Provinciale successen

André van der Kwartel

De twee teams van LDG die uitkomen in de provinciale competitie hebben in de afgelopen ronde goed gescoord. Het viertal – dat bestaat uit vier schakers die sinds kort ook de damsport beoefenen – won zijn eerste wedstrijd in de derde klasse met 6-2 van een jeugdteam van Reeuwijk. Het zestal, dat uitkomt in de provinciale hoofdklasse won zijn tweede wedstrijd met 3-6 van De Hofstad Dammers uit Den Haag.

Het viertal

De drie winstpartijen waren het resultaat van grove blunders van de zijde van de Reeuwijkers die met zetjes van één zet diep door de Leidenaren werden afgestraft. Daar valt voor een analyticus weinig plezier aan te beleven. De enige verliespartij van LDG geeft echter wel aanleiding tot wat nadere beschouwing.

VierTalEen

Maaike de Bruin – Quirinius van Dorp

Stand na de 31e zet van wit.

Tot op dit moment is er nog niets bijzonders gebeurd en de stand is dan ook in evenwicht.

(3-9??), 27-21! (26×17), 28-22 (17×28), 34-29!??A (23×45), 32×1. Goed gezien, maar deze afwikkeling had niet meer dan remise moeten opleveren. Spelverloop: (45-50), 37-31 (24-30?B), 31-27 (11-16??C), en na 38-33 kon zwart opgeven.

B) Hier had zwart zich nog kunnen verdedigen met (50-45). Zwart dreigt nu met (24-29) de witte dam te vangen. Wit wil dat voorkomen. Een mogelijk spelverloop is: 31-27 (11-17), 38-33 (24-29), 33×24 (17-21), 27×16 (13-18), 1×23 (45×1). Zwart dreigt nu met (6-11). Wit kan nog spelen 16-11 (6×17), 24-19 (1-18), 19-14 (18-4) en zwart zal dit remise kunnen houden.

C) Dit is de definitieve fout van zwart, maar hij had hier nog remise kunnen maken door (50-28) en nu bijvoorbeeld: 43-39 (28×44), 38-33 (44×31), 36×27 (30-35), 42-38 [Let op dat wit niet 1-45 mag spelen wegens (13-18) en (6-11)] (2-7), 1×9 (35-40) en dank zij de schijven 6 en 11 kan wit de zwarte schijf niet afstoppen.

A) Zoals aangegeven had de combinatie met deze zet niet méér moeten opleveren dan remise, maar wit had hier de combinatie ook een winnende wending kunnen geven: 34-30! (24×44), 43-39 (44×33), 38×18 (13×22), 32×1 en zwart kan de schijfjes in de doos doen.

Het zestal

In de wedstrijd tegen De Hofstad Dammers werd het eerste punt gescoord door Harry Dekker na een partij waarin het evenwicht geen enkele keer werd verbroken.

Het tweede punt werd binnengebracht door Koos van Amerongen, maar dat hadden er ook wel twee mogen zijn. Op meerdere momenten in de partij liet Koos groot voordeel weglopen, maar het meest duidelijke moment deed zich voor op de 52e zet:

ZesTalEen

Hans Jacobsen – Koos van Amerongen

Stand na de 52e zet van wit.

(8-12?), 33-28 (24-29). Dit lijkt overtuigend, maar na 38-33 (29×38), 32×43 (23×21), 30-24×24 liep de partij snel remise.

In de diagramstand kan zwart gemakkelijk winnen door: (17-22), 27-21 (8-12), 21-16 (12-17), enz.

Na deze twee remise volgden drie overwinningen voor LDG. De eerste kwam op naam van Edwin van Hofwegen. Na een wederzijdse doorbraak naar dam, waarbij Edwin wat meer schijven overhield dan zijn tegenstander werd de winst – ondanks een kleine slordigheid onderweg – binnengehaald. Hieronder een aardig tactisch moment uit deze partij.

Frans Teijn – Edwin van Hofwegen

ZesTalTwee

Stand na de 35e zet van wit.

Zwart speelde hier (24-30!?) waarna volgde 38-33 (9-14), 39-34 enz. en wit was weer even onder de zwarte druk vandaan. Zwart had die druk kunnen handhaven door (24-29!). Wit heeft niet beter dan 39-33, want op 28-22 volgt (29-33) en hoe wit ook slaat, altijd volgt (16-21). Na 39-33 volgt (29-34) en na een zet van wit, bijvoorbeeld 28-22 volgt (23-29×30), waarmee zwart zware druk op de witte korte vleugel houdt.

Hans Kreder bracht de voorsprong op vier punten, ondanks dat hij na een eenvoudige winnende doorbraak geweldig begon te knoeien. De doorbraak is niet zo interessant om te laten zien, het geknoei des te leerzamer.

ZesTalKreder

Hans Kreder – Bonne Douma

Stand na de 37e zet van zwart.

Wit staat totaal gewonnen en hoeft met 35-30! de buit alleen nog maar op te halen. Drie voorbeeldjes:

A) (34-40), 45×34 (20-24), 4-15 (24×35), 34-30

B) (34-39), 38-33 (39×28), 4-15

C) (11-17), 30×39 (7-12), 4-18 (20-24), 18×9 (3×14) en wit staat drie schijven voor.

In de partij speelde wit het onooglijke 48-43?? waarna volgde: (23-28!?), 32×23 (19×28), 35-30?? Woorden schieten te kort: (11-17), 30×39 (17-22), 4×27 (28-32), 37×28 (26×48).Wit staat nog steeds een volle schijf voor, maar heeft zich wel onnodig veel problemen op de hals gehaald. In het partijverloop werd de stand steeds meer gelijkwaardig, maar verloor zwart alsnog door een blunder.

Hans gaf als verklaring voor zijn geknoei de ergernis over het feit dat zijn tegenstander in een totaal verloren positie bleef doorspelen. Ik herken dat, maar er bestaat nu eenmaal geen morele verplichting om op te geven. Sterker nog: iedere dammer (en schaker) kent wel voorbeelden uit zijn of haar eigen praktijk waarin verloren partijen werden gered en soms zelfs nog gewonnen. Dat is voer voor mooie verhalen die soms nog jaren later worden verteld. Het is maar net aan welke kant van het bord je zit.

Ik mocht zelf de stand op 2-8 brengen. Ik was zeer tevreden met mijn partij, maar de computer liet zien dat mijn tegenstander in het eindspel nog had kunnen ontsnappen.

ZesTalVier

Hugo Simons – André van der Kwartel

Stand na de 56e zet van wit.

Zwart heeft een mooie stand op het bord die zichzelf lijkt te spelen, maar toch is nog steeds zorgvuldigheid vereist. Eerst het spelverloop: (22-28), 42-38 (18-22), 36-31A (27×36), 38-32 (26-31B) en wit gaf op.

B) Let op: niet (36-41) wegens 32×23 (41×32) en met 23-18 ontsnapt wit nog.

A) Op dit moment had wit zich nog aanzienlijk beter kunnen verdedigen: 38-33 (13-18) [op (27-32) kan volgen 24-20, 39-34 en 37×17] Maar nu kan wit spelen: 24-19 (14×23), 37-32 (27×29), 30-24 (29×20), 25×14. De winst voor zwart lijkt erg ver weg. In de partij heb ik deze mogelijkheid niet gezien.

De belangrijke vraag is dan: had ik deze mogelijkheid kunnen vermijden. Dat had inderdaad gekund, als ik in de diagramstand was begonnen met (18-23), 39-34 [Op 42-38 volgt (13-18)] (23-28), 42-38 (13-18), 36-31 (27×36), 38-32 (28-33), enz. Ook nu kan een lang eindspel volgen, maar dat ziet er gunstiger uit dan in de partij had kunnen ontstaan.

De wedstrijd werd afgesloten met een remise van Casper Remeijer. Hij deed er alles aan, maar kon het evenwicht niet doorslaggevend verbreken. De ongetwijfeld frustrerende eindstand van deze partij was:

ZesTalVijf

Casper Remeijer – Krijn Toet

In deze stand werd remise overeen gekomen. Wit kan de zwarte schijven niet aanvallen. Op 6-11 of 6-17 volgt bijvoorbeeld (29-45) en (12-17) respectievelijk (7-11). Wit kan zijn dam niet terugtrekken naar bijvoorbeeld veld 50, want dan volgt (7-11) met remise. Als wit met zijn dam naar 1 gaat, speelt zwart (29-45) en wit komt niet verder. Ten slotte kan wit nog spelen: 36-31 maar dan volgt (29-18), 31-26 (18-29) en wit zit met dezelfde problemen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *