Ambitieus LDG komt met schrik vrij in seizoensopener

Door Koos van Amerongen

Na twee seizoenen geleden onfortuinlijk uit de provinciale hoofdklasse te zijn gedegradeerd, wist het Leids Damgenootschap vorig seizoen overtuigend kampioen te worden in de eerste klasse, en daarmee terug te keren op het hoogste provinciale niveau. Wacht ons daar een zwaar seizoen? Ongetwijfeld. Maar wél een met een andere inzet dan de afgelopen jaren.

Met de (terug)komst van Joost Hooijberg, Arjen de Mooij en ondergetekende, en met de blijvende inzet van Jan van der Star, Steven den Hollander en Edwin van Hofwegen, beschikken we over een sterk basisteam dat zich zou moeten kunnen mengen in de titelstrijd met Damlust Gouda en titelverdediger Schiedam.

Een enerverende seizoensstart

We begonnen het seizoen met een thuiswedstrijd tegen RDC. Het werd in alle opzichten een enerverende dag. Al in de middag was er reuring: het Leidsch Dagblad had lucht gekregen van onze ambitie en nam een interview af met Luise Gabbert (invaller voor Edwin) en mij. Vlak voor de wedstrijd gingen we ook nog op de foto, wat resulteerde in onderstaand artikel.

Dan naar de wedstrijd zelf. RDC bleek allerminst van plan ons een vliegende start te gunnen. Ze traden aan met hun topspeler Cor van Dusseldorp, wat leidde tot een evenwichtige opstelling op de bovenste borden. Op de onderste borden leken we enig overwicht te hebben. Leken, want het liep allemaal anders.

Richard Meijer – Steven den Hollander

Steven was als eerste klaar in een partij die alle aanwezigen nog lang zal bijblijven. Richard kwam iets beter uit de opening, maar moest oppassen voor Stevens tactische ideeën. In deze stand ging dat mis.

Richard speelde hier 25.30-25? waarna Steven er als de kippen bij was om winst te forceren: 21-26 26.25×14 10×30 27.40-35* 5-10!? 28.35×24 17-21 29.28×17 13-19 30.24×22 21-27 31.22×31 26×48.

Fraai, ware het niet dat wit ook winnend 29.23×5! had kunnen slaan. Steven had dat halverwege de combinatie door, en besloot vol overtuiging door te zetten. Het werkte. Overigens zou na 27..4-10! in plaats van 27..5-10? dezelfde combinatie wél gewonnen hebben. Gedesillusioneerd gaf Richard op, al viel er in de slotstand nog wel te vechten. Op Toernooibase deelt Steven een aantal interessante varianten en gedachten. Hier kwamen we goed weg! (2-0)

Marco de Leeuw – Koos van Amerongen

Als tweede was ikzelf klaar. Vanuit de opening wist ik mijn taaie tegenstander te verrassen.

Na 17.34-30?! volgde namelijk 21-27! 18.30×19 14×23 19.28×19 27-31! 20.36×27 22×31, een tijdelijk offer met als doel gebruik te maken van het ‘poortje’ op 41. Het ziet er eng uit, maar objectief is er niet veel aan de hand. Na zowel 33-29 als 40-34 kunnen er interessante spelbeelden ontstaan,

waarbij wit zijn plusschijf kan behouden, maar links zwaar onder druk komt te staan. Op Toernooibase delen Steven en ik een aantal interessante varianten.

In de partij besloot Marco de dreiging op links direct te neutraliseren door met 21.32-27 een schijf terug te geven. Dat werden er uiteindelijk twee, want de schijf op 19 bleek niet te houden. (4-0)

Jan van der Star – Thomas Wielaard

Al vroeg in de partij koos Jan voor een centrumaanval, die Thomas principieel bestreed. Beide spelers ontwikkelden hun schijven op natuurlijke wijze naar het centrum. Toen de standen in elkaar schoven, werd het duidelijk dat Jans aanval gevaar liep. Het zag er gevaarlijk uit en Jan moest zorgvuldig verdedigen. Dat was hem wel toevertrouwd: remise. (5-1)

Arie Schoneveld – Luise Gabbert

Dit leek van tevoren een kansbord voor ons. Luise trok fel van leer en had binnen mum van tijd een flankaanval op het bord, wat ze later omzette in een hoge actieve randschijf (‘harrie’). Arie speelde deze met sterk centrumspel tegen en kwam steeds sterker opzetten.

In deze stand speelde Arie sterk 42.24-20! Zwart heeft nu een aantal opties:

– Op het voor de hand liggende 12-17? 20×9 13×4 volgt nu de verrassende dam met 37-31 36×38 29-24 38×20 25×5 W+.

– Op 10-15 20×9 13×4 volgt sterk 32-28!, waarna zwart hopeloos vastloopt, bijvoorbeeld: 12-17 42-38 21-27 37-31 4-9 25-20! 15×24 29×20 9-13 20-14 W+.

Luise ging voor 42..21-26 43.20×9 13×4, maar ook nu dwong wit schijfwinst af: 44.32-28! 12-17 (op 22-27? volgt weer een dam op 5) 45.28-23! Luise spartelde nog wat tegen met 36-41, waarna even later de volgende stand op het bord verscheen.

Wit kan hier op meerdere manieren winnen. De meest voor de hand liggende zet is daar een van: na 53.1-23! 41-46* 23×5 27-32* 38×27 4-10* 5×14 46×10 is wit weliswaar zijn dam kwijt, maar blijven er voldoende stukken over om met overmacht te winnen.

Wat Arie deed was ook goed: 53.1-40, maar dan had hij na 41-46 niet met 54.40-35 46-23 = maar met 54.40-49! moeten vervolgen. Het idee van deze zet is dat damafname met 25-20, 24-19 en 33-28 dreigt. De enige zet om dat te pareren, of nouja, deze vangst niet winnend te maken, is 27-31. Dan gaat wit wel naar 35: 49-35. Het verschil met de partijvariant is dat 46-23? nu niet gaat vanwege 38-32! (in de partij kan zwart met haar schijf slaan) en 33-28! W+. Nu kon Luise nog ontsnappen. (6-2)

Daarmee was het eerste wedstrijdpunt veiliggesteld. Het was aan de debutanten om het tweede wedstrijdpunt binnen te halen, door samen minimaal één remise te spelen. Dat was zo eenvoudig nog niet.

Arjen de Mooij – Hans Tangelder

Op papier was dit het bord met het grootste ratingvoordeel. In de praktijk was daar weinig van te merken. Lang ging het gelijk op. Pas toen de partij in klassiek vaarwater terechtkwam ging het mis voor Hans.

Arjen heeft zojuist 43.27-21×21 geruild in een poging controle te pakken op zijn linkervleugel. Nu zijn zowel 18-22? als 18-23? (28-22! 17×8 38-33) verhinderd. Zwart doet er verstandig aan om 26-31 te spelen, met een gelijkwaardige stand. Er volgde echter 43..24-29 44.42-37 19-24? waarna wit verrassend kon winnen met 28-23! 17-22* 23×34 26×17 39-33! Er dreigt dan schijfwinst, terwijl de horizontale verdediging met 18-23 is verhinderd door 33-29! 24×31 36×20 W+.

Arjen zag het niet en ging verder met 45.36-31 in de veronderstelling hiermee 18-22?! verhinderd te hebben, maar die zet bleek toch te kunnen: 46.25-20? (35-30 was nog remise) 22×44 47.20×7 en Hans had goed gezien dat hij nu 8-12 48.7×18 44-49 49.21×12 49×8 kon spelen, met een complex afspel.

Toen Hans even later in bovenstaande stand 58..49-40!! (met het idee om na een zet met schijf 14 met 2-7! 12×1 40-45! beide witte voorposten te elimineren) miste, was een overmachtseindspel van de baan en kon ook Arjen ontsnappen. (7-3)

Joost Hooijberg – Cor van Dusseldorp

Daarmee was de eerste overwinning van het seizoen een feit. Elk bordpunt bleek hard nodig, want Joost had het inmiddels zwaar tegen Cor. Lang leek er weinig aan de hand.

Na een snelle en gelijkwaardige opening kwam in het middenspel deze stand op het bord. Cor heeft zojuist 27..24-29×29 gespeeld. Wit had nu direct remise kunnen forceren met 29.34-30×30. Zwart heeft dan niet beter dan 12-17 27-22 18×27 32×12 23×32 38×27 8×17, waarna na 27-22 17×28 26-21 16×27 31×24 14-20 de vrede snel getekend kan worden. Joost had dit gezien, maar meende beter te staan. Dat is tegen een sterke speler zowel bewonderenswaardig als gevaarlijk. Cor liet daarna zijn klasse zien, en juist hij kwam steeds beter te staan.

Wit staat hier lastig, omdat hij met meerdere zwarte dreigingen te kampen heeft. Nadat Cor tot 55..13-19? besloot had Joost nog kunnen ontsnappen met 55.34-29! 19-24 (of?) 29×20 25×14 33-28 14-19 16-11 =. Het ging echter verder met 56.33-28? waarna Cor het stijlvol afmaakte: 30-35 57.16-11 19-24 58.49-44 24-30! 59.11-6 30×39 60.33×44 25-30! en zwart wint door overmacht. Door 55.13-19 en 56.30-35 om te draaien, had Cor de eerdergenoemde ontsnapping kunnen vermijden.

Zo kwam de eindstand, met het nodige fortuin, op 7-5. Als je mee wilt doen om de titel, zul je ook de mindere wedstrijden moeten winnen…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *