maar weer weggestuurd te worden. Twee keer blijven zitten, want ook huiswerk kwam er door al dat gedam niet van. Uiteindelijk toch een diploma, naar de Universiteit en kijk eens aan: Drs. in de onderwijskunde. Zodat hij nog maar kort geleden (nu met pensioen) aan de RUG les gaf aan Roel Boomstra en Wouter Sipma.

In de beginjaren van zijn damloopbaan leerde Bert Hielke Hylkema kennen. Hielke was een jaartje of vijf ouder en leerde Bert de fijne kneepjes. Vooral ook hoe je het damspel op anderen moest overbrengen. Hielke was een geboren onderwijzer. Wie zijn meesterwerken ‘De Flankaanval’ en de twee deeltjes ‘Combineren op een randschijf’ nog niet in huis heeft, moet snel even naar de site van Henk Stoop (damboeken.nl).

Ik geloof tenmiste dat ze daar nog steeds te koop zijn. En dat zegt dan iemand die vindt dat wie door de week traint ‘s zondags moe is. Dan moeten het toch wel echt juweeltjes zijn! Vooral ‘De Flankaanval’ staat me nog het meest bij. Hielke weet op zijn karakteristieke manier de lezer te kietelen. ‘Niet gelijk naar de oplossingen. Eerst zelf proberen. Laat ik het niet merken!’ Dat soort werk.

Mijn eigen mooiste ervaring met Hielke Hylkema is onze samenwerking tijdens het NK 1982. Tijdens het toernooi, dat in een soort elfstedentocht door Drenthe trok, verzamelden we van alles voor een heus toernooiboek. Interviews, (ronde)verslagen, quotes en analyses. We hadden qua dat laatste behalve spelers ook randfiguren zoals Wim Los en Klaas Postema aangetrokken om een analyse te maken van een partij.

Hielke was daarin heel stellig: niet al te moeilijk, iedereen moet het kunnen begrijpen! Dat het na het toernooi toch nog maar liefst twee weken duurde voor we het boekje (iets van 120 pagina’s A5) gereed hadden lag vooral aan enkele NK-deelnemers. Soms moesten we een paar keer bellen voordat we de gevraagde analyse binnen hadden.

In Hielke’s woning in destijds Beijum (Een Groninger buitenwijk) werden de werkzaamheden verricht. Computer hadden we niet, moest bij wijze van spreken nog worden uitgevonden. Op een tekstverwerker met klein beeldscherm rammelden wij op het toetsenbord van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat.

Tegen vijf uur in de middag deed ik veertien dagen lang de boodschappen voor het avondeten, waarbij Hielke mij op het hart drukte vooral aan zijn portemonnee te denken. Van Hielke leerde ik dan ook hoe je van de wind moest leven.

Als ik terugkwam van de supermarkt zorgde Hielke voor de kokerij. Voor het drukken van het boekje vond Hielke natuurlijk de voordeligste aanbieder in het Noordelijk Halfrond!

Kenmerkend: ik woonde al een aantal jaren in het westen toen mijn relatie naar de dinges ging. Ik was toen regelmatig

in Groningen te vinden en ging voor mijn werk even regelmatig op en neer naar Amsterdam. Toen ik tijdelijk woonruimte nodig had stond Hielke vooraan in de rij:

‘Je mag wel zolang in mijn huis hoor. Ik red me wel!’

Of het nu voor even een verblijf in zijn tuinhuisje in het Groninger Stadspark was of dat hij destijds de benenwagen heeft genomen richting Frankrijk dat weet ik niet meer. Maar het geeft wel aan dat Hielke vooral ook aan een ander dacht. Mooi!

Tot slot: Hielke was behalve (auto)didact ook een meer dan behoorlijke dammer, qua stijl een beetje Paul Oudshoorn en Martin Dolfing (maar dan veel agressiever; hij ruilde bijvoorbeeld nooit binnen een luttel aantal zetten naar 21 en 24!). Hij behoorde tot de vier gebroeders (Gert en Hielke Hylkema, Bert en ik) dat jarenlang in de NC het gros van de punten binnenbracht voor de Asser Damclub (later bleef het Drents Tiental over).

Onvergetelijke uitspraak van destijds (rond jaren tachtig) voorzitter H.J. Borger (niemand van ADC heeft ooit zijn voornaam geweten … ): ‘Als we de Dollekamp’m en de Ielkema’s niet hadden, kunnen we net zo goed thuisblijven!’

Ander slot: de crematieplechtigheid heb ik on-line gevolgd. Mooie toespraken, heel divers ook. Alles afgekeken, ook toen het beperkte (want Corona) publiek de kist voorbijkwam. ‘Statler en Waldorf!’ dacht ik plotseling. Het waren Herm Jan Brascamp en Hans van der Nap.

Gerespecteerde mannen op leeftijd. Maar ook zeer gewaardeerde dammers en goede onderwijzers. Samen met Hielke en Bert vormden zij jarenlang als pioniers de Werkgroep Jeugddammen. Een werkgroep dat onder andere het draaiboek voor een scholendamtoernooi in elkaar knutselde. Ik heb het zelf in mijn jonge jaren veel gebruikt!

Gewoon Hielke

Artikel afkomstig uit Dagblad Van Het Noorden, geschreven door Bert Dollekamp!

Tijd van Leven beschrijft het gepasseerde bestaan van mensen met een bijzonder verhaal. Vandaag wandelen we een stukje mee op het levenspad van Hielke Hylkema (1950-2021). ‘Een goede reiziger weet niet waar hij heen gaat’

Hielke0

,,Mmmét Hielke!”

Wie Hielke Hylkema belde, werd steevast onthaald op diens in vrolijke klanken verpakte voornaam, waarmee hij alvast de gewenste toon voor het gesprek zette. Het was een van de simpele maar o zo effectieve methoden, 2 waarmee Hielke zijn leven lang probeerde te handelen in harmonie met zijn omgeving. En wie dat doet ontmoet zelden weerstand, zegt de oude Chinese wijsheid op de kennisgeving van zijn overlijden,12 augustus jongstleden.

Eenvoudig, scherpzinnig, gevoelig, wars van gedoe en door en door betrouwbaar. Geliefd bij degenen die het voorrecht hadden hem van nabij mee te maken. Zijn beroep? Ja, wat zullen we daar eens van maken. Misschien handiger om een stukje op zijn levenspad mee te wandelen, dan kan ieder er zijn eigen etiket op plakken. Want zelf hield Hielke daar niet zo van.

Hielke1

We wandelen een stukje mee op het levenspad van Hielke Hylkema

Ontdekking

Hielke groeit op in Assen als zoon van een Groningse moeder en een Friese vader. Na zeven onbezorgde jaren, waarin hij gezelschap krijgt van zijn vijf jaar jongere broer Gert, overlijdt plotseling hun vader. Alles wordt anders en als vanzelf groeit Hielke in de rol van volwassene, met eigen ideeën en vragen over opvoeding en geloof.

De middelbare school voert de vroegwijze en zoekende Hielke langs de christelijke mulo en hbs naar het openbare Nassaucollege in Assen. Zijn mooiste aha-ervaring heeft hij echter als 16-jarige in Groningen. In de pauzes van een cursus wiskunde raakt hij via dammende studenten in de ban van het oude bordspel. En struinend door de stad vindt hij in een tweedehands boekwinkeltje de Tao Te Ching, de beroemde verzameling 3 levenslessen ‘van weg en deugd’ van de Chinese filosoof Lao Zi. Beide ontdekkingen passen hem als een jas.

Dat geldt ook zijn studie biologie, waarvoor hij definitief naar Groningen verkast. Zijn kamer aan de Visserstraat wordt een ontmoetingsplek voor oude en nieuwe vrienden, die de bedachtzame, gastvrije en behulpzame Hielke op handen dragen. Hij studeert als eerste af in de milieukunde en neemt en passant studiemaat Franciscus op sleeptouw. Zijn lesbevoegdheid loopt hij echter mis, nadat hij de docent aanspreekt op diens vreemde visie op didactiek. Dan maar geen leraar biologie.

Sleutel

Binnen de damsport heeft hij zijn sporen dan al verdiend. Ook daar weet hij het beter dan wie ook en levert er een complete leergang bij. Resultaat van een jarenlang proces van oefenen, onderzoeken, doorgronden en opschrijven. Hielke begrijpt dat wie de essentie van het spel snapt, ook de sleutel voor de juiste uitleg in handen heeft.

Die sleutel vindt hij door niet de kennis maar het denken zelf als startpunt te nemen. Het simpele principe komt in diverse producties terug, van de spectaculaire AVRO damcursus uit 1983 rond de match Van der Wal – Wiersma tot zijn ingetogen meesterwerkje ‘De Flankaanval’. Alleen wie een doel heeft kan plannen maken, houdt hij de lezers in navolging van Confucius voor, presenteert een serie winnende posities (het doel) en zet hen vervolgens op het spoor van de zettenreeks er naar toe (het plan).

Alles in heldere taal en luchtige vermaningen. Zoals: ,,Probeer zelf maar een paar varianten uit. Meteen naspelen van de uitwerking is zinloos. Laat ik het niet merken!”

Hielke2

Hielke Hylkema in 1983

Het dammen is echter geen vetpot. Hij zoekt een nieuwe uitdaging, vaart mee met een bevriende binnenschipper en volgt een stoomcursus ICT. Zo vindt hij eindelijk een baan bij landbouwhogeschool Van Hall en levert vakwerk met uitgekiende programma’s. Toch gaat het mis. Perfectionisme, hekel aan formaliteiten en behoefte aan eigen regie leiden tot grote stress. Voorjaar 1995 kapt hij ermee, neemt ontslag en wandelt in zuidelijke richting de stad uit.

Kostbare bagage

Het dagboekje dat hij onderweg bijhoudt en later uitwerkt in een kostelijk reisverslag begint zo: ‘ – Waar ga je heen? Dit was de meest gestelde vraag de afgelopen weken. – Naar het zuiden … – Ja, maar waar ga je naar toe in het zuiden? – Eerst naar Zuidlaren en daarna zie ik wel verder.’ Een goede reiziger weet immers niet waar hij heen gaat, haalt Hielke de wijsgeer Lin Yutan aan. De wijsheid heeft ook nog een tweede deel. ‘… een uitstekende reiziger weet bovendien niet waar hij vandaan komt. Dat is hogeschool reizen – zover ben ik nog lang niet.’

Hielke3

‘Een goede reiziger weet niet waar hij heen gaat’.

Uiteindelijk loopt hij naar de Middellandse Zee, vergezeld van zijn gedachten, zijn rugzak en zijn meest kostbare bagage: Tai Ji. Een goede fee heeft het me geleerd, schrijft hij, doelend op de lerares die hem een jaar tevoren de eerste beginselen van de Chinese bewegingskunst heeft 5 bijgebracht. Elke dag doet hij op een rustig plekje onverstoorbaar zijn oefeningen, soms verbaasd gadegeslagen door passanten. Zijn verslag bevat boeiende passages over de invloed van de Romeinen en het christendom, voorzien van een subtiele relativering. Zoals ook in zijn met milde zelfspot beschreven verlegenheid in het contact met vrouwen

Keerpunt

De wandeling is een keerpunt in zijn leven, met zijn Tao-boekje als gids en Tai Ji als vaste routine. Net als bij dammen volgen jaren van oefening en studie, waarbij zijn kennis van de Chinese taal en geneeskunst van pas komt. Als hij eenmaal snapt hoe het werkt, is het ordenen, herschikken en beschrijven van de bewegingen Hielke wel toevertrouwd.

Tien jaar na de eerste kennismaking gaat hij zelf lesgeven. Heel praktisch, geduldig en met humor demonstreert en begeleidt hij de bewegingen, alles met eigen lesmateriaal. Jarenlang oefenen Tai Ji adepten onder zijn leiding op de heuvel in het Noorderplantsoen en ook voorbijgangers kunnen gratis een lesje krijgen. Hielke wordt veel gevraagd voor workshops en demonstraties, die hij onder het motto ‘eerlijk delen’ samen met zijn collega-docenten verzorgt. Het samenwerken en verbinden is simpelweg deel van zijn systeem.

Sociale antenne

Die sociale antenne staat ook de 40 jaar in zijn huurwoning aan de Jacob Catsstraat steeds op ‘stand-by’. Maar het liefst vertoeft Hielke op de Piccardthof. Wie daar zijn van elke luxe gespeende tuinhuisje binnenstapt, waant zich in het boek ‘Walden’ van Henry Thoreau. Tegelijk leeft hij zich uit als vrijwilliger, variërend van bestuurlijke bemoeienis tot het maken van een website en een bomenroute. Daar ontmoet hij ook vriendin Ilkje, met wie hij vanaf 2011 een ‘droomhuisje’ aan het water deelt.

Het stekje wordt een ontmoetingsplek voor familie en vrienden. En als weer eens iemand vraagt welk deel van zijn tocht hij nou het mooist vond, dan antwoordt hij: ,,De Hoornse Dijk bij Groningen vond ik wel mooi; mooi is namelijk een kwestie van hoe je kijkt.”

,,Mmmét Hielke.”

De begroeting was het afgelopen jaar hetzelfde als altijd. Maar het duurde wel steeds langer voor Hielke opnam. Wie hem kende wist dat hij zich dan vanuit zijn stoel naar zijn telefoon sleepte, zich concentrerend op de gevleugelde woorden, die ook nu opgewekt moesten klinken. Alsof er niets aan de hand was. Maar er was wel wat aan de hand. Hielke had ALS.

Het was afzien die laatste maanden, maar hij hield met hulp van familie en vrienden zelf de regie, zoals hij dat zijn leven lang gedaan had.

Wat blijft is de herinnering aan een man, die anderen veel gegeven heeft door in bijna alle omstandigheden zichzelf te zijn.

Misschien kwam de typering van studievriend Franciscus nog wel het dichtste in de buurt: „Hij wandelde door Groningen als een Chinese wijsgeer”. Hielke zelf zou dat overdreven vinden. Hij was immers: gewoon Hielke.

BOEK

In 2019 heeft Corien Bennink van het reisverslag van de wandeling uit 1995 een eboek en een papieren boek gemaakt, inclusief een Engelse vertaling. Het boek van 550 pagina’s is verkrijgbaar in een aantal boekhandels en via internet. Titel Groningen-Montpellier. Een wandeling langs kanalen en rivieren. Auteur Hielke Hylkema ISBN Paperback 9789 4641 86 000 E-book 9789 4641 86 017 Prijs Paperback € 37,50; E-book € 10,–

Hielke4

De derde ronde….

… van de competitie verliep iets beter dan de tweede ronde. Het achttal verloor met grote cijfers van het derde team van DES Lunteren (5-11), maar het zestal speelde verrassend gelijk tegen Den Haag. Een impressie van de interessantste momenten uit deze ronde.

Achttal

Jack van der Plas leverde als eerste twee punten in. Ondanks mijn eerdere waarschuwingen in deze rubriek, beging Jack een belangrijke positionele blunder:

derde1

Jack van der Plas – Jaap Heij  

Stand na de 21e zet van zwart. 

49-44??? (17-22), 28×17 (11×31), 36×27 (23-29!). Natuurlijk. De witte korte vleugel wordt lamgelegd. Jack kwam er niet meer aan te pas.  

Vervolgens speelde Hans Kreder remise. Voor de oppervlakkige toeschouwer stond Hans huizenhoog gewonnen, maar in werkelijkheid mocht hij blij zijn met een punt weg te komen.

derde2

Michel Hendriksen jr. – Hans Kreder  

Stand na de 30e zet van wit. 

Zwart staat slecht. (6-11) en (12-17) zijn verhinderd. Hij doet er het beste aan om een schijf achterstand te accepteren met (14-19), 33-29 (19×30), 29-23, enz. Zwart heeft dan nog enige compensatie. In de partij werd gespeeld: (14-20??), 32-28? (20×29), 33×24 (22×33), 38×29. Hiermee mist wit de winst. Na (14-20) had wit moeten spelen: 33-29! Met het volgende plausibele verloop: (3-9), 49-43 (9-14), 44-40 (6-11), 39-33 en hier moet zwart wel (25-30) offeren, want anders loopt het snel mis voor hem.  

Vervolgens ontdekte Peter van den Berg de kracht van enkele eenvoudige omsingelingszetten. 

  derde3

Henk Timmer – Peter van den Berg  

Stand na de 36e zet van wit. 

Om de stand min of meer gelijk te houden was (6-11) aangewezen met als plausibel verloop: 48-43 (11-17), 27-21×21 (17-22), 21-16 (12-17). Het ziet er een beetje eng uit, maar zwart hoeft zich geen zorgen te maken. De doorbraakactie met 26-21 en 16-11 bijvoorbeeld strandt op (23-29). 

Het partijverloop was: (14-20?), 33-29 (20-24×24) [Beter was (12-17), maar daarna is 30-24 vrijwel dodelijk.] 39-33 (12-17), 34-29 (23×25), 27-21 (16×27), 32×14 en opgegeven. Zie de kracht van de witte formaties!  

In de partij van invaller Dick den Ouden werd het evenwicht nooit serieus verbroken, met remise als logisch resultaat. Vervolgens verloor Maurits Meijer die in een wel heel eenvoudig zetje liep. 

derde4

Maurits Meijer – Robbert Westerink  

Stand na de 30e zet van zwart. 

30-24?? (22-28), 31×33 (13-19), 24×13 (12-18), 13×22 (17×48). Wit haalde deze dam nog wel van het bord met 37-31, 38-32 en 26-21, maar het is daarna nooit meer wat geworden.   

Joop Burgerhout bezorgde met een remise de tegenstander het negende en dus winnende punt. De laatste verliespartij van LDG kwam op naam van Harry Dekker. Hij beging een positionele fout, die eigenlijk afgestraft had moeten worden, maar zijn tegenstander beging op zijn beurt een slordigheid. Helaas miste Harry de hem geboden ontsnapping. Die eeuwige tijdnood ook…. 

derde5

Jaap van Hierden Sr. – Harry Dekker  

Stand na de 40e zet van wit. 

(18-23?), 34-30! (15-20), 30-24!? [Dit wint een schijf, maar geeft zwart de kans om te ontsnappen. Beter was daarom: 27-22!] (20×29), 33×24 (19×30), 35×24 (11-17?) Dit is het moment waarop zwart nog een redding achter de hand heeft: (12-18!), 28×19 (16-21), 27×17 (18-23), 19×28 (26-31), 37×26 (8-12), 7×18 (13×42). Dit zou voldoende moeten zijn voor remise. Overigens verloor zwart kort na (11-17) door tijdsoverschrijding.  

Ik mocht de spreekwoordelijke eer redden na een partij waar ik niet erg tevreden over was, maar die verrassend soepel won. Al had tot op het laatst remise nog de uitslag kunnen zijn. 

derde6

Chris Versteegen – André van der Kwartel  

Stand na de 54e zet van wit. 

De gemakkelijkste manier om hier te winnen is (24-29), gevolgd door (23-28). In een vlaag van verstandsverbijstering vergreep ik mij echter aan (11-16??). In een eindspel is het prettig om schijven aan de randen te hebben, maar niet als die een potentiële vangstelling vormen. Volgens KR is de stand plotsklaps remise na 39-34! Er dreigt 34-30, 49-44 en 31-27. Dat volgt ook na (24-19), maar dan voorafgegaan door 14-9. Haalt zwart zijn dam terug naar 47 dan volgt 34-30 en de remise komt snel in zicht voor wit. Gelukkig overzag mijn tegenstander deze mogelijkheid. Hij speelde 31-27?? En daarmee was alles weer in orde: (24-47), 49-43 (23-28) en winst. 

Zestal 

Vijf dagen na de wedstrijd van het achttal speelde het provinciale zestal tegen de damclub Den Haag. Tegen deze sterke ploeg werd met 6-6 gelijk gespeeld. Heel verrassend, daar de drie sterkste spelers van LDG niet meespeelden.  

Jack van der Plas opende de score met een niet moeilijke, maar wel spectaculaire afwikkeling.

derde7

Bas Baksoellah – Jack van der Plas  

Stand na de 25e zet van zwart. 

Niets aan de hand na 41-36, maar wel na het gespeelde 43-39?? (29-33), 38×29 (26-21), 37×17 (16-21), 27×7 (18×36), 29×18 (13×2). Enkele zetten later gaf wit op.  

LDG kwam op 4-0 door een prachtige overwinning van Rudi van Velzen. 

derde8

Rudi van Velzen – Frans van Eenennaam  

Stand na de 31e zet van wit. 

Spelverloop: (9-14!?), 24-19!! (13×24), 32-28!! Zwart heeft geen enkel weerwoord. Hij speelde nog (24-30), maar gaf na 35×24 op.  

Uit de overige vier partijen hoefden nog maar drie punten te komen, maar dat streven werd door een misser van mij al direct een stuk moeilijker gemaakt. 

derde9

André van der Kwartel – Pertap Malahé  

Stand na de 39e zet van zwart. 

Een leerzaam moment. Na 27-22 vindt KR de stand gelijkwaardig. Na de – voor mij – meer voor de hand liggende (en gespeelde) zet 42-37?? is de stand voor wit vrijwel verloren. Zwart moet daarvoor dan wel (8-13!) spelen. Hij speelde echter (17-21) en daarmee was de stand weer gelijkwaardig. Het is leerzaam om na (8-13) wat variantjes te spelen. Wit komt heel snel steeds slechter te staan. 

Vanuit de diagramstand was het spelverloop: 42-37? (17-21?), 40-34 (4-10), 39-33 (8-12). Deze zet verraste mij totaal. Ik hield alleen rekening met (13-18) of (10-15), waarbij ik voor deze laatste zet de punten al telde. Maar na de tekstzet zag ik in tijdnood de afwikkeling 27-22 (24-30), 35×13 (12-18), 28×19 (18×40) schitteren. Ik was bang dat die afwikkeling tot een slecht eindspel zou leiden en speelde min of meer in paniek: 35-30?? (24×35), 33-29 en kon na (12-17) enz. opgeven. De afwikkeling die ik ontweek, had snel tot remise geleid.  

Vervolgens speelde Harry Dekker knap remise tegen Jan Kok. Maar hij miste onderweg wel een mogelijke winstkans. 

derde10

Jan Kok – Harry Dekker  

Stand na de 41e zet van wit. 

In de partij speelde zwart (13-18) en het liep soepel remise. Zwart had zichzelf winstkansen kunnen scheppen met (21-26!). Het vervelende van dit zetje is dat het voor de hand liggende 32-28 is verhinderd door: (26×37), 42×31 (14-19) met schijfwinst. Wit heeft dus niet veel beter dan 42-37 en zit na (12-18) met een lastige stelling opgescheept. Een redelijk plausibel verloop is dan: 38-33 (18-23), 27-22 (14-19), 24-20 (23-29×30). Wit krijgt het moeilijk.  

Joop Burgerhout speelde knap remise tegen Jeroen Kos, waardoor het bereiken van dat ene gewenste zevende punt geheel op de schouders van Maurits Meijer kwam te liggen. Maurits kwam in een nadelig eindspel terecht en verdedigde zich bekwaam. Helaas miste hij het moment waarop hij de kroon op zijn verdedigende werk kon zetten. 

derde11

Gerard de Groot – Maurits Meijer  

Stand na de 61e zet van wit. 

Het is een complex eindspel dat voor iedere dammer een stevige uitdaging zal vormen. 

Ik laat eerst het partijverloop zien, want de manier waarop wit wint is toch wel erg mooi. 

(36-4?), 33-28 (4-31), 7-2 (31-48), 2×35 (48-43), 35-19 (43×21), 19×5. Nu blijkt dat beide witte schijven beschermd zijn: op (21-17) volgt 28-22 en op (21-12) volgt 23-18 en 25-20. 

De diagramstand geeft het moment weer waarop zwart nog remise kan maken en er zit een zekere logica achter de gewenste zet: (36-22!). Wit heeft niet veel anders dan 32-28 (22-31). De witte schijven staan nu midden op het bord ongelukkiger opgesteld. De zwarte schijven aanvallen wordt voor wit vrijwel onmogelijk zonder dat ook witte schijven van het bord gaan.