Weer verlies van Leids Damgenootschap

André van der Kwartel

In de voorlaatste ronde van de damcompetitie heeft LDG onnodig verloren. Overigens niet de eerste keer dit seizoen. Het tweede team van 020 uit Amstelveen bleek met 12-8 te sterk voor de Leidenaren. Maar op die overwinning blijkt wel iets af te dingen. Om te beginnen moest LDG met slechts negen man aantreden, Hans Kreder was vergeten dat er een competitiewedstrijd op het programma stond en kwam niet opdagen. Die totaal onverwachte gebeurtenis werkte in het begin van de wedstrijd bij meerdere spelers op een negatieve wijze door. Edwin van Hofwegen en Harry Dekker hadden daar minder last van en speelden beide een solide remisepartij. Dat kan niet worden gezegd van de partij van uw verslaggever. In een complexe partij miste ik eerst een waarschijnlijk winnende damzet (zie diagram 1.), kwam verloren te staan en wist met een zogeheten Turkse slag alsnog de remise binnen te brengen. (Zie diagram 2.) De volgende remise werd door Evert Dollekamp binnen gebracht. Maar dat hadden eigenlijk twee punten moeten zijn. Met een iets te haastige beslissing gaf hij zijn tegenstander gelegenheid met remise weg te komen. (Zie diagram 3.) Vervolgens verloor Hans Kolfoort. In het middenspel had zijn tegenstander al een schijfwinst gemist en na nog een slordigheid stond Kolfoort plotsklaps verloren. Maurits Meijer speelde knap remise tegen de sterkste speler van  020. Meijer speelde op een gegeven moment een voor het oog tenenkrommende zet, maar bracht daarmee wel een remise brengende combinatie in de stand. (Zie diagram 4.) Arend van Beelen scoorde de zesde remise voor LDG, maar had onderweg een winnende voortzetting gemist. (Zie diagram 5.) Na een blunder kwam hij alsnog verloren te staan, maar zwak spel van zijn tegenstander leverde alsnog remise op. Hans Tangelder speelde voor zijn doen een rustige partij, maar te passief. Geleidelijk aan kwam hij steeds slechter te staan en verloor uiteindelijk kansloos. Evert Bronstring redde ten slotte de spreekwoordelijke eer voor LDG. Dat hij het zich daarbij aanzienlijk lastiger maakte dan nodig, deed daar niets aan af. (Zie diagram 6).

Diagram 1

020D1

Paul Lohuis – André van der Kwartel

47-41? (16-21??) Ik zie het principe van de damzet, maar doe het verkeerd om. Winnend was geweest: ( 23-28), 33×11 (12-17), 11×22 (18-23), 29×18 (20×29), 34×23 (19×46). In de partij ging het verder met: 27×16 (23-28), 33×11 (18-23), 29×18 (20×29), 34×23 (19×46), waarmee het een verliezende damzet werd.

Diagram 2

020D2

Paul Lohuis – André van der Kwartel

In deze totaal verloren stand zag ik nog een soort lokzet: (25-30), 1-6?? (15-20!!) – een onvervalste Turkse slag! – 6×18 (12×34) en enkele zetten later remise gegeven.

Diagram 3

020D3

Evert Dollekamp – Lucien Leerdam

Met (12-18) kan zwart de stand min of meer gelijk houden, maar hij speelde (23-29?), 34×23 (13-18), 40-34? Dit is kansrijk, maar overtuigender zou zijn geweest: 27-21 (16×27), 32×21 (18×29), 40-34 (29×40), 45×34 (9-13), 34-29, enz. De partij eindigde in remise.

Diagram 4

020D4

Jan Pieter Drost – Maurits Meijer

Maurits speelde hier de onooglijke zet (8-13!). Maar deze zet brengt wel minstens remise. Spelverloop: 40-35 (18-22!), 27×20 (15×42), 48×37 (12-18), 23×21 (16×38) met remise.

Diagram 5

020D5

Arend van Beelen – John Stins

Wit speelde hier 32-28?? Maar had een schijf kunnen winnen met: 33-28 (13-19), 28-22 (17×28), 34-29 (23×43), 32×3 (21×32), 48×39 (6-11), 25×34 (19-24), 37×28 (11-17), enz.

Diagram 6

020D6

Evert Bronstring – Hans van den Heuvel

24-20 zou soepel winnen, maar wit speelde 24-19? en werd verrast door (27-32!), 38×29 (14×34). Met 33-29 (34×23), 31-27 bracht de witspeler alsnog een gewonnen eindspel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *