Ronde 1: LDG – Zaanstreek 2

Namens André van der Kwartel

De eerste ronde van de nieuwe damcompetitie was – in ieder geval voor LDG en haar tegenstander Zaanstreek 2 – een illustratie van de sombere actuele situatie van de nationale damcompetitie. Zaanstreek 2 kwam met maar zes spelers op en LDG moest noodgedwongen gebruik maken van één van haar nog onervaren jeugdspelers om met een achttal aan te kunnen treden. Dit sombere beeld gaat verder dan de wedstrijd LDG – Zaanstreek. In deze eerste ronde van de competitie werden maar liefst 13 wedstrijden genoteerd die een reglementaire 2-0 kende wegens niet opkomen van spelers.

Een en ander had tot gevolg dat LDG na precies één uur en eenentwintig minuten met 4-0 aan de leiding kwam. Uiteindelijk won LDG met 11-5, hetgeen teamleider Jack van der Plas vanuit IJsland de tekst ontlokte: “Toch niet heel spannend. Maar minder dan verwacht.”

Alleen kijkend naar de uitslag leek de wedstrijd vanaf grote afstand wellicht niet spannend. Maar de spelers zelf zullen daar misschien toch anders over hebben gedacht. Ter illustratie:

-Ik had het geluk dat mijn tegenstander in een betere stand in een damzet liep.

-Hein van Winkel kwam een schijf achter maar wist de partij met ruime hulp van zijn tegenstander remise te houden.

-Peter van den Berg won zijn partij mede omdat zijn tegenstander een winnende combinatie over het hoofd zag.

Alles bij elkaar had LDG zo maar vier punten minder kunnen hebben……

Verheugend was het meespelen van Daan Gelinck (11 jaar). Als onervaren jeugdspeler verweerde hij zich kranig, bleef goed geconcentreerd achter het bord zitten, maar verloor van zijn sterkere tegenstander.

Hans Kreder had een gemakkelijke middag. Al op de tiende zet kon hij een kansrijke, misschien zelfs al winnende kettingstelling innemen. Hij won snel en verrassend eenvoudig.

Geert van der Loo – Hans Kreder

Stand na de 16e zet van wit.

Kingsrow geeft aan dat zwart hier het beste (21-26) kan spelen. Na bijvoorbeeld 42-37 (7-12) dreigt onweerlegbaar (23-28). In de partij speelde Hans (8-12), 31-26? (23-28!), 26×8 (28×46) en de partij was snel afgelopen.

Ik mocht zelf de stand op 8-2 brengen. Eerst een leerzaam voorbeeld van slordig rekenen.

André van der Kwartel – Aart van Dijk

Stand na de 21e zet van zwart.

Mijn opbouw met 40-34 en 45-40 was mede gebaseerd op het vage idee dat (18-23) toch ‘nooit’ zou kunnen. Maar dammen is vooral een spel van goed rekenen. Niet van vage ideeën. Het had dan ook al op de eerste zet fout kunnen gaan. Na het gespeelde 37-32!? speelde zwart 10-15? Maar (18-23) was wel degelijk mogelijk en heel wat sterker. 33-29?? blijkt immers verhinderd te zijn door: (22×33), 29×7 (24-29), 39×28 (10-15), 34×23 (8-12), 7×18 (13×33), 38×29 (19×46).

Later in de partij kreeg ik de gelegenheid een enigszins verborgen damzet uit te voeren.

Stand na de 37e zet van wit.

(12-17??) Lijkt te kunnen. Na 28-22 (17×28), 34-29 komt zwart immers ook op dam. Maar: 34-29! (23×45), 44-40! (45×34), 28-22 (18×27), 32×1 met winst. (Op (34-39) zou 1-34 zijn gevolgd.)

Een teleurstelling was het verlies van Edwin van Hofwegen. Hij liet toe dat zijn tegenstander een gunstige hekstelling innam en miste het moment waarop hij zich daar met gelijk spel uit had kunnen bevrijden.

Gelukkig bracht Hein van Winkel het negende en winnende punt binnen. Hij moest daar wel hard voor werken. Op de 24e zet was hem namelijk het volgende overkomen:

Hein van Winkel – Leo Kool

Stand na de 23e zet van zwart.

33-28?? Terecht had Hein zich geen zorgen gemaakt over de drie om drie naar 44. Maar zijn tegenstander gaf er een schijfje bij: (24-30!), 35×24 (26-31), 37×17 (18-22), 27×18 (13×35).

De stand is nog gelijk, maar wit gaat hoe dan ook een schijf verliezen. 43-39 (14-20), 34-29. Een tweede diagram:

Zwart kan de schijf op 24 winnen door (10-14), (9-13) en (14-19) te spelen, maar zwart is ongeduldig: (25-30?) en hij komt ermee weg: 38-33?? Wit had naar remise kunnen afwikkelen door: 32-27 (30×19), 27-21 (16×27), 29-23 (19×28), 17-11 (6×17), 38-32 (x), 42×11.

Hein verdedigde zich zo taai mogelijk en uiteindelijk bereikte hij een remisestand omdat zijn tegenstander een bekende finesse miste:

Zwart ruilde hier met (19-24×13), waarna KR de stand tot remise verklaarde, hetgeen soepel door Hein werd aangetoond. In de diagramstand had zwart (30-35) moeten spelen. De finesse is, dat 33-29 wordt weerlegd door (19-24!). Wit is dus verplicht tot 32-27 (21×32), 28×37, waarna (19-24) vlot wint.

Peter van den Berg bracht met een overwinning de einstand op 11-5. Hij had een groot deel van de partij het betere van het spel, maar een slordigheid onderweg had hem de partij kunnen kosten.

Johan Deubel – Peter van den Berg

Stand na de 56e zet van wit

De stand valt tegen voor zwart. Een voor de hand liggende zet is (22-28), maar dan komt 21-17 met remise. Zwart speelde een aanschuifzetje: (1-7??). Geeft wit de gelegenheid tot het zetje van Weiss: 21-17 (22×11), 32-28 (23×32), 31-27 (32×21), 26×6 met winst. Zijn tegenstander speelde echter 31-27×37?

Peter speelde degelijk verder en uiteindelijk moest zijn tegenstander schijven offeren om door te breken naar dam. Hij zag de remise al schitteren……

Stand na de 70e zet van zwart.

1-6 (28-32), 6-33. Hier bood de witspeler remise aan, maar Peter zei terecht “dat hij nog even wilde kijken”. (32-37!) Ik zag de witspeler schrikken en zich realiseren dat hij iets had gemist: 33×15 (25-20), 15×31 (26×37) en zwart won.

Provinciaal: Monster – LDG 1

Omdat ik nogal traag aan het verslag van het achttal heb gewerkt, neem ik gelijk ook maar even de eerste wedstrijd van LDG 1 in de ZHDB mee.

Met twee invallers was het team ernstig verzwakt. Jan van der Star had andere dingen aan zijn hoofd en Edwin was verhinderd. Teamleider Rudi van Velzen had wat moeite om het viertal volledig te krijgen, Hans Tangelder en uw verslaggever werden bereid gevonden mee te reizen naar de gemeente Ter Heide aan Zee, alwaar het clublokaal van damclub Monster is gevestigd. Met Hans Kreder achter het stuur lukte het om ondanks de vele regenbuien in drie kwartier onze bestemming te bereiken.

Het team van Monster was op vrijwel volle oorlogssterkte opgekomen. Ik maakte mij dan ook enige zorgen, maar de overwinning kwam opvallend gemakkelijk tot stand.

Rudi van Velzen zette het team op voorsprong met een overwinning uit één stuk. Dat kan ik illustreren met behulp van de evaluaties van Kingsrow.

Rudi van Velzen – Herman Vroon

Stand na de 22e zet van wit.

Kingsrow waardeert de stand na (5-10) of (14-20) op 0.3 in het voordeel van wit. Wit staat dus beter, maar het is nog lang niet overtuigend. Zwart speelde echter (14-19?) en KR waardeert de stand ineens met 0.8 in het voordeel van wit. Vanaf dit moment loopt de waardering van KR zet voor zet op naar het definitieve 9.99 op de 44e zet. Terecht spreekt Koos van Amerongen van “een sterke partij”.

Hans Kreder bracht in degelijke stijl het derde punt binnen. KR heeft geen kanttekeningen bij zijn partij. Bij mijn partij trouwens ook niet en dat verraste mij nogal. Ik speelde een slecht middenspel, wist mij te redden uit een ogenschijnlijk dodelijke hekstelling en kwam in een eindspel terecht, waarvan ik achteraf dacht dat ik wellicht de winst had gemist. Dat waren mijn emoties tijdens de partij. Als dan blijkt dat KR geen enkele kanttekening plaatst, moet ik het allemaal toch slecht gezien hebben.

Hans Tangelder bracht de eindstand op 2-6 voor LDG. Hij kreeg daarbij wel veel medewerking van zijn tegenstander.

Hans Tangelder – Walter Thoen

Stand na de 32e zet van wit.

(16-21??), 27×16 (18×27), 25×34 (12-18), 31×22 (18×27). Op dit moment zag ik Walter Thoen met zijn hoofd schudden: hij had gewoon een schijf weggegeven. Een voorbeeld van damblindheid die ook Hans Tangelder trof: pas rond de 55e zet ontdekte Hans dat hij een schijf vóór stond……

Hans leek de partij foutloos uit te spelen, maar gaf zijn tegenstander onderweg toch nog een kans op remise. (Dat kan de beste overkomen. Ook in het recente Kampioenschap van Nederland zijn hiervan meerdere voorbeelden te vinden.)

Stand na de 49e zet van zwart.

Wit sloeg 35×24?? En gaf zwart daarmee uitzicht op remise: (12-18), 39-34 (13-19??). Maar hier vergooit zwart definitief zijn kansen. Volgens KR had nog remise gegeven: (14-20), 25×14 (13-19), 24×13 (18×20). Daarin lijkt KR gelijk te hebben.

In de diagramstand had wit na 25×34 nog steeds huizenhoog gewonnen gestaan.

Damclub Monster lijkt de grootste concurrent voor het viertal van LDG. Hopelijk is met deze overwinning een eerste stap naar het kampioenschap en daarmee promotie naar de provinciale hoofdklasse gezet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *