Dan Volgt Nu Een Nieuw Avontuur Van Dickie Dick

Bijdrage van Evert Dollekamp

Donderdag 12 november. Clubavond. De partij Evert Dollekamp – Dick den Ouden. Dick speelt de laatste jaren steeds meer naar zijn mogelijkheden. Durft. Is moeilijk te verslaan. Is een taaie verdediger. Daar kan Otto Drenth nog een puntje aan zuigen als hij niet overleden was. Ook Fred Ong hoort tot dat illustere gezelschap, inclusief dat hij daar een puntje aan kon zuigen. Jammer dat we afscheid moesten nemen van Fred. Troost is dat het maar beter is zo, met name ook voor zijn dierbaren. Mooie plechtigheid, een waardig afscheid. Hoogtepunt voor mij: dat Fred over een scherpe pen bleek te beschikken.

1. 35-30

Wit zit onder de medicijnen en speelt de meest wilde openingen. Is het eigenlijk nog wat geworden met die dopingcontroles?

1. ………. 19-24!
De scherpste. De Otto Drenth opening in de voorhand. Naast de Geweigerde Roozenburg, ook een specialiteit van De Grootmeester, een kansrijk speltype.

2. 30×19 14×23!

Juist! Weliswaar verhindert 2. …….. 13×24 herbetreding van het belangrijke veld 30, het gaat ten koste van de Pyramide van Otto Drenth. Een te vroeg Verbreken is vragen om moeilijkheden, zoals Tom Wiswell al in 1953 schreef in zijn onvolprezen boek Checkers Made Easy. Zo schrijft hij (vrij vertaald): ‘De Pyramide van Otto Drenth is natuurlijk vreselijk sterk. Echter, het feit dat stellingen steeds maar weer veranderen gooit roet in het eten. Deze formatie kan niet tot in het oneindige stand houden. Men zal hem dan ook op het juiste moment moeten verbreken.’

3. 34-30

Neemt opnieuw de voorpost op 30 in.

3. ………. 10-14 4. 39-34 14-19

Waarom verwikkelingen zoeken met 20-25? Laat wit het maar uitzoeken aan zijn korte vleugel.

5. 40-35 20-24 6. 43-39 5-10?!

EvertD1

Even opmerkelijk als provocerend! Dick speelt nu reeds zijn kenmerkende eindspeltroef uit, de schijf van Den Ouden, ook wel bekend als de Schijf van Vijf. Hij heeft echter goed gezien dat hij de wending 64. 15-10 (gedwongen) 18-23 65. 29×9 3×5 nog achter de hand heeft. Ondanks dat wit nu met 66. 25-20 5-10 kan afdwingen, gaat wit onvermijdelijk verliezen.

7. 45-40 10-14 8. 33-29 24×33 9. 38×29 14-20 10. 39-33 20-24 11. 29×20 15×24 12. 49-43 9-14

Net op tijd.

13. 43-38

Net te laat.

13. ………. 24-29

Juist!

14. 33×24 23-28 15. 32×23 18×20  16. 34-29 20-25 17. 40-34 14-20 18. 38-33 12-18 19. 43-39 19-24?

Trapt er in.

20. 30×19 13×24 21. 42-38?

EvertD2

Een paradoxale zet met een hoge tegengestelde contradictie. Wit verhindert de zet die hij juist wil uitlokken: 21. … 4-10? 22. 35-30 24×35 22. 29-23 18×40 23. 39-34 40×29 24. 33×4. Beter was daarom eerst 21. 37-32. Na 21. … 4-10? 22. 42-38 10-15?? Staat wit uitstekend. Behalve een achtergebleven schijf op 15 kan zwart vanwege de hekstelling geen kant op. Schijf 34 speelt daarin een cruciale rol. Daarover later meer.

21. …….. 7-12 22. 37-32 1-7 23. 41-37 17-22 24. 47-42

EvertD3

Wit heeft geen moeite gedaan ook 44 te dichten. 23. 50-44 in plaats van 41-37 is hekstellingmatig verloren. Wit heeft namelijk geen combinatiedreiging meer beginnend met 35-30. En vroeg of laat combineert zwart naar dam met 24-30, dat is ook een beetje vervelend.

24. …….. 22-28!

Juist!

Dick kent de gevaren van de hekstelling. Ondanks het ontbreken van een achtergebleven schijf op 15 ruilt hij naar een positie met betere kansen. Ik weet dat enkelen van jullie nog steeds geloven dat het loont een hekstelling in te nemen. Ik zal met een korte spelgang aangeven waarom dat (ook) hier niet het geval is: 24. ……. 3-9 25. 46-41 9-13 26. 48-43 13-19 27. 32-28! en zwart zit in temponood. Dichtzetten van 11 geeft wit het door hem gewenste centrum. En 4 kan niet weg vanwege het zetje beginnend met 35-30. En na 24. ……. 8-13 25. ……..2-8 heeft zwart hetzelfde probleem.

25. 33×13 24×44 26. 50×39 8×19

Het hek is van de dam. Beter gezegd: De hek is van het dambord. Of, als er een schaap over de dam is, kunnen we gericht op het edele damspel stellen: ‘Als er een schaap over het dambord loopt, zijn de hekstellingen niet veilig’. Zwart staat nu uitstekend. De vleugel aan de rechter bordrand voor de kijker links is ondanks de dunbevolkte status beter verzorgd bij zwart. Opbouw vanuit de korte vleugel garandeert zwart minstens op termijn een gunstige klassieke stand. Evert Bronstring wil dat vast wel even aan jullie uitleggen.

27. 38-33 12-18 28. 34-29? 19-24!!

Juist!

Dit getuigt van een groot strategisch inzicht. Wit heeft te weinig schijven op de korte vleugel om de hekstelling tegen te spelen. Het ontbreken van schijf 34 neemt hem alle tegenspel uit handen. Er zijn geen combinatiemogelijkheden en vroeg of laat gaat zwart het winnende 25-30 op de mat leggen. 28. 39-34 is geen remedie. Zwart komt op enig moment tot 24-30 en 18-23. Waarom dan toch 28. 34-29 gespeeld? Ik heb de tegenkansen van zwart onderschat en taxeerde de hekstelling na 4-10-15 gewoontegetrouw op winst voor wit.

29. 42-38 4-10 30. 31-27

Voor bestrijden van een hekstelling is een sterk centrum onontbeerlijk.

30. …….. 7-12 31. 36-31 2-7!

31. …….. 12-17 is minder geslaagd wegens 32. 27-21 16×36 33. 37-31 36×27 34. 32×23. Hierna geeft 10-14-19 geen redding meer vanwege 35. 23-18! De gespeelde zet stelt wit voor een afschuwelijk inconvenient. Om op te bouwen moeten eerst gaten worden gedicht. Een dodelijke vertraging. En 25-30 zit er aan te komen.

32. 48-43 10-15!

Zwart kan zich deze hekstelling met schone lange lijn permitteren vanwege de krachteloze witte opstelling (34). Op 32. 46-41 volgt 32. …….. 24-30! 33. 35×24 18-22 34. 27×18 12×34 35. 39×30 25×34! tempodwang.

33. 32-28

EvertD4

33. …….. 11-17

Zwart heeft hier diverse mogelijkheden. Kroonschijf opspelen en dan na 28-23 met 25-30 komen, ondanks 23-19. Of veld 17 bezetten. Ook 18-23 is speelbaar, ziet er wat wankel uit, maar je bent wel gelijk van die lelijke hekstelling af. Voor 33. …….. 25-30 is het nog te vroeg: wit wint een schijf met 28-22. Even kijken hoe laat het is.

34. 37-32

Na 34. 28-23 17-22 35. 39-34 3-9 36. 37-32 9-14 37. 31-26 22×31 38. 26×37 18-22 heeft wit een klein probleem, o.a. omdat 23-19 niet gaat. Zwart trapt dan niet in de 5-om-5 maar slaat met schijf 14.

34. …….. 3-8?

34. ……. 25-30 wint direct een gezonde schijf, hoe wit ook offert.

35.  29-23! 18×29 36. 27-22 17-21

36. …… 6-11 is het beste tempo. Nu komt zwart ernstig in het nadeel.

37. 22-18 12×23 38. 28×30 25×34 39. 33×24 20×29 40. 39×30

Wit staat nu duidelijk beter, misschien wel gewonnen.

40. …….. 8-13 41. 31-27 7-12 42. 43-39 29-34 43. 30-24 34×43 44 38×49 12-18 45 35-30 6-11!

EvertD5

46. 46-41?

Harry Dekker deed de suggestie 46 te laten staan en rechts verder te pielen. We spelen daarin het uitermate kansrijke 46. 49-44! Eß bekommt sich für die Schwartzen! (Koeperman). 46. …..11-17 47. 44-40! 17-22 48. 40-35 22×31 49. 24-20 15×24 50. 30×19 21-27. In de gezamenlijke analyse na afloop vonden we geen redding meer voor zwart, laat het ik zo maar even samenvatten. In ieder geval was het laten staan van 46 (De Schijf van Vijf!) kansrijker geweest.

46. …….. 11-17! 47. 49-44

Net te laat.

47. …….. 18-23!

Net op tijd.

47. …….. 17-22 enz. lijkt simpel remise, maar dat is maar schijn. Zwart heeft dan nog diverse klippen te omzeilen. Ook de tekstzet dwingt een ruil af, hoewel wit hier wel een iets betere kans laat lopen. In plaats van het gespeelde 48. 32-28 kan hij hier beter 48. 44-40 spelen met als mogelijk vervolg: 48. …….. 23-28 49. 32×23 21×32 50. 23-19 en nu gewoon 13-18. Niet 15-20, zwart gaat dan waarschijnlijk verliezen. Hans Jansen wil dat vast wel even aan jullie uitleggen.

48. 32-28 23×32 49. 27×38 21-27 50. 44-40 17-21 51. 40-35 13-18

Het is op meerdere manieren remise. Bijvoorbeeld na 17-21 en 24-20 heeft wit wel een schijf gewonnen, maar dan heeft hij er nog maar drie.

52. 38-33

EvertD6

Via een merkwaardige omweg is de stand nu op een tempo na symmetrisch. Ook nu weer blijkt de deugdelijkheid van de stelling van Otto Drenth: ‘Ze spelen langs diepe afgronden, die jongelui van tegenwoordig. Maar op het eind komen we toch vaak op hetzelfde uit. Vertel mij dan maar eens welke methode beter is.’ In dit verband ben ik natuurlijk een vertegenwoordiger van de jonge garde en Dick de wijze baas.

52. …….. 27-31 53. 24-20

Na 53. 24-19? 15-20 zit wit opnieuw in de moeilijkheden.

53. …….. 15×24 54. 30×19

Dick heeft nu de remises voor het uitkiezen. Hij neemt de meest spannende variant. Van enig respect voor zijn tegenstander is al jaren geen sprake meer ……

54. …….. 18-23 55. 19×28 31-36 56. 41-37. 21-26 57. 28-23 26-31 58. 37×26 36-41 59. 23-19 41-46 60. 19-13 46-14

Remise

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *