Een greep uit mijn partijen tegen Evert Bronstring – 2

André van der Kwartel

Ik ga verder met mijn historische terugblik op de partijen die ik in de loop der jaren tegen Evert Bronstring heb gespeeld.

EA_2_1

Evert Bronstring – André van der Kwartel (23-02-1973)

Ik was aan zet en speelde hier (14-20??). Evert vertelde daarop dat de Italiaan Fanelli tegen hem dezelfde fout had gemaakt. Wit kan een aardige schijfwinst nemen: 28-22 (17×28), 34-29 (24×44), 50×39 (25×34), 40×18 (13×31), 32×25.

Nog in hetzelfde jaar behaalde ik mijn eerste overwinning op Evert. Een mijlpaal! Na zoveel jaar deze partij terugspelend, denk ik dat Evert hier een beetje al té overmoedig was.

EA_2_2

André van der Kwartel – Evert Bronstring (02-11-1973)

(16-21?) Overmoed? Of speculeerde zwart hier op de dreiging (27-31), (22-28), (8×46)? In ieder geval kwam zwart er na 32-28 niet meer aan te pas. In de diagramstand zou (5-10), 32×21 (16×27), 41-37 (27-31×31), enz. een plausibele voortzetting zijn geweest.

Twee weken later zette Evert een en ander weer recht.

EA_2_3

Evert Bronstring – André van der Kwartel (16-11-1973)

Zwart is aan zet en (18-23×23) ziet er gezond uit. Ik koos echter voor (5-10). Dat lijkt gevaarlijk, maar is speelbaar…., als ik het goed doe: 26-21 (17×37), 41×23 (20-24), er is geen alternatief, 29×20 (15×24??A), 30×19 (18×29), 35-30 (14×23), 30-24 (29×20), 25×5 (11-17) en zwart kwam een schijf achter.

A) (18×29) zou tot een gelijkwaardige stand hebben geleid. Bijvoorbeeld: 30-24 (29-33) en (14-19×24).

In de zomer van 1974 was Evert door een blessure enige tijd aan huis gebonden. Hij vroeg mij om bij hem thuis een aantal partijen te komen spelen. Onderstaand de eerste van dit viertal. Daarin laat Evert iets zien van de kracht van zijn zogeheten randspel. Voor de liefhebbers geef ik daarom ook de zetten die tot de diagramstand hebben geleid:

André van der Kwartel – Evert Bronstring (05-07-1974)

1.32-28 18-23 2.34-29 23×34 3.40×29 20-25 4.45-40 15-20 5.40-34 19-24 6.50-45 13-19 7.31-27 17-21 8.37-32 9-13 9.41-37 10-15 10.46-41 24-30 11.35×24 19×30 12.36-31 21-26 13.41-36 5-10 14.27-22 30-35 15.31-27 14-19 16.29-23 10-14 17.34-29 25-30 18.44-40 35×44 19.49×40 30-35 20.40-34 11-17 21.22×11 6×17 22.36-31 3-9

EA_2_4

Het verdere verloop was: 23.23-18 13×22 24.27×18 12×23 25.29×18 17-21 26.31-27 8-12 en wit gaf op. Ik zou een schijf gaan verliezen omdat 33-29 is verhinderd door (12×23), (26-21), (7-12) en (2×44).

In de diagramstand had ik geen betere zetten:

A) 27-22? (35-40!), 22×11 (12-17), 11×22 (20-24), 29×20 (40×36).

B) 45-40? (35×44), 39×50 (17-22).

C) 47-41 (35-40) Wit dreigt nu op allerlei manieren materiaal te verliezen. De enige zet die dat voorkomt is 34-30 maar dan volgt: (17-21), 45×34 (20-24×35) en zwart zal op de korte vleugel van wit doorbreken naar dam, als het al zo ver komt.

Tien dagen later speelden wij onze volgende partij en ook nu was het een confrontatie tussen mijn neiging om massief aan te vallen en Everts vaardigheid in het ontmantelen van zo’n massieve aanvalsstand. Onderstaand een kenmerkend beeld van zo’n botsing.

EA_2_5

André van der Kwartel – Evert Bronstring (15-07-1974)

Op dit moment is de witte stand nog goed speelbaar, maar dan moet wit wel terugtrekken met 22-17 (11×22), 28×17 (19×28), 32×23. Wit dreigt nu met 37-31 (26×37), 17×26 een schijf te winnen en omdat (21-27) verhinderd is, is zwart dus min of meer verplicht om met bijvoorbeeld (7-11), 37-32 (11×22), 23-18 (12×23), 29×27 de strijd te vervolgen.

In de diagramstand meende ik echter in jeugdige onbezonnenheid de aanval ongestraft voort te kunnen zetten: 34-30 (25×34), 39×30? Maar hier gaat onbezonnenheid over in overmoed. Met 29×40 had wit de stand nog gelijk kunnen houden, omdat de actie met 22-17 er nog steeds in zit. Zwart zit dus met het dilemma om ófwel na bijvoorbeeld (10-15) 22-17 toe te laten, ófwel met (11-17×17) schijf 22 weg te ruilen, maar dat geeft wit de gelegenheid om 40-34 te spelen.

Na 39×30 volgde: (13-18), 22×13 (9×18), 44-39 (21-27?) Hier miste zwart een snellere winst door: (26-31), 37×17 (11×22), 28×17 (19×37), 42×31 (12×21), 30×19 (14×34), 39×30 en zwart gaat een schijf winnen na (20-25). Ondanks deze misser won zwart de partij .

Wordt vervolgd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *