Archive for 26/09/2020

Damlust?

André van der Kwartel

Dat was aan het begin van het nieuwe damseizoen de grote vraag: Hoe staat het na de lange zomervakantie met de damlust? Bij de leden van Constant Charlois Rotterdam (CCR) was de honger naar het dambord niet erg groot. De drie teams van CCR besloten collectief dat het niet verantwoord was om onder de gegeven omstandigheden een wedstrijd te spelen. (CCR was overigens niet de enige vereniging die niet wilde spelen.)
Dat was prettig voor het Leids Damgenootschap dat in deze eerste ronde in Gouda moest uitkomen tegen het tweede team van Damlust, dat zoals, de naam al aangeeft, natuurlijk graag wilde spelen. Het eerste team van Damlust had moeten spelen tegen het eerste team van CCR, maar door het wegblijven van CCR speelden wij met zestien man in een zaal waar gemakkelijk zestig man tegelijk in kunnen dammen. Meer coronaproof kon het niet.
Hoezeer de vraag naar damlust leefde bleek ook uit de vraag van mijn tegenstander, Ruud Kloosterman, of ik dit seizoen al een serieuze wedstrijd had gespeeld. Ik antwoordde dat ik op de club pas één wedstrijd had gespeeld om daar op de benodigde achteloze toon aan toe te voegen: “Winst tegen Evert Bronstring.” Ziezo. Dat was alvast een half punt voorsprong.

Het wedstrijdverloop was verrassend, maar niet echt spannend. Daarvoor was Damlust te sterk. LDG kwam met geluk op een 4-0 voorsprong die langzaam maar zeker door Damlust werd omgebogen in een 9-7 nederlaag. Maar met iets meer scherpte van de LDG-ers was een verrassing mogelijk geweest.

De wedstrijd begon met een cadeautje voor LDG.

Damlust_1

Joop Burgerhout – Kariem Droog

Stand na de 22e zet van wit.
De zwartspeler zag een doorbraak schemeren maar misschien had hij beter kunnen wachten tot er wat meer licht was: (18-23??), 29×18 (17-21??), 26×28 en nu was de bedoeling: (8-12), 31×22 (12×41) maar ja……

Hans Kreder bracht met een aardig zetje de stand op 0-4.

Damlust_2

Hans Kreder – Wim Bor

Stand na de 29e zet van zwart.
Hans brengt een verrassend zetje in de stand dat door zwart volledig wordt gemist: 38-33! (1-6??), 24-19 (13×24), 29×20 (15×24), 26-21! (17×26), 37-32 (26×28), 33×2. Enkele zetten later gaf zwart op.

Jack van der Plas leek voor mij als toevallig passerende toeschouwer slecht uit de opening te komen, maar in de computeranalyse bleek dat erg mee te vallen. Zijn verlies was te wijten aan een ernstige slordigheid in een vrijwel gelijkwaardige stelling.

Damlust_3

Jack van der Plas – Harry Clasquin

Stand na de 32e zet van zwart.
Na 46-41 is er niets aan de hand, maar wit speelde: 34-29?? (15-20!). Nu is 30-25 verhinderd door (10-15), 25×23 enz. De ellende is dat dit mechanisme in de stand blijft zitten. Bijvoorbeeld: 42-38 (10-15), 30-25 (16-21), 25×23 (21×32), enz. Hierdoor kan wit er niets tegen doen dat zwart (15-10) speelt en met (20-25) een schijf wint. Het partijverloop vanuit de diagramstand was dan ook : 34-29 (15-20), 46-41 (10-15), 42-37 (20-25), 29×20 (15×24). De schijf op 30 ging verloren en zonder enige compensatie verloor wit spoedig.

Hans Tangelder speelde voor zijn doen een zeer overzichtelijke partij die dan ook geruisloos in remise eindigde.

Vervolgens verloor Maurits, waarmee de stand op 5-5 kwam. Een klein beetje theoretische kennis had Maurits geholpen zijn partij moeiteloos remise te houden.

Damlust_4

Peter van Eck – Maurits Meijer

Stand na de 42e zet van wit.
Een stelling uit de familie der klassieke late middenspelstanden. Bij veel dammers berucht vanwege de grote verschillen tussen standen die maar één tempo van elkaar verschillen maar daardoor een totaal verschillende uitslag kunnen hebben. Evert Bronstring zou daar een interessant college over kunnen geven. Het is toch wel belangrijk om enige kennis van dit soort standen te hebben. In de Mega database van TurboDambase 2015 blijkt deze stand maar liefst 192 keer voor te komen. Een groot deel daarvan eindigde in een beslissing, maar bij goed spel moet zwart na (23-29×29) remise kunnen houden. Maurits deed het anders: (12-17), 34-30 (17-22), 28×17 (21×12), 33-28 (12-17A), 38-33 en zwart heeft niet beter dan (26-31), 37×26 (23-29), maar na 28-23 (19×37), 30×10 (29×38), 10-4 ging de partij snel verloren.
A) Evert Bronstring gaf op de clubavond inderdaad een lesje over dit type klassieke standen en signaleerde onder meer dat zwart hier remise kan bereiken met 24-29.

Met het verlies van Hein van Winkel kwam Damlust op een 7-5 voorsprong. Hein had met zwart een groot deel van de partij het betere van het spel gehad, maar rond de veertigste ging het initiatief meer naar wit toe. Op de 42e zet beging Hein een belangrijke onnauwkeurigheid.

Damlust_5

Arie van der Knaap – Hein van Winkel

Stand na de 42e zet van wit.
(9-14!?) Deze zet hoeft op zich niet zwak te zijn, maar in combinatie met de volgende zet van zwart levert hij groot nadeel op. 31-26! (7-12?A), 26×17 (12×21), 35-30! (24×35), 33-29! Zwart heeft nu niet beter dan (21-26), 29×20 (25×14), 32-27. In de partij kwam zwart er daarna niet meer aan te pas.
A) De computer geeft hier een toch wel verrassende remise aan: (8-12!), 26×8 (13×2). Wit heeft nu niet veel beter dan 35-30 (24×35), 33-29 waarna zwart de stand met (35-40) gelijk houdt.

De laatste twee partijen eindigden in remise. En in beide gevallen mocht LDG daar niet over klagen.

Ik ontsnapte aan verlies omdat zowel ikzelf als mijn tegenstander een verrassende finesse miste.

Damlust_6

Ruud Kloosterman – André van der kwartel

Stand na de 47e zet van zwart.
Ik had in de partij langdurig onder druk gestaan en was tevreden dat ik het tot bovenstaande stand had weten te brengen. Mijn tevredenheid was gebaseerd op de gedachte dat in de diagramstand wit de schijf op 26 moet afstoppen en dat ik dan met mijn dam het witte blokje schijven van achteruit kan bedreigen. Het partijverloop geeft mij gelijk: 1-18 (41-46), 29-24 (46-37), 34-29? (25-30), 24×35 (14-19), 23×14 (37×12) en remise overeengekomen.
Maar…. Er klopt iets niet. In de diagramstand had wit moeten spelen: 23-18! (26-31) is nu verhinderd door: 34-30 (25×32), 33-28 (32×12), 1×47. Totaal niet naar gekeken. Zwart had in dat geval misschien met eerst (25-30) en daarna (26-31) nog kunnen tegenspartelen, maar het begint er steeds somberder uit te zien. Kortom: een ietwat gelukkig punt voor LDG.

Harry Dekker mocht met een remise de eindstand op 9-7 brengen. Maar ook hij heeft daarbij misschien wel wat geluk gehad, hoewel dat minder goed is hard te maken dan in mijn partij.
Het gaat om het volgende fragment.

Damlust_7

Harry Dekker – Alex Bitter

Stand na de 37e zet van wit.
Wit heeft zojuist 27-22 gespeeld en zwart reageerde met (7-11), maar sterker was geweest (16-21). Voor de hand ligt 22-17, maar dan kan zwart reageren met (19-23), 17×30 (23×43). Er zal nog veel spel kunnen volgen, maar het is duidelijk dat wit zal moeten verdedigen.

Evert Bronstring aan kop in interne LDG

Hans Tangelder

Na 4 ronden van de interne gaat Evert Bronstring aan kop met 6 punten uit 4 wedstrijden gevolgd door André van der Kwartel met 4 punten uit 2 wedstrijden.

De uitslagen van ronde 3 en 4 zijn:

16 september ronde 3:
Maurits Meijer – Peter v/d Berg 2-0
Harry Dekker – Evert Bronstring 0-2
André van der Kwartel vrij

23 september ronde 4:
Harry Dekker – André van der Kwartel 0-2
Evert Bronstring – Maurits Meijer 2-0
Jack van der Plas – Peter van de Berg 2-0
Hans Tangelder – Steven den Hollander 2-0

De volledige stand is:

Evert Bronstring 6 uit 4
André van der Kwartel 4 uit 2, 1x vrij
Hans Tangelder 4 uit 3
Hein van Winkel, Quirinius van Dorp, Jack van der Plas 2 uit 1
Maurits Meijer 2 uit 3, 1x vrij
Steven den Hollander 2 uit 3
Harry Dekker, Peter v/d Berg, 2 uit 4
Wim Zwinkels 0 uit 2

Van ruilen komt huilen

Evert Dollekamp

Deze bekende Surinaamse gezegswijze is afkomstig van Hans Jansen. Jarenlang reisde ik samen met hem behalve per auto ook per trein naar de teamwedstrijden. De trein was een uitgelezen mogelijkheid om na de partij de tijd met een zakdambordje te doden. Zo kwam het dat Hans weer eens op de zijn zo onnavolgbare wijze de gewonnen partij demonstreerde. Nadat de tegenstander na zijn zoveelste vervlakkende ruil de ultieme vereenvoudiging aan het volk toonde, gaf Hans zijn analyse een vernietigend einde: ‘Van ruilen komt huilen!’ Schiet me nu te binnen dat ik met Hans in de trein ooit een oude dame ontmoette die wel met Hans een potje wilde dammen. ‘Maar ik wil niet dat mijn stenen geslagen worden, want dat vind ik maar niets!’ Zelf mocht ze wel slaan natuurlijk, zodat de Grootmeester pijnlijk in het stof beet.

En wat me ook onvergetelijk is bijgebleven qua treinreizen: Peter van Harten! Toen ik nog jong en onschuldig was en mij te pas en te onpas aan training vergreep, reisde ik samen met onder andere Peter en Bauke Bies naar de centrale training in Utrecht. Per trein ging dat allemaal, want een auto konden wij ons als onderbetaalde staatsamateurs natuurlijk niet veroorloven. Peter had een zakdambordje in de hand wat bij het overstappen te veel van het goede was. Op de roltrap naar beneden botste hij tegen zijn buurman en zo viel dat bordje uit zijn  hand, een lawine aan rode en witte schijfjes veroorzakend. De consternatie was alom toen Peter tegen het verkeer in alle ballen weer probeerde te verzamelen. Twee dingen waren daarin opmerkelijk. Ten eerste wist hij alle schijfjes plus bordje weer te redden. Ten tweede wisten we de aansluitende trein alsnog te halen.

Peter van Harten was trouwens een speler naar mijn hart. Altijd het vizier op mooi spelen, ongeacht tegen wie. Ik leerde hem kennen in het hoge noorden, waar we tegenstanders waren in toen nog de kwartfinales van het kampioenschap van Nederland. Het rayon noord was altijd een zware poule. Was je in zo’n jaar zo maar in gezelschap van Auke Scholma, Bauke Bies, Anton Schotanus, Sjoerd Visser, Douwe de Jong, Siep Buurke, Otto Drenth, Pieter Bergsma, Herman van Meggelen, Johan Capelle en Peter van Harten. Dat waren prachtige wedstrijden. Gevecht op het scherpts van de snede. In die tijd, ik spreek over begin jaren tachtig, stond ik zelf bekend als de grote verdediger. Iemand die heel slim kon ruilen. Moeilijk van te winnen. Van ruilen kon ik heel blij worden. Zelden verloor ik. In de loop der jaren veranderde dat langzaam. Het ruilen begon mij tegen te staan. Ik veranderde gaandeweg in een speler die eerst interessanter ging spelen en uiteindelijk alle zorgvuldigheid liet varen. Eerst kwam me dat op mooie resultaten te staan, diverse Grootmeesters bracht ik op de rand van de afgrond en sommigen vielen daar daadwerkelijk in. Vele remises ook tegen die gasten, maar ik ben het met Evert Bronstring eens dat een remise nooit een prestatie is.

Nadat ik de persoonlijke wedstrijden vaarwel heb gezegd heb ik me jaren geprobeerd te vermaken in de clubwedstrijden in de Ereklasse. Dat ging lange tijd goed tot ik in Volendam tegenover Ndjofang kwam te zitten. Ik snap werkelijk niet waarom een GMI tegen een eenvoudige MN zoals ik zo flauw gaat zitten spelen. Al tijdens de partij begon ik me zo aan dat geruil te storen dat ik gewonnen kwam te staan. Beetje rare zin, maar het kwam er op neer dat een lelijke blunder me de partij nog kostte ook. Kort daarna zei ik de Ereklasse vaarwel.

Uitwaaien in de Hoofdklasse bij Tilburg leek me wel wat. Het tegendeel was waar. Alles werd er afgehakt. Reglementaire zetten allemaal, maar mijn plezier verdampte waar ik bij stond. Nu moet ik er eerlijkheidshalve bij zeggen dat ik ooit in een Halve Finale NK tegen Frits Luteyn met wit de volgende opening heb gepresteerd: 32-28, 18-22, 31-27, 22×31, 36×27 (‘Nou nou’, zei Frits). Maar dat was vroeger toen ik nog jong en ambitieus was. Het is in die vier jaar Hoofdklasse niet veel beter geworden. In de Eerste Klasse met LDG werd het nog erger. Het ging zo ver dat ik de zaterdagochtend voorafgaand de wedstrijd wel eens serieus overwoog mij wegens ziekte af te melden. En er ontstond nog een ander fenomeen. Ik begon niet alleen een hekel te krijgen aan de ruilen van mijn tegenstander, maar ook aan mijn eigen ruilen! Ik begon het dametje dat Hans Jansen alle hoeken van het bord liet zien steeds beter te begrijpen. Van ruilen komt huilen.

Verrassende uitslagen in tweede ronde interne LDG

Hans Tangelder

In de tweede ronde van de interne van LDG afgelopen donderdag waren er enkele verrassende uitslagen:

André van der Kwartel wist Evert Bronstring te verslaan. Quirinius van Dorp won met een fraaie combinatie van Harry Dekker:

QHarry

Quirinius van Dorp – Harry Dekker

In de diagramstand speelde wit de positionele lokzet 34-30! Dreigt om op de volgende zet met 30-24 een rechtervleugel aanval in te zetten. Zwart verhinderde dit plan met 15-20?, waarna wit toesloeg met de coup Napoleon: 30-24!, (20×29), 28-22, 38-32, 26-21, 31×2.

Hans Tangelder wist verrassend Steven den Hollander te verslaan.
In onderstaande stelling had Steven een fraaie combinatie in de stand gevlochten, die echter door Hans tijdens zijn zetcontrole tijdig onderkend werd:

HansSt

Steven den Hollander – Hans Tangelder

Na 8-13? zou volgen 31-26! 22×42 26-21 17×26 33-29 24×33 39×6 42×33.

Enkele zetten later was zwart genoodzaakt om een centrum aanval te plaatsen:

HansSt1

Steven den Hollander – Hans Tangelder

Omdat Steven daarna in de omsingeling te lang doorspeelde op winst kwam hij in de problemen:

HansSt2

Steven den Hollander – Hans Tangelder

Maar hier gaat zwart in de fout en verzuimt wit om alsnog de remise binnen te halen. Zwart vergreep zich aan 42-26? en werd verrast door 25-20! 24×15 32-28 35×24 11-7 1×12 27-21 26×17 22×11 12-17 11×22 8-12

HansSt3

Steven den Hollander – Hans Tangelder

Hier speelde wit met zeeën van bedenktijd te snel 34-29? 24×33 28×39 en hoopte dat zwart, die weinig resterende bedenktijd had, zich zou vergrijpen aan 15-20?, waarna het standje remise is. Zwart zag echter snel dat de partijvariant

19-24! 39-34 13-19 44-39 12-18 22×13 19×8 39-33 8-13 34-29 13-18 29×20 15×24 wint.

Steven had echter in de diagramstelling met 44-40! nog een benauwde remise in handen, omdat zowel 15-20 en 13-18 onvoldoende blijken te zijn voor winst.

De uitslagen van de eerste twee rondes van de interne competitie zijn:

2 september

Hein van Winkel – Peter van de Berg 2-0
Evert Bronstring – Hans Tangelder 2-0
Wim Zwinkels – Harry Dekker 0-2
Maurits Meijer – Steven den Hollander 0-2

9 september

Quirinius van Dorp – Harry Dekker 2-0
Steven den Hollander – Hans Tangelder 0-2
Peter van de Berg – Wim Zwinkels 2-0
Evert Bronstring – André van der Kwartel 0-2
Maurits Meijer vrij.

De stand na 2 ronden is:

André van der Kwartel, Hein van Winkel, Quirinius van Dorp: 2 punten uit 1 wedstrijd.

Peter van de Berg, Harry Dekker, Hans Tangelder, Evert Bronstring, Steven den Hollander: 2 punten uit 2 wedstrijden.

Maurits Meijer: 0 punten uit 1 wedstrijd.

Wim Zwinkels: 0 punten uit 2 wedstrijden.

Interne competitie 2020-2021 van start, Casper Remeijer winnaar 2019-2020

Hans Tangelder


Afgelopen donderdag is de interne competitie 2020-2021 weer van start gegaan. Evert Bronstring wist Hans Tangelder te verslaan, Steven den Hollander won van Maurits Meijer.

Harry Dekker en Hein van Winkel wisten hun tegenstanders combinatief te verrassen:

 

HeinPeter

Hein van Winkel – Peter van de Berg

In een licht nadelig eindspel vergreep Peter zich aan 11-16? Na 32-28 en het damoffer 3-12! staakte hij de strijd.

 

HarryWim

Harry Dekker – Wim Zwinkels

Na 7-11? werd Wim verrast door de coupe Philippe met 27-22, 33-29, 43-39. Het aantal schijven blijft wel gelijk, maar de zwarte schijf op 27 gaat verloren. Harry won de partij, maar Wim was in het eindspel nog dicht bij remise.

 

De interne competitie 2019-2020 is geëindigd met als eindstand stand de stand uit maart 2020, toen vanwege de Corona uitbraak deze competitie werd stilgelegd:

Eindstand

De eindstand laat zien dat Casper Remeijer de interne won met een overtuigende voorsprong. Edwin van Hofwegen werd tweede, en André van der Kwartel derde.

De LDG bekercompetitie 2020 is gevorderd tot de kwartfinale.
Casper Remeijer is al naar de halve finale na winst op Hans Kreder. De andere 3 partijen uit de kwartfinale moeten nog gespeeld worden.

Hieronder volgt het overzicht van de 

LDG beker 2020

De onderstreepte namen zijn door naar de volgende ronde.

Ronde 1 (16e finale)

Quirinius van Dorp (600) Joop Burgerhout (1044) 0-2
Evert Bronstring (1275) Peter van den Berg (906) 1-1
Arjan Varkevisser (800) Hans Tangelder (1152) 0-2
Jack van der Plas (978) Harry Dekker (1030) 1-1 1-1
Dick den Ouden (979) Maurits Meijer (1144) 2-0

Ronde 2 (8e finale)

Steven den Hollander (1295) Evert Dollekamp (1253) 2-0
Casper Remeijer (1408) Eelco Kuipers (600) 2-0
Edwin van Hofwegen (1196) Dick den Ouden (979) 2-0
Jack van der Plas (978) Koos van Amerongen (1332) 0-2
Hans Kolfoort (1126) Hans Tangelder (1152) 0-2
Wim Zwinkels (600) André van der Kwartel (1074) 0-2
Robert Straver (600) Hans Kreder (1106) 0-2
Joop Burgerhout (1044) Peter van den Berg (906) 2-0

Ronde 3 (kwartfinale)

Hans Tangelder (1152) Joop Burgerhout (1044)
Casper Remeijer (1408) Hans Kreder (1106) 2-0
Edwin van Hofwegen (1196) Koos van Amerongen (1332)
André van der Kwartel (1074) Steven den Hollander (1295)

Ronde 4 (halve finale)

Ronde 5 (finale)