Competitie 2023/2024 – Ronde 4

André van der Kwartel

Achttal

Voor deze ronde reisde het achttal naar Den Ilp alwaar de wedstrijd tegen het Verenigd Amsterdams Damgenootschap (VAD) zou plaats vinden. Onze laatste overwinning tegen VAD dateerde van het seizoen 2012/2013 en sindsdien heeft LDG alle wedstrijden tegen VAD verloren. Ook nu ging LDG met 11-5 kansloos ten onder.

Peter van den Berg verloor van Herman van Westerloo. Geen schande. Het ging fout op de 35e zet.

Peter van den Berg – Herman van Westerloo

Stand na de 34e zet van zwart.

De witte stelling staat onder zware druk. Zijn korte vleugel is onspeelbaar en schijf 43 is een hangende schijf die niets doet. Misschien hoopte wit dit laatste probleem op te lossen, want hij speelde 38-32? Maar daarmee wordt de situatie alleen maar slechter. Er volgde: (12-18), 32-27? [Wit kan beter schijfverlies accepteren door 22-17×17] (18-23). 29×18 (11-17), 22×11 (13×42) en zwart won snel, want 11-7 werd ook direct weerlegd.

In de diagramstand had wit zich nog kunnen verdedigen met 29-23! Zwart kan een vervlakking van de stand dan niet meer voorkomen.

Invaller Hans Kolfoort speelde remise waarbij KingsRow (KR) geen kanttekeningen plaatst.

Om dat te compenseren plaatst KR een groot aantal opmerkingen bij de boeiende partij van Joop Burgerhout. [Voor degenen die heel snel de partijen via Toernooibase hebben nagespeeld: In eerste instantie was de partij van Joop niet volledig ingevoerd. Er was één afruil overgeslagen. Ik heb de partij later gecorrigeerd.]

Joop was niet in zijn meest scherpe vorm. Zijn tegenstander gelukkig ook niet. Deze miste op de 27e zet een eenvoudige doorbraak naar dam annex schijfwinst.

Joop Burgerhout – Henk Twijnstra

37-32? (11-16?) beide spelers misten: (13-19), 32×21 (19-24), 30×28 (22×42).

Rudi van Velzen speelde een probleemloze remise, waarna een onnodige nederlaag volgde van teamleider Jack van der Plas.

Op de terugweg beklaagde Jack zich dat hij met één zet twee verkeerde beslissingen had genomen. Een prestatie op zich noemde hij het. En hij had gelijk. Het leek mij – als toeschouwer van dat moment – dat zijn tegenstander blufte en Jack daarin tuinde.

Kees Binnenkade – Jack van der Plas

Stand na de 44e zet van zwart.

Ik zou als zwartspeler hier 27-22 verwachten. Wit dreigt dan met 22-17 en 39-34. Maar wit speelde: 29-24!? Na enig speuren ontdekte Jack dat wit na (30-35) 37-31-26 kan spelen. Dat zag er wel heel dreigend uit en zwart besloot met (19-23) te berusten in schijfverlies. Tien zetten later kon hij opgeven.

Dit fragment is een voorbeeld van wat, denk ik, veel dammers wel eens hebben ervaren: in paniek raken door een zet die je niet ziet aankomen. Vooral in tijdnood kan zoiets nogal eens effect hebben. Maar als we de situatie van een afstandje bekijken, is er helemaal niets aan de hand. Kijk naar de meest voor de hand liggende reactie van zwart: (30-35), 37-31 (19×30), 31-26 (13-18), 26×17 (30-34×34), 32-28 en er is niets aan de hand voor zwart.

Hans Tangelder bracht de stand op 8-4. Hij speelde een complexe partij, maar KR maakt nauwelijks doorslaggevende kanttekeningen. Een opvallend detail was wel dat Hans over zijn 22e zet drie kwartier nadacht en dat zijn tegenstander op zijn beurt een uur nadacht over zijn volgende zet. Het adagium “Think long, think wrong.” lijkt hier niet op te gaan. De partij eindigde in remise.

Ik speelde remise, waarmee de nederlaag van LDG zeker werd. Het was een redelijk gelijkwaardige partij. Op de 42e zet had mijn tegenstander het mij positioneel moeilijker kunnen maken, maar het moment werd gemist en de partij ging geruisloos naar remise. Ik wil een ander moment uit deze partij laten zien.

André van der Kwartel – Hans Vermeulen

Stand na de 18e zet van zwart.

Ik speelde hier 50-44. Een automatische aanschuifzet, maar wel een vervelende slordigheid: (18-22!) Ik was van plan nu 37-32 te spelen, maar besloot toch maar even eerst een zetcontrole uit te voeren: 37-32?? (14-20), 25×23 (22-28), 33×22 (13-18), 22×13 (8×46). Aiai. Dan maar niet. 34-30×20 is gezonder, maar was (nog) niet de bedoeling. Ik had in de diagramstand dus al 37-32 moeten spelen.

Hans Kreder verloor nadat de partij lange tijd gelijk op ging. Pas op de 47e zet ging het mis.

Hans Kreder – Paul de Heus

Stand na de 46e zet van zwart.

Wit staat moeilijk, maar dat rechtvaardigt in mijn ogen nog niet de noodsprong die Hans nu nam: 30-24 (19×30), 29-23 (18×29), 22-18 (13×22), 27×18. Er volgde een lang eindspel dat door zwart foutloos werd uitgespeeld.

In de diagramstand vindt KR een eenvoudiger voortzetting: 22-17 (21×12), 32-28 (6-11), 30-25 enz. met remise. Niet gehinderd door enige diepgang vroeg ik mij af of wit niet gewoon 30-25 had kunnen spelen. En inderdaad, ook deze voortzetting wordt door KR op remise getaxeerd. (6-11) komt met zetverwisseling neer op de vorige variant en na (19-23) volgt 29-24 (14-19), 25-20 (19×30), 20-15. Ook in deze variant heeft zwart niets meer te hopen.

Zestal

Voor de tweede opeenvolgende keer een frustrerende wedstrijd van het zestal. In de vorige ronde werd verloren van Rijnsburg, waar met enige scherpte een overwinning mogelijk was geweest. Deze keer ging de strijd tegen het veel sterker geachte Van Stigt Thans uit Schiedam. Het werd een duidelijke nederlaag met 4-8, maar gek genoeg had ook hier een verrassende overwinning tot de mogelijkheden behoord. En ook deze keer was ik zelf betrokken bij de gemiste kansen.

Hans Kreder moest als eerste een nederlaag incasseren. Maar tijdens de partij had hij een winnende damzet kunnen nemen. Twee diagrammen uit deze partij.

Tiny Mous – Hans Kreder

Stand na de 18e zet van zwart.

47-42?? (4-9??). Beide spelers overzien: (17-21), 26×28 (23×32), 38×27 (14-20), 25×23 (18×47).

Ik schrijf overigens dat beide spelers dit hadden overzien, maar Hans vertelde mij dat zowel de witspeler als de zwartspeler allebei deze mogelijkheid hebben gezien nadat ze hun zet gespeeld hadden. Voor velen van ons een bekende ervaring. Deze partij had dus zo maar een overwinning kunnen zijn. Maar het werd nog erger.

Tiny Mous – Hans Kreder

Stand na de 37e zet van wit.

Volgens KR behoudt zwart zijn voordeel na (23-29), 43-38 (18-23). Maar Hans zag een damzet die niet goed voor hem uitpakt. (24-29??), 33×24 (18-22), 27×29 (13-18), 24×22 (17×46), 29-23! En zwart gaf op.

Na zo’n tegenvaller doet zich soms de vraag voor of je door moet spelen. Per slot van rekening blijft er na (46×19), 30-24 (19×30), 25×34 een 5-om-6 stand over. Daar zou je nog even naar kunnen kijken. Zelfs Tiny Mous vond dat Hans nog wel door had kunnen spelen.

Maar in dit geval ben ik het met Hans eens. Je zou als minderheidspartij op zijn minst enige compensatie moeten hebben voor de schijf achterstand. Daar is in dit geval geen sprake van. Of er zou sprake moeten zijn van een groot krachtsverschil tussen beide spelers in het voordeel van de minderheidspartij. Daarvan was nu zeker ook geen sprake.

Het zestal kwam op een 0-4 achterstand doordat Rudi van Velzen kansloos verloor van Peter van der Stap.

Aan het derde bord speelden twee naamgenoten tegen elkaar: Joop Burgerhout (LDG) tegen Ton Burgerhout (VST). Joop mocht blij zijn dat hij een punt aan deze partij over hield. Als zijn tegenstander tactisch iets scherper was geweest, had Joop kansloos verloren. Tot tweemaal toe zelfs.

Joop Burgerhout – Ton Burgerhout

Stand na de 32e zet van wit.

Zwart speelde hier (24-30) met gelijke stand, maar KR suggereert: (16-21!), 27×16 (18-23). Wit heeft nu niet veel beter dan 35-30 (24×35), 28-22 waarna KR de zwarte stand virtueel op een schijf voorsprong waardeert. Dat was de eerste ontsnapping. Er volgde er nog een.

Joop Burgerhout – Ton Burgerhout

Stand na de 43e zet van wit.

(12-18??), 34-29 (14-19), 29×20 (25×14), 33-29 (14-20), 28-23 (19×28), 32×12 (21×41), 36×47 (26×37) en remise overeengekomen, omdat de volgende zet van wit 35-30 is. Na (11-17) wint wit de zwarte schijf op 20. Na (20-25) maakt wit remise met bijvoorbeeld 12-8.

In de diagramstand had zwart met een offer winnend voordeel kunnen bereiken: (25-30!), 34×25 (12-18). Wit kan nog wat tegenstribbelen, maar kan beter de schijfjes snel in het doosje stoppen.

Vervolgens speelde Hans Tangelder keurig remise tegen Waldo Aliar. Datzelfde deed Steven den Hollander tegen Frits Luteijn. Voor de meer theoretisch onderlegden / geïnteresseerden onder het lezerspubliek neem ik de volgende signalering van KR over:

Steven den Hollander – Frits Luteijn

Stand na de 18e zet van zwart.

Spelverloop: 34-29 (14-20). KR keurt beide zetten af. In plaats van 34-29 wordt geadviseerd 40-35 (21-27), 44-40, waarmee de stand gelijkwaardig blijft.

Maar zwart had redelijk voordeel kunnen krijgen door in plaats van (14-20) (21-27) te spelen. In de begrippenwereld van KR is de zwarte stand dan bijna een halve schijf meer waard dan die van wit. Laten we twee voortzettingen bekijken volgens varianten die KR aangeeft:

– 24-20×20 (18-23), 40-34 (13-18). KR taxeert de stand op een virtuele schijf achterstand voor wit.

– 40-34 (14-19), 44-40 (19×30), 29-23 (28×19), 38-32 (27×29), 34×3 (4-10), 40-35 (18-23), 35×24 (10-14). Wit komt onder toenemende druk te staan.

Uit de partij van Steven nog één grappig moment:

Steven den Hollander – Frits Luteijn

Stand na de 28e zet van wit.

(11×22??), 29-23! (18×38), 42×33 (20×38), 39-33 (38×29), 34×3. Leuk slagzetje, maar helaas is het zó niet gegaan. Frits sloeg natuurlijk eerst (19×30), waarna volgde 42-38 (11×22), 29-23 enz.

Bij de stand 4-10 voor VST was alleen ik nog bezig. Het was een leuke partij, waarin ik constant aan de leiding ging, maar op sommige momenten onvoldoende doorpakte. Uiteindelijk kwam ik gewonnen te staan, maar begon ook tijdnood een rol te spelen. Met nog minder dan dertig seconden op de klok kwam de volgende stelling op het bord:

André van der Kwartel – Mehmet Yoney

Stand na de 54e zet van zwart.

Onder druk van de klok besloot ik hier met 24-20 en 14-10 door te breken naar dam, hoewel ik daar, eerlijk gezegd, al geen vertrouwen meer in had. Maar het gaf mij weer twee minuten rekentijd. De stand bleek uiteindelijk vrij gemakkelijk voor zwart op remise uit te komen.

In de partij dacht ik dat 34-29 de grootste winstkansen bood. Ook Yoney dacht dat. Maar die zet blijkt snel naar remise te leiden: 34-29 (21-26), 42-38 (27-31), 37-32 (18-22) en zwart breekt door. Toch is de diagramstand gewonnen en wel na: 42-38! (21-26) en nu pas: 24-20 (15×24), 14-10. De door KR aangegeven variant eindigt dan in een bekend eindspelmotief: (13-19), 37-32 (26-31), 32×21 (19-23), 38-32 (24-29), 32-27 (29×40), 10-5 (31×22), 5×17.

Alweer de tweede keer in het zestal dat ik een overduidelijk gewonnen partij remise laat lopen. De teleurstelling was groot.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *