Competitie 2023 – 2024 Ronde 9

André van der Kwartel

De negende ronde in de landelijke en de achtste ronde in de provinciale competitie hadden geen grotere tegenstelling van elkaar kunnen zijn. Het achttal won met 12-4 van het derde team van Van Stigt Thans. Euforie alom. Het zestal moest aantreden tegen Rijnsburg. Bij een overwinning zou het zich vrijwel zeker veilig hebben gespeeld voor nog een jaar in de provinciale hoofdklasse. Het wedstrijdverloop wees naar een nipte 7-5 overwinning, maar een ongelukkige misser deed een gewonnen stand omslaan in een verlies: 5-7 in het voordeel van Rijnsburg. Treurnis en frustratie alom. Zo is het dammen. Zo is het leven. Toppen en dalen.

Achttal

Rudi van Velzen had een gemakkelijke middag. Hij verkreeg vroeg in de partij een kansrijke kettingstelling. Bij het uitspelen daarvan werd door hem niet altijd de sterkste zet gekozen, maar zijn tegenstander miste diverse keren de aangeboden mogelijkheden om zich te bevrijden. Binnen 25 zetten was de partij voorbij. (0-2)

Invaller Hans Kolfoort trof aan bord 1 de op papier sterkste speler van Van Stigt Thans. Hij had er geen problemen mee. Sterker nog: hij miste de mogelijkheid om een schijf te winnen.

Juan Camelia – Hans Kolfoort

Stand na de 45e zet van wit.

Ik heb dit moment gezien op een van mijn wandelingen langs de borden en vroeg mij af wat wit kon doen na (16-21). Ik heb er letterlijk en figuurlijk niet lang bij stil gestaan. Hans speelde (10-15!?), maar ook KR beveelt (16-21) aan met de volgende ‘hoofdvariant’: 25-20 (10-14) [Niet (10-15) wegens 20-14 en 22-18 en de overblijvende stand is remise.] 38-32 [Na 20-15 wint (12-18) snel.] (14×25), 36-31 (21-27), 32×21 (11-16), 22×11 (26×6) en zwart staat een schijf voor.

Edwin van Hofwegen moest hard werken voor de overwinning. Dat was niet nodig geweest. Al na dertig zetten stond hij een schijf voor en dat voordeel bouwde hij keurig uit tot een stand die door KR op de 42e zet tot ‘totaal gewonnen’ (-9.99) werd verklaard. Maar ja: “Het moeilijkst is een gewonnen stand te winnen.” zeiden de oude meesters al.

Ron Bolderheij – Edwin van Hofwegen

Stand na de 46e zet van wit.

De zet die Edwin speelde (9-14) lijkt logisch om de verdediging op de lange vleugel te versterken, maar hij zorgt juist voor een niet te pareren doorbraak: 29-23×24! Zwart doet niets tegen de doorbraak 25-20 en 24-19, welke door KR op remise wordt getaxeerd.

De winnende zet in het diagram is (11-17!). Nu volgt op 29-23×24 (22-28), 24-19? (26-31), 37×26 (9-14×4) met drievoudige oppositie.

Uiteraard bleef Edwin met twee schijven méér doorspelen en mocht hij van geluk spreken dat zijn tegenstander op de 55e zet in een eenvoudig zetje trapte. (1-5)

Peter van den Berg speelde een gelijkwaardige remise, waarover geen bijzondere opmerkingen zijn te plaatsen. Ook over de partij van Hans Tangelder zijn geen serieuze opmerkingen te maken. Het klassenverschil met zijn tegenstander was te groot. Terwijl de stand materieel nog steeds gelijk was, gaf KR al snel ruim voordeel voor Hans aan, een voordeel dat langzaam aan steeds groter werd en uiteindelijk in winst resulteerde (2-8).

Jack van der Plas speelde remise, maar bij die partij lijkt KR woorden tekort te komen. Eerst mist Jack een mogelijke schijf winst, misschien niet winnend, maar toch. Daarna komt hij steeds meer in het nadeel, maar ook zijn tegenstander laat meerdere keren de kans op groot voordeel lopen. Ik laat het eerstgenoemde moment zien.

Dirk van Schaik sr. – Jack van der Plas

Stand na de 33e zet van wit.

Zwart speelde hier (17-21), maar had wit behoorlijk onder druk kunnen zetten met het eenvoudige (20-24×14). Het is mij niet duidelijk hoe wit aan schijfverlies kan ontkomen. Wel heeft wit op de rechtervleugel veel compensatie. Ik neem aan dat KR daarom zwart toch maar een halve virtuele schijf voordeel geeft. Als eerste variant geeft KR aan: 41-36 (17-22), 36-31 (27×36), 35-30 (11-17), 34-29. De waardering van KR begint langzaam op te lopen in het voordeel van zwart….

Hans Kreder speelde na een spectaculaire partij remise. Maar volgens KR heeft hij in het macro-eindspel dat op het bord kwam niet zijn beste kansen gepakt. Maar de stand was toen al 3-9 in het voordeel van LDG.

Hans Kreder – Gerrit van Mastrigt

Stand na de 48e zet van zwart.

Zwart was gedwongen geweest om ten koste van drie schijven door te breken naar dam. Het partijverloop vanuit het diagram was: 40-34!? (36-41), 38-33 waarna de stand na (41-47) remise liep. In dit soort standen moet de partij met de overmaat aan schijven constant gebruik maken van de tactische mogelijkheden. KR begint niet met 40-34, maar met 28-22 (36-41), 39-33 en zwart mag geen dam halen. Steeds volgt 32-28.

Ook na 40-34 (36-41) kiest KR een andere voortzetting dan in de partij, namelijk: 39-33! De kracht van deze opbouw is dat wit altijd een actieve vangstelling heeft tegen een aanval op de stukken midden op het bord. Bijvoorbeeld: (41-47), 32-27! De zwarte dam is voorlopig gedwongen tot inactiviteit, omdat op (47-41) of (47-36) volgt 35-30! KR verklaart de stand op dit moment al in alle varianten gewonnen voor wit.

Ik mocht zelf met een overwinning de eindstand bepalen op 4-12.

André van der Kwartel – Fokke van Leijen

Stand na de 46e zet van zwart.

Na een matige opening was ik voor mijn gevoel langzamerhand steeds beter komen te staan en ik dacht dat ik hier de buit wel binnen had: 29-23 (18×29), 33×24. Dreigt met 38-33 het groepje zwarte schijven op de linkervleugel te isoleren, dus: (22-28), 38-33 (28×39), 43×34 en inderdaad: KR bevestigt dat wit hier gewonnen staat. Maar KR geeft ook aan dat dat komt omdat zwart (22-28) heeft gespeeld. Als zwart (9-13) had gespeeld met de plausibele zettenreeks 38-33 (21-26) kan hij remise houden. Zo wordt het gevoel een goede partij te hebben gespeeld toch een beetje overschaduwd door het gevoel jezelf overschat te hebben. Dank zij KR.

Zestal

Het zestal stond voor een cruciale wedstrijd. De stand in de competitie was met nog twee wedstrijden te gaan: RDC en LDG 4 punten, Hofstad 2 punten. Een overwinning zou ons dus vrijwel zeker nu al veilig stellen. RDC bleek niet in haar sterkste opstelling te spelen. Mijn inschatting was dan ook dat wij een goede kans hadden om te winnen of in ieder geval één punt aan de wedstrijd over te houden. De wedstrijd liep echter uit op een klein drama. Bij de stand 4-4 blunderde Hans Kreder in een gewonnen stand. Bij de stand 4-6 liet Joop Burgerhout een waarschijnlijk gewonnen stand remise lopen. Het zestal moet dus in de laatste twee wedstrijden nog aan de bak. Het kan verkeren.

De wedstrijd begon veelbelovend met een overwinning van Koos van Amerongen. Of misschien moet ik schrijven: met een ingewikkelde damblindheid van zijn tegenstander.

Richard Meijer – Koos van Amerongen

Stand na de 24e zet van zwart.

Wit kan hier een grote stap zetten naar remise door 39-34. Dreigt met 47-41 en 38-32. Op (8-12) volgt 43-39 en wit heeft de dreiging 28-23. Voor de hand ligt dus: (18-23), maar dan kan volgen: 47-41 (36×47), 37-31 (23×32), 38×27 (47×29), 34×23 (19×28), 30×10 en zwart is verplicht tot (17-22), 27×9 (3×5).

In de partij werd gespeeld: 47-41?? (36×47), 38-32 (47×29), 28-23 (19×28), 32×21 (11-17!), 30×10 (29-23), 21×12 (23×5) en wit staakte de strijd.

Helaas verloor Luise Gabbert snel daarna haar partij. De reden waarom haar partij fout gaat vraagt eigenlijk om een toelichting van Koos en/of Steven. Voor mij was het niet direct duidelijk.

Luise Gabbert – Richard Kromhout

Stand na de 12e zet van zwart.

Partijverloop: 40-35? (12-17), 33-28 (7-12), 28×19 (17-22). Hierna bleef zwart de lange vleugel van wit aanvallen. Wit kwam onder steeds grotere druk te staan, waar zij uiteindelijk onder bezweek.

KingsRow vindt dat wit in de diagramstand onmiddellijk 33-28 moet spelen. Als zwart dan dezelfde strategie volgt, krijgt wit de gelegenheid om 39-33 en 44-39 te spelen om vervolgens met 19-14 (10×30), 29-23 (18×29), 33×35 de stand weer min of meer gelijk te trekken.

Ik blijf met een vraag zitten: Ook in de door KR gesuggereerde variant loopt wit steeds achter de feiten aan. Dat wekt de indruk dat er in de diagramstand al iets fout is gegaan voor wit. Kan iemand daar zinnige dingen over zeggen?

Vervolgens verloor Hans Tangelder in een typische ‘Tangelderpartij’, waarin een geheel eigen visie op het begrip ‘formaties’ tot leven wordt gebracht.

Hans Tangelder – Jan van der Star

Stand na de 34e zet van zwart.

De zet 41-36 van wit luidde een snelle ondergang in. Gelijk spel geeft hier nog 38-32! Wit dreigt met 34-29, eventueel voorafgegaan door 25-20. Zwart heeft twee reacties:

A) (28-33), 35-30 en nu bijvoorbeeld: (11-17), 41-36 (8-12), 34-29

B) (8-12), 42-38 [Niet 35-30 wegens: (23-29), (16-21), (18×36) en (13×22).] (11-17), 27-21

Steven den Hollander bracht de partijen weer op gelijke hoogte. Hij had veelal het betere van het spel, maar de waarderingsgrafiek van KingsRow laat toch nogal wat ups en downs zien. Op de 35e zet plaatste hij een krachtzet die de partij definitief in zijn voordeel besliste.

Daniel Boom – Steven den Hollander

Stand na de 34e zet van wit.

38-33? KR adviseert 49-43 en uit de reactie van zwart zal blijken waarom: (19-24!) Zwart dreigt op meerdere manieren met schijfwinst. 33-28 (25-30!), 28×17 (20-25), 22×13 (11×42). De stand is gewonnen, maar het kostte Steven nog heel wat rekenwerk en tien goede zetten om de winst te verzilveren.

Bij de stand 4-4 stond Hans Kreder gewonnen en Joop Burgerhout duidelijk beter. Uit die beide partijen samen kwam slechts één punt.

Hans Kreder – Rinus Kromhout

Stand na de 47e zet van zwart: (11-16).

Zwart heeft in deze stand niets meer te hopen. De meest directe winst voor wit is 34-29 om op (13-18) 29-24×14 te spelen. In de partij speelde wit 45-40!? Ook nog niets mis mee. (13-18), 34-29?? Ook hier nog had 34-30-24 moeiteloos gewonnen. Nu volgde de mokerslag (27-32!), 38×27 (22-28), 23×32 (18-22), 27×18 (12×45). Hans gaf ontredderd op.

Winst van Joop Burgerhout zou in ieder geval nog een wedstrijdpunt hebben opgeleverd. Maar ook dat mocht niet zo zijn. De partij eindigde in remise. Het slot van de partij gaf aanleiding tot enkele commentaren.

Gé Berbee – Joop Burgerhout

Stand na de 47e zet van wit.

Het partijverloop was: (9-14), 33-28 en remise gegeven.

Koos van Amerongen signaleerde in de stand van het diagram: (13-18!), 33-28 (9-13), 39-33 (26-31), 27×36 (18-22), 28×17 (24-30), 35×24 (19×37) en er blijft een vier-om-twee over die volgens KR remise is, maar in het praktische spel waarschijnlijk wel gewonnen zou zijn.

Over de stand waarin remise werd gegeven merkte Steven den Hollander nog op, dat zwart ook nog had kunnen speculeren met (13-18). 28-22 wordt immers weerlegd door (23-28) en (24-29). Maar wit kan in plaats van 28-22 ook 39-33 spelen met remise.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *