Evert Bronstring: NK 1968

André van der Kwartel

Evert Bronstring debuteerde in 1964 in het Kampioenschap van Nederland. Pas vier jaar later plaatste hij zich weer voor het NK. Tegen die tijd was de samenstelling van de finale teruggebracht naar twaalf deelnemers. Evert zou als achtste eindigen met 11 punten uit 11 wedstrijden.

Evert begon met een rustige remise. In de tweede ronde won hij eenvoudig van Wim van der Sluis.

E_1968_1

E. Bronstring – W. van der Sluis

Na 34-30 (13-19?), 40-34 (8-13?), 43-39 en zwart stond verloren.

Na weer twee remises won Evert in de vijfde ronde van Aad Ivens. Dat ging met een beetje geluk, maar Evert had dat geluk niet nodig hoeven te hebben.

E_1968_2

A. Ivens – E. Bronstring

Evert koos hier voor: (12-18), 48-43 (18×36), 37-31 (36×27), 32×12 (23×32), 38×27. Wit heeft nu zó veel compensatie voor zijn schijf achterstand dat Kingsrow de stand als gelijkwaardig beoordeelt. In een latere fase van de partij zou de witspeler echter onvoldoende doortastend optreden en alsnog verliezen.

In de diagramstand adviseert Kingsrow: (16-21!), 31-27 (21-26). Zwart dreigt met (12-18), (1-7) en (17-21) de witte stelling op te blazen. Daar is eigenlijk maar één tegenreactie op mogelijk: 34-30 (12-18), 39-34 (1-7), 34-29 (23×25), 28-23 (17×39), 23×1 (39-44). Nu is 1-6 verhinderd door (19-23), dus er komt een macro-eindspel op het bord, waarin zwart twee schijven meer heeft.

In de zesde ronde kwam Evert te spelen tegen Pieter Bergsma, die zijn eerdere nederlaag in 1964 recht zette. Al vroeg in de partij overzagen beide spelers een verrassende wending:

E_1968_3

P. Bergsma – E. Bronstring

(14-19?), 31-26?? Beide spelers overzien: 28-23!! (19×28), 33×22 (18×36), 34-30 (25×34), 39×26.

Maar, vraagt de argeloze lezer zich af, waarom slaat zwart niet anders? Welnu: (18×29), 34×14 en wit heeft een gratis doorloop naar dam. De witte schijf kan immers niet worden aangevallen vanwege 31-26 of 40-34-30..

Een tweede slordigheid van de zwartspeler werd niet gemist:

E_1968_4

P. Bergsma – E. Bronstring

(6-11??), 33-29 (24×31), 39-33 (35×24), 33-29 (24×33), 43-38 (33×42), 48×6.

Na weer een gelijkwaardige remise in de zevende ronde kwam Evert in de achtste ronde tegen Jan Bom te spelen. Ook die partij werd remise, maar daarover mocht Evert niet klagen:

E_1968_5

J. Bom – E. Bronstring

Zwart aan zet speelde hier (9-14?) en kwam ermee weg. Hij had beter voort kunnen zetten met: (18-23), 29×18* (12×23), enz. met gelijke stand. Wit vervolgde met 41-37 (7-11), 37-31? Maar met deze voor de hand liggende zet vergooit wit zijn voordeel. Wit had 45-40! moeten spelen. Daarmee verhindert hij (14-19) wegens 28-23 enz. Zwart is dus verplicht tot (11-16), waarna 37-31 wit van schijfwinst verzekert.

Na 37-31 was het partijverloop: (14-19), 31-26 (19-23), 28×19 (24×13), 35×24 (13-19), 24×22 (17×37) en de partij liep remise. Mogelijk zal hebben meegespeeld dat deze zettenreeks zich afspeelde tussen de 46e en 50e zet.

Na een gelijkwaardige remise tegen Piet Roozenburg volgde weer een remise, nu tegen de – voor mij – niet bekende Jan Blom. Een lastige beslissing in een waarschijnlijk gewonnen stand kostte Evert de overwinning:

E_1968_6

J. Blom – E. Bronstring

Zwart aan zet moet iets met de dreiging 34-30. In de partij koos Evert voor een voortzetting die lijkt op een forcing: (25-30!?), 34×25 (24-29). Het lijkt dat zwart groot voordeel heeft, maar zoals het spelverloop laat zien, valt dat tegen: 43-38 (3-9), 38-33 (29×38), 32×43 (21×41), 46×37 en Kingsrow geeft aan dat de stand in evenwicht is.

Waarschijnlijk zou (24-30) tot winst hebben geleid. Een variant ter illustratie: 43-38 (8-13), 38-33 (3-9), 34-29 (13-19), enz. Zwart zal ofwel doorbreken op de witte korte vleugel ofwel een schijf winnen op de zwarte korte vleugel.

In de elfde en laatste ronde verloor Evert van Anton Schotanus. Eerst miste Evert een eenvoudig zetje en enkele zetten later liep hij zelf in een iets verrassender zetje. De helden waren vast vermoeid.

E_1968_7

E. Bronstring – A. Schotanus

(12-17??), 49-43?? Beide spelers overzien het zetje van Weiss: 26-21, 27-21, 37-31, 32×1. Spelverloop: (7-12), 27-21 (11-16), 45-40 (16×27), 32×21 (6-11), 38-32? (19-23!), 29×16 (24-30), 21×12 (8×17), 35×24 (20×49). Als wit nu 32-27 (49×35), 27-21 had gespeeld, dan had wit de remise nog in de hand gehad, maar wit speelde 40-35 (49×27) en verloor kansloos.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *