Archive for 30/04/2016

Kleine voorsprong van Evert Bronstring op Casper Remeijer in clubkampioenschap van LDG

Door een overwinning op Hans Tangelder heeft Casper Remeijer zijn achterstand op Evert Bronstring in het clubkampioenschap van LDG verkleind tot slechts 20 Keizerpunten. Evert Dollekamp staat derde met een achterstand van 185 Keizerpunten en lijkt daarmee kansloos om nog de eerste plaats te halen. (Klik hier voor de volledige stand)

In die partij tussen Casper Remeijer en Hans Tangelder nam Hans met zwart in onderstaand diagram een wanhoopscombinatie, waarbij wit gedurende 10 achtereenvolgende zetten moest slaan. Dit leverde zwart wel een dam op maar dat was ten koste van 5 schijven.

CasperHans2

Ziet U hoe zwart die dam kan uithalen? Klik anders hier voor de oplossing. Na deze actie won Casper snel de partij.

In de partij André van der Kwartel – Peter van den Berg van enkele weken geleden ontdekte André met behulp van de computer een verborgen winst voor zwart.

AndrePeter2

André speelde hier 43-38 en zwart ruilde terug met 21-27?  Echter, in plaats van 21-27? kan zwart verrassend een schijf winnen. Ziet U hoe? Klik anders hier voor de oplossing.

Cat must eat

Bijdrage van Evert Dollekamp

Een paar woorden Engels spreekt hij. Toch ziet Tsjegolev kans zich goed verstaanbaar te maken. Doeltreffend taalgebruik. De ontmoeting met huispoes Spidi is daarvan een treffend voorbeeld. Het brengt hem tot de volgende opmerking: ‘I was at Hein Meijer. He two cats. When cat put head on leg: cat must eat! Then I must know: where is Whiskas!’ Ook is hij behulpzaam bij klusjes rond maaltijd en afwas. Nooit gedacht dat ik ooit nog eens met een oud-wereldkampioen de keuken op orde zou brengen. Slawa gewapend met afwaskwast en ik met theedoek. Het zijn de mooiere momenten in een mensenleven.

Ik moest daar aan terugdenken tijdens het Sranti Sneldamtoernooi in Delft afgelopen zondag. Nauwelijks bekendgemaakt verwachtte ik een kleine bezetting met hoofdzakelijk Surinamers en een verdwaalde Nederlander. Om rond vijf uur het speellokaal met de hoofdprijs te kunnen verlaten. Maar dat viel tegen. Vroeg aanwezig zag ik langzaam maar zeker het ene kanon na het andere binnenkomen. Ron Heusdens, Jeroen Kos, Martin IJzendoorn, Bas Messemaker en wie hebben we daar …. Hein Meijer. Met Hein en Ron haalde ik nog gezellig wat oude koeien uit de sloot. Had jij niet meegedaan aan het NK in 1984 en 1991? Sommigen hebben een beter geheugen dan ik wat mijn eigen prestaties betreft. Helaas wisten ze ook nog precies op welke plaats ik was geëindigd. Waar mijn moeder destijds van zei: ‘Er moet ook iemand laatste worden!’ Hein baalde er nog steeds van dat hij in Drachten niet van mij wist te winnen.

In het sneldamtoernooi speelde ik zowel tegen Ron als Hein. Hoogtepunt was de derde ronde. Onder andere Hein en ik hadden de eerste twee partijen gewonnen. Maar bij de indeling bleek Hein pas in de negende paring aan de beurt. Wat hij natuurlijk niet over zijn kant liet gaan. ‘Maar dat kan helemaal niet!’ Om vervolgens op zijn bekende hoge toon uit te leggen dat hij op de bovenste borden thuis hoorde. Toen hij na de aangepaste indeling hoorde dat hij nu tegen mij moest, klonk de verzuchting ; ‘Nou, ik geloof niet dat ik daar nu zo blij mee moet zijn’. Ja, ja, ik heb de wind er ondanks mijn inmiddels dunne rating nog aardig onder. De grote jongens, ik zal niet van ze winnen, maar ze kunnen zo maar van me verliezen, om de betreurde Johan Cruijff nog maar eens aan te halen. Voor we begonnen heb ik Hein uitgelegd dat hij beter zijn mond had kunnen houden. Om pas na afloop van het toernooi Zwitsers de punten uit de tweede ronde te claimen. Die opmerking was ook al niet goed voor zijn humeur. Zodat onze onderlinge partij na luchtige verwikkelingen remise werd. Van Ron verloor ik overigens op vreselijke wijze. Maar dat zet ik natuurlijk niet in de krant.

Fragmenten van Hans Kolfoort uit het Roethof Open Kampioenschap van Suriname 2016

In het Roethof Open Kampioenschap van Suriname wist Hans Kolfoort met 10 punten uit 9 wedstrijden en een toernooi prestatie rating van 1259 een heel verdienstelijk resultaat te behalen. Hieronder volgen enkele fragmenten van Hans uit dit toernooi. De meest opvallende partij was de dramatische partij van Hans tegen grootmeester en WK deelnemer Ron Heusdens. Nadat Hans twee maal de winst miste, verloor hij een remise eindspel, toen hij via een schijfoffer en achterloop remise dacht te maken, maar daarbij overzag dat hij zelf moest slaan.

Hans Kolfoort – Ron Heusdens (6e ronde)

H1

Stand na 27. 20×40.

Hier sloeg Hans met 27. 35×44? achteruit. Maar vooruit slaan met 27. 45×34! leidt tot schijfwinst. Bijvoorbeeld 28. 15-20, 35-30, 20-24, 30-25.

De partij ging verder met 28. 35×44?, 15-20, 29. 44-39, 3-8, 30. 39-33, 8-12, 31. 41-36,  21-26, 32. 37-31, 26×37, 33. 42×31, 20-25, 34.45-40?

H2

Stand na 34. 31-26! in plaats van het gespeelde 34. 45-40? De computer geeft aan dat na 34 31-26! zwart verloren staat. De clou is dat 23-29 33×24, 19×30 verhinderd is door 28-23, 38-33, 32-28, 26×10.

H3

In deze stand kwam wit op het onzalige idee 27-21 (16×27) 49-44 te spelen. Nadat zwart hem erop had gewezen dat wit na 16×27 met zijn dam moest slaan, bleek wit te kunnen opgeven: 49×16 verliest door overmacht en 49×21 door een simpel trictac-eindspel na 6-11. I.p.v. 27-21?  is 49-38, 26×45, 38×15, 45-12, 36-31, 12-26, 15-4, 26×48, 27-21, 16×27, 4×36 remise. Ook 49-44 leidt tot remise.

Rodney Lion – Hans Kolfoort (7e ronde)

L

Zwart heeft de hele partij onder druk gestaan en had al vóór deze stand kunnen opgeven. Hij hoopte hier echter nog op 42-37 en had dan een onverdiende remise kunnen halen met (29-34) 30×39 (24-30) 35×15 (23-29) 33×24 (19×30) 25×34 (13-19) 22×24 (11×44). Maar ook dit had wit gezien en speelde 36-31, waarna zwart uiteraard opgaf.

Glenn Dumfries – Hans Kolfoort (9e ronde)

D

Deze stand eindigt in een leuk eindspel: (22-28) 39-34 (28-32) 34-29 (32-38) 29-23 (38-43). Op 23-19 volgt nu (43-49) 19×8 (37-42) 47×38 (49×3) en op 47-42 (37×48) 23-19 (48-37) 19×8 (10-14) 20×9 (4×2). Dus: 47-41 (37×46) 23-19 (46×14) 20×18 (43-49) 18-13 {op 18-12 volgt (49-35) 24-20 (35-2) 20-15 (10-14) met driedubbele oppositie}(49-35) 24-19 (10-15) en wit geeft op, want op 19-14 volgt (35×2) 14-10 (2-19).

In memoriam Jan Slingerland

Met het overlijden van Jan Slingerland verliest het Leids Damgenootschap een sterke dammer en een van zijn markantste leden.

Jan Slingerland begon al vroeg met dammen. In 1952 werd hij jeugdkampioen van Leiden, in 1953 werd hij kampioen van Leiden bij de senioren. Maar Jan interesseerde zich voor alle denksporten. Hij bridgete en schaakte ook. Mede daardoor raakte in de loop van de jaren het dammen wat op de achtergrond. Begin jaren tachtig besloot hij echter weer terug te keren naar zijn jeugdliefde: de damsport. Zoals hij zelf zei: “Hij koos weer opnieuw voor het dammen.” Hij speelde in die jaren onder meer bij de Katwijkse Damclub en bij de Rijnsburgse Damclub. Eind jaren tachtig werd hij lid van het Leids Damgenootschap, hetgeen hij tot aan zijn dood zou blijven. Hij speelde niet alleen wedstrijden voor het Leids Damgenootschap, maar deed ook dikwijls mee aan open toernooien. Zo won hij onder meer ooit het seniorenkampioenschap van Nederland voor 70-+-ers.

Als dammer had Jan enkele opvallende kenmerken. Eén daarvan was zijn kennis van slagzetten in de opening, waarmee hij tegenstanders nogal eens wist te verrassen. Een voorbeeld daarvan was de volgende zettenreeks: 32-27 (18-23), 31-26 (12-18), 34-30 (20-25), 27-21!! – uiteraard à tempo gespeeld. Uiteraard is er niets aan de hand als zwart goed slaat, maar Piet Lodder sloeg ooit in een competitiewedstrijd verkeerd (25×34) en Jan kwam twee schijven voor.

Daarnaast had Jan grote kennis van één bepaalde openingsvariant, waarin hij vele belangwekkende partijen speelde. Zelfs Ton Sijbrands verwees in zijn artikel in de Volkskrant van 2 juni 2002 naar deze opening en noemde daarbij expliciet de naam van Jan Slingerland als goede kenner van die opening. Het gaat om de volgende opening, waarbij Jan Slingerland de zwarte schijven hanteert: 32-28 (18-23), 33-29 (23×32), 37×28 (16-21), 31-26 (19-23), 28×19 (13×33), 39×28 (21-27). Deze stand siert de rouwkaart die de familie bij het overlijden van Jan Slingerland heeft opgesteld, onder de titel “De Slingerlandvariant”. Het was soms vermakelijk om te zien hoe Jan, als deze opening op het bord kwam, de eerste twintig zetten zo ongeveer à tempo speelde en zijn tegenstander daarmee in grote verwarring wist te brengen.

Jan kwam in zijn partijen vaak in tijdnood. Bloedstollende taferelen hebben wij – zijn teamgenoten – meegemaakt als er weer eens twintig zetten in twee minuten moesten worden gespeeld, waarna gespannen moest worden afgewacht of Jan zijn zetten wel op tijd gehaald had. Meestal was hem dat nog gelukt ook.

Jan heeft ook op andere gebieden veel gedaan voor de damsport. Zo heeft hij bijvoorbeeld aan veel kinderen de eerste beginselen van het dammen bijgebracht, van wie sommigen later bekende namen zijn geworden in de damsport. Daar was hij – terecht – trots op. Ook heeft hij in het verleden bijdragen geleverd aan de organisatie van het jaarlijkse damtoernooi voor basisscholen in Leiden. Verder heeft hij op dagactiviteiten voor oudere mensen nogal eens lessen gegeven en simultaanwedstrijden gespeeld.

Jan was een bijzonder aimabel persoon. Hij was zeer bekend, gerespecteerd en gewaardeerd in de damwereld. Veel dammers van andere verenigingen kenden hem dan ook en informeerden naar hem, wanneer een team van het Leids Damgenootschap een competitiewedstrijd speelde en Jan daarbij niet aanwezig was. En altijd was die belangstelling oprecht gemeend. Vele dammers zullen hem dan ook missen. Niet in het minst de leden van het Leids Damgenootschap.

André van der Kwartel