Damlust?

André van der Kwartel

Dat was aan het begin van het nieuwe damseizoen de grote vraag: Hoe staat het na de lange zomervakantie met de damlust? Bij de leden van Constant Charlois Rotterdam (CCR) was de honger naar het dambord niet erg groot. De drie teams van CCR besloten collectief dat het niet verantwoord was om onder de gegeven omstandigheden een wedstrijd te spelen. (CCR was overigens niet de enige vereniging die niet wilde spelen.)
Dat was prettig voor het Leids Damgenootschap dat in deze eerste ronde in Gouda moest uitkomen tegen het tweede team van Damlust, dat zoals, de naam al aangeeft, natuurlijk graag wilde spelen. Het eerste team van Damlust had moeten spelen tegen het eerste team van CCR, maar door het wegblijven van CCR speelden wij met zestien man in een zaal waar gemakkelijk zestig man tegelijk in kunnen dammen. Meer coronaproof kon het niet.
Hoezeer de vraag naar damlust leefde bleek ook uit de vraag van mijn tegenstander, Ruud Kloosterman, of ik dit seizoen al een serieuze wedstrijd had gespeeld. Ik antwoordde dat ik op de club pas één wedstrijd had gespeeld om daar op de benodigde achteloze toon aan toe te voegen: “Winst tegen Evert Bronstring.” Ziezo. Dat was alvast een half punt voorsprong.

Het wedstrijdverloop was verrassend, maar niet echt spannend. Daarvoor was Damlust te sterk. LDG kwam met geluk op een 4-0 voorsprong die langzaam maar zeker door Damlust werd omgebogen in een 9-7 nederlaag. Maar met iets meer scherpte van de LDG-ers was een verrassing mogelijk geweest.

De wedstrijd begon met een cadeautje voor LDG.

Damlust_1

Joop Burgerhout – Kariem Droog

Stand na de 22e zet van wit.
De zwartspeler zag een doorbraak schemeren maar misschien had hij beter kunnen wachten tot er wat meer licht was: (18-23??), 29×18 (17-21??), 26×28 en nu was de bedoeling: (8-12), 31×22 (12×41) maar ja……

Hans Kreder bracht met een aardig zetje de stand op 0-4.

Damlust_2

Hans Kreder – Wim Bor

Stand na de 29e zet van zwart.
Hans brengt een verrassend zetje in de stand dat door zwart volledig wordt gemist: 38-33! (1-6??), 24-19 (13×24), 29×20 (15×24), 26-21! (17×26), 37-32 (26×28), 33×2. Enkele zetten later gaf zwart op.

Jack van der Plas leek voor mij als toevallig passerende toeschouwer slecht uit de opening te komen, maar in de computeranalyse bleek dat erg mee te vallen. Zijn verlies was te wijten aan een ernstige slordigheid in een vrijwel gelijkwaardige stelling.

Damlust_3

Jack van der Plas – Harry Clasquin

Stand na de 32e zet van zwart.
Na 46-41 is er niets aan de hand, maar wit speelde: 34-29?? (15-20!). Nu is 30-25 verhinderd door (10-15), 25×23 enz. De ellende is dat dit mechanisme in de stand blijft zitten. Bijvoorbeeld: 42-38 (10-15), 30-25 (16-21), 25×23 (21×32), enz. Hierdoor kan wit er niets tegen doen dat zwart (15-10) speelt en met (20-25) een schijf wint. Het partijverloop vanuit de diagramstand was dan ook : 34-29 (15-20), 46-41 (10-15), 42-37 (20-25), 29×20 (15×24). De schijf op 30 ging verloren en zonder enige compensatie verloor wit spoedig.

Hans Tangelder speelde voor zijn doen een zeer overzichtelijke partij die dan ook geruisloos in remise eindigde.

Vervolgens verloor Maurits, waarmee de stand op 5-5 kwam. Een klein beetje theoretische kennis had Maurits geholpen zijn partij moeiteloos remise te houden.

Damlust_4

Peter van Eck – Maurits Meijer

Stand na de 42e zet van wit.
Een stelling uit de familie der klassieke late middenspelstanden. Bij veel dammers berucht vanwege de grote verschillen tussen standen die maar één tempo van elkaar verschillen maar daardoor een totaal verschillende uitslag kunnen hebben. Evert Bronstring zou daar een interessant college over kunnen geven. Het is toch wel belangrijk om enige kennis van dit soort standen te hebben. In de Mega database van TurboDambase 2015 blijkt deze stand maar liefst 192 keer voor te komen. Een groot deel daarvan eindigde in een beslissing, maar bij goed spel moet zwart na (23-29×29) remise kunnen houden. Maurits deed het anders: (12-17), 34-30 (17-22), 28×17 (21×12), 33-28 (12-17A), 38-33 en zwart heeft niet beter dan (26-31), 37×26 (23-29), maar na 28-23 (19×37), 30×10 (29×38), 10-4 ging de partij snel verloren.
A) Evert Bronstring gaf op de clubavond inderdaad een lesje over dit type klassieke standen en signaleerde onder meer dat zwart hier remise kan bereiken met 24-29.

Met het verlies van Hein van Winkel kwam Damlust op een 7-5 voorsprong. Hein had met zwart een groot deel van de partij het betere van het spel gehad, maar rond de veertigste ging het initiatief meer naar wit toe. Op de 42e zet beging Hein een belangrijke onnauwkeurigheid.

Damlust_5

Arie van der Knaap – Hein van Winkel

Stand na de 42e zet van wit.
(9-14!?) Deze zet hoeft op zich niet zwak te zijn, maar in combinatie met de volgende zet van zwart levert hij groot nadeel op. 31-26! (7-12?A), 26×17 (12×21), 35-30! (24×35), 33-29! Zwart heeft nu niet beter dan (21-26), 29×20 (25×14), 32-27. In de partij kwam zwart er daarna niet meer aan te pas.
A) De computer geeft hier een toch wel verrassende remise aan: (8-12!), 26×8 (13×2). Wit heeft nu niet veel beter dan 35-30 (24×35), 33-29 waarna zwart de stand met (35-40) gelijk houdt.

De laatste twee partijen eindigden in remise. En in beide gevallen mocht LDG daar niet over klagen.

Ik ontsnapte aan verlies omdat zowel ikzelf als mijn tegenstander een verrassende finesse miste.

Damlust_6

Ruud Kloosterman – André van der kwartel

Stand na de 47e zet van zwart.
Ik had in de partij langdurig onder druk gestaan en was tevreden dat ik het tot bovenstaande stand had weten te brengen. Mijn tevredenheid was gebaseerd op de gedachte dat in de diagramstand wit de schijf op 26 moet afstoppen en dat ik dan met mijn dam het witte blokje schijven van achteruit kan bedreigen. Het partijverloop geeft mij gelijk: 1-18 (41-46), 29-24 (46-37), 34-29? (25-30), 24×35 (14-19), 23×14 (37×12) en remise overeengekomen.
Maar…. Er klopt iets niet. In de diagramstand had wit moeten spelen: 23-18! (26-31) is nu verhinderd door: 34-30 (25×32), 33-28 (32×12), 1×47. Totaal niet naar gekeken. Zwart had in dat geval misschien met eerst (25-30) en daarna (26-31) nog kunnen tegenspartelen, maar het begint er steeds somberder uit te zien. Kortom: een ietwat gelukkig punt voor LDG.

Harry Dekker mocht met een remise de eindstand op 9-7 brengen. Maar ook hij heeft daarbij misschien wel wat geluk gehad, hoewel dat minder goed is hard te maken dan in mijn partij.
Het gaat om het volgende fragment.

Damlust_7

Harry Dekker – Alex Bitter

Stand na de 37e zet van wit.
Wit heeft zojuist 27-22 gespeeld en zwart reageerde met (7-11), maar sterker was geweest (16-21). Voor de hand ligt 22-17, maar dan kan zwart reageren met (19-23), 17×30 (23×43). Er zal nog veel spel kunnen volgen, maar het is duidelijk dat wit zal moeten verdedigen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *