De sociologie van een feest of 35-30 als openingszet?

(Uit de openingstoespraak van Joop Burgerhout op zijn feestavond ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag op 30 november 2019)

 Na een uitgebreid persoonlijke welkom van Joop voor de gasten over de avond bespreekt hij “de sociologie van een feest of 35-30 als openingszet” in de tweede helft van zijn toespraak:

 

U kunt dansen … de apparatuur doet het niet geweldig, maar voelt U zich vrij om te bewegen.
Nietzsche zei ooit dat “… zij die dansen voor gek verklaard worden door hen die niet horen”

Blijf gewoon dansen in de wetenschap dat hier iedereen goed kan horen en desondanks een ieder voor gek kan verklaren.
Dat leg ik zo uit.

En dat doe ik aan de hand van de sociologie van een verjaardagsfeest.
Joop1
Ik ben geboren in 1954.

Op feesten anno 1954 waren verhoudingen duidelijk:

Mannen zaten bij mannen
Vrouwen zaten bij vrouwen

Mannen dronken jenever en soms een biertje
Vrouwen dronken een advocaatje

Jeugd zat bij jeugd

Onderwerpen waren de dorpsroddels, de lijst met overledenen werd doorgenomen, de lijst met geboorten ook …

“Ik mis je schoonzuster … Is ze ziek? Oh, nu weet ik het weer …” En de Katwijkers – met wie ik opgegroeid ben –  zeiden dan: “we kennen beter daar iet over prate …”. En dan kon er ongegeneerd verder geroddeld worden.
Over de schoonzuster.

En iedereen wist: ik moet me niet gedragen zoals die schoonzuster!!

Zo was een feest bedoeld om vooral nog even helder te maken aan elkaar hoe de normen waren!

Er werd gedronken en nauwlettend werd toegezien dat iedereen zich aan twee of drie borreltjes hield. Men kon drinken zoveel als men wilde, maar teveel werd afgestraft … dan werd de persoon onderwerp van roddel.

Bij feesten werden altijd de gelijken genodigd. Nooit je baas, nooit je knecht, alleen de eigen club. Als de dominee of de pastoor kwam, was men eerbiedig. Hij ging gelukkig gauw weg. Hij was als God: als hij kwam was het helder (we zijn niet vergeten door God, maar gezellig is het niet).

Zo waren feesten vooral bedoeld om de groep te laten voelen wat de groep was. En dan vooral de eigen groep!!

Het feestvarken liep zich de benen uit het lijf. Het moest een feest zijn, waarvan het grootste compliment was: het was erg goed, degelijk  en vooral: zo hoort het!!

De bestendiging van de normen was de functie van het feest.
Joop2
We zijn 65 jaar verder.

Toevallig is dat ook mijn leeftijd.
Jullie zijn allemaal verschillend, een aantal kent elkaar niet, een aantal wel … er zal niet geroddeld worden (tenslotte bestaat de roddel bij de gratie van ons-kent-ons)

De norm …? We zullen binnen de wet dit feestje houden. Daarin zit de norm. Wie zich geroepen voelt om te zingen, eventueel heel vals, het kan en het mag … wie zijn kleren wil uittrekken … prima … alles kan en alles mag. U moet zich vooral thuis voelen!

Niet de groep, maar het feestvarken bepaalt, en in tegenstelling tot het feestvarken van 65 jaar geleden, doet hij niets. De drank en het eten staan op tafel. Wie trek pakt, en wie het niet bevalt, mag naar huis. Het is erg simpel … Dat is het feest anno 2019.

Daarin zitten risico’s.

Het feestvarken bepaalt de norm!! En die norm is dat iedereen alles mag doen.

Dat doet me denken aan 35-30! Zie hieronder.
Joop3
Dammers weten het.

Van alle 9 openingszetten is 35-30 de meest confronterende.

Wits bedoelingen zijn met deze zet duidelijk: hij wil van meet af een feest hebben. Het antwoord van de zwartspeler is zo bepalend voor de rest van de partij.

Ik wil jullie welkom heten met de zet 35-30. Dat is mijn openingszet.

In 1954 zou geopend zijn met 33-28 of met 32-28, zetten die beantwoord werden met 18-23 en de eerste 20 zetten waren te voorspellen. Daarvoor hadden theoretici, zoals De Haas en Battefeld, de stelling geponeerd dat een centrumbezetting met randschijf (26 voor wit, en 25 voor zwart) nadelig was, en het normatieve volkje huppelde braaf achter de theorie aan. Het was een saai gedoe, het spel werd bepaald door de normen en niet door vrijheid van denken.

Welnu, ik open met 35-30. U mag zelf weten hoe u hierop reageert, maar maak er wat moois van. De uitnodiging ligt er. Antwoord U met 17-21, met 18-23, met 20-24 … dan wordt het helemaal niets. Eet wat, drink wat en dan is de partij over. U mag gaan, wanneer u wilt. U wordt niet herinnerd.

Eigenlijk huppelt u maar zo snel mogelijk met theorie en al de deur uit. Hoe eerder hoe beter! Opgelazerd … de partij moet nog beginnen en van een feest komt niets terecht. Wat doet U hier eigenlijk?

Maar …

Als U antwoord met 20-25, dan heeft U een fijne avond. Samen gaan we er een feest van maken. De partij zal ik onthouden en Uw naam ook.
Joop4

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *