Bekerfinale 2022

Namens André van der Kwartel

Op 27 juli jl. werd de finale gespeeld van de jaarlijkse bekerwedstrijd van het Leids Damgenootschap. De finalisten waren Steven den Hollander en Hans Kreder. Gezien de ratings van beide spelers had Hans voldoende aan remise om de beker in ontvangst te mogen nemen. Het mocht niet zo zijn. Hans, spelend met wit, kwam ogenschijnlijk iets lastiger uit de opening. Misschien kwam dat doordat hij niet opende met het gebruikelijke 34-29, maar zijn tegenstander verraste met 33-29. Steven liet zich er niet door afleiden. Volgens Kingsrow wordt tot aan de dertigste zet het evenwicht in de partij niet verbroken, maar dan overschat Hans zijn verdedigende mogelijkheden en gaat het snel van kwaad tot erger. Enkele zetten later staat hij feitelijk al verloren, al duurde het nog tot de 51e zet voordat Steven de buit definitief binnen had. Hieronder de notatie van de bekerfinale, inclusief de kanttekeningen die Kingsrow bij deze partij plaatst.

Hans Kreder – Steven den Hollander

LDG Bekerfinale, 27-07-2022

1.33-29 20-25 2.32-28 17-21 3.39-33 21-26 4.44-39 16-21 5.50-44 11-16 6.37-32 26×37 7.42×31 21-26 8.47-42 26×37 9.42×31 19-23 10.28×19 14×23 11.48-42

SdH: Hierbij heb ik precies een opening op het bord die ik graag tegen Hans zou willen. Hiermee geef ik wel wat tempi cadeau, maar behoud zwart een mooiere verdeling van mijn schijven. Ook dwing ik Hans hiermee om met aanvallende zetten te komen. Zo is het gespeelde 48-42 een zware keuze, gebruikelijker is het opspelen van 35, waardoor er voor wit een moeizame aanval op het bord komt, wat goede kansen geeft aan de omsingelaar (persoonlijke mening).

beker1

15-20 SdH: Een belangrijke tussenzet, vind ikzelf. Hierdoor is 12. 33-28 wat minder aantrekkelijk, aangezien ik dan doodleuk 13-19 speel. Deze bewuste opsluiting zal niet lang blijven staan, en dan hoopt zwart de vluchten te plukken van de opening. Hans gaf na de partij aan dit niet te zien zitten. 12.42-37 6-11 13.32-28 23×32 14.37×28 10-15 15.29-24 20×29 16.33×24 11-17 17.39-33 17-22 18.28×17 12×21 19.44-39 7-12 20.34-30 25×34 21.40×29 1-7

beker2

SdH: De partij heeft een wat open karakter, en is moeilijk voor beide spelers. Nog steeds heeft wit meer tempi, en heeft zwart de schijven beter gepositioneerd. Wel moet zwart goed opletten dat de stand niet opens veel dunner wordt, aangezien hij de partij moet winnen. Vanaf dit moment gaan er meer complicaties in de stelling komen. Hans gaf aan verrast te zijn door de volgende zwarte zet.

22.31-26 21-27 23.41-37 5-10 24.37-31 7-11 25.31×22 18×27 26.38-32 27×38 27.43×32 10-14 28.35-30 11-17

beker3

SdH: In bovenstaand diagram hoopte ik erop dat Hans nietvermoedend aan zou schuiven met 29. 46-41? Dan zou ik groot positioneel voordeel kunnen behalen door 14-20, en wit staat zo goed als verloren! De clou is dat 30. 30-25 dan verhinderd is door 13-19 31. 25×23 15-20 32. 24×15 04-10 33.15×13 08×46! Dit een bekend combinatieprincipe wat ik wel eens in diverse Keller varianten heb gezien.Helaas had Hans daar geen trek in.

29.30-25 12-18 30.49-43 17-22

beker4

31.43-38?

[ Volgens Kingsrow zou na: 31.32-27 22×31 32.26×37 16-21 33.37-32 18-23 34.29×18 13×22 35.43-38 8-13 de stand nog in evenwicht zijn. Nu schiet zijn waardering van -0.02 naar -0.70 ]

31…22-27 32.32×21 16×27

Misschien heeft Hans gedacht dat hij op dit moment sterk 33-28 kon spelen, maar die zet is verhinderd door (15-20), (18-23), (9-14) en (13×44)  

33.24-20 15×24 34.29×20 18-22 35.46-41 2-7 36.41-37 7-11

beker5

Het laatste moment waarop wit zich taaier had kunnen verdedigen.

37.45-40?

[ Kingsrow geeft als versterking aan: 37.33-29 13-19 38.39-33 8-12 39.45-40 3-8 40.37-32 11-16 41.32×21 16×27]

37…13-18 38.40-34 18-23 39.34-30 8-13 40.39-34 23-28 41.37-31 28×39 42.34×43 13-18

[ Kingsrow: 42…11-17 43.43-39 13-18 44.39-33 18-23 45.33-29 23×34 46.30×39 3-8 47.39-33 (-+ (-1.21);-0.84) ]

43.38-33 18-23 44.33-29

[ Kingsrow: 44.26-21 27×16 45.31-27 22×31 46.36×27 11-17 47.43-38 3-8 48.38-32 8-12 (-+ (-0.66);-1.11) ]

44…23×34 45.30×39 14-19 [ Kingsrow: 45…11-17 46.43-38 3-8 47.39-33 8-12 48.33-29 12-18 49.29-24 18-23 50.20-15 (-+ (-1.11);-0.56) ]

46.39-34

[ Kingsrow: 46.39-33 19-23 47.20-14 9×20 48.25×14 11-17 49.43-39 23-28 50.33-29 27-32 (-+ (-0.56);-1.09) ]

46…11-17 47.34-29

[ Kingsrow: 47.43-38 3-8 48.34-29 8-13 49.38-33 27-32 50.20-15 9-14 51.29-24 19×30 (-+ (-1.13);-4.60) ]

47…27-32 48.29-24

[Kingsrow: 48.20-15 9-14 49.43-39 22-28 50.25-20 14×25 51.29-23 19-24 52.31-27 32×21 (-+ (-3.80);-9.99) ]

48…19×30 49.25×34 22-28 50.34-29 9-14 51.20×9 3×14

Hans gaf op.

 

FRAGMENTEN UIT HET ZOMERTOERNOOI

Vanaf 13 juli tot en met 31 augustus wordt bij het Leids Damgenootschap een zomertoernooi georganiseerd. Op die clubavonden spelen de deelnemers één of twee partijen van ongeveer anderhalf uur. Dit toernooi is voor iedereen gratis toegankelijk. Op 31 augustus wordt de uiteindelijke ranglijst opgesteld.

Koos van Amerongen stuurde mij een aantal fragmenten uit zijn partijen. Dank daarvoor. Tegen de overige deelnemers zou ik willen zeggen: “Goed voorbeeld doet goed volgen!”

Vanaf hier laat ik Koos zelf aan het woord:

 Een fragment van mijn partij tegen voormalig winnaar Marc Bremer uit de eerste ronde.

Het was überhaupt een boeiende partij, waarin ik een enigszins speculatieve omsingelingsstrategie hanteerde, wat uiteindelijk resulteerde in een gunstig klassiekje.

beker6

In deze stand heeft Marc zojuist 40..17-21 gespeeld, waarop ik reageerde met 41.37-31. Het idee van die zet is om met 31-26 controle te pakken over de linkervleugel, óf zwart op te zadelen met twee extra tempi. Het wordt gerechtvaardigd doordat 41..21-26 verhinderd is middels een kleine combinatie: 42.48-42 26×48 43.30-25 48×30 44.35×15 W+. Er volgde het logische 41..20-24 42.31-26 en nu moet zwart kiezen. Het werd 42..12-17 en na 43.38-33 17-22? (3-9-14 geeft meer verweer) 44.28×17 21×12 heeft wit een winnend offer: 45.32-28! 23×21 46.26×8 13×2 47.34-29 en na 47..3-9 48.29×20 ging zwart in reeds tamelijk uitzichtloze positie door de vlag. Na afloop bekeken we de gevolgen van 46..3×12.

beker7

Na 47.34-29 heeft zwart dan nog een meerslagfinesse tot zijn beschikking: 47..19-23!? 48.30×17 23×34. In de analyse kwamen we tot de conclusie dat zwart na 49.48-43 18-22! 50.17×28 16-21 remise maakt. Zwart mag weliswaar niet naar 41 lopen vanwege de variant 51.28-23 21-27 52.23-19 (ook 33-29 wint niet, de witte schijven staan te los [A]) 27-32 53.19-14 32-37 54.14-10 37-41? 55.10-4! 41-46* 56.4-18! 46-32 57.18×40! 32×49 58.40-44 Z+, maar na 54.37-42 kan wit niet winnen. Hoe moet het dan wel? Door 49.48-42! Zwart komt dan na 49..18-23 50.17-12 23-29 51.33×24 34-39 weliswaar nog op dam, maar het resterende 4-om-2 eindspel lijkt verloren te gaan.[B]

Opmerkingen André:

Koos en Marc hadden tijdens hun analyses natuurlijk niet Kingsrow ter beschikking. Ik heb dat tijdens het schrijven van deze stukjes wel en dan moet ik helaas twee kanttekeningen maken:

[A]: Deze conclusie van Koos is te algemeen. Volgens Kingsrow is de stand na 33-29 wel degelijk gewonnen. KR geeft dan als hoofdvariant aan: (27-32), 29×40 (32-37), 23-18 (37-42), 18-12 (42-47), 12-7 en de schijf op 40 is niet aan te vallen.

[B]: Ook deze conclusie is volgens KR niet correct. Belangrijk verschil: KR speelt niet (23-29), maar (23-28), 33×22 (34-39) en verklaart dit tot remise. (Die je er achter het bord nog maar uit moet zien te halen. Maar dat is een ander verhaal.)

Enkele fragmenten uit de ronde van 27 juli

Het eerste fragment is uit mijn partij tegen Jack van der Plas (wit).

beker8

In deze stand heb ik zojuist 20..8-13 gespeeld. Wit kan op allerlei manieren reageren. Een logisch plan is om het zwarte Chizhov-kanon te omklemmen, via 29 of 30, met 39 of 40. Na 21.39-34? volgt evenwel verrassend 17-21! 22.26×17 18-23. Laten slaan verliest een schijf, ook na 23.27-21 of 27-22 (vanwege 24..24-30), en sluiten met 23.38-32 verliest door een bomzet: 23..24-30 24.35×24 19×39 25.28×17 39×46 Z+.

In de partij volgde 21.40-34. De vraag is dan altijd wat de actie 21..24-30 22.35×24 20×40 23.45×34 14-20 24.25×23 18×40 25.39-34 40×29 26.33×24 waard is. Mijn conclusie was dat het zwart geen kansen biedt: door de witte schijf op 49 heeft wit ruim voldoende verdediging. Ik ging (speculatief) verder met 21..4-9. Dat biedt na het gespeelde 22.34-30 goede kansen aan wit. Uiteindelijk brak Jack de stand open en wist ik hem in het late middenspel nog te verschalken. Het slot is wel aardig.

beker9

Wit heeft zojuist 44.35-30 gespeeld. Zwart heeft nu meerdere ideeën. Na 44..31-37 45.41×32 23-28 46.32×23 18×38 kan wit direct remise maken met 47.39-33. Andere ideeën zijn 23-28 en 23-29. Beiden blijken te winnen. Ik koos met nog 2 seconden op de klok voor 44..23-29. De clue is dat wit na 45.33-28 29×20 46.25×14 13-19 47.14×23 18×29 door een soort van vijfvoudige oppositie verliest: 48.28-22 4-9! (ook 29-34 blijkt te winnen, al moet dat enigszins nauwkeurig) 49.30-25 9-14 Z+. Jack had dit gezien en koos voor het beste plan: 45.25-20 29×38 46.39-33 38×29 47.24×33 maar kon verlies niet meer voorkomen.

De partij tegen Evert Dollekamp was veel te complex (en leuk) om in een paar diagrammen te vatten. Toch twee leuke momenten:

beker10

Hier gooide ik met 11.32-27 20-25 12.39-34!? de knuppel in het hoenderhok. Zoals wel vaker geldt dan: gewoon normaal blijven doen. Met centrale, goede zetten deed Evert dat.

beker11

Even later volgde op 26..5-10 de verrassende zet 27.49-43!, maar meer dan een verrassing was het niet. Evert vervolgde koeltjes met 27..10-15 (23-29?) en bleef beter staan. Het werd uiteindelijk remise.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *