Archive for Hans Tangelder

Fragmenten uit mijn onderlinge partijen

André van der Kwartel

Ter afwisseling met mijn bijdragen over de NK’s van Evert Bronstring wil ik deze keer enkele fragmenten laten zien uit mijn afgelopen twee onderlinge wedstrijden. Ik mocht de eerste de beste avond na onze verplichte lockdown aantreden tegen Steven den Hollander in het kader van de kwartfinale van onze jaarlijkse bekerwedstrijd. Gezien het enorme ratingverschil begon Steven met de opdracht in één wedstrijd te winnen.

AK_1

André – Steven

Stand na de 20e zet van wit.
Een degelijke voortzetting voor zwart is hier: (20-25), (25-30) en (14×25). Zwart negeerde deze mogelijkheid en speelde (2-8!?). Nu miste ik een uitgelezen mogelijkheid om ruim voordeel te behalen. (Ter herinnering: Ik had aan remise genoeg om de volgende ronde van de bekerwedstrijd te halen.) Ik speelde 45-40, maar veel beter was: 29-23 (18×29), 35-30 (24×35), 33×15. De kracht van deze voortzetting is dat (12-18) nu verhinderd is door 44-40 (35×33), 28×39 (17×28), 32×1. Daarom zou de volgende fraaie variant nu op het bord kunnen komen: (19-24), 27-21 (24-30), 39-33 (14-19), 33-29 (4-10), 15×4 (9-14), 4×18 (12×34), 21×1 (34-39), 44×33 (30-34), 1×40 (35×44), 45-40 (44×35), 48-43. Wit staat twee schijven voor. (35-40) is verhinderd door 37-31 (26×39), 33×35. Laten we zeggen: remise.

De partij ontwikkelde zich gelijk op, maar op de 39e zet maakte zwart een fatale fout.

AK_2

André – Steven

Wit dreigt met 27-21. De meest verstandige keus voor zwart was nu (7-12×1), met na 22-17 een zekere remise voor wit. De enige zet voor zwart is (1-7), waarna de afwikkeling 17-12, 27-22×1 wit van remise verzekert. Zwart moest echter winnen en koos daarom voor (8-12??). Als wit nu 41-36! speelt is de stand vrijwel uit, maar ook wit is niet meer optimaal scherp: 38-33!? Zwart speelde (26-31?) en gaf een zet later op. Maar hij had nog remise in handen met (14-20!). Op het gedwongen 30-25 had namelijk kunnen volgen: (26-31), 37×26 (12-17), 25×14 (19×10), 28×8 (17×46), 8-2 met remise.

Op 3 juni mocht ik aantreden tegen Hans Tangelder. In de nogal beperkte onderlinge competitie 2020-2021 stond ik op de eerste plaats en Hans op de tweede. (Afgezien van de score die Evert Bronstring in de eerste fase van deze onderlinge competitie had neergezet.) Met een beetje toegeeflijke fantasie ging die partij dus om de koppositie. Met nog meer toegeeflijke fantasie maakte deze partij dat affiche waar. Ik presenteer een paar leuke fragmenten.

AK_3

André – Hans Tangelder

Stand na de 13e zet van wit.
(10-15?) Door deze zet krijgt zwart te maken met een nogal geforceerde spelgang: 28-23! (19×28), 32×23. Wit dreigt met 23-19 een schijf te winnen. Zwart had nu het best (4-10) kunnen spelen, maar koos voor: (13-19), 38-32 (19×28), 32×23. De situatie is voor zwart nog lastiger geworden. Er dreigt weer een schijf winst voor wit. Het verrassende is dat zwart die dreiging niet kan weerleggen met (8-13) of (9-13). Op beide zetten volgt immers 23-19. Om schijfverlies te voorkomen moet zwart dus kiezen tussen (21-27) en (22-27). Hij koos voor (21-27), maar Kingsrow geeft de voorkeur aan (22-27).

AK_4

Stand na de 21e zet van zwart.

Zwart heeft zojuist de witte schijf op 23 weg geruild. Er dreigt (27-32). Van tevoren had ik gedacht aan de zet 29-24, maar gelukkig voerde ik dit keer wel op tijd de benodigde zetcontrole uit: 29-24?? (27-32!), 37×28 (22×33), 39×28 (21-27), 31×22 (13-18), 22×13 (8×37).
Het leek mij verstandiger om 42-38 te spelen.

AK_5

Stand na de 27e zet van zwart.

37-32!? Een zwakke zet van mijn kant omdat Hans nu de kans krijgt de stand weer gelijk te trekken. In de partij speelde hij (8-13?), maar beter was (19-23). Het probleem voor wit is dat het gewenste 34-29×29 wordt beantwoord met (20-24), 29×20 (9-13), 20×18 (22×13), 31×22 (17×37), 26×17 (11×22). Kingsrow suggereert daarom na (19-23) het offer 32-28 te spelen. In de diagramstand had wit 33-29 moeten spelen en behoudt dan zijn voordeel.

AK_6

Stand na de 33e zet van zwart.

Vóór de ruil 38-32×32 en (11-16) keek ik serieus naar 31-27×27 in de diagramstand. Maar dat zou niet goed zijn gegaan. Ik heb echter veel beter: 32-27! (21×23), 29×27, Verhindert (13-18) wegens 35-30 en 27-21. Spelverloop: (6-11), 49-43 (1-6) 45-40 (4-9??). De beslissende fout van zwart. Met (4-10) was hij nog binnen de remisegrenzen gebleven. 34-29 (17-22?), 27×18 (11×22). Zwart staat al slecht, maar met (17-21) enz. had hij zich taaier kunnen verdedigen. 31-27 (22×31), 36×27 (9-13). 40-34 (13-18). Tijd voor een laatste diagram, want er komt een mooie slotzet aan:

AK_7

26-21! Hans bestudeerde de overblijvende stand een minuut of vijf en gaf op. Let nog even op het aardige (19-23), 34-30 (23×34), 30×10 (34-40), 43-38 (40×49), 10-5.

Zomercompetitie Leids Damgenootschap 2021

Ook deze zomer organiseert het Leids DamGenootschap een zomercompetitie. Deze competitie op de woensdagavonden is voor iedereen toegankelijk. We spelen in een ontspannen zomersfeer twee partijen op een avond. Uiteraard is de bar open.
Wie?
Iedereen die de spelregels kent en de coronamaatregelen in acht neemt is welkom.
Waar?
Denksportcentrum Leiden. Robijnstraat 4.
Wanneer?
Iedere woensdag vanaf woensdag 30 juni t/m woensdag 18 augustus.
Hoe laat?
De eerste ronde begint om 20:00 de tweede ronde begint rond 21:45.
Wat is het speeltempo?
20 min. + 25 seconden per zet.
Wat kost het?
Deelname is gratis.
Hoe meld ik me aan?
Er is een vrije inloop, je hoeft je niet aan te melden. Als je zorgt dat je er voor aanvang van een ronde bent word je ingedeeld.

Om toch iets van een competitie-element te hebben, wordt er een moyennesysteem gebruikt waarbij de eigenmoyenne twee keer zo zwaar telt als de tegenmoyenne. Deelnemers moeten minstens vijf partijen hebben gespeeld om voor de eindzege in aanmerking te komen.

Swami Nikhilananda

Evert Dollekamp

Van de vaderlandse damtoppers moeten wij Nikhila als een van de normaalsten beschouwen. Maar ja, nu heeft hij zich weer zo’n rare naam laten aanmeten. Als aanhanger van de Baghwan loopt hij heden ten dage (waarschijnlijk) nog steeds rond in een oranje jurk. Toevallig had ik hem niet zo lang geleden aan de telefoon om te vragen of ik zijn recensie over het zondags moe-boek mocht overnemen in het komende meesterwerk ‘En nu zet je die dam aan de kant, ik wil er langs!!’. Dat mocht.

Ik leerde Nikhila kennen toen hij bondstrainer was van de nationale jeugd. Ik moet bekennen dat ik daar jarenlang aan heb meegedaan. Toen wist ik nog niet beter. Op een doordeweekse zaterdag een paar keer per jaar naar Arnhem om daar over het damspel van gedachten te wisselen. Nikhila had in mijn herinnering aanstekelijke trainingsmodellen, ik denk er wel nog eens aan terug nadat ik zwaar getafeld heb. Zelfs weet ik nog dat ik een analyse van een klassieke stand, zijnde een opdracht, vol trots naar zijn adres op de Gildenburg 211 in Deventer heb opgestuurd. Waarschijnlijk was ik destijds net zo bedreven in analyseren als nu, want antwoord heb ik nooit gehad.

Eén maal heb ik tegen Nikhila gespeeld, voor de clubcompetitie ergens in de jaren tachtig. Het gaf mij een merkwaardig gevoel. Als iemand je jarenlang heeft proberen uit te leggen hoe het spel gespeeld moet worden, ga je zo’n wedstrijd toch wat ongemakkelijk in. Ik tenminste wel. Ik werd dan ook in een luchtig partijtje vakkundig van het bord gezet.

Voorafgaand aan die partij kuierden de spelers van het drents Tiental ontspannen door het winkelcentrum van Assen richting speellokaal. Een vrolijk muziekje begeleidde onze tocht, zodat op de wijs van La Bamba een loflied werd geboren op Sami Nikhilananda.

La Swami

Oh Swami Nikhilananda
Oh Swami Nikhilananda
Waarom die ruil
Waarom ik huil
Waarom ik huil

 Tja, zei Nikhila ik weet niet
 Iedereen doet het zodat ik
 Er niet meer zo over nadenk
 Lijkt op spelbederf

 Jarenlang was hij mijn trainer
 Leerde mij trucjes, klassiekjes
 Moest plots zelf tegen hem spelen
 Assen VanderVeen

Het was een akelig treffen
Met het zweet in de bilnaad
Ging ik er op
Geen ene kans
Oh wat een flop

 Ik ben nu ouder en wijzer
 Denk soms zelfs dat je moet trainen
 Als je verliest van de bondscoach
 Komt dat heel hard aan

 Had ik dan toch maar geoefend
 Was het misschien wat geworden
 Sorry Harrie Spaling
 Keeper VAKO 4

Oh Swami Nikhilananda
Oh Swami Nikhilananda
Je wordt bedankt
Je wordt bedankt
Je wordt bedankt

Swa-mi Ni-khi-la-nan-da

Tot slot de recensie die Nikhila schreef over het zondags moe-boek. Ik was er destijds heel tevreden mee.

Het axioma van doelman Harrie Spaling

Het Parool – 18 september 2010

Nikhila

In de jaren zeventig maakte Evert Dollekamp langdurig deel uit van de nationale jeugdselectie. Ik fungeerde in die jaren als trainer van de bond en kende hem als een leergierige deelnemer, maar wellicht heeft hij zijn gebrek aan trainingsijver goed weten te verhullen. Dollekamp publiceerde onlangs een hilarisch damboek met de titel ‘Wie door de week traint is ‘s zondags moe’. Een boekje (ruim 200 pagina’s) met smakelijke verhalen, waarin bekende en minder bekende gebeurtenissen in de damwereld worden beschreven. Steeds kort en krachtig en altijd met een flinke dosis humor. ‘De rode draad in dit boek is het advies in de sport vooral niet te veel te oefenen’ aldus Dollekamp. ‘De legendarische uitspraak van Harrie Spaling heeft in dit verband vele volgelingen gekregen’.

Natuurlijk passeert het Deense voetbalelftal de revue, dat in 1992 (als invaller) de Europese titel veroverde, nadat de spelers van de Zuid-Europese stranden waren geplukt. Ook een toevallig gesprekje met de moeder van Marleen Veldhuis in de trein, die toevertrouwde dat haar dochter toch vooral niet teveel moest trainen. Alle bekende namen in de damwereld komen langs, maar wie is in ‘s hemelsnaam Harrie Spaling? Dollekamp geeft uitleg van zijn eigen voetbalverleden. ‘Na een blauwe maandag in het tweede elftal vind ik als afzwaaiend jeugdvoetballer mijn bestemming in het legendarische VAKO 4. Waarmee ik impliciet afscheid neem van een mooie carrière. Want het vierde elftal heeft zo zijn eigen spelbenadering. Bezoeken van trainingsavonden is in ieder geval een doodzonde. Hoon word je deel en een basisplaats kun je wel vergeten.‘

Het elftal wordt gevormd door een bonte verzameling levensgenieters. Spaling is de doelman van dit vrolijke gezelschap. ‘De tegenstander, volgepropt met ambitieuze en overtrainde jeugdspelers, staat met 2-1 achter. Rond de middellijn verovert de spits de bal en gaat in volle vaart op Harrie af. Gearriveerd bij het strafschopgebied trapt de ongelukkige echter in de grond en gaat onderuit. Harrie, die de ontwikkelingen rustig heeft afgewacht, raapt eenvoudig de bal op en spreekt de onsterfelijke woorden: ‘Ja, ja mien jong. Wie door de week traint is ’s zondags moe!’ Het wordt uiteindelijk 4-1 en met weer een concurrent minder is de kiem gelegd voor de titel.’

Met de damcarrière van Dollekamp is overigens niets mis. In 1974 pakte hij als vijftienjarige zilver op het NK voor aspiranten en ontwikkelt zich daarna tot prominent speler van het Drents Tiental, het huidige Hijken DTC. Hij veroverde de meestertitel en reikte in 1984 en 1991 tot de finale van het NK. Na deze onbetwiste hoogtepunten (mijn moeder weet wel beter – red) kreeg zijn aangeboren luiheid kennelijk de overhand (dat klopt dan wel weer – red). Natuurlijk scoorde hij punten voor het Drents Tiental, maar als teamleider viel hij vooral op door zijn spraakmakende voor- en nabeschouwingen.

Ik vind ook mezelf terug en het boek, waarin gelukkig geen plek voor de techniek is ingeruimd. ‘Hoe is het met de komende tegenstander?’ is de vraag van de zelfbenoemde sportpsycholoog Spaling. ‘TDV heeft de bondstrainer in hun midden!’ zeg ik triomfantelijk. Harrie valt bijna van de stoel van het lachen. ‘Nee maar! Wat een poppenkast! Een bondstrainer. Dat is bijna ongeneeslijk! En alle teamgenoten aangestoken natuurlijk. Zelfs in jullie toestand hoeven jullie niet bang te zijn. Even twee weken onthouding en jullie winnen!’

Hijken DTC doet na twee keer brons opnieuw een gooi naar het podium. Vandaag is de aftrap van de bondscompetitie, waarin Huissen (titelverdediger), Schiedam en Westerhaar de belangrijkste concurrenten zijn. Voor de spelers met gebrek aan trainingsijver nog een hoopgevende passage uit het boek van Dollekamp:

Laat ik nog maar een keer uitleggen waarom de zienswijze van de in Zuidlaren woonachtige oud-keeper van VAKO 4 nog zo gek niet is. Hoe talrijk zijn niet de spelers die niet op eigen kracht een dampartij kunnen volbrengen. Met openingsvarianten en andere theoretische bagage proberen zij zich staande te houden. Nadenken is er niet meer bij. Of om met Hein Donner te spreken: ‘Ze weten veel, die jonge spelers van tegenwoordig. Meer dan wij wisten. Maar wij moesten dan ook denken, omdat wij niet zoveel wisten.’ De kern van de zaak is hiermee geraakt. Juist door niet zoveel te weten, worden spelers vanaf de eerste zet gedwongen om na te denken.’

Fraaie winst Baliakin in uitgesteld NK Dammen 2020

Hans Tangelder

Van 27 mei 2021 tot en met 5 juni 2021 werd het vanwege Corona uitgestelde NK Dammen 2020 gespeeld.
Gedeeld eerste werden Groenendijk en Baliakin met 19 punten uit 13 wedstrijden, maar na een remise en winstpartij in de barrage wist Groenendijk de eerste plaats te bemachtigen. Casper Remeijer, die na het afronden van zijn studie Natuurkunde in Leiden, vanwege zijn nieuwe baan weinig tijd had om zich te voorbereiden, miste scherpte tijdens het toernooi en kwam daardoor niet verder dan de twaalfde plaats met 7 punten uit 13 wedstrijden.
Casper was ook slachtoffer van de scoringsdrift van Baliakin, die vanuit onderstaande stelling met een zeer verrassende forcing toeslag.

KasperBaliakin_V2

Casper Remeijer – Alexander Baliakin, stand na 38.21×12
Na 39. 43-39 is het op fraaie wijze geforceerd uit! (met 39. 31-27 is het analytisch nog remise, maar er wacht wit dan een loodzware verdediging) Op 39. 43-39 12-17! moet wit wel verder met 40. 39-33. Nu vond Baliakin de bijzondere en mooie zet 40 .. 3-9!! Wit moet wel verder met 33-28.

CasperBalaikin

Casper Remeijer – Alexander Baliakin, stand na 41. 33-28

En nu na 41. .. 18-22 42. 40-34 (wat anders) 22×33 43. 38×20 (slaan naar 18 verliest snel een schijf) 23-29 44. 34×03 13-19 45. 03×21 16×47 is het uit.
Kijk ook het weergaloze verslag van dit fragment in de stream van Steven den Hollander en Rick Hakvoort terug door te klikken op onderstaande link:

Steven en Rick

 

Evert Bronstring: NK 1973

André van der Kwartel

Aan het NK 1973 deden om mij onbekende redenen veertien in plaats van de gebruikelijke twaalf spelers mee. Evert eindigde als zevende met dertien punten, evenveel als Cees Varkevisser.

Evert begon met een ietwat gelukkig overwinning.

E_1973_1

E. Bronstring – S. Visser

Stand na de 40e zet van zwart.

Wit speelde 28-22 en zwart gaf op. Het is een fraai voorbeeld van de wijze les dat een speler in geval van een slagzet of een forcing altijd even moet kijken hoe een en ander afloopt. Wie weet blijkt het mee te vallen! Zoals in dit geval. Als zwart ‘gewoon’ (9-13) had gespeeld, was waarschijnlijk het volgende spelverloop op het bord gekomen: 32-28 (23×34), 40×9 (13×4), 22×24. Hoera, wit staat een schijf voor. Maar wat is dat waard als zwart voortzet met (12-18)? Wit kan niets doen tegen de opbouw (11-17-21) en tegelijkertijd breekt wit voorlopig niet door naar dam. Een plausibele spelgang zou kunnen zijn: 24-19 (4-10), 35-30 (11-17), 30-24 (4-10), enz. Kingsrow ziet er geen winst meer in voor wit. (En geef nou niet weer Kingsrow daar de schuld van….)

In de tweede ronde volgde een remise tegen Theo Tielrooij. In de derde ronde verloor Evert na een subtiele slordigheid.

E_1973_2

E. Bronstring – W. van der Sluis

Stand na de 40e zet van zwart.

Spelverloop: 33-28!? (21-26), 34-29 (24×22), 27×7 (36×38). Wit ging een macro-eindspel in met twee schijven minder en verloor later. In de diagramstand had wit meer verdediging gekregen na 34-30 (25×34), 40×29. Nu volgt op (21-26) ook 33-28 (24×22), 27×7 (36×38) maar nu kan volgen: 7-2 (8-12), 2-30 en de winst is voor zwart ver te zoeken.

In de vierde ronde mocht Evert aantreden tegen Ton Sijbrands. Het resultaat laat zich raden, maar Evert liep in een zetje dat hij tegen zijn clubgenoten van het Leids Damgenootschap ongetwijfeld zou hebben gezien én genomen.

E_1973_3

E. Bronstring – T. Sijbrands

Stand na de 41e zet van zwart.

31-27?? (25-30), 34×25 (24-30), 35×24 (19×30), 25×34 (17-21), 26×17 (18-23), 28×8 (3×41) en na nog zes zetten gaf wit op.

In de vijfde ronde zette Evert dit verlies weer recht met een overwinning op Johan Prinsen. In deze partij kon Evert zich volledig uitleven in het door hem geperfectioneerde randspel.

E_1973_4

E. Bronstring – J. Prinsen

Stand na de 19e zet van zwart.

Een typerende stelling voor het speltype waar Evert in uitblonk. Als zwartspeler heb je misschien wel het gevoel dat je goed staat. Er dreigt (17-21) en (18-22) en de voorpost op 28 lijkt een onneembare vesting. Wit lijkt daarom gedwongen om 27-21 of -22 te spelen. Ik geef het spelverloop voor de eerstvolgende zetten en misschien zijn jullie net zo onder de indruk als ik hoe zwart binnen enkele zetten in onoverkomelijke problemen komt.

38-33! (8-12?A), 33×22 (17×28), 43-38 (3-8), 48-43 (11-17), 38-33! (17-22), 41-36 (22×31), 26×37 Zwart gaat een schijf verliezen en houdt een slechte stand over.

A) Hoe indrukwekkend deze winst ook is, er valt bij dit fragment wel een kritische opmerking te plaatsen. Zwart had in plaats van (8-12?) (17-22!) moeten spelen. Volgens het principe van het spelschema van Evert had dan de zet 41-36 gespeeld moeten worden, maar dat gaat in dit geval niet goed: (22×31), 36×27 (16-21!), 27×7 (8-12), 33×22 (18×38), 7×29 (24×44). Wit moet na (17-22) dus wel berusten in 43-38 enz.

In de zesde won Evert van Frank Drost in een partij waarin pas op de 53e zet het evenwicht definitief werd verbroken. Daarna volgden drie remises zonder veel bijzonderheden tegen achtereenvolgens Douwe de Jong, Cees Varkevisser en Jan de Ruiter. Aan deze relatief rustige serie wedstrijden werd een eind gemaakt toen Evert in de tiende ronde tegen Harm Wiersma moest spelen. Evert verloor omdat hij op de 49e zet een onnauwkeurigheid beging.

E_1973_5

E. Bronstring – H. Wiersma

Stand na de 48e zet van zwart.

Wit speelde hier 30-24!? Het lijkt een voor de hand liggende zet. Er dreigt immers 23-19 met ogenschijnlijk ruime remisekansen. Maar het spelverloop was: (42-48) [Weerlegt 23-19] 27-21 (48-25), 36-31 (15-20), 24×15 (13-19), 23×14 (25×37) en wit gaf op.

In de diagramstand had wit remise kunnen bereiken door 49-43! Het punt is dat zwart nu geen dam kan halen, omdat na de damvangst wit voldoende compensatie heeft voor de remise. Bijvoorbeeld: (42-47), 43-38 (47×31), 36×27. Wit ‘dreigt’ nu met zowel 27-21 als 30-24. Beide zetten zorgen voor voldoende compensatie voor de schijf achterstand.

In de 11e ronde won Evert van Krijn Toet. Evert kwam vrij gemakkelijk op een schijf voorsprong.

E_1973_6

K. Toet – E. Bronstring

Stand na de 27e zet van wit.

Spelverloop: (21-26!), 39-34 (26×37), 32×41 (14-19), 43-39 (19×30), 40-35 (20-24), 29×20 (15×24), 34-29 (22-27), 29×20 (25×14), 35×24 (17-21) en zwart gaat een schijf winnen.

In plaats van 39-34 had wit moeten spelen: 31-27×27. Na (17-21) lijkt de lange vleugel van wit kwetsbaar voor een doorbraak, maar Kingsrow ziet er geen probleem in.

In de 12e ronde speelde Evert remise tegen Freek Gordijn, maar gedurende maar liefst elf zetten had hij de winst voor het grijpen. Enkele keren zelfs een directe winst. Kijk mee en verbaas je.

E_1973_7

F. Gordijn – E. Bronstring

Stand na de 44e zet van zwart. We volgen de partij tot aan de 56e zet.

45.39-33 Deze zet vergroot de problemen voor wit. Beter was 43-38.

45…5-10 Scherper zou zijn geweest: (11-16). Dat brengt de positioneel sterke dreiging (22-27×27) in het spel. Dan denk ik als oppervlakkige toeschouwer: “Maar dat kun je toch voorkomen met 37-31?” Welnu, dan kan zwart gebruik maken van een mechanisme dat in deze fase van de partij meerdere keren een rol zal spelen: (24-29!), 33×24 (19×30). Op 25×34 volgt nu (22-28×40). Op 35×24 volgt: (22-28), 32×23 (18×20), 25×14 (3-9), 14×3 (12-18), 3×21 (16×47).

46.43-39 11-16

47.49-43 10-14 Hier was (22-27×27) beduidend sterker.

48.43-38 Maar wit profiteert niet. Na 33-28×28 was zijn stand houdbaar. Nu staat hij verloren.

48…19-23

49.37-31 14-19

50.44-40? Een blunder. Tijdnood?

50…3-9? Een misser. Tijdnood? Hier had de eerder genoemde combinatie direct gewonnen, alleen gaat een van de twee varianten nu iets anders: (24-29), 33×24 (19×30), 25×34 (23-28), 32×23 (18×29), 34×23 (12-18), 23×21 (16×47).

51.40-34 Beter was 32-27, maar ook dan staat wit nog steeds verloren.

51…9-14? En weer mist zwart dezelfde slagzet.

52.34-30 Nu zou 32-27 wit misschien zelfs hebben gered.

52…23-28

53.32×23 18×29

54.31-27 22×31

55.26×37 17-22

56.37-32 29-34? En hier geeft zwart de winst definitief uit handen. Na (12-18) zou hij ruim gewonnen hebben gestaan. Op iedere zet van wit volgt dan wel (29-34).

In de 13e en laatste ronde verloor Evert van Frans Hermelink na een ietwat overambitieuze opening.

E_1973_8

E. Bronstring – F. Hermelink

Stand na de 24e zet van wit.

Evert heeft de Ghestem-doorstoot wat verder doorgedreven en dreigt nu met 37-31 en 17×26 een schijf te winnen. Zwart speelde (9-14). Nu is 37-31 weerlegd door: (26×37), 17×26 (14-20), 42×31 (24-29) en de stand blijft gelijk met voordeel voor zwart. Wit kiest voor een alternatief dat nog slechter uitpakt: 34-29!? (23×34), 30×39 (24-29!), 33×24 (19×30), 35×24 (7-11!). Wit gaat een schijf verliezen en kiest weer niet de taaiste verdediging: 24-20 (11×44), 20×7 (2×11), 43-39 (44×33), 38×29. Materieel is de stand gelijk, maar wit staat totaal verloren. In plaats van 24-20 had 38-33 met een schijf minder nog wat meer verdediging gegeven, maar waarschijnlijk zou het aan de uitslag niets veranderd hebben.

Interne competitie LDG weer van start

Hans Tangelder

De interne competitie van LDG ging weer van start op 20 mei met twee LDG beker kwart finale wedstrijden:

Hans Tangelder – Joop Burgerhout 2-0
André van der Kwartel – Steven den Hollander 2-0

Hans en André nemen het in de halve finales op tegen Casper Remeijer en de winnaar van de laatste kwartfinale tussen Edwin van Hofwegen en Koos van Amerongen.

In de bekerwedstrijd van Hans en Joop werd na twintig zetten onderstaande stelling bereikt

HansJoop1

Hans Tangelder – Joop Burgerhout, stand na 20. 9-14

Wit had de afwikkeling 21.34-29 23×45 22.28-23 19×37 23.44-40 45×34 24.39×10 gemist, maar na 24. … 37-41 25.10-5 41-46 26.33-28 46×23 27.5×46 18-23 28.46×10 13-19 29.10×7 11×2 30.27-21 16×27 31.31×11 1-6 32.36-31 6×17 33.31-27 blijft het aantal schijven gelijk, en lijkt het witte voordeel te weinig voor winst.

De partij ging verder met 21.27-22 18×27 22, 31×22. Nu volgt op 22. 12-18? wel een winnende afwikkeling die ingeleid wordt door 23. 34-19. Er dreigt 33-29, maar op 24-30 verliest zwart een schijf na 33-29. Zwart ging dus gedwongen verder 22. 24-29 23.33×24, 20×29.

HansJoop2

Hans Tangelder – Joop Burgerhout, analyse diagram na de mogelijkheid 24. .. 12-18?

Na wits volgende zet 24. 42-37 mag 24. … 12-18 niet vanwege de verrassende actie 25.37-31 18×27 26.32×12 8×17 27.47-42 23×32 28.34×23 19×28 29.38×27 en de volgende zet van zwart wint wit een schijf met 30.27-21 16×27 31.31×33

De partij ging verder met 24 … 1-6. Wit vervolgde met 25. 37-31.

HansJoop3

Hans Tangelder – Joop Burgerhout, stand na 25. 37-31.

Ook nu is 12-18 verhinderd, nu door de doorbraak actie 32-27 23×21, 34×12, 17×28, 26×17, 11×22, 12-7.

De computer denkt in eerste instantie dat het na 25.37-31 gewonnen is voor zwart, maar verslikt zich in de variant
25. … 14-20 26.50-45 20-24 27.32-27 23×21 28.34×14 17×28 29.26×17 11×22 30.14-10 12-17 31.38-33 25-30 32.10-5 22-27 33.5×12 8×17 waarin wit er met de buit vandoor gaat.

De partij ging verder met 25. … 4-9, 26 47-42. Nu kan na 12-18 weer de doorbraakactie ingeleid met 32-27, maar daarna heeft zwart nog een tegenactie waarmee het gelijk blijft.

Na de zetten 26.27-21 27.26×17 12×21 28.31-27 21-26 29.36-31 26×37 30.42×31 14-20 31.39-33 11-17 32.22×11 16×7 33.33×24 19×39 34.28×19 13×24 35.43×34 9-13 36.32-28 7-12 37.48-42 24-30 38.44-39 12-17 39.38-33 8-12 40.42-38 6-11 41.31-26 3-8 42.50-44 30-35 verscheen onderstaande stelling op het bord.

HansJoop4
Hans Tangelder – Joop Burgerhout, stand na 42. 30-35

Inmiddels heeft wit weinig bedenktijd (ongeveer 10 minuten) en zwart heel weinig bedenktijd (1 of 2 minuten)

43.38-32? Wit geeft hier zijn licht voordeel uit handen dat hij had kunnen vasthouden met 28-22.
43…13-19 44.27-21?
Nu komt zwart zelfs in het voordeel

11-16 45.32-27 20-24?

Na 19-24! had zwart nog goede winstkansen.

Maar na 46.28-23 19×28 47.33×11 16×7 zag zwart geen kans meer op remise en staakte daarom de strijd.

Op 27 mei speelde Koos van Amerongen tegen Hans Tangelder.
Koos kwam steeds meer in het voordeel.

KoosHans

Koos van Amerongen – Hans Tangelder, stand na 40ste zet van wit.

Vanuit deze stelling forceerde Koos na 40 .. 24-29 41.34×23 18×29 de winst door 42.39-34 29-33 43.28×39 12-17 44.34-30 17×28 45.30-25 20-24 46.25-20 24-30 47.20-14

Hans overzag echter in deze forcing nog een goede kans om remise te bereiken.

Ziet U welke?

Als U het niet kunt vinden, klik dan op de link hieronder voor de oplossing.

Remise Kans

De Snor

Evert Dollekamp

De Snor

Bij gebrek aan beter en gebrek aan fantasie en te lui om verder te zappen, kijk ik soms wel eens naar Voetbal International op SBS. Een ongelofelijk slecht voetbalprogramma, vooral omdat het regelmatig niet over voetbal gaat. En als het er wel over gaat is gezeur en minachting over het vertoonde schering en inslag. Nu is dat voor een keertje wel leuk, maar het gaat op een gegeven moment vervelen. Het is me nog nooit gelukt het programma een keertje helemaal uit te kijken. Alleen als Jan Boskamp op bezoek is, is het nog wel uit te houden. Maar dat is toch vooral als hij weer eens in de zeik wordt genomen door zijn tafelgenoten. Ik moet bekennen dat ik daar ook wel om kan lachen.

Maar helaas is Boskamp niet altijd van de partij, zodat je je moet behelpen met René van der Gijp en Johan Derksen en een verdwaalde studiogast. Nooit geweten dat je met zoveel platvloersheid zoveel geld kunt verdienen. Dan doe ik toch iets verkeerd. Men kan van mij veel zeggen, maar niet dat ook ik veel diepgang heb. Aan mijn bankrekening is het helaas niet te merken.

Nu vergeet ik bijna Wilfried Guinee, de spelleider in genoemd programma en die altijd heel erg zijn best doet belangrijk te worden gevonden. Ik kwam Guinee een keer tegen in een wegrestaurant waar hij erg zijn best deed om een BN-er te zijn. Toen ik hem vroeg bij een lopend buffet even door te lopen (waar is het anders een lopend buffet voor) keek hij zichtbaar verstoord om. Toen ik geen enkele blijk van herkenning gaf (ik herkende hem natuurlijk wel, maar deed of ik niet wist wie hij was) was de teleurstelling van zijn gezicht af te lezen. Aan de kant ging hij overigens niet, dit even terzijde (wat hij dus ook niet deed).

Waarom al deze wetenswaardigheden op een damsite Dollekamp mien jong. Dat is De Snor. Johan Derksen gaat onder deze schuilnaam door het leven omdat hij een hele mooie snor heeft. Nou ja, mooi … snor dus. Laatst nog kwam ik een echt mooie snor tegen bij de Hoogvliet. Zo’n mooie krulsnor met de punten naar boven. Ik heb zelfs gemeend deze meneer met zijn uithangbord te complimenteren. Even terzijde: werkelijk dezelfde dag werd ik met mijn Feyenoord-mondkapje aangesproken door een erg blije Rotterdammer: ‘Het was gisteren weer een geweldige dag voor Feyenoord!’ Bleek dat aartsrivaal Ajax in de Champignonscup was uitgeschakeld.

Als we het in de zogenaamde damwereld over De Snor hebben, dan spreken we natuurlijk over Harm Wiersma. Zijn successen zijn nauwelijks op te noemen, dus daar begin ik niet aan. Maar als je zes keer wereldkampioen bent geweest, dan is er geen twijfel wie de beste Nederlandse dammer aller tijden is. En als je zijn laatste jaren bij Hijken DTC bekijkt, heeft Harm er nog steeds de wind flink onder. Ik geef het je te doen om in een beresterke competitie, waarin een enkele uitzondering daargelaten iedereen tegen je op remise loopt te spelen, jaar na jaar een vette plusscore weet neer te zetten. Het was nog maar even geleden of Wiersma werd topscorer van de NC. En dat op zijn ouwe dag, zijnde ergens rond de 65.

Evert Bronstring heeft volgens toernooibase veertien maal tegen Wiersma gespeeld. Score ongeveer 50%. Ik bedoel de helft remise en de rest verloren. Evert ging zoals tegen iedereen niemand uit de weg. Zodoende ving hij ook wel eens een grote vis. Maar in het NK van 1972 kwam hij er tegen Harm niet aan te pas. Evert speelde zijn geliefde 33-28-opening-met-alle-gevolgen-van-dien. Va banque als zo vaak speelde Evert zijn troeven uit totdat een over het hoofd geziene ruiten zeven schijfverlies inluidde. Ik heb ondanks mijzelf de partij op toernooibase even snel nagespeeld en dacht van: zulke fratsen kun je tegen Wiersma toch maar beter niet uithalen. Of juist wel! Want de enige kans tegen dergelijke grootmeesters is het spelen van je eigen spel. En dan maar zien waar het schip strandt.

Wiersma won het NK van 1972 met de fenomenale score van 8-3-0. Drie spelers ontsnapten met remise, waarschijnlijk nog fortuinlijk ook. 1972, dan praat je werkelijk waar over bijna vijftig jaar geleden. Wiersma was toen nog maar een teenager.

Wie is/was er nu sterker: Sijbrands of Wiersma. Ik wil deze vraag met een volmondig ja te beantwoorden. Maar ik ga voor Wiersma. Want hij heeft tegen mij nog nooit een punt laten zitten. Sijbrands wel. Duidelijker kan ik het niet maken. Lolbroeken die opmerken dat ik nog nooit tegen Wiersma heb gespeeld, moet ik helaas het voordeel van de twijfel gunnen. Maar ook is het waar dat Wiersma in zijn actieve NK historie mij consequent heeft ontweken. Bij mijn deelnames in 1984 en 1991 ontbrak er van Wiersma elk spoor.

Evert Bronstring: NK 1972

André van der Kwartel

In het NK van 1972 eindigde Evert op een gedeelde laatste plaats met 8 punten uit 11 wedstrijden. De oogst bestond uit slechts twee overwinningen en vier remises.

Evert begon het toernooi teleurstellend met twee nederlagen. De eerste was het gevolg van een ernstige slordigheid.

E_1972_1

E. Bronstring – K. Toet

Stand na de 38e zet van zwart.

Niets aan de hand als wit 39-33 speelt, maar de ongelukkige keuze was: 40-34? (29×40), 35×44 (12-18!), 37-31 [wat anders?] (18×27), 31×22 (16-21), 26×17 (13-18) [Kingsrow adviseert eerst nog (24-30), maar het maakt allemaal niet uit.] 22×13 (11×42).

In de tweede ronde beging Evert op de 51e zet een positionele blunder en verloor kansloos.

In de derde ronde kwam Evert weer wat terug in het toernooi door een overwinning op Pieter Bergsma. Maar hij kreeg de overwinning wel in de schoot geworpen.

E_1972_2

P. Bergsma – E. Bronstring

Stand na de 23e zet van zwart.

Wit besluit een agressieve enkele ruil te nemen, maar had beter dubbel kunnen ruilen: 34-30 (25×34), 39×30?? (23-29!), 33×24 (18-22), 27×18 (13×33), 24×4 (5-10), 38×29 (8×13), 4×11 (7×47). Zes zetten later gaf wit op.

Na deze meevaller moest Evert in de vierde ronde aantreden tegen Harm Wiersma. Dat betekende opnieuw een nederlaag. Na een geruisloze remise tegen Frans Hermelink, liep Evert weer tegen een nederlaag op, deze keer tegen Willem van der Sluis. Evert was in dit toernooi bepaald niet in vorm. Er volgden gelijkwaardige remises tegen Douwe de Jong en Geert van Dijk.

Daarna volgde weer een nederlaag. Het onderstaande fragment is misschien wel illustratief voor de vorm waarin Evert dit kampioenschap verkeerde.

E_1972_3

J. de Ruiter – E. Bronstring

Stand na de 20e zet van wit.

(17-22??), 28×17 (11×22), 29-24 (19×30), 26-21 (16×27), 38-32 (27×29), 34×1 (13-18), 1×10 (5×14). De stand is materieel gelijk, maar de schijf op 30 gaat verloren: 40-35 en zowel na (14-20×29) als na (8-13) en (14-19) gaat zwart een schijf verliezen.

In de voorlaatste ronde speelde Evert weer remise, maar hij miste ten minste twee keer aantoonbaar de winst. De eerste keer op de 32e zet.

E_1972_4

E. Bronstring – A. Schotanus

Stand na de 31e zet van wit.

(21-26??), 31-27?? Wit overziet: 33-29! (26×48), 47-41 (24×42), 43-38 (42×33), 39×28 (48×30), 35×2. Toch opvallend voor een speler van wie zulke prachtige slagzetten bekend zijn.

Het tweede moment deed zich voor op de 47e zet van wit, gevolgd door een tweede zwakke zet op de vijftigste zet.

E_1972_5

E. Bronstring – A. Schotanus

Spelverloop: 22-17?A (11×22), 28×17 (13-18), 31-27 (19-23), 49-43?B. Hierna beschouwt Kingsrow de stand als remise.

A) Hoewel de stand materieel gelijk is, beoordeelt Kingsrow de stand alsof wit twee schijven meer heeft. Maar dan had wit op dit moment wel moeten spelen: 31-27! en nu bijvoorbeeld: (13-18), 22×13 (19×8), 27-21 (8-12), 28-23 enz.

B) Wit is zijn overheersende voordeel al kwijt, maar had hier nog een winstpoging kunnen wagen met: 27-22 (18×27), 33-28 (23×32), 34-29 (24×33), 39×37. Het is bepaald nog geen gelopen race, maar wit kan in ieder geval een overmachtseindspel bereiken.

Evert sloot het toernooi toch nog af met een overwinning, maar zelfs deze – overigens fraaie – overwinning werd ontsierd door een gemiste combinatie.

E_1972_6

A. van Tilborg – E. Bronstring

Stand na de 46e zet van zwart.

34-29?? (2-8??) [Beide spelers overzien: (17-21), 26×8 (19-24), 29×18 (2×42).] Maar de weldadige omsingeling van zwart is meer dan voldoende: 27-22 (1-6), 22×11 (6×17) en wit offerde maar met 29-24 een schijf en verloor snel.

Hervatting interne competitie

Hans Tangelder

Donderdag 20 mei wordt de interne competitie van LDG hervat, er van uitgaande dat maandag 17 mei de aangekondigde versoepeling van de Corona maatregelen niet worden teruggedraaid. Belangstellenden voor de interne competitie van LDG zijn van harte welkom. Als u op proef mee wilt spelen met de dient u uiterlijk om 20.00 uur aanwezig te zijn in het Denksport Centrum, Robijnstraat 4, Leiden, zodat u ingedeeld kunt worden. Hieraan zijn geen kosten verbonden. Van te voren aanmelden is ook niet nodig. LDG gunt belangstellenden en nieuwkomers – zowel beginners als gevorderden – een ruime periode om vrijblijvend kennis te komen maken. Het is dus niet nodig om meteen lid te worden.

Bij deelname dient U wel de corona maatregelen uit het Protocol verantwoord dammen bij het Leids Damgenootschap in acht te nemen:

Coronaregels LDG

Blijf thuis als je klachten hebt
Blijf thuis als je de afgelopen 24 uur een van de volgende (ook milde!) symptomen hebt: neusverkoudheid, loopneus, niezen, keelpijn, (licht) hoesten, benauwdheid, verhoging, koorts en/ of plotseling verlies van reuk of smaak

Hou 1,5 meter afstand
Zorg dat je tijdens het spelen van een partij anderhalve meter afstand houdt, door je stoel op voldoende afstand van de speeltafel te zetten of door het bord op het midden van twee speeltafels te plaatsen.

Mondkapje op tenzij je achter het bord zit
Het dragen het mondkapje is verplicht tenzij je achter je bord zit.

Laat je naam achter als je niet gespeeld hebt

Laat je contactgegevens achter
als je niet zeker weet dat deze bij LDG bekend zijn.

Denk aan de gezondheid van jezelf en die van anderen
Was thuis je handen voordat je naar LDG komt en ontsmet je handen bij binnenkomst.

Ad van Tilborg

Een stukje van Evert Dollekamp met een naschrift van Hans Tangelder.

Vijf maal NK, IT Brabo Damdag der Honderd België, IT Bevrijdingstoernooi Eindhoven, Open NK Veteranen WSDV Wageningen, doe het maar eens eventjes na. In de jaren zeventig was Ad van Tilborg (laatste NK in 1978 en ook laatste) prominent aanwezig in de vaderlandse damwereld.

Ad van Tilborg was een hele aardige vriendelijke man. Echt Brabants, zo kun je het misschien wel het beste typeren. Een lijzige stem met een zachte G. Qua dammen was hij niet echt een hoogvlieger, ondanks het feit dat hij vijf NK’s heeft gespeeld. Daarin was hij altijd kanonnenvoer, maar die heb je in elk toernooi nodig, ik weet er alles van.

Toch was hij moeilijk te verslaan. Dat lag vooral verscholen in zijn karakter. Behalve uitgesproken vriendelijk leed Ad aan een ernstig minderwaardigheidscomplex. Ad leefde in het tijdperk dat de rating nog moest worden uitgevonden, maar hij acteerde als de Belg Yves Vandeberg. Die keek als de loting bekend was wat de rating van de tegenstander was. Was dat ook maar een puntje meer dan zijn eigen rating, dan speelde hij rücksichtslos op remise. Vaak genoeg kreeg hij dan paradoxaal genoeg het lid op de neus, ook dat nog.

Ad had eenzelfde houding. Als er ook maar een zweem van te sterke tegenstander tegenover zich zat, gingen de schijven snel in doos. Daarbij moet ik helaas opmerken dat ik een keer lelijk van Ad verloren heb. Toernooibase meldt dit gelukkig niet, maar dat wil niet zeggen dat ik die nederlaag mij nog goed kan herinneren. In mijn pogingen dan toch nog tenminste remise te halen, bleek Ad niet op de hoogte van de verhoudingen in die zin dat hij niet wist dat hij beter stond. Om de haverklap bood hij remise aan, bij voorkeur in mijn bedenktijd. Kansloos verloren, want alles afgeslagen natuurlijk.

De KNDB heeft in het verleden veel knullige regels verzonnen (twee uur per vijftig zetten afschaffen, 3-0 bij een overwinning, de veertig zetten regel enz.) maar met de volgende regel ben ik het volkomen eens: als je een keer remise hebt aangeboden mag je dat pas opnieuw doen als jouw tegenstander dat ook een keer heeft gedaan. Bij Ad hielp dat niet. Of hij was niet op de hoogte of hij trok zich er gewoon niets van aan. Zo kon het zo maar gebeuren dat Ad in een partij tot wel vijf maal een vredesvoorstel deed. Gek werd je er van. Al moet ik wel opmerken dat ik ooit heb voorgesteld Ad dispensatie te verlenen, al was het maar omdat hij het voorstel altijd in bibberig Brabants vergezeld deed gaan:

Zulle we maar remise houwe?’

In de vorige bijdrage van André van der Kwartel wordt de partij van Ad van Tilborg uit het NK 71 tegen Evert Bronstring behandeld. Het is een partij die karakteristiek is voor beide spelers. Ad met bangig spel wordt er volledig af-omsingeld, verliest een schijf waarop Evert onvoorstelbaar blundert en de partij remise laat lopen. Ik geloof zelfs dat Ad geen eens meer remise durfde aan te bieden, zo slecht stond hij. Speel na en huiver:

NK 1971 Ad van Tilborg Evert Bronstring 1-1
01. 33-28 18-23
02. 39-33 12-18
03. 44-39 07-12
04. 31-27 17-21
05. 37-31 21-26
06. 49-44 26×37
07. 42×31 20-24
08. 41-37 14-20
09. 47-42 10-14
10. 34-29 23×34
11. 40×29 05-10
12. 44-40 20-25
13. 29×20 15×24
14. 27-22 18×27
15. 31×22 10-15
16. 40-34 14-20
17. 45-40 24-30
18. 35×24 19×30
19. 33-29 30-35
20. 50-44 13-19
21. 39-33 08-13
22. 43-39 02-08
23. 46-41 01-07
24. 37-31 20-24
25. 29×20 15×24
26. 41-37 12-17
27. 31-27 07-12
28. 36-31 04-10
29. 31-26 10-15
30. 34-29 24-30
31. 40-34 19-24
32. 29×20 15×24
33. 34-29 17-21
34. 29×20 25×14
35. 26×17 12×21
36. 37-31 21-26
37. 33-29 26×37
38. 42×31 08-12
39. 39-33 12-18
40. 48-43 03-08
41. 43-39 08-12
42. 31-26 14-19
43. 44-40 35×44
44. 39×50 30-35
45. 50-44 11-17
46. 22×11 16×07
47. 26-21 06-11
48. 44-39 35-40
49. 21-17 11×31
50. 32-27 31×22
51. 28×08 13×02
52. 29-23 19×28
53. 33×04

Tot slot heb ik nog een scherpe pen op de tong over de schorsing van Hans Jansen ooit vanwege een tripel offer tegen Hans Vermin. Ik weet echter zeker dat Ad van Tilborg niet als bestuurslid daar bij betrokken was. Dus daar ga ik hier nu niets over zeggen.

Nogmaals tot slot en werkelijk onvergetelijk. Ad speelde eens met TDV tegen Bram Rumahmory (Drents Tiental). Beide spelers aan de wandel en Ad neemt plaats omdat hij aan zet is. Bram kijkt vreemd op als hij ook zijn plaats wil innemen. Ad blijkt achter de schijven van Rumahmory te hebben plaatsgenomen. Als Ad te verstaan wordt gegeven dat hij op de stoel van zijn tegenstander is gaan zitten, klinkt het:

Ik dacht ook al, wat is mijn tegenstander plotseling ver opgerukt!’


Nog een naschrift tot slot:

Hans Tangelder

Na het lezen van de bijdrage van Evert Dollekamp en het niet behandelen door André  van der Kwartel van de partij Ad van Tilborg – Evert Dollekamp in zijn bijdrage van vorige week zaterdag, begonnen de alarmbellen bij mij te rinkelen. De door Evert Dollekamp verafschuwde kunstmatige intelligentie bracht uitkomst: Evert Bronstring blunderde niet maar speelde nog op het laatste zetje!

VanTilborgBronstring

Ad van Tilborg – Evert Bronstring stand na 48. 44-39
Hier lijkt 11-17 inderdaad schijfwinst af te dwingen, maar dan volgt het remise dammetje 27-22, 28-23, 38-32. Daarom probeerde Evert Bronstring de lokzet 35-40, omdat na 29-24, 28-23, 11-17 volgt en dan na 21-16? 7-11 met winstkansen voor zwart.