Leids Damgenootschap – Damlust 2

Geschreven door André van der Kwartel

Het Leids Damgenootschap speelt met een zestal in de provinciale hoofdklasse van de ZHDB. In de eerste competitieronde werd gespeeld tegen het tweede team van Damlust uit Gouda. Het werd een verrassend gelijkspel: 6-6. Van tevoren zou ik als teamleider voor deze uitslag getekend hebben. Maar achteraf houd ik er een dubbel gevoel aan over. Gezien het spelverloop had een kleine overwinning voor LDG zonder meer tot de mogelijkheden behoord, maar als ik kijk hoeveel geluk LDG heeft gehad, mogen we absoluut niet klagen.

We beginnen met de partij van Steven den Hollander. Naar eigen zeggen gaf hij zijn tegenstander maar liefst drie keer de mogelijkheid een winnende combinatie uit te voeren. Kingsrow signaleert er maar twee, maar toch….. De partij eindigde in remise.

Het eerste moment deed zich voor op de 22e zet van wit.

Damlust1

Alex Bitter – Steven den Hollander 

Wit speelde hier 37-31 en miste daarmee de volgende afwikkeling: 34-30 (25×34), 39×19 (13×24), 27-22 (18×27), 35-30 (24×35), 29-24 (20×18), 37-31 (26×37), 42×4. 

Kort na dit moment miste wit een tweede winst. Het spelverloop vanuit de diagramstand was: 37-31 (26×37), 42×31 (11-17), 48-42 (6-11), 42-37 (17-22), 27-21 (11-17), 21-16?? Hiermee mist wit zijn tweede winstkans. Hij had moeten spelen: 38-32 (17×26), 34-30 (25×34), 39×19 (13×24), 32-28! Het beste voor zwart lijkt nu nog: (7-11), 28×6 (20-25), 29×20 (18×49), maar na 6-1 (15×24), 1×29 lijkt zwart kansloos. 

 Het tweede gelukje kwam op naam van Koos van Amerongen. Na afloop gaf hij aan dat zijn tegenstander kennelijk niet veel zin had om op winst te spelen. Ik interpreteerde die uitspraak als een commentaar op een weinig inspirerende partij, tot ik de stand zag waarin remise overeen was gekomen….  

Damlust2

Koos van Amerongen – Arie de Bruijn 

 Stand na de 36e zet van zwart. 

Met 33-28 had wit de stand nog gelijk gehouden, maar na het gespeelde 41-37? Taxeert Kingsrow de witte stand alsof wit een volle schijf achter staat. En dat klopt ook wel. Na (15-20!) heeft wit geen goede zet meer. Twee kleine variantjes als voorbeeld: 

  1. A)30-25 (24-30), 25×12 (30×28), 32×23 (21×41), 12×21 (16×27).
  2. B) 34-29 (18-23), 29×18 (13×31), 37×26 (20-25).

De beste zet van wit is het lelijke 37-31, maar gespeeld werd: 33-28? (18-22), 27×18 (13×33), 38×29 (24×33), 43-38 en hier werd remise overeengekomen?? Zwart is inderdaad niet geïnteresseerd in winst, want hoe zou wit zich nog moeten redden na: (17-22), 38×29 (22-27)?   

Een derde gelukje deed zich voor in de partij van Rudi van Velzen. Op de 21e zet beging hij een ernstige positionele blunder:

Damlust3

Henk Meester – Rudi van Velzen 

Zwart kwam hier op het onzalige idee om (2-7??) te spelen. Wit had zwarts korte vleugel nu met 28-22 volledig lam kunnen leggen. Op (12-17) volgt immers altijd 32-28 met dam. En wit heeft op zijn korte vleugel genoeg tempi om die (12-17) af te dwingen. Er moet natuurlijk nog wel zorgvuldig worden gespeeld! Overigens miste wit deze zet. Hij speelde 41-36. 

Een paar zetten later liep wit zelfs nog in een niet al te moeilijk slagzetje. 

  Damlust4

Henk Meester – Rudi van Velzen 

 Stand na de 24e zet van zwart. 

43-39? (19-24), 30×28 (26-31), 37×17 (11×44), 34×23 (44-50) en zwart won later de partij. 

 Voor deze rubrieken laat ik Kingsrow zoeken naar momenten waarop de waardering van de stand sterk verandert. Maar mogelijkheden in de partij die wel zijn gezien, maar zich niet daadwerkelijk hebben voorgedaan worden natuurlijk niet door Kingsrow gesignaleerd. Daarom ben ik heel blij als spelers zelf die mogelijkheden bij mij aangeven. Dat heeft Hans Tangelder deze keer gedaan. Ik laat zijn waarneming graag zien. 

Damlust5

Hans Tangelder – Bouke Bruinsma 

 Stand na de 26e zet van zwart. 

Hans overwoog om 48-42 te spelen, maar zag op tijd dat die zet verhinderd is door (9-14!). Zwart brengt met deze zet een dubbele dreiging in het spel: 

  1. A) (24-29) of (14-20) en (16×47).
  2. B) (17-22), 28×17 (24-29),34×12 (13-18), 12×23 (19×46)

Hans besloot 31-26 te spelen. 

Later in de partij wist Hans alsnog winnend voordeel te bereiken. 

Damlust6

Hans Tangelder – Bouke Bruinsma  

Stand na de 43e zet van wit. 

Wit heeft met zijn laatste zet, 28-22, zwart in ernstige problemen gebracht. De reactie van zwart ligt voor de hand: (27-31), 37×26 (18×27) maar nu volgde 40-34! En omdat (24-30) verhinderd is wegens 25-20 gaat zwart een schijf verliezen en later de partij. 

In de diagramstelling had zwart nog remise in handen met de verrassende zet (12-17!). Wit wil natuurlijk niet naar 11 slaan, dus: 22×31 (17-22!), 31-26 (22-28), 33×22 (18×27). Zwart heeft nu meer dan voldoende compensatie voor zijn schijf achterstand.  

Daarmee was de stand op 6-2 gekomen en met nog twee partijen te gaan was er nog maar één punt nodig voor de overwinning, maar helaas: beide partijen gingen verloren. De eerste nederlaag kwam op mijn naam. Ik maak wel vaker de fout om een gekozen partijopzet te ver door te voeren en dat overkwam mij nu ook. Het gevolg was dat ik in de onderstaande diagramstand totaal verloren sta. 

Damlust7

André van der Kwartel – Jeroen de Bruijn 

 Stand na de 36e zet van wit. 

Na (20-25) kan ik waarschijnlijk de schijfjes in de doos stoppen, maar mijn tegenstander speelde (11-17??). Dat zijn die kleine kansjes waar je in een slechte stand nog op hoopt: 36-31! (27×36), 47-41 (36×47), 43-38 (47×33), 29×38 (20×29), 34×21.  

 Die stand had ik natuurlijk remise moeten houden. Na enige voorbereidende zetten op de korte vleugel en doorbraak naar dam was de volgende stand ontstaan: 

Damlust8

André van der Kwartel – Jeroen de Bruijn 

 Stand na de 49e zet van zwart. 

Ik zat al geruime tijd in tijdnood en wilde hier 2-7??? spelen. Ik zag net op tijd dat die zet was weerlegd door (23-29!). In paniek speelde ik hier 35-30? Zes zetten later had ik verloren. In vroeger tijden, toen je na de vijftigste zet weer een uur bedenktijd had, had ik deze stand natuurlijk remise gehouden, maar met steeds één minuutje bedenktijd redde ik het niet. 

In de diagramstand had ik overigens het beste 38-33 kunnen spelen. 

 Ten slotte wist ook Joop Burgerhout zijn partij niet te redden. Een partij die op zichzelf een analyse waard is, alleen al vanwege de vele wisselende kansen. Maar over de gehele linie zat Joop steeds aan de verkeerde kant van de score en verloor hij terecht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *