Verslag Ronde 4

André van der Kwartel

Provinciaal: LDG 2 – Hofstad 2 6-2 

De lezer had nog recht op het verslag van de derde ronde wedstrijd van LDG-2. 

Dat team won met 6-2 van het tweede team van Hofstad. 

Ik bracht het eerste punt binnen. Diverse clubgenoten meenden dat ik slecht zo niet verloren had gestaan, maar Kingsrow was het met mij eens dat er de gehele partij niets aan de hand was. De enige kritiek kan zijn dat ik geen kansen heb weten te creëren. 

Joop Burgerhout zorgde voor de eerste overwinning. Hij bouwde rustig een gewonnen stand op. De waardering van KR liep steeds verder op… en toen kwam het onvermijdelijke foutje. Ik haalde opgelucht adem: er was weer iets om over te schrijven! 

Nerin Bisseswar – Joop Burgerhout 

Stand na de 34e zet van wit. 

Zwart staat huizenhoog gewonnen en kan dat hier verstevigen door: (11-17), 27-22 (28-33), enz. Joop speelde echter: (8-12?) en moest na 38-33 (29×49), 31-26 (49×21), 26×6 toch weer aan de bak. (28-32), 48-42? [Een logische, maar foute reactie. Wit had direct 6-1 moeten spelen en daarmee weer een schijf terugwinnen. Nu is alles weer in orde voor zwart.] (23-29), 34×23 (19×28). Wit mag geen damhalen wegens (16-21), 1×10 (13-19), 10×23 (28×19). Terwijl wit andere zetten speelt, gaat zwart met schijf 16 lopen. Zwart won alsnog gemakkelijk. 

Hans Kreder stelde de overwinning veilig met een overwinning op Harold Jagram. Hij verraste zijn tegenstander met een verlengde versie van het zetje van Weiss. 

Harold Jagram – Hans Kreder 

Na 37-32? Haalde Hans uit met: (16-21), 27×7 (17-21), 26×17 (18-22), 17×28 (8-12), 7×18 (13×42). Nu is de term ‘uithalen’ misschien wat overdreven, want na 32-28 (24-29) zou het nog lang niet gewonnen zijn voor zwart. Maar wit speelde 31-27? En nu is de stand na (42-48) wel gewonnen, al maakte Hans onder weg naar de winst nog wel een foutje die hem zo maar de overwinning had kunnen kosten. Maar dat moment werd door beide spelers gemist. 

Luise Gabbert bracht met een remise de eindstand op 6-2. Tegenstander Gerard Peroti verraste haar met een remise brengend zetje. Dat leverde hem een blauwe vermelding in de uitslagen op.  

Luise Gabbert – Gerard Peroti 

Stand na de 44e zet van zwart. 

Vreemd genoeg geeft KR in de opbouw naar deze stand nergens aan dat wit het beter kan doen. De stand is dan ook nog steeds remise. 28-22? zou slecht zijn wegens (18-23), 33-28 (35-40). Dus wit speelde: 43-39 (24-29), 33×24 (26-31), 37×17 (18-22), 27×18 (13×42), 24-19 (42-47). 32-28? [19-14×14 gaat veiliger naar  remise] (47-41), 17-11 (41×10?) [ Zwart maakt het zichzelf moeilijk. Na (41×5), 11-6 (9-14) heeft hij één zet eerder een vangstelling klaar staan. Wit is dan gedwongen met 25-20 nog een schijf te offeren en dan wordt het toch nog wel een zwaar eindspel, dat KR overigens moeiteloos op remise houdt.] Nu volgde 11-6 met een snelle remise. 

Landelijk: LDG – Hofstad 2 6-10 

Het toeval wilde dat twee dagen na de hierboven beschreven wedstrijd dezelfde wedstrijd zich in de landelijke competitie afspeelde, zij het dat het in dit geval om twee achttallen ging. Het tweede team van Hofstad nam wraak. Of misschien zat LDG na de overwinning twee dagen eerder iets té gemakkelijk in de wedstrijd. 

De Hofstedelingen kwamen op voorsprong doordat Peter van den Berg verloor van Frans van der Velde. Het gerucht ging dat Peter “een schijf had kunnen winnen, als hij goed had geslagen”. Dat was niet waar, maar omdat hij verkeerd sloeg verloor hij wel een schijf. Het gaat om de volgende stand: 

Peter van den Berg – Frans van der Velde 

Stand na de 17e zet van zwart. 

28-22 (17×28), 33×22? [Veiliger is 26×17 waarna zwart de stand met (8-12) gelijk kan houden.] (23-28!), 32×12 (21×41), 36×47 (8×28). Er is eigenlijk niet zo veel aan de hand. Wit kan de voorpost op 28 terugveroveren, maar moet dan eerst 34-30 spelen. (13-18) is dan verhinderd door 30-24! enz. en op (20-25) volgt 38-33×22. In de partij was wit te haastig: 38-33 (20-24) en de schijf was definitief verloren. 

Joop Burgerhout bracht de stand op gelijke hoogte met een prachtige zet in de Keller-opening. 

Joop Burgerhout – Nico Leemberg 

Stand na de 20e zet van wit. 

(13-19) is een degelijke zet, maar zwart zoekt ruimte op zijn korte vleugel: (17-21), 26×17 (12×21??) [(22×11) was ook nog goed speelbaar.] Nu volgde de meesterlijke zet 29-24!! Wit dreigt met 24-19 een schijf te winnen, maar ook met 34-29 en 38-32 een dam te halen. Zwart kan onmogelijk beide dreigingen tegelijk weerleggen. Het verstandigste lijkt mij om met (7-12) het schijfverlies te aanvaarden, maar zwart speelde: (27-32), 38×27 (22×31), 37×17 (14-20). Misschien hoopte hij de stand zo gelijk te houden, maar er volgde: 34-29 en zwart gaf op. 

Hans Kreder en invaller Dick den Ouden voegden beide één punt toe aan de wedstrijdscore. In beide gevallen had Kingsrow geen opmerkingen over de partij. 

Ook teamleider Jack van der Plas speelde een remise, maar daarbij trekt KR op vele momenten een paar elektronische wenkbrauwen op. Fouten over en weer met uiteindelijk een vreedzame remise. 

Ik verloor door een domme misgreep in een remise-eindspel. Dat was mede het gevolg van de teleurstelling dat ik dacht gewonnen te staan en werd geconfronteerd met een onontkoombare remise-afwikkeling. 

Bas Baksoellah – André van der Kwartel 

Stand na de 47e zet van zwart. 

In gedachten telde ik de twee punten al. Wit speelt 34-30 en zwart antwoordt met (16-21), 27×7 (12×1) en wit staat verloren. Toch? 

Nou, niet dus: 

Ten eerste: wit speelde in de partij niet 34-30 maar: 27-22 (18×27), 32×21 (23×43), 34-29 (16×27), 29×9. Niks winst. Puur remise die ik overigens uit frustratie zelfs nog wist te vergooien. 

Ten tweede: ook als wit wel 34-30 had gespeeld, is de stand niet gewonnen voor zwart. Na (16-21), 27×7 (12×1) speelt KR à tempo 33-29 en zwart mag zoeken naar winst die er niet meer in zit. Het damspel is soms wreed. 

Kort daarna verloor ook Hein van Winkel in een partij met over en weer veel fouten en gemiste kansen. De eerlijkheid gebied te schrijven dat Hein gedurende grote delen van de partij verloren heeft gestaan. Met zijn 62e zet gaf zijn tegenstander Hein voor de laatste keer een kans om met remise weg te komen. 

Jack Mondt – Hein van Winkel 

Wit aan zet kan gemakkelijk winnen door 33-47, dreigt met 19-14. Die dreiging blijft erin als zwart (25-30) speelt. De zwarte dam moet dus weg van veld drie, waarna wit meerdere dammen kan halen. Wit speelde echter: 33-15?? (25-30!), 35×24 (3-20??) Ai, dat is nou jammer. Remise is (16-21!). De enige actie die wit tot zijn beschikking heeft, 19-14, 13-8 en 48-42, wint niet omdat zwart daarna (13-19) speelt en zo de hoofdlijn oversteekt. In de partij volgde na (3-20), 13-9 (20×3), 19-14 en zwart gaf op. 

Ten slotte bracht Rudi van Velzen met een remise de eindstand 6-10 op het bord. 

In deze partij deed zich een leerzaam moment voor waar het gaat om het aanvallen en verdedigen in een flankaanval. 

Nizaam Muradin – Rudi van Velzen 

Stand na de 37e zet van wit. 

Wit heeft het initiatief op zijn korte vleugel. Zwart doet er het beste aan om zijn verdediging in orde te brengen: (18-23), 28×19 (2-7). Merk op dat 33-28 verhinderd is door (17-22) en (7-11). Wit kan dus niet verhinderen dat zwart met (17-22) zijn verdediging versterkt. In de partij werd gespeeld: (9-14?), 34-29? Veel sterker is 45-40. Bijvoorbeeld: (11-16), 38-32 (14-20), 33-29 (17-22×21), 42-38 en wit staat overheersend. (14-20?) Alweer niet de beste. Zwart moet spelen: (14-19). Nu kan wit niet opvangen met 45-40-35 wegens (11-16) en (17-22). Wit is dus verplicht tot een zet als 45-40, 29-23×35, waarna zwart uit alle problemen is. 42-37 (11-16), 38-32? De laatste fout in dit fragment. De winnende zet is 37-32! Wit staat dan zodanig overheersend dat KR direct maar besluit een schijf te offeren met (25-30). (2-7!) De zet die aan alle witte aspiraties een einde maakt. Zwart dreigt aan alle kanten met kleine combinaties, ingeleid met (18-22) of (18-23). Wit heeft daarom niet beter dan veld 23 te bezetten. In de partij speelde wit 27-22×23, (25-30), 24×35 (16-21), 27×16 (20-24) en de partij kabbelde naar remise. 

Aanbevolen literatuur: Hielke Hylkema: de flankaanval

Provinciaal: Damlust 1 – LDG 1 

In de provinciale hoofdklasse mochten de twee koplopers, LDG 1 en Damlust 1, met elkaar uitmaken wie op dit moment het sterkste is. Damlust won overtuigend met 9-3. 

Op zo’n uitslag valt weinig af te dingen. Maar de uitslag geeft een vertekend beeld van de krachtsverhoudingen. Bijvoorbeeld: twee LDG-ers verloren een eindspel waarin de remise voor het grijpen lag. 

Jan van der Star – Friso Fennema 

Stand na de 61e zet van zwart. 

Spelverloop: 43-38? (29×42), 22-18 (42-31), 39-33 (31×9) en wit gaf op. 

In de diagramstand is remise mogelijk door: 30-24! (29×20), 22-18. Belangrijk is dat het gewenste oppeuzelen van de witte voorpost faalt: (20-29), 18-13 (29-24), 25-20! met remise.  

Iets dergelijks overkwam ook Arjen de Mooij. Na een gelijk opgaande partij was op de 49e zet de volgende stand op het bord gekomen: 

Erik Hoogendoorn – Arjen de Mooij 

Zwart aan zet speelde (9-13?). Die zet ligt voor de hand, omdat zwart daarmee beide voorste schijven van wit afstopt. Maar het blijkt de verliezende zet te zijn. Wit loopt met zijn schijf van 35 naar 20 zonder dat zwart daar iets aan kan doen. Na het offeren van de schijf op 13 staat zwart verloren. 

In de diagramstand moet zwart het dan ook hebben van (21-26). Als wit met schijf 22 gaat lopen breekt zwart door met (16-21-27-31). Als wit 35-30 speelt volgt (9-14) met remise. 

Koos van Amerongen kon als enige van de LDG-ers een overwinning op zijn naam zetten. 

Teun van de Krol – Koos van Amerongen 

Stand na de 21e zet van zwart (14-20). 

Er dreigt (20-25), maar wit kan zich redelijk uit de nesten werken door: 33-29 (22×33), 31×22 (18×27), 29-23 (19×28), 38×29 (24×33), 30-24, enz. In de partij speelde wit echter: 30-25?? (18-23), 25×14 (23×32), 14×23 (24-29), 33×24 (22-28), 31×33 (13-18), 38×27 (18×47). Met als mogelijk toetje: 24-19 (17-21×31). Dat laatste liet wit zich niet meer bewijzen. 

Steven den Hollander die in een zetje loopt. Zelden gezien. Opmerkelijk is dat KR dit niet afkeurt, hoewel hij ogenschijnlijk een andere zet een veel hogere waardering geeft. Maar als we KR wat langer laten doorrekenen, komen beide varianten toch weer op een waardering rond de 0.00 uit. “KR maakt alles remise.” Is een dikwijls gehoorde klacht. Het gaat om het volgende fragment. 

Steven den Hollander – Henk van Klaveren 

Stand na de 37e zet van zwart. 

KR suggereert 42-38, maar geeft geen commentaar op het gespeelde 30-24!? (19×30), 35×24 (13-19), 24×13 (3-9), 13×4 (22-28), 4×31 (28-32), 37×28 (26×48), 29-24 (48-37). De volgende stand staat op het bord: 

Hier doet zich zo’n moment voor, waarop de gebruiker moet waken voor een al te gemakzuchtig gebruik van Kingsrow. Wit speelde hier 28-22 en de partij liep naar remise. KR geeft als voorkeursmogelijkheid aan: 24-20 (37×45), 20-14 en waardeert de stand op dat moment op remise. Maar: (45-50), 39-34 (50-45), 34-30 (25×34) en als KR nu een wat langere tijd analyseert, concludeert hij dat wit verloren staat. Misschien was 28-22 wel de enige zet naar remise. 

Edwin van Hofwegen verloor door een positionele slordigheid die tot een geforceerd verlies leidde. 

Edwin van Hofwegen – André Venema 

Stand na de 37e zet van zwart. 

KR adviseert hier 43-39 en komt dan met de volgende variant: (25-30), 36-31 (1-7), 31-27 (30-34), 40×20 (23-29), 33×24 (19×30), 35×24 (18-22), 27×18 (13×42). Aardig, maar na 24-19 wordt het remise. 

In de partij werd gespeeld: 36-31?? (18-22), 31-27 (22×31), 26×37 (13-18), 43-39? De witte stand was al kritiek en wordt door deze zet reddeloos. Meer verdediging had gegeven: 35-30 (24×44), 45-40 (44×35), 33-29 (23×34), 28-22 (17×28), 32×23, maar zeer waarschijnlijk zou zwart met drie schijven met vrije doorloop naar dam dit eindspel hebben gewonnen. 

Joost Hooijberg verloor – niet verrassend – van Erno Prosman. Zelf gaf hij versterkingen aan bij zijn 16e en 24e zet. KR plaatst geen kanttekeningen bij deze twee zetten, maar wel bij de 25e zet. 

Erno Prosman – Joost Hooijberg 

Stand na de 24e zet van wit. 

Joost gaf achteraf aan dat hij op dit moment beter (9-13) had kunnen spelen. KR heeft ook voorkeur voor die zet, maar het verschil met het gespeelde (8-12) is te gering om alarmbellen te laten afgaan. Wit speelde 31-26 (12-17?) en op deze zet slaat KR pas aan. Nodig was (3-8), 26×17 (12×21). Na een korte rekentijd komt KR vervolgens tot 43-29 (8-13), maar na wat langer piekeren speelt KR (8-12) en na weer wat langer rekenen toch weer (8-13). Zwart lijkt dus meerdere mogelijkheden te hebben om de stand in evenwicht te houden. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *